17 september 2012

Overgelopen


Mijn fietsvrienden zitten nog allemaal op de fiets en vragen regelmatig ik nog een rondje mee wil rijden. Een jaar geleden deed ik nog met mijn broer de Ventouxtrip en sowieso is fietsen in september vaak een aangename bezigheid, maar dit jaar ben ik toch echt overgelopen Naar het hardlopen en de Gios hangt netjes aan de haak. Ruim zes weken ben ik fanatiek en trouw aan het hardlopen en het bevalt me prima. De hoeveelheid tijd die met hardlopen gepaard gaat is een stuk minder en al hardlopend voel je veel beter je conditie groeien. Enige nadeel is de blessuregevoeligheid, dit ligt bij het lopen een stuk hoger. Tot nu toe gaat dat goed.

Veel van mijn loopjes doe ik met Bart, die ik ken van school (op de basisschool waren onze dochters bevriend) en voetbal (beiden zijn we vrij actief). We hebben ongeveer hetzelfde tempo en delen het plezier en de ambitie die met het lopen gepaard gaan. De afgelopen twee zondagen reden we zelfs naar Maarn om daar in de prachtige bossen, waar ik normaliter mijn rondjes fiets, onze kilometers te maken. De nazomer waar we nu van genieten doet dat dan de rest. Lopen in een korte broek, een luchtig shirtje, sokken en schoenen: meer is er niet nodig. Ook dat is een voordeel ten opzichte van het fietsen: daar is het materiaal van groot belang. En je loopt een kilometer of zestien en je dag ligt nog voor je. Een paar keer liep ik zelfs om half zeven in de morgen al. Bart is helaas nu even langs de kant met een pijnlijke enkel, maar hopelijk haakt hij snel weer aan.

De progressie is aanzienlijk: het plaatje aan het begin geven de statistieken van vier weken geleden en vandaag op hetzelfde rondje. Vier weken geleden deed ik het iets rustiger aan in het begin voor mijn gevoel maar zat ik op het einde toch meer stuk dan vandaag. En het klopt wat men zegt over de endorfines en het verslavende van lopen. Zeker na een langere loop wil ik eigenlijk de volgende al plannen.

Het eerste doel is de Singelloop in Utrecht. Over een kleine twee weken. Tien kilometer door de stad met veel publiek langs de kant. Weliswaar in een flinke meute die het lopen wel wat lastiger maakt maar waar ook een stimulerende werking van uitgaat. Een PR lopen (nu 43.56) is mijn doel. Het moet kunnen, al is het vooral een mentale kwestie en is van belang of ik een beetje uitgerust ben. We gaan het zien



20 augustus 2012

Uitgefietst





Op een dag is het dan zover. Vanaf eind februari heb ik met veel plezier en passie flink gefietst om in juli in de Pyreneeën 'er te staan'. Dat leidde tot bijna 2400 kilometer op de teller aldaar en een paar mooie fietsdagen. Het doel is gehaald, zij het in twee etappes als gevolg van maag- en darmproblemen. Ook weer erachter gekomen dat cols fietsen toch een stuk zwaarder is dan ik elke winter bedenk. Dan zie ik die kaarten en profielen en denk dan dat ik dat makkelijk moet kunnen. Op de fiets is het dan toch altijd weer zwaarder, maar dat maakt het ook weer zo mooi. Mooi extra effect: ik ben een stuk fitter dan een paar jaar terug. Zes kilo lichter en in een goed conditie. Kortom: reden tot tevredenheid.

De afgelopen weken schakelde ik al weer naar het hardlopen. Loopjes van vijf, zes kilometer om in het ritme te komen. Tussendoor fietste ik nog wel, al was de drive een stuk minder. In het Sauerland nam ik mijn fiets mee en dat was een goede zet. Dankzij de ontdekking van Strava kregen deze tochtjes een extra dimensie. Ineens reed je niet zomaar een klimmetje of bultje op; je kon ineens King Of the Mountain (KOM) worden. En je kunt je resultaten delen met anderen. Op één klim heb ik heel erg mijn best gedaan: de Bollerberg En nu maar hopen dat andere renners deze klim ook weten te vinden. Bijna 300 hm binnen het kwartier, waarbij er ook nog een soort Redoute op het eind bedwongen moest worden, vind ik een mooie prestatie. En op de afdaling van de Schloßberg mogen anderen hun tanden stukbijten. Meer dan 60 km/h met pieken van 85 km/h zijn fijne cijfers voor één van de makkelijkste, maar steilste afdalingen die er binnen een straal van 300 km te vinden zijn. De reis waard zeg maar.

En nu dus weer helemaal hardlopen. De tocht van gisteren was echt het slot van het wielerseizoen; op de warmste dag van het jaar bij 34 graden was het een loom tochtje waarin ik mezelf niet meer kon opladen voor een 100 km+-tocht. Wel de 3000 km grens gepasseerd en het is heel lang geleden dat ik zoveel kilometers in een jaar maakte. Voorlopig richt ik me op een 10 km loop, misschien wel de Singelloop in Utrecht. Een PR (nu 43.56) lopen is een mooi doel.

17 juli 2012

In tweeën gedeeld (2)





Door de gebeurtenissen op donderdag 12 juli was de avond licht gedeprimeerd. Het was weliswaar de eerste mooie, zonnige avond bij het appartement maar ik voelde me niet lekker. Een loeihete douche hielp wel iets, maar daarna vroeg en rillerig gaan slapen. De nacht was wat onrustig en ik vroeg me af of ik op vrijdag wel de tocht af zou kunnen maken.

Die vrijdag stond ik op en was de lucht volledig blauw. In de verte gloorden de bergen en het was al aangenaam warm. Kortom: ook hier in St Colome was het zomer geworden. Na het ontbijt besloot ik dat ik goed genoeg was om op de fiets te stappen en laadden we de auto in. De VdH had er ook weer zin in. Lekker een boek lezen op een terras en vooral genieten van het vooruitzicht van een genietende Sjaak. Ik begon me ook steeds beter te voelen. Pas nu zag je hoe mooi de streek was en het doel was Campan, zo'n 16 km van de top van de Aspin. We dronken er nog een kop koffie/thee, althans, dat deed Elsje [Sjaak was onrustig en wilde eigenlijk gewoon weg]. Ik raakte ook nog wat andere ballast kwijt en dat kwam erg goed uit. Het vertrouwen dat ik dit laatste stuk ook wel zou halen nam toe.

De eerste kilometers liep het deels licht omhoog, deels was het vlak met af een toe een steil sukje. Deze klim was nog de enige klim op het hele traject nog niet had gereden. En het was een prachtig stuk. Eenmaal langs het meer van Payolle gereden werd het echt klimmen. Nog maar vijf kilometer overigens en de percentages varieerden tussen de zeven negen procent. Een milde klim dus, veruit de mildste, maar met een toch nog matige conditie was het uitkijken. De top was evenwel vlot bereikt en het uitzicht op de top richting de Pic du Midi was fenomenaal.





In de afdaling pikte ik de rest mijn verloren moraal op. Met het warme, wolkenloze weer kon ik eindelijk weer eens voluit dalen. Deze afdaling kende ik vanuit 2009 en op de lange, rechte stukken kon ik de Gios goed laten lopen. Wat een weelde dat het wielprobleem was opgelost. Wat een geweldig uitzicht en wat een beloning toch weer de vaart die je maakt bergaf. Enige smetje was een auto die me niet liet passeren en pas na wat misbaar en een snelle tussensprint aan de kant ging. Vlot bereikte ik Arreau, de springplank naar de laatste col van de dag en de tocht. De Peyressourde begint pas echt na een tiental kilometers door een dal. Daarin kun je aardig vaart maken en je reserves aanvullen met vocht en voedsel.


 
Pas na Avajan (foto) gaat het weer echt omhoog maar dan ook wel voortdurend met acht tot tien procent gemiddeld. een weg die vrij recht loopt en op een gegeven moment nog lastiger werd door de tegenwind. Het was daar echt ploeteren en doorzetten. Op drie kilometer van de top stopte ik in 2009 en dat liet ik mezelf nu ook toe. Tenminste, als ik dat zou willen. Eenmaal op dat punt aangekomen reed ik door en kreeg ik zelfs de wind in de rug.  Dat was zó heerlijk. Zelden is wind een echte factor, maar de stukken van meer dan tien procent in het laatste stuk gingen eigenlijk perfect. De laatste 500 meter kon ik zelfs versnellen en liep de hartslag zelfs op naar de 170. En boven!

Snel de VdH bericht dat ik eraan kwam (zij had de Peyressourde ook gereden met de auto omdat de navigatie haar dat had opgedragen) en als een razende gedaald. Dit is één van de makkelijker afdalingen, al blijft het opletten op andere verkeersdeelnemers en het wegdek. Binnen de 20 minuten was ik beneden, veilig en wel en reed ik direct op Elsje/VdH aan die zich goed had geïnstalleerd op een terras van een 'salon de thé'. Die zag mij aanzienlijk vrolijker aankomen dan een dag eerder. Dit was een prima tocht geweest en hoewel in twee (eigenlijk zelfs drie) dagen gedaan: ik ben van Pau naar Luchon gefietst.

De details van de dag:

15 juli 2012

In tweeën gedeeld (1)


Nog net geen zeventien was ik en ik zag voor mij onbekende renners als Robert Millar, Pedro Delgado en Pascal Simon gloriëren in de Tour de France over een aantal cols in de Pyreneeën. Tot dat volgde ik de Tour altijd nauwgezet, maar vanaf die dag is er een kraantje opengezet. De etappe Pau - Luchon, gereden op 11 juli 1983 veranderde mijn wielerbeleving volledig. Ooit zou ik deze tocht rijden. En andere bergen. Diezelfde maand gingen we op vakantie, kwamen we in de Alpen (dat was voor het eerst en tevens voor het laatst zonder racefiets) en werd dat voornemen alleen maar bekrachtigd. Een paar weken later kocht ik van de duizend! gulden die mijn opa aan alle kleinkinderen had geschonken, mijn eerste randonneur. Een Miyata, een fiets met bagagedrager, licht en spatborden, want toen was een fietsvakantie-met-bepakking nog de norm. Dat heb ik maar een paar jaar gedaan, daarna onstond 'de fietsgroep' en fietsen we zonder bepakking diverse bergen. Eerst nog vanaf campings, later vanuit royale huizen met alle comfort. We fietsen de Marmotte, de Dolomietenmarathon, deden Zwitserland een paar keer aan en de Mont Ventoux werd al een keer of tien bedwongen. Maar Pau - Luchon bleef in mijn hoofd zitten. Ik kon dat ook niet aan anderen overbrengen. 'Coast-to-coast' in de Pyreneeën, dat wel, maar deze etappe? Het is echt iets van mij.

Een aantal Benotto's en een Gios later, inmiddels vader van twee ca vijf kinderen [afhankelijk van de definitie], vele cols verder en als mid-veertiger al ruim over mijn fysieke hoogtepunt heen was het dan zo ver. Precies 29 jaar en een dag  later stond ik dan aan de start van deze tocht. Tijdens een coachingsessie in november 2011 kwam het op. Dát ga ik doen in 2012. Een half jaar heb ik me zo goed als mogelijk voorbereid, tussen werk (veel stress), voetbal (veel tijd) en gezin (drukke boel) door. Elke week op dinsdag naar de sportschool op de hometrainer aan kracht/interval. Elk weekend een tocht van ca 100 km, een keertje Ardennen en Sauerland. En zes kilo afgevallen door bewuster te eten en veel te sporten. En mijn fiets kreeg een opknapbeurt met een nieuwe voorvork, wielen, zadel. Desondanks leverde een blokkerend wiel nog de nodige stress op, maar dankzij 'mijn Italiaan' werd dat uiteindelijk goed opgelost. Wel had ik de fiets van mijn broer nog mee als reserve maar dat was gelukkig niet nodig.

De VdH (Elsje dus) had wel oren naar dit tripje en wilde zelfs als 'ophaalservice' fungeren. Want je kunt dan wel 180 km fietsen, je moet ook wel weer terug. We spraken af elkaar na de eerste twee cols te ontmoeten en daarna weer op de meet in Luchon. De dagen voor de tocht was het slecht weer geweest, met veel mist, regen, wind en slechts zon op grote hoogte. Gelukkig leek het de 12e juli  beter weer te worden en al was het nog bewolkt toen ik om 6.45 opstond: vandaag zou het dan gaan gebeuren. Wat minder was: de darmen speelden op. Ik hield het maar op zenuwen, maar het vermoeden dat 'iets verkeerd(s) gegeten' aan de orde was even sterk.

Ik vertrok niet uit Pau (dat had ik een paar dagen ervoor gedaan, toen ik via de Marie Blanque naar het appartement was gefietst) maar zo'n vijftien km onder Pau, vanuit Sainte Colomne. Dat was even zwaar want ik begon met een fel klimmetje naar het dorp. Daarna heel rustig peddelen naar de voet van de Aubisque, de eerste uitdaging van de dag. Deze had ik twee dagen ervoor in de  mist gereden (net als de dag daarvoor vanaf de andere kant). Aubisque = mist, want ook in 1991 reed ik deze door de wolken heen. Maar vandaag niet. De zon reed met me mee en al voelden de benen niet geweldig: het ging best aardig. In 1.21 vanaf Laruns ( 16,3 km, ca 1200 hm, gemiddelde hartslag 152) kwam ik boven. En voor het eerst de Aubisque niet in de mist gezien. Wel was het nog koud dus ik was blij dat ik een jasje bij me had. Direct door naar de afdaling. Dat wil zeggen: zeven kilometer niet al te steil naar beneden en dan nog twee kilometer licht bergop naar de Col du Soulor.



Inmiddels was ik weer dik in de wolken en de afdaling was ronduit koud. Ik begin me erg rillerig te voelen en kreeg het gevoel dat het vandaag niet goed zou komen. Mijn darmen begonnen op te spelen, maar ik moest ook wel blijven eten anders zou ik het niet redden. De Soulor heeft een lang plateau waarin je nauwelijks daalt, maar dat was wel fijn want dan kon ik me weer warm rijden.


Na Argelès-Gazost een lang stuk naar Luz St Sauveur, aan de voet van de Tourmalet. De dag ervoor waren we die met de auto komen afdalen met aan de top maar maximaal 15 meter zicht. Nu was het onbewolkt en warm. Heerlijk fietsweer, maar deze klim zou ik nooit in mijn ritme komen. Na Barèges was het twee kilometer loeisteil (>10%, de gemiddelden op de borden zeggen niet alles) en bij de splitsing tussen de oude weg (Voie Vert Laurent Fignon) en de nieuwe weg was een grote parkeerplaats. Daar gunde ik mezelf een paar minuten rust en toen het daarna ook wal milder werd leek de moraal terug te keren. Maar de laatste vier kilometers hakten er zwaar in. Te zwaar. Ik ga wel vaker diep in de cols maar nu was ik er niet fit genoeg voor. Het huilen stond me daarom nader dan het lachen toen ik boven op de Tourmalet aankwam:


Daar SMSte ik de VdH dat ik boven was (zie foto boven). Zij zat aan de voet te wachten in Sainte Marie de Campan (al een tijdje) en ik voegde eraan toe dat ik zou stoppen. In deze conditie zouden nog twee cols te zwaar zijn. Weliswaar cols van minder allure dan de Tourmalet, maar toch. Tijdens de afdaling -weer deels in de mist- werd mijn besluit alleen maar bevestigd. Ik zat te rillen op de fiets en moest echt mijn best doen om goed te blijven sturen. Doorgaan zou niet verstandig zijn.

In St Marie werd ik opgevangen/getroost door de VdH. En ze stelde meteen voor om de volgende dag -als je opgeknapt bent- terug te komen en de tocht alsnog af te maken. Dat gaf gelijk weer moraal al zat ik er totaal doorheen. Dat bleek ook bij thuiskomst: de darmen waren nog niet echt rustig en ik schoof rillend vroeg mijn bed in. Of ik de volgende dag zou kunnen fietsen? Ik kon ook niet eens echt teleurgesteld zijn, dit was overmacht. Feit was dat ik mijn benen niet voelde, die hadden nog wel even gekund...

De statistieken van de dag:





09 juli 2012

Hernieuwde kennismaking




De Alpen of de Pyreneeën? Het is een 'Beatles-Stones'-verhaal. Ik kom in beide gebergten erg graag, maar in de Pyreneeën is het allemaal net wat minder toeristisch, georganiseerder. En de cols zijn smeriger, dat wil zeggen: ze 'lopen' minder fijn dan in de Alpen. Althans: dat wordt gezegd. Voor mij is het allemaal zwaar, maar daarom komen we dat ook hier. Ruim 1400 km, in twee dagen gereden met de VdH. Vrijdagavond kwamen we aan in Pau, de legendarische stad van de Tour de France. Startplaats van Pau-Luchon, de klassieke Touretappe die mij in 1983 deed beslissen dat ik ook wilde fietsen en wel in de bergen. Het laatste stuk, naar ons appartement zou ik zaterdag rijden. Een kleine 50 kilometer, maar ik wilde wel een ommetje maken. En dat ging via de Col de Marie-Blanque. Slechts 1035 meter hoog, maar met 500 hm in de laatste vier kilometer wel één van de meest steile cols die er is. En dat terwijl de eerste vijf km van die col niet zoveel voorstellen. Het was best wel warm (25 graden) en via een glooiende aanloop kwam ik aan in Escot, een gehuchtje waar de klim begon. Het eerste stuk was dus een eitje, maar toch schoot de hartslag omhoog. De vakantiestress of beter: de post-werkstress. Meestal gaat dat na een paar dagen wel over en wordt het allemaal wat rustiger. In elk geval was dat nu nog niet het geval. Terwijl ik voor mijn gevoel rustig reed, schoot de HF naar 175. Daarom maar even afgestapt op drie kilometer van de top en ook voor de laatste kilometer, maar vooral om deze foto te maken. De percentages zeggen genoeg al moet ik zeggen dat mijn teller regelmatig naar 14-16% opliep:




Eenmaal boven was het uitzicht niet briljant, maar goed, de eerste col was binnen:


De afdaling kwam niet echt snel op gang; een paar kilometer op dezelfde hoogte maar na het Plateau de Bénou (met een fenomenaal uitzicht, zie boven) ging het dan los. In het dal nog 15 kilometer en toen was ik bij het appartement. Daar had de VdH alle bagage al in huis gebracht en ook nog eens boodschappen gedaan. Dát was nog eens aankomen. Meestal ben je doodmoe na een lange reis als je aankomt, nu was ik ook best uitgewoond, maar vooral door een pittige tocht. Het begin was dus goed.

Later die avond brak het noodweer los: hagelstenen zo groot als pingpongballen en rukwinden. Gelukkig bleef alles en iedereen heel hier. 

29 mei 2012

Riesencola, motoren en nieuwe heuvels






In de aanloop naar de Pyreneeën was het tijd voor een stevige tocht. Ardennerstijl, ergens tussen de 120 en 140 km met dik 2000 hm. Met de groeiende vorm in de benen moest dat er toch wel inzitten. En omdat ik wel eens wat anders wilde was dit keer het Sauerland het doel. Nog nooit was ik er maar het is zowaar een heus wintersportgebied. Dus daar moet ook goed te fietsen zijn. Gelukkig was Jeroen direct bereid om mee te gaan, al was het lastig om snel een datum te vinden. Het werd Eerste Pinksterdag. Al snel sloot Doesbrand zich aan en daarbij bleef het ook. Een mooi overzichtelijk groepje dus.

We verzamelden op de carpoolplaats van Bussum. Weinig pittoresk doch efficiënt. We laadden de C8 vol en gelukkig wilde Doesbrand wel rijden. Hoewel zij elkaar al lang niet gezien hadden was er volop gespreksstof. Met beiden heb ik heel veel samengefietst en  duizenden kilometers in de auto gezeten. Maar in 1988 beleefden we gedrieën een mooie ervaring toen we na 'De Fietsvakantie'in vijf dagen vanaf Alpe d'Huez naar huis fietsten. Dat was toen, 24 jaar later fietsen we nog steeds en lag het Sauerland aan onze voeten na een krappe drie uur rijden. Iets verder dan de Ardennen en ik was benieuwd of dit de moeite waard zou zijn.

We vertrokken uit Ramsbeck, een plaatsje dicht bij de snelweg waar een GPS route vandaan vertrok. Die had ik in de Carman geladen, althans dat dacht ik. Niet dus, maar mijn monnikenwerk van de dag ervoor waarbij ik de route helemaal uitgewerkt had kwam goed van pas. Een nieuwe gebied waar ik de heuvels niet kende en voor mijn gevoel bijna op de tast onze weg moest vinden. In de Ardennen ken ik de wegen wel uit mijn hoofd inmiddels. Dat makte het ietwat spannend en leuk en dat begon al meteen bij de eerste kruising.

Na wat zoeken kwamen we dan op de route en wat opviel was de kuddes motoren die graag over de brede en doorgaans goed geasfalteerde wegen wilden toeren. Het gaat niet samen. Gelukkig reden we ook over rustiger weggetjes en na wat draaien en keren en wat serieuzer klimmetje mochten we dan voor het eerst pauzeren.


Koffie uit een Bravilor, apfelstrudel en Riesencola was ons deel. Voor de mannen waren de klassieke Mazda's (of was het een ander merk) voldoende gespreksstof. Ik vermaakte me wel. Na een half uurtje taaiden we weer af en na wat zoeken in het idyllische Winterberg vonden we de route weer, al raakte we even de beschrijving ervan kwijt (gelukkig weer teruggevonden). Een steil stuk dat opliep tot 18% hakte er behoorlijk in maar even verderop kregen we beloning in de vorm van een stuk van 3 km, 9%-10% omlaag. Richting de 80 km/h ondanks de tegenwind. Wel raakten we weer van de route, maar ook hier kwam dat vanzelf weer goed. Het Sauerland oogt iets anders dan de Ardennen, ligt ook iets hoger (800m) maar de hoogteverschillen zijn hetzelfde Wegen zijn beter en de Pinksterdrukte is hopelijk niet maatgevend voor het verkeer. Een aardig fietsgebied dat voldoende ontdekkingsmogelijkheden in zich heeft.

Wat minder was: mijn blokerende freewheel van de Ardennen was weer terug. En dat terwijl ik mijn fiets voor een behoorlijk bedrag had laten opknappen. Balen, ik dacht dat ik dat achter me had gelaten en het is ook nog gevaarlijk in de afdalingen. Zeer vermoeiend in elk geval om voortdurend te trappen als je snel naar beneden rijdt. Gelukkig bleven verdere ongelukken uit. Verder kwamen in zo'n stuk rond de 80-90 km wat op zo'n langere tocht altijd  even lastig is. De vermoeidheid treedt op, je hebt honger, en moet nog een flink stuk. Een soort niemandsland op de toch, te ver van de start en nog te lang naar de finish. En als dan in de beoogde pauzeplaats geen horeca (open) is valt het best tegen. Uiteindelijk belandden we in Brilon waar we een mooi gerecht bestelden; noedels met knoflook en garnalen (in die volgorde ook)


We liet het ons goed smaken en de 20 km naar de auto was eigenlijk een beetje uitfietsen. Een drukke weg ook, maar er zat niks anders op. Relatief fris bereikten we de C8 en drie uur later stonden we weer op de carpoolplaats. Een geslaagde dag waarop de verschillen gering waren en we een mooi fietsteam vormden. Nu goed door blijven trainen en de Pyreneeënvorm is aanstaande.

De statistieken van de route zijn hier te vinden

14 mei 2012

Anyway the wind blows




Het is merkwaardig.We rijden duizenden kilometers om te gaan fietsen waar het superzwaar en langzaam gaat. De bergen dus. En dat terwijl we om de hoek ook iets hebben waardoor je heel hard moet werken om een fatsoenlijke snelheid te halen. Wat is het toch dat ik wind haat en naar de bergen snak. Het dalen, de snelheid en de 'macht'? Met flinke wind in de rug kun je ook 40-50 km/h  halen. Het uitzicht? Ja, in de bergen is het uitzicht vaak fenomenaal, maar wat dacht je van een meanderende rivier of een gladgestreken IJsselmeer? Is het de gewenning? Zouden de berggeiten ook duizenden kilometers rijden om hier te genieten van een beukende wind op de kop die je doet schuilen in waaiers en snakken naar een wijziging van koers. En zouden zij letterlijk opzien tegen al die keren bergop fietsen?

Misschien is het wel het verraderlijke van de wind. Als je de wind op de heenweg tegen hebt zul je zien dat ie altijd draait. Of gaat liggen. Of tóch stiekem 'mee' bleek te zijn geweest en je gewoon slechte benen hebt. Wind is geen betrouwbare partner. En toch: vals plat heet niet voor niets vals. En wat dacht je van het 'bos' op de Ventoux. Dik 10% stijging terwijl je denkt dat je een een Veluws bospaadje voor je ziet. Kortom: de bergen zijn ook niet wat het lijken te zijn.

Er rest me niets dan te berusten in mijn lot. En de wind als vriend te omarmen. Die me weerstand geeft om sterker te worden. En te bedenken dat het pakweg de rechte stukken tussen de 48 haarspelden van de Stelvio zijn. En als ik daar dan later daadwerkelijk fiets zal ik verlangen naar een verkoelende bries waar ik niet voluit hoef te gaan om niet stil te vallen. 

15 april 2012

Fijn weerzien met de heuvels


Dit weekend heerlijk naar de Ardennen geweest en twee goede tochten gereden. Op vrijdag aangekomen en de middag ruim 2,5 uur gereden. Ging heel soepel; ik merk dat ik ruim 3 kg kwijt ben. Enige vervelende was dat mijn achterwiel blokkeerde met een krassend geluid als ik mijn benen stilhield. Daardoor heel voorzichtig gedaald. De klim naar de Haussire wilde ik iets anders rijden maar ik kon in La Roche de weg niet vinden. Op het kaartje is te zien dat ik er langs ben gereden. Zie: Rondje Dochamps - Haussire

De volgende dag een grotere ronde. Via de Ancienne Barrière naar de Wanne gereden waar Else ook naar toe was gekomen. Heerlijk weer, graad of acht, zonnetje, beetje wind tegen. De Ancienne Barrière reed ik in het beging rustig (HF 150) en op het laatst wat meer voluit. 15.11 was mijn tijd, record is 13.40 (2009) maar toen ging ik met meewind volle bak. Na de lange pauze bij de Wanne (waar ik tegelijk met Else aankwam, wat een timing) terug en meteen in een regen/hagelbui. Binnen een kilometer was ik al doorweekt. Ik besloot op de bezemwagen te wachten (wat een luxe) ook al omdat ik niet zeker was over mijn achterwiel. We bleken midden in een wielerkoers (LBL voor beloften) te zitten dus het duurde even voor we verder konden. Warm werd ik niet meer. Pas in het hotel kon ik droge kleren aandoen en na een half uurtje vervolgde ik de tocht met een rondje van 46 km extra. Met de 63 km van de ochtend toch nog een mooi aantal. Na Durbuy begon het weer te hozen maar dat was nu niet zo erg met inmiddels vier laagjes kleding aan. Koud, nat, het hoort bij de Ardennen in april. Over een paar weken/maanden maar weer eens terugkeren met beter weer en een langere tocht.  De details: Rondje Wanne - Rendeux - Durbuy

19 maart 2012

Beproefd concept


Het is een beproefd concept. Aan het begin van het seizoen een dagje Limburg. Bijpraten, lekker stukje fietsen, beetje eten, plannen maken en weten wat je nog moet doen daarvoor. Ooit begonnen in 2003 toen Jeroen en ik onze fietsen kochten en nu een (bijna) jaarlijkse traditie, waar zich elk jaar weer anderen bij voegden. Gisteren waren dat Nico, Erwin en Theo. Na wat geregeld door Jeroen was de logistiek weer uitgekiend: verzamelen op de carpoolplaats in Houten en daar van drie auto's twee gemaakt. Onderweg praatten Jeroen, Nico en ik weer helemaal bij en weet ik alles van het meten van de druk op viaducten. Precies wat je wilt: bijpraten met je vrienden die je zomaar een jaar niet kunt zien en waar je meteen weer de draad mee oppikt.

Sinds een paar jaar is de Rozenhof ons uitvalspunt. Halverwege de Camerigerberg, maar wat belangrijker is: de vlaai is er goed en we kunnen na afloop gewoon douchen op de camping. De eigenaar was meer om een praatje verlegen dan wij, maar dat deed niets af aan de gastvrijheid die goed in orde is. Het enige wat achterbleef was de temperatuur. Theo had gerekend op 20 graden en zon, maar het was zwaarbewolkt en een schamele acht graden. Gelukkig was het droog.

Dit keer was de route iets anders. Meestal gaan we direct naar het Drielandenpunt, maar dit keer reden we de andere kant op. Binnen vier kilometer had Erwin de eerste lekke band te pakken, maar binnen vijf minuten reden we weer. De Schweiberg was een mooie eerste klim, waarop de benen direct getest konden worden. De Eyserbosweg was de tweede echte klim en daarin maakte Erwin weer indruk door vol weg te te sprinten op het steilste stuk. Dat was overigens niet om indruk op mij te maken. Daarna een nieuw stuk voor mij via Ubachsberg, maar ik vond het nogal saai. Wel lekkere kilometers om goed door te rijden met af en toe een lichte helling.

De Keutenberg was de derde uitdaging. Ach die kom je altijd wel op en voor dat je het weet ben je de 22% voorbij. Op naar de Cauberg. Ik vind het een vervelende klim, maar dit jaar wordt wel het WK erop beslist. De verschillen waren klein; Nico had een grootse vorm en Theo gaat op karakter door. Zelf kon ik goed mee met Erwin en Jeroen, iets wat wel eens anders is geweest tijdens zo'n openingstocht. De kilometers vlogen voorbij. Via Margraten, Mheer, Noorbeek en Slenaken kwamen we in Teuven. En daar de ons zp vertrouwde klim naar het Monument, richting Sippenaeken. Daar ging ik zelf even 100% en het was maar goed dat ik geen meter had (accu niet geladen van de Carman).

Unaniem besloten we nog een lus van 20 km te maken via het Drielandenpunt (zie foto) en via de rustige klim van het Vijlenerbos terug te keren. Ware het niet dat Jeroen besloot nog even een klein stukje af te snijden waardoor we allemaal alsnog even vol door moesten en ikzelf met moeite de kramp kon vermijden. Gelukkig redden we het allemaal en kwamen we na ca 85 goede kilometers weer bij de Rozenhof. Douchen, wat eten, wat drinken en de voetbaluitslagen volgen. Wat dan nieuw is, is dat we allemáál naar onze smartphones grijpen en op die manier de buitenwereld binnen halen dan wel laten meegenieten van onze ervaringen.

Daarna naar huis; Nico en ik reden samen en waren beiden behoorlijk moe. Want dat is dan wel het enige smetje op het concept: wij vinden om acht uur op een carpoolplaats staan op een kille zondagmorgen best wel vroeg. We hebben/hadden het er graag voor over. Het seizoen is nu écht begonnen.

Voor de fans, de verslagen van  2009, 2008 en 2007

De route:





11 maart 2012

We zijn weer op weg


De afgelopen weken is mijn sportbeleving naadloos verschoven van lopen naar fietsen. Vandaag had ik de 10km op de CPC kunnen lopen, maar het lopen ging de laatste weken al niet meer zo goed. En het was natuurlijk prachtig fietsweer vanochtend. Dus een rondje van 70km met de Amerongse Berg als scherprechter. Het ging best goed. Mede door de tocht van vorige week (zie kaartje).

Na ruim een jaar fietste ik weer met mijn oude fietsmaten. Nico, Willem, Jeroen zijn de vaste waarden van de afgelopen 20 jaar. De laatste periode horen daar ook Peter en Erwin bij. En altijd komen er weer anderen mee, waar je direct een fietsklik mee hebt. Zeker als een andere Peter gelijk goedkeurend je Gios bekijkt en roemt als een 'mooi klassiek frame'. De tocht ging vanuit Driebergen en liep via Wijk bij Duurstede naar Vreeswijk. Het was best uitkijken met en in voorbijrazende pelotonnetjes, zeker als tegemoetkomende auto's gewoon 80 blijven rijden op de smalle weggetjes.

In Vreeswijk de traditionele pauze met koffie en appeltaart en daarna een lus langs Jaarsveld en IJsselstein. Bij Utrecht aangekomen haakte ik af en reed de rest door naar Driebergen; ik was daar op de fiets al heengegaan en maakte het rondje dus anders af. Veel mensen half gesproken, maar het was leuk ze weer te zien. Het zal niet de laatste keer zijn dit seizoen, dat weet ik wel.