25 augustus 2015

En weer het rondje volbracht



Rondje IJsselmeer. Het is toch één van de weinige echte uitdagingen in ons land. Je kunt de Heuvelrug en Veluwe afcrossen, Limburg's mooiste rijden of je het schompes fietsen op het Kopje van Bloemendaal, maar dit is toch wel aansprekend. Ook al omdat je -waar je rondje ook start- het bijna 300 km is. En dat is ver. Twee jaar geleden reden Jeroen en ik deze ronde met Remco en Rob; begin jaren '90 deden we dat samen met Le Champion. En dit jaar stonden we weer samen aan de start. Niet met de conditie die ik twee jaar terug had, maar na een aantal maanden kwakkelen met piepende longen en een veronderstelde longontsteking was ik al lang blij dat ik niet nerveus werd van deze afstand.

Gelukkig wilde Doesbrand, al mijn hele leven mijn broer, mee en sloten van de Oranje Nassauclan Theo, Karim en Robbert S aan. Patrik reed het eerste stuk mee tot de Ketelbrug, net als twee jaar terug Koos. Met zes man moet je zoiets wel aankunnen dunkt me. Beetje afspraken maken, regelmatig aflossen en de sterken wat meer laten werken. Veel drinken, regelmatig eten en niet te vaak, maar wel goed pauzeren. Eigenlijk hoefden we alleen nog maar op de fiets te stappen.

Fijn dat ik bij Jeroen kon slapen, net als twee jaar terug. Dat scheelt in de stress en het opstaan. We vertrokken om 7 uur: Jeroen wordt steeds milder. Karim belde nog dat hij lek was nog voor hij weg kon rijden. Het zou een voorteken zijn. We maakten een lusje langs zijn huis en zonder al te veel vertraging konden we op weg.

De Wind. Op een tocht als deze is dat eigenlijk iets waar je de hele dag mee bezig bent. En dan vooral: wat treffen we aan op de Afsluitdijk. Hadden we het twee jaar terug bijna perfect (matige NO wind in de ochtend; aantrekkend in de middag), dit keer was het OZO. Niet ongunstig, maar de windkracht (5 Bft) beloofde we een uitdaging op de weg terug.

De Vogelweg werd vlot genomen en we vlogen langs Swifterbant. Voor we het wisten waren we bij de Ketelbrug. Het punt van de waarheid. Karim woog zijn kansen en besloot all the way te gaan. Dat was de spirit. De belofte van een mooi tempo in de groep, zonder een racekarakter trok hem over de streep. De anderen twijfelden niet. Het was wel een levenskeuze. Ging je met Patrik mee terug, dan had je -zoals hij later app'te weer thuis 130 km op de teller maar dan nog steeds 170 km te gaan.


Tussen Ketelbrug en Urk reed Doesbrand lek. Stootlekje. Met Jeroen als pompbediende was het snel gefixt. Even verderop was ik aan de beurt. Ook een stootlek. Het is fijn dijkje naar Lemmer, maar het ligt vol schapenstront, wildroosters en drempels voor kabels. Het kreeg het karakter van een steeplechase. Enfin: als je dan in Lemmer bent, zit je al in Friesland en dat klinkt goed. Zeker als de wind dan in de rug komt. Helaas reed Karim ook lek (ook een stootlek) en dreigde even een bandenechec. Ook hier werd de boel snel opgelost en vlogen we naar Oudemirdum. Theo reed nog even een seizoensKOM naar een dorpje. Jonge hengsten moet je soms even de ruimte geven.

In Oudemirdum veel cola en koffie ingeslagen. We hadden wat vertraging op een niet echt bestaand schema opgelopen, maar de sfeer was prima. Via de dijk en de kliffen (Mirnser en Roode) togen we aar het Noorden. Helaas wilde een wesp met Doesbrand meeliften en wel in zijn mond. Direct uitspugen natuurlijk, maar het leverde nog twee uur zware misselijkheid op. Pas na Makkum, met een ingelaste colastop, ging het wat beter. De weg langs de kust is smal maar redelijk auto- en motorenvrij. We konden dus lekker doorrijden, met de wind schuin achter. En tegelijk besefte ik wat dat betekende. De laatste 100 km wind schuin op de kop.


En dan is daar ineens de Afsluitdijk. Voor velen voor het eerst op de fiets. Zelf reed ik hem al een paar keer en ik liep er zelfs hard. Ook nu hadden we gunstige wind. Alleen jammer dat ik na 180 km voor het eerst mijn benen begon te voelen. Zonder de superconditie van 2013 te hebben was er tot dat moment geen centje pijn en kon ik moeiteloos mijn aflossingen doen. Nu werd het doseren en goed samenwerken als we eenmaal aan de overkant waren. Intussen was Robbert door de accu heen van zijn camera, maar de opnamen van het eerste stuk zijn zeer geslaagd en representatief voor de tocht

Na Den Oever begon het zware stuk. Waar we twee jaar terug naar Bussum werden geblazen moesten we nu volle bak. Het was even wennen voor we een goede waaierorganisatie hadden. De weg was breed, maar niet alleen voor ons. En niemand wil op de kant zitten. Na een korte drinkpauze ging het goed en konden we door goed samen te werken Medemblik bereiken. Daar hadden we de tweede pauze en tankten we tosti's, broodjes gezond én cola.

Van Medemblik naar Hoorn kun je met een stoomtrein, maar als je die route volgt kom je in een vervelend stuk van Hoorn. De route via Wervershoof was beter. We hadden zelfs nog een stuk wind in de rug; dat was fijn. Na Hoorn werd het echt afzien. Vooral mentaal. Je telt de kilometers af en kijkt met gemengde gevoelens naar de wegwijzers. Uiteindelijk kom je dan in Monnickendam en rijd je weer langs het IJsselmeer. Na de afslag naar Marken leek de wind ineens geen factor meer. Helaas reed Jeroen het kwartet lekke banden vol, maar de vaart zat er weer in.


Via Schellingwouder- en Nesciobrug reden we weer langs de schaapjes naar Muiden en het laatste stukje naar Naarden vloog voorbij. Eén voor één haakten we af en niemand had zin om met een lusje nog de 300 km aan te tikken. Behalve Robbert die het net haalde naar zijn huis. Doesbrand en ik dronken snel wat bij Jeroen en Irma en na een heerlijke douche namen we afscheid. Ook nu weer was het pittig, maar om nu te zeggen dat we totall loss waren? Nee.

Vroeger was je dan klaar. Beetje eten, nachtje goed slapen en dan weer fietsen een dag of wat later. Maar in het Strava en WhatsApp tijdperk begint het dan nog eens van voren af aan. Segmenten, KOMmetjes, analyses, kudo's en comments. Wel zo leuk en goed voor de napret, alleen wat slecht voor de nachtrust.

Al met al een geslaagde dag en wie weet is de volgende keer de groep nog groter. Dan ronden we nog even Enkhuizen, vertrekken we weer om zes uur en tikken we de 300 km dik aan. En rijdt er een volgwagen met reservebandjes, CO2capsules en een paar kratten cola mee. Better safe than sorry.


De route op Strava









29 juni 2015

Adios Gios


Het was 2003. Ik was net een jaar weer 'alleen' en het was tijd voor een nieuw begin en mijzelf 'iets gunnen'. Een lastig punt voor Sjaak die vaak met anderen zijn bordje deelt en dan na afloop erachter komt dat hij toch nog honger heeft. Maar goed: een paar maanden voor ik mijn huidige vrouw (de VdH) leerde kennen, toog ik met mijn vriend Jeroen naar Limbricht en kocht daar bij Math Salden een Gios fiets. Staal. Tegen alle modes in. Aluminium was de norm en carbon in opkomst. Ik was er erg blij mee en oogste veel lof voor dit stalen ros met de karakteristiek blauwe kleur en de accenten in chroom, vooral bij 'kenners'.

Ik herpakte mijn leven in dat jaar in veel opzichten en de fiets was daar getuige van. Jeroen en Irma namen de fiets mee naar Zuid-Frankrijk, nodigden me uit om een paar dagen te komen genieten en kon ik heel luxe per vliegtuig reizen. Met hen kon ik ook de prille nieuwe liefde voor de VdH delen. De jaren erna reed ik de Dolomieten Marathon erop en de Trois Ballons. De fiets ging mee op vakanties met het gezin en hoorde daarmee tot het vaste reisgezelschap.

Begin 2010 liet ik de fiets overspuiten. Er waren te veel krassen en beschadigingen na een paar valpartijen en ongelukjes tijdens vervoer. De fiets werd niet meer geheel origineel overgespoten en daarmee begon al wat afstand te komen. Staal was toch niet alles Waar ik in het begin nog dacht dat dit een fiets voor het leven zou zijn, raakte ik ook gecharmeerd van titanium. Dat zou een volgende fiets worden.

Twee jaar terug voltooide ik een groot deel van mijn reïntegratie op mijn Gios. Urenlang maakte ik lange tochten om goed getraind te zijn voor de tocht in de Alpen. Ik was 46 jaar maar had weer de conditie van toen ik 23 jaar was. Tijdens een gedenkwaardige rit over drie cols durfde ik voor de toekomst te kiezen zonder remmen en blokkades. De Gios was erbij.

Dit jaar begon aardig met fietsen, maar de laatste maanden had ik alleen maar pech (valpartij, lekke en kapotte banden, commandeurs die weigerden te schakelen, loszittende cranck/trapaslager) en raakte ik fysiek in de min. Het was niet mijn fietsjaar. Dat bleek ook tijdens tochten in de Ardennen en Luxemburg, waar ik tot drie maal toe tochten moest inkorten 'omdat het niet meer ging'.

En vorige week vertelde mijn buurman/fietsklusser dat er een scheur in mijn frame zit. De geplande 'upgrade' met een nieuwe onderdelengroep heeft geen zin meer. Einde oefening. Ik heb er (nog) geen traan om gelaten, maar ik koester warme herinneringen aan mijn ros, dat nu in 'voor de sloop' in de schuur van mijn broer Doesbrand staat. Die zal nog het nodige hergebruiken en het frame naar het oudijzer brengen. Dat zou mij toch nog te veel pijn doen.

Adios, Gios! Het is maar een (gebruiks)voorwerp, maar voor mij was je toch veel meer.

27 april 2015

Piekervaring ondanks ademnood



De Pico Valeta. Iedereeen die in bergen fietst weet het. Het hoogste punt waar je nog op fatsoenlijke wijze met een (race)fiets kunt komen. 3390 meter maar liefst, in de Siera Nevada, Andalusië, Spanje.
Het is niet even 'erheen rijden', want dik 2000 km zuidelijker. Maar goed, als dochterlief dan een paar maanden in de buurt bivakkeert (Malaga) is de combinatie snel gemaakt. Kijken waar ze zit, rondrit maken langs steden als Cordoba en Granada en ja, dan wil je ook wel een dag op de fiets kruipen. En gelukkig is de VdH altijd voor zo'n goed idee te porren.


De voorbereiding was grondig. Ik had verhuurbedrijven opgezocht en met flink wat Googlen en Stravaspeurwerk een goed beeld van wat de beklimming zou inhouden. En duidelijk was ook: de Pico zelf was niet haalbaar, er lag mid april nog te veel sneeuw. Maar de parkeerplaats, daar 'where the road ends' (zie foto) was een mooi doel.
Via een Nederlander (Albert) die ter plekke fietstochten regelde en fietsen verhuurde kwam ik aan een Giant. Hij kwam hem zelf brengen en gaf wat tips en een route. Precies de route die ik bedacht had was ook de mooiste. Je kunt via de grote weg (A-395) naar boven: dan fiets je 35 km lang aan 5% gemiddeld over een snelweg naar boven. Je bent dan niet de enige en beleeft de fantastische klim dan op een andere manier denk ik.


Mijn route ging vanuit Granada over Pinos Gennil en Güéjar Siera naar het bezoekerscentrum. Daar ontmoet je weer de A-395. Maar dan moet je wel even nog wat pittig klimwerk verrichten. En aangezien ik juist deze dagen snipverkouden werd, viel dat mee. Ik slikte de maximale dosis paracetamol om het lamlendige gevoel te onderdrukken en sprayde mijn neus dat het een lieve lust was, maar dat betekende nog niet dat ik lucht en power had. Enfin: dan maar op basisconditie en moraal naar boven. En af en toe afstappen. Want tot Guëjar Siera stelt de klim weinig voor. Af en toe een stevig stukkie, maar ook afdalen en veel vals plat. Dus dan ben je al 15 km op weg en zijn er pas 200 hoogtemeters (van de dik 2000) afgelegd. En als dan in na het dorpje de weg naar beneden gaat begin je toch een beetje korzelig te worden.


Een uurtje later is dat allemaal achter de rug. Eenmaal op het laagste punt bij de rivier worden de hoogtemeters rap teruggwonnen. Een milde manier om drie kilometers van gemiddeld 12% (met Keutenbergachtige pieken van 20%) te beschrijven. Lucht had ik niet dus ik moest echt even stoppen. Maar met het uitzicht wat dat opleverde was dat geen straf. En even later was het allemaal behapbaar met stukken van 7-8%. Je kon ook vanuit Güejar Siera 'binnendoor' via de nieuwe route die naar de Alto de Hazallanas ging. Die zat in de Vuelta en dit voorjaar nog in de Ruta del Sol. Gemiddeld 12%, stukken van boven de 21% en dan kilometers lang. Kortom: 'een andere keer misschien'. 


Enfin, eenmaal bij het bezoekerscentrum was er een moraalversterkend uitzicht op het dal waar ik vandaan kwam. Een café solo en een flesje water gekocht en besloten om dóór te gaan. De 25 km afdaling naar Granada over de A-395 was ook een optie, maar dan zou ik later heeel veel spijt krijgen dat ik niet doorgereden was. Een Frans stel kwam ook nog even langs en ik was blij even weer in een vreemde taal te kunnen spreken die beter machtig ben dan het Spaans. Na de pauze haalde ik het stel in en kreeg te horen dat het goed ging. En inderdaad liep dit stuk fijn. Geen enkele auto, prachtige luchten, mildere percentages en temperaturen rond de 20 graden. Is dit het fietsersparadijs? Ja, eigenlijk wel en niet voor niets strijken hier vele profs neer voor hoogtestages.

De laatste vijf kilometer gingen over de A-395 die na het afschuwelijke skidorp Sol y Nieve (Zon en Sneeuw) doorliep naar de parkeerplaats waar de weg ophoudt voor gemotoriseerd verkeer. Dit was nog pittig en ben twee keer gestopt om bij te komen, foto's te maken en de VdH te 'appen'. Die wilde toch wel weten hoe het haar Sjaak verging, die eigenlijk ziek in bed hoorde te liggen maar dit gewoon deed.


En zoals zo vaak: uiteindelijk bén je er dan. Een weinig pittoresk plaatje, maar wel een mooie herinnering aan de plek. Even kwam de tranen. Zo gemakkelijk was het niet gegaan en dan de top halen op een manier waarop het wél kan: geweldig. En een mooie metafoor voor de afgelopen jaren. Want met een nieuwe baan, een geweldige vakantie met de VdH en een stralende dochter in Malaga is een hoop zorgen en leed achter de rug. 


Tsja, en dan is het tijd om te gaan. Nog een kleine 50 km en dan kun je dus zeggen: binnen een uur ben ik er weer. Een snelweg naar beneden, nu wel interessant natuurlijk, waar je niet hoeft te remmen (nou ja, een paar keer voor de zekerheid). Een klein uurtje gelukzalig genot van de zwaartekracht, slechts onderbroken door een vrachtwagen die moest bijremmen en een paar kleine klimmetjes. Eenmaal terug in Granada was de tevredenheid immens. Blij dat ik dit had gedaan en ik wil heel graag nog die slagboom passeren en 'all the way gaan'

Strava en Gramin deden heel moeilijk, maar uiteindelijk is de rit voor de eeuwigheid in cijfvastgelegd :

15 september 2014

Broederschap op hoog niveau


 
De Vogezen. Hoog genoeg om door te gaan voor ´bergen´, dichtbij genoeg voor een paar dagen fietsplezier, zonder twaalf uur in de auto te moeten zitten. In 1987 ging ik met mijn broer (Doesbrand) voor het eerst 'in de bergen fietsen'. Het werden de Vogezen; hij had al eerder daar gefietst, voor mij waren de Keutenberg en de Baraque Michel het zwaarste wat ik voor mijn kiezen had gekregen. Enfin, daar lagen de wortels van veel moois.

Ten eerste het samen af en toe op stap gaan om stevig te fietsen. In de loop der jaren maakten we veel mee, zakelijk, privé. Door het fietsen en daar samen de tijd voor te nemen konden we ook elkaar meenemen in onze ervaringen, twijfels, geluksmomenten. Een tweede effect: we waren beide verkocht aan de cols. Fietsen op het Kopje of de Amerongse Berg is leuk, maar een uurtje klimmen is veel leuker. En het afdalen hoort daar bij. Na die trip in de Vogezen ontstond ook het idee om met een groep langer weg te gaan en de échte bergen in te gaan. Dat werd 'de 1988-reis'. Kortom: goede herinneringen.

Drie jaar terug was de Mont Ventoux het doel. Nu dus dichter bij huis. De heenreis vloog voorbij. Echt bijpraten, luisteren naar elkaar, minutenlang. weten dat je elkaar kent, je deelt je hele leven eenzelfde geschiedenis en tegelijk leven we beiden ons eigen leven.We maken beiden een pittige periode door en reden langzaam maar zeker weg van de problemen. In de avond kwamen we aan in ons pico-appartement, goed voor het doel, maar goed afstemmen waar je staat en loopt door de krappe ruimte.We waren op weg.

Drie volle dagen fietsten we. De eerste dag redelijk ontspannen, 75 km en niet te zwaar. Doesbrand reed nog een tweede lusje van 50 km erbij; ik hield het voor gezien met een boek en biertje op het balkon. Een goed begin. Jammer van de bedden; goed slapen was niet mogelijk.

De tweede dag begon met een stralend zonnetje. Eenmaal op de Ballon d'Alsace, een col die -zeker van de noordkant- groter in naam is dan inspanning vergt, was het frisjes. In de afdaling een bord Route Barreé:


We konden dús niet verder. Maar terug de col op en 40 km omrijden was geen optie. Dus waren we blond en liepen we langs de wegwerkers. We hebben het overleefd. Via de Hunsruck de Grand Ballon op. Inmiddels was het gaan regenen en behoorlijk koud geworden. We warmden iets op in een restaurant en daalden vervolgens terug naar La Bresse. De krant die we van de vrouw van het restaurant kregen -voor onder het shirt, zoals in de goede oude tijd- was de redding. Ik was zo stom om mijn jasje te vergeten namelijk. De statistieken staan dan weer wel.

De derde dag zou een Koninginnerit worden, maar eigenlijk hadden we de dag ervoor al flink gereden. Het weer leek iets beter en over de Schlucht, Route des Crêtes en een schitterende afdaling bereikten we Munster. Die typische mengeling van Frans en Duits dus. We gingen voor de derde Ballon vandaag: de Petit Ballon. Een schitterende, loodzware klim, maar helaas mist en wolken. Het filmpje laat zien hoe mooi de klim is. Daarna een even zware Platzerwassel en via een weinig gastvrije hut op Le Markstein en de Bramont weer terug. Dit was weer een fijne rit. Doesbrand vermaakte de avond zich kostelijk met de Activity Playback.


Voor we weer naar huis gingen op de laatste dag nog even Le Petit Drumont. Daar schreef ik al eerder over. Een klimmetje van 4,6 km; niet echt een Grote Opgave, maar een fijne finale. Geen PR voor Sjaak, wel een eerste tijd op Strava. Want dat bestond tien jaar geleden nog niet.

Langzaam maar zeker reden we de zorgen en knelpunten weer tegemoet. In de wetenschap dat we gezond genoeg zijn om dit soort tripjes te maken. Dat we als broers dit graag doen, vooral ook mét elkaar. Dat ons dit gegund wordt en ookqua financiën (nog) kan. Kortom genoeg om tevreden op terug te kijken en binnenkort ook weer naar uit te zien.





06 augustus 2014

Strava rules

Van veel zaken word ik blij, soms word ik erg blij en een enkele keer word ik heel erg blij. Strava, een applicatie voor het bijhouden van sportactiviteiten valt onder de laatste categorie. Sinds twee jaar ben ik onderdeel van de 'community' en elke keer word ik verrast met features/functies die ik wel had bedacht/gewenst maar niet direct als mogelijk had beschouwd. Het is ook één van de weinige zaken waar ik een premium-lidmaatschap voor over heb. Ik ben ook een apostel geweest; veel van mijn vrienden zitten er nu ook op. En dat maakt het natuurlijk veel leuker.

Het nieuwste snufje is het reconstrueren van je ritjes en loopjes. Vaak denk je: 'zou die tegenligger nu ook op Strava zitten' of ben je benieuwd hoe hard diegene die je heeft ingehaald eigenlijk de Amerongse Berg opknalt. En gisteren reed ik mijn eigen ritje, maar was ik benieuwd of ik de jongens van TCON zou tegengekomen.

Het kan nu. Strava rekent uit welke andere Strava-leden je op je rit bent tegengekomen en toont grafisch aan hoe hun rit verliep. Als reconstructie, omdat Strava (nog) niet met realtime-feed werkt. Maar dit is al fantastisch. Activity Playback heet het.





Ik moet het nog een beetje ontdekken, maar het geeft dus aan wie er ongeveer hetzelfde rondje heeft gereden en de  'flyby locations' geven je tegenliggers weer. Okay, weinig privacy, maar daar kies je indirect voor als je hiervoor aanmeldt.

En voor terreinen waar in groepen verschillen ontstaan (heuvels, bergen) kun je mooi zien wie waar was ten opzichte van elkaar. Zo is een reconstructie van de Bonette mogelijk. Een dag/berg die voor Koos nog mooie herinneringen oproept. Zo wordt er niet alleen meer uren nagepraat over beklimmingen, maar wordt een en ander nog eens wetenschappelijk onderbouwd.



Nog meer nieuwe toepassingen van Strava vind je bij het Strava Lab. Never a dull moment!

29 juli 2014

Stockholm Marathon I


De lucht boven ons begint akelig donkergrijs te worden. We leken van de regen verlost, maar met nog tien minuten voor de start krijgt het wachtende legioen lopers nog een stortbui over zich heen. Ook in de regen is Stockholm mooi, maar de stad is bij zon op zijn mooist. De komende vier uur zal dat gelukkig het geval zijn. De speaker houdt de stemming erin en ik ben niet nerveus. Het is mijn eerste marathon en ik weet niet wat me te wachten staat. De afgelopen weken heb ik minder getraind dan ik me had voorgenomen en ik ben mentaal verre van uitgerust. Kleine blessures liggen op de loer, zoals een geïrriteerde achillespees en als ik de waarschuwingen ter harte neem, moet ik dus niet starten. Toch sta ik hier, tien maanden geleden schreef ik me in en leek het niet haalbaar. Nu heb ik er alle vertrouwen in. Dus kom maar met dat startschot.
Het is juli 2013. Ik val in een sportief zwart gat nadat we in Nice op het vliegtuig zijn gestart. Ik heb bijna 7000 km gefietst dat voorjaar en  zoek een nieuwe prikkel. Het 'ja' zeggen tegen Else heeft veel energie gegeven. En vertrouwen. We hebben een prima vakantie in Zweden en worden instant verliefd op Stockholm.  Op Twitter vraagt Martin van Noort aan me hoe mijn vakantie was en wat ik van Stockholm vond. 'Een mooie stad voor mijn eerste marathon' reageer ik spontaan. Martin is een loper en ik heb hem ontmoet op de Afsluitdijkrun. Een idee is geboren. Twee dagen later schrijf ik me in, een kostbare grap maar ook wel een die me enthousiast maakt. En weer richting aan mijn sportieve activiteiten geeft. 

Het duurt een kleine twee minuten voor ik over de start mag. Er zijn bijna 19.000! lopers aan de start, maar gelukkig zit ik relatief vooraan. De ambitie van een snelle tijd heb ik losgelaten. De trainingen hebben uitgewezen dat ik nog zo rustig kan lopen; na 30 km ga ik tóch wel stuk. En de krachttraining is niet zo intensief geweest dat ik daar sterker van ben geworden. Maar onder de vier uur lopen is reëel en dat spreek ik ook uit. De eerste kilometers voelen wat stijfjes, ik heb ook eigenlijk niet goed ingelopen. Op de eerste hoek staat Else en ik groet haar. Ze zal me de hele dag verder volgen en steunen.  We zijn op weg.

Ik besluit de periode tot 31 mei 2014 in drie fasen op te knippen. De eerste fase gaat het om snelheid te krijgen en regelmatig te lopen. Half oktober is de Maliebaanloop en ik wil die 10 km onder de 42 minuten kunnen lopen. Daarna ga ik voor de langere afstanden, 10 EM en halve marathon. Vanaf februari ga ik dan een marathonschema lopen. Misschien al eerder een proefmarathon 'voor het gevoel'. Een tijd van 3 30 moet haalbaar zijn als ik alle tabellen en prognoses met mijn PR's invul. Het  voelt goed, zeker omdat ik voor mijzelf na elke fase een moment inbouw waarop ik beslis of ik wel door wil gaan. Ambitie is mooi maar het mag geen keurslijf worden.

De eerste kilometers gaan over een brede boulevard. We lopen rijen dik en op twee weghelften. Het is massaal, maar ik zit al direct in mijn tempo en heb niet de stress die ik bij veel andere loopjes wel heb. Het is ook vier uur te gaan, dus het komt niet zo nauw. Langs de kant staat het twee, drie rijen dik en Stockholm is uitgelopen voor dit evenement. Bij kilometer vijf komen we in het centrum en daar staat Else weer. Ze heeft een bord gemaakt met 'Heja Sjaak' en dat maakt haar makkelijker vindbaar.

 Ik ben de 'pacegroep' 4.00 inmiddels voorbij en loop langzaam. Maar zeker naar de 3.45 groep. Als we langs het water lopen is het publiek nog uitzinniger. We lopen onder een viaduct en daar klappen de mensen ritmisch. De lopers klappen mee, dat geeft een boost. Wow, zo ga ik het wel redden.



Het lopen gaat prima, ik heb een goed schema en schaf mezelf een nieuwe Forerunner aan. De oude is snel kapot en kan ook niet meer door mijn neefje Dorus gebruikt worden. De enorme fietsconditie van juni is wel weg en na een vakantie in Zweden zegt niemand meer tegen me dat ik er zo afgetraind uitzie. Het is thuis wat onrustig en dat vergt aandacht. De voorbereidingen voor het trouwen zijn in volle gang en ik begin steeds meer te werken. Terugkomen van een burnout is niet makkelijk en het lopen helpt daarbij. Ik kan me ontladen en het geeft energie en vertrouwen.

We naderen de Vasterbron, de Westerbrug. Een dertig meter hoog obstakel, met een fenomenaal uitzicht over het centrum van Stockholm. Ik kijk goed, want over pakweg 28 kilometer loop ik hier weer en zal ik daar minder aan toekomen vrees ik. Zelfs langs de brug staan mensen, niet veel maar toch. Er staan twee meiden met een spuitbus en wat rappers zorgen voor extra sfeer. En nog steeds loop ik redelijk makkelijk. Het is geen topdag, maar de kilometers gaan in 5.10 - 5.20 en dat is sneller dan bedacht. de hartslag is echter laag. Het is geen topdag dat voel ik wel, maar ik ga een heel eind komen.  Na de brug hebben we lichte wind in de rug en loop ik zelfs naar de 3.45 pacegroep toe. Dat gaat de goede kant op. 


Oktober 2013. Ik sta klaar voor de Maliebaanloop. Het is een prima herfstdag, zonnetje, typische geur van vallende bladeren. Het is aanzienlijk rustiger dan bij de Singelloop, waar ik vorig jaar een PR op de 10 km liep. Else staat langs de kant en ook mijn zoon Abe komt nog kijken al zie ik hem niet onderweg. Deze loop bestaat uit twee rondes, over -hoe kan het anders- de Maliebaan en door het Wilhelminapark. De sjieke delen van onze stad, op loopafstand van waar ik woon. De eerste km's gaan fantastisch, ik loop rond de 4.00/km. Ik wil onder de 42.00 lopen dus dat is een mooie pace. Na de eerste ronde wordt het zwaar. Niet in de benen maar vooral in de hartslag. Die zit dik boven de 170 en dat is goed voor de Suffer Score op Strava. Ik zak terug naar een kilometer van 4.22 maar herstel weer. Volle bak naar de finish en net boven de 42.00 gefinisht. Tevreden, ik heb alles gegeven en dit is een prima basissnelheid. Fase 1 is afgesloten

Wordt vervolgd in deel II

Stockholm Marathon II

 Lees eerst deel I


We lopen weer naar het centrum. Wat een volk is er op de been. Juichende mensen, kinderen die handjes willen klappen. Ik krijg nóg meer moraal als ik Else op een hoek zie staan. Ik roep dat ik op 3.45 loop en dat het goed gaat. En alsof de Duvel ermee speelt, binnen twee kilometer begint mijn lichaam aan geven dat het niet vanzelf gaat. De tweede lus gaat door het stadspark ten oosten van het centrum. Op het halve marathonpunt neem ik mijn eerste gelletje en een plaspauze. Het tempo zakt daarna vanzelf. Hartslag komt rond de 160 en dat voelt nog prima. En het glooit ! Gaat het vanzelf dan voel je niks, maar nu telt elke hoogtemeter. Later blijk ik er 400 te hebben overwonnen. Geen vlak parcours. Dit gaat nog pittig worden en dat meld ik ook als ik Else op 28 km weer langs de kant zie staan. Ze maakt een filmpje en de uitspraak 'het wordt nu pittig maar ik ga het wel halen hoor' is nu al klassiek.


Het najaar staat in het teken van trouwen. Lopen wordt wat minder al maak ik op onze huwelijksreis naar La Palma nog twee keer een loopje. Als ik me aan wat langere afstanden waag eindig ik behoorlijk kapot. Hoe moet ik in vredesnaam in Stockholm twee keer zo lang en ook nog sneller dan nu gaan lopen. 'Stockholm is nog ver' geef ik aan op Strava. Eerst maar eens de 10 EM in Woudenberg. Die gaat voortreffelijk. Ik loop in een fijn groepje en kan op het laatst het tempo vasthouden. Een PR en het gevoel dat de vorm stijgende is. En een positieve keuze om naar de volgende fase te gaan.
 

Eenmaal de 30 km voorbij begint de echte marathon. Dat hoor je zo vaak en ik ervaar het nu. Natuurlijk: ik heb al een paar keer meer dan 30 km gelopen maar het klopt echt. Ik weet dat na km 33 de Vasterbron opnieuw wacht en benut de bevoorradingspost daarvoor om te tanken. Mijn flesjes in de belt zijn nu leeg en ik moet het van de posten hebben. Stiekem heb ik gerekend en weet dat als ik nu op 6.00/km net onder de 4.00 zal finishen. Moet haalbaar zijn, niet foceren en rustig doorlopen. De brug kom ik redelijk over en ik overweeg even mijn vermoeide benen te laten bespuiten, door die twee vrouwen die daar met die spuitbuis met 'iets kouds' erin . Zal wel ergens goed voor zijn, maar ik neem het risico niet. Eenmaal beneden begin ik het echt te voelen. Het zal nog vechten worden om de 6.00 vast te houden. 

Na 'Woudenberg' is het even zoeken. Ik voel een hamstringblessure opkomen en ga preventief naar de fysio. Die kraakt wat en ik ga weer aan de oefeningen, nu ook krachttraining. Robbert stelt me de indringende vraag of ik met alles wat er verder prive speelt het wel verstandig is voor de marathon te gaan. 'Je loopt 'm op karakter wel uit, maar ten koste van wat; vraag je ook af of je wel de energie hebt om goed getraind aan de start te staan'. Waardevolle vragen. Ik denk er een paar weken over na en beslis dan om een tijd volledig te laten schieten. Gewoon, goed uitlopen en het volbrengen is voldoende. En 4 uur is ook goed. Dat geeft rust en ik boek een vliegreis, het staat nu vast.


Op het 35 km punt voel ik me verkrampen. Een beetje rekken kan geen kwaad denk ik. Argeloos wil ik mijn rechtervoet naar mijn billen brengen en oeps: daar schiet het erin. Geen paniek, maar wel de vraag hoe het verder moet. Dan maar anders strekken en dat helpt. Nu schiet het er links erin. Kortom: terwijl ik conditioneel wel die laatste zeven kilometer eruit zou persen loop ik nu vast op mijn spieren. Maar goed, blijven staan is ook geen optie. Rustig lopen en kijken hoe ver ik kom. Dat helpt. Inmiddels is de 4.00 pace groep me wel voorbij. Aanhaken is geen optie, ik probeer het wel maar ik weet dat ik nog een paar keer rust moet nemen. Toch die spuitbus moeten vragen?



Het loslaten van een tijd helpt. Ik loop ontspannener en schrijf me in voor Diever op 29 maart. Even speel ik met de gedachte om daar mijn eerste marathon te lopen, maar ik beslis uiteindelijk voor de 28 km loop daar. Het is een succes. Ik loop daarheen mooie tijd van 2.19 en het parcours is geweldig mooi. Wel is het na 20 km zwaar en moet ik de laatste drie kilometer echt vechten om het tempo vast te houden. Het is een prachtige lentedag en de kleinschaligheid bevalt me. Het geeft vertrouwen voor over twee maanden later en tegelijk weet ik dat 14 km langer nog echt een heel eind is.

Ik kom weer langs T-Centralen. Km 37-38. Het laatste stuk gaat het heuvelop. Ik drink nu volop bij alle posten. Het is pittig, terwijl ik langzaam mezelf weer op gang trek roept iemand vanaf de kant: 'Heya Stefan'! Ik steek dankbaar mijn hand op, heeft het drukken van naam op het startnummer toch effect gehad. Even verderop speelt een bandje 'Long train running' van de Doobie Brothers. Zo, dat geeft moraal. Ik pak mijn tempo weer, zou ik er dan doorheen zijn gekomen. Een paar minuten later weet ik het antwoord, de helling was iets te lang en de benen willen toch niet meer. De druivensuikers die aan de kant worden uitgereikt zijn welkom. Met een paar honderd meter lopen, kom ik weer op gang. Het is zwaar maar het einde nadert.

Na 'Diever' neem ik me voor om echt vol voor de marathon te gaan. Elke dag oefeningen, core en kracht, het schema trouw volgen, goed op mijn voeding letten. Het lukt maar gedeeltelijk. Op werk en privé gebeurt er van alles dat mijn aandacht en energie vergt. Ik slaap slecht en ben snel moe tijdenshet lopen. Ik probeer in elk geval de lange lopen te doen op zondagen. Dat lukt. 28, 32 en 35 km zijn de langste lopen. En ik wandel met André zelfs 50 km. Fijn voor de afstand, maar het levert me lelijke blaren op. De laatste weken loop ik nauwelijks. Ik houd me maar voor dat ik goed mijn rust pak daarmee. 


Het 40 km punt. Nog maar ruim twee kilometer. Mijn Garmin zegt dat ik er al bijna 41 heb gelopen. Dat maakt nu erg uit. Ik wandel nog een paar honderd meter en dan moet het maar klaar zijn. Rustig draaf ik door het fraaie Stockholm, ga een hoek om en daar ligt het: Olympisch Stadion! Wederom een boost. Ik versnel, met mij vele anderen. Wat moet dit een geweldig gevoel zijn voor de toplopers als ze hier alleen het stadion inkomen. Of Niki Terpstra in Parijs Roubaix. Zelf loop ik met tientallen om min heen. Ik zwaai wild en sla daarmee een collega loper. Ik zeg sorry. Geniet van de volle tribunes. En ik ontwaar Else, die ik hard roep en ja hoor: zij ziet mij ook. Juichend kom ik over de finish. Ik heb het gehaald.


Natuurlijk ben ik ook teleurgesteld dat ik ben ingestort ophet einde. Een tijd tussen 3.45 en 4.00 zat er lang in. Tegelijk merk ik dat velen hebben meegeleefd. Met de live resultaten op internet, via Facebook en Twitter. De kinderen en Else via .whatsApp. En de bewondering is groot. Zelf denk ik dat mijn Dolomieten Marathon in 2007, op de fiets, een betere prestatie was, maar dit is erg aansprekend.  En ik heb niks laten liggen en ben tot het uiterste gegaan. Dit zat er in, niet mee. In die zin ben ik ook tevreden, gewoon dat uit mijzelf gehaald wat ik had. 


In de metro val ik bijna flauw. Weinig zuurstof, suikertekort, bloed uit mijn hoofd naar de spieren. Wat eten, wat drinken en het gaat al weer. Ik strompel de trappen op, samen met tientallen andere lopers. Wat voor iedereen was het zwaar. In het hotel neem ik eenlingen, hete douche en ik ga heerlijk op bed liggen. Else haalt doner broodjes met friet, dat smaakt heerlijk. Verder komt er niet zo veel meer uit deze avond.

Was deze eerste mijn laatste? Ik denk het niet. Niet dat ik nu al een schema pak voor een volgende marathon. Daarvoor is het te zwaar. Maar ik voel dat ik nog wel sneller en vooral makkelijker kan lopen. Als er minder stress is en ik uitgeruster ben, als ik wel meer mijn oefeningen doe en goed eet. Sommigen geven aan dat ik te hard gestart ben, maar ook met een langzamer start was ik er doorheen komen te zitten. Dat zie je ook aan de hartslag die het laatste deel lager was. Ik had nog wel een uur op hartslag 165-170 kunnen lopen. Dat maakt me ook geschikter voor een halve marathon of de 10 EM.

Met grote dank aan mijn vrouw Else, die naast de foto's en filmpjes, ook grote morele ondersteuning leverde. Zonder haar was het een stuk lastiger geworden 

28 juli 2013

De eerste ooit of ooit de eerste

Koud terug uit de Alpen gingen we op vakantie. Naar Zweden. Een week bij een meer in een huisje en daarna nog twee dagen naar Stockholm. Dat moest een mooie stad zijn. Een week geleden kwamen we aan en meteen was iedereen verkocht. Een prachtige stad, fijne sfeer, mooie gebouwen en genoeg te doen. Een stad om voor te vallen. Beter dan Kopenhagen waar we de laatste stop maakten

Gisteren vroeg iemand me via Twitter wat ik van Stockholm vomd. Ik antwoorde [hij is een hardloper die ik bij de Afsluitdijkrun heb ontmoet] dat het een mooie stad was om een eerste marathon ooit te lopen. Nu had ik totaal geen plannen voor de marathon, maar mocht het ooit zover komen dan is dit wel een fraaie stad ervoor.Vervolgens mengde ook mijn maatje Bart zich in de strijd en ontstond er een geanimeerde conversatie. Was het nu 'ooit de eerste' of de 'eerste ooit'.

Vandaag liep ik hard; een rondje van acht km om weer in het ritme te komen. Tijdens dat lopen kwam een idee los. Waarom niet de marathon gaan lopen? Na al die km's fietsen van dit jaar [nu al 6000, eind van het seizoen meer dan 7000) is het tijd voor wat anders. Wat als ik eens een jaar focus op het lopen? En die uitdaging aanga?

Nu heb ik doorgaans last van remparachuutjes. Het is de bedoeling dat ik niet in beperkingen denk maar in mogelijkheden heb ik me zelf voorgenomen. Toch is het wel goed om stil te staan bij de zaken die me tegenhielden. Dat waren er een paar:

Een marathon is te lang
Ruim 40 km is inderdaad lang. Drie en een half uur lopen, misschien wel vier uur ook. En tegelijk heb ik gemerkt bij de Afsluitdijkrun [30 km vol wind tegen] dat training alles is. De eerste 22 km liep ik desondanks fluitend en was mijn halve marathontijd ongeveer 1.45. Dat had ik een jaar geleden nooit durven dromen. Twee weken ervoor ging ik nog compleet stuk op een tocht van 24 km, door twee langere tochten was die grens aardig verlegd. Dus met de juiste voorbereiding kom je een heel eind.

Je moet gruwelijk veel trainen
Klopt. Als je goed wilt lopen en niet volledig voor gaas wilt gaan. Je kunt er ook vijf uur over doen en vooral wandelen. Het is maar wat je wilt. Zelf wil ik goed kunnen lopem en streef ik naar een tijd net onder de 3.30 Dat is ambitieus én haalbaar. En ik heb dit jaar 250 uur vrijgemaakt om te fietsen. Nertto fietstijd dus, zonder al het gedoe. Bij lopen ben je minder tijd kwijt en stap je ook zo de weg op. Zelfs in de winter, waar je met lampjes om/aan ook in het donker kan lopen. Tijd is niet het probleem; als je maar focust en het prioriteit geeft.


Het is te blessuregevoelig
Dat gaan we zien. Als ik mijn fraaie gewicht van 83 kg weet te behouden, scheelt dat al weer met vroeger toen er zeven tot acht kilo meer verplaatst moest worden. En met de juiste ondersteunende oefeningen [balans, core-stabilty, goede rek- en strekoefeningen voor- en achteraf] goed je rust pakken en verstandig eten kom je ook een heel eind. Ik heb geleerd te luisteren naar mijn lichaam en maak daarom ook zelf mijn schema's. Uiteraard geïnspireerd op de echte schema's, maar altijd doorvertaald naar wat ik zelf aanvoel en wil. En als ik voel dat het toch te veel is leg ik me daarbij neer.

Kortom: geen belemmeringen, maar zaken waar ik wel aandacht aan geef en onderweg goed in de gaten houden. En verder zijn er nu tien maanden om me voor te bereiden. De VdH, die tegen die tijd mijn echtgenote is, heeft al gezegd dat ze mee wil. Dat wordt dus een mooie stedentrip, want het begon allemaal met dat Stockholm zo'n mooie stad is.






08 juli 2013

Alpentour: Epiloog en verder


 Het is al weer ruim twee weken geleden dat we in het vliegtuig stapten. Een min of meer willekeurige groep van elf mannen die wilden fietsen in de bergen. De ervarig leert dat zoiedts vaak goed gaat. Ook nu weer was het een soepel geheel en leverde iedere op zijn manier een bijdrage aan het geheel. Inmiddels is iedereen weer aan het werk en staat de gezinsvakanties al weer voor de deur.

In vijf blogjes heb ik mijn beleving hiervan geschreven. Het is niet hét verhaal, maar een verslag van een mooie gebeurtenis gemaakt, vanuit mijn perspectief. En ik heb dankbaar gebruik gemaakt van het beeldmateriaal van Ron, Marco, Erwin en JP.

Zo'n tocht smaakt naar meer. Al langer is er een plan voor een coast to coast in de Pyreneeën. Deze reis heeft duidelijk gemaakt dat al veel van het concept klopt. De kaders moeten scherp zijn en dan gaat er veel vanzelf tijdens zo'n reis. Sommige zaken kunnen wat strakker, zoals de inrichting van de bus die met kratten voor eten en bagage een stuk overzichtelijker was geweest. En als je met een grotere groep gaat kun je een A- en een B-groep maken. Nu waren de verschillen op de cols nog wel te doen, maar met meer niveauverschil is dat een optie. En bij de samenstelling van de groep kun je kijken of er geen mensen uit de boot valen die eigenlijk gewoon erbij hadden moeten zijn.


Nu was het maximum aantal van twaalf een harde eis. Als je het iets anders organiseert kun je met meer mensen gaan. Logistiek is het dan wat lastiger. Hotels, eten, terrassen etc vergen met 20 man iets meer organisatie. Maar dat zijn details. Beginnen in de buurt van Bordeaux of Bayonne en dan in zes etappes naar de oostkust en eindigen in Carcassonne of Perpignan. Over cols als de Burdincurutcheta, Port de Larrau, Marie Blanque, Aubisque, Tourmalet, Aspin, Peyressourde, Agnes, Pailheres, Canigou. Een stuk door Spanje, grotendeels door Frankrijk. Beginnen aan de kust en eindigen aan de kust. Het heen en weer vliegen is zeer goed bevallen als er zo'n bus rijdt. 

Je kunt ook bedenken dat vanuit huis vertrekken ruim duizend km training extra oplevert. Je komt dan in topconditie bij de Pyreneeën aan. Kost iets meer (vakantie)dagen maar dan heb je ook wat. En als je dit over twee jaar gaat doen, dan kun je nog een beetje sparen. Zelf ga ik met dit idee aan de slag. Van dit soort zaken krijg ik energie. Voor wie dat ook krijgt: meld je, droom mee en maak deze  mogelijk. 

30 juni 2013

Alpentour 2013 Dag V: Jump


 
De laatste dag alweer. Wat was er al veel moois gebeurd deze dagen en wat genoten we van deze reis. Het was ook een beetje abstract om in de ochtend op een terras te ontbijten temidden van de bergen en 's avonds weer thuis te zijn.

De laatste busshift werd door JP en Theo gedaan. De ibuprofen had zijn werk wel gedaan maar fietsen zat er niet meer in. Theo was deze week nog onvoldoende hersteld en ook vandaag was het weer een genoegen hem als chauffeur te mogen begroeten. De bus was snel gepakt, mooi om te zien hoe snel zoiets als routine wordt. Vandaag de Bonette op het programma met daarna een zieke afdaling naar Nice. 

Het stuk naar de voet van de Bonette werd in een rustig tempo afgelegd en er was tijd voor een groepsfoto. 

Koos trok meteen vanaf de start er goed aan. Binnen de kortste keren had iedereen zijn vertrouwde positie in de slagorde ingenomen. Koos reed een meet of tweehonderd voor me en ik kwam niks dichterbij. Ik had ook niet veel energie meer na vijf doorwaakte nachten, maar de onwaarschijnlijk mooie klim maakte veel goed. Halverwege passeerde de bus en en maakte JP een flink aantal foto's van ons. Even later kwam Erwin vrolijk keuvelend naast me rijden en zei: 'ik ga Koos maar eens ophalen'. Ik wenste hem succes, want Koos reed ongelofelijk sterk en de vraag was wat er in die bidons zat.


Nadat Erwin van me was weggereden brak ik. Niet zozeer van dat wegrijden als wel van de overweldigende natuur en de emotionele achtbaan van de afgelopen dagen. De tank was gewoon leeg en het tempo lag daardoor ook lager. Na een paar minuten langs de kant herpakte ik mijzelf en reed ik intens tevreden naar de top van de Restefond. De poldermannen zaten al vertrouwd dicht achter me. Het laatste stuk was vrijwel vlak en kon je goed doorhakken. Ik wilde echter wat overhouden voor de laatste loeisteile kilometer.

Die hoefden we niet te fietsen. De lus om de Bonette, vanaf de Col de Restefond was nog niet sneeuwvrij. Een kant kon je omhoog, op de andere waren ze nog bezig en met sneeuw was er een kunstmatige versperring voor auto's gemaakt. Met de fiets kon je er wel langs en dat deden we even later alsnog. Marco en Ron hadden nog puf om af te sprinten en Erwin was dicht bij Koos gekomen maar die had zich niet laten verschalken. Het was al een aantal keren gebleken: Koos had een topvorm en vond hier op 2800 letterlijk zijn hoogtepunt. Klasse gereden hoor.


Even later druppelden één voor één de anderen binnen. Jeroen, Bob, Willem en Nico. Iedereen had deze klim relatief makkelijk kunnen rijden en niemand uitgezonderd was overdonderd door de schoonheid van dit dak op de wereld. Wat een finale van een mooie tocht. En wat een toetje nog in het vooruitzicht.
We reden naar de top voor wat mooie plaatjes. JP toonde zich een ware held door in burger naar boven te klauteren. Een fraai gezicht:


Nice stond er dus op een bordje. Vrijwel geheel dalen, 90 km lang met de laatste 20 km vals plat/ vlak. Op naar de Middelandse Zee. Bob besloot dat het goed was zo en kroop in de bus. Hij zorgde later voor heerlijke broodjes en navigeerde naar het eindpunt. Wij daalden het eerste stuk door een vrieskist. Wat was het koud langs de sneeuwmuren en toen de zon even wegviel was het echt wel frisjes. In deze afdaling een malloot van een chauffeur die niet alleen ons er niet langsliep, maar zelfs Ron de berm in wilde drukken. Zelf reed ik er iets achter en zag het gebeuren. Even later had ik mijn eigen oorlogen met deze makker en bedacht me dat iemand op de col had gezegd: 'doe rustig, je moet nog trouwen' 

Verhip, dat was waar. Berichtjes met het dolgelukkige thuisfronten vulden de dag verder aan. Er was veel van mij afgevallen, letterlijk. Ik daalde daarom met iets meer marge dan gisteren. In St. Etienne de Tinee, zo'n 1700 meter lager, pauzeerden we en bepaalden we ons einddoel. Nico stelde voor om het strand bij Cagnes suf Met te nemen, dat lag ook vlak bij het vliegveld. Het zou een voortreffelijk voorstel blijken.



De eerste kilometers daarna gingen omhoog. Oeps, dat was wennen. Het waren ook de laatste kilometers die niet op het buitenblad werden genomen. Daarna was het een ziedende afdaling naar Cagnes. Weliswaar met stevig bijtrappen, maar wel met een kleine 40 in het uur gemiddeld. Naarmate we de kust naderen werd de weg drukker en de wind nadrukkelijer. Die stond niet ongunstig, maar op sommige stukken was het werken. Marco onderscheidde zich hier door kilometers lang aan kop te sleuren. Toen we een hele drukke weg vreesden bleek er een heus fietspad te liggen dat ons naar de kust voerde. Alsof je in de Gelderse Vallei fietste.
 
Eenmaal in Cagnes was de bus snel gevonden en was de beste douche de zee zelf. Met wielerkoersen en al de zee in. Gewoon doen en springen. Ik aarzelde: al onze spullen lagen open en bloot en dat was toch weer een remparachute. Even later gebood Nico mij bijna rzee te springen, maar dat was niet nodig. Ik lag er al in en het was heerlijk. Wat een fantastisch einde van een gedenkwaardige rit.


Inmiddels was het thuisfront al aardig op de hoogte. De TCON groep op Whats App maakte overuren en de overgebleven leden leefden aardig mee me ons. Zelf maakte in mijn dochter, een strand, zee en zon liefhebber jaloers met plaatjes van blauwe luchten en palmen. We droogden wat op en toen sloeg de stemming om, zoals Willem achteraf treffend constateerd. Het vertrek was aanstaande, de bus moest worden ingeladen, vliegtuigen gehaald, gekeken hoe we op de luchthaven moesten komen en ondertussen wilden we ook nog een biertje drinken en wat eten.

Zelf was ik kapot en kon ik geen bijdrage leveren aan het inpakken van de bus. Ik denk niet dat iemand het me kwalijk heeft genomen en met het verzorgen van de route kwam er zoveel waardering van de reisgenoten dat er wel wat krediet was. Half slapend at ik mijn burgertje en nam ik als enige water bij het eten in een Hollandse burgertent, waar een biertje heerlijk had gesmaakt natuurlijk. Rotterdammers en Amsterdammers, hoe bizar wil je het hebben?

Willem vloog naar Rotterdam en vertrok eerder. Ik reisde alvast met hem mee en er bleek vier keer per uur een bus te gaan. Binnen 20 minuten waren we er en kon Willem inchecken. Even later volgde de rest en was het vertrek echt nabij. Erwin haalde nog maar een rondje en de flinke glazen waren maar liefst zeven euro het stuk. Het smaakte goed Erwin.

De terugreis ging vlot en mijn hartslag bereikte waarden die op de Bonette niet gehaald werden. Op Schiphol stond Elsje mij op te wachten en het was fijn om elkaar te zien. Een prachtig einde van een geweldige reis.

Tot slot wil ik Remco nogmaals bedanken voor het idee/concept en alle voorbereidingen. Het was erg jammer dat je knie het niet toeliet om mee te gaan. We hebben je, net als alle andere TCON-ers en familie/vrienden mee laten genieten via de WA-pjes, Facebook, Twitter en wat al niet meer.

Het was een geweldige groep. Geen strakke hiërarchie, ontspannen en iedereen pakte zijn/haar rol. Er was ruimte voor afwijking van het programma. De kaders waren helder, de hotels geboekt, de route uitgezet, de vluchten en bus georganiseerd. Verder maakten we het zelf en zijn daar uitstekend in geslaagd. Bob, Erwin, Jeroen, JP, Koos, Marco, Nico, Ron, Theo en Willem: dank voor jullie gezelschap. 

De route in Strava en Garmin Connect