06 augustus 2014

Strava rules

Van veel zaken word ik blij, soms word ik erg blij en een enkele keer word ik heel erg blij. Strava, een applicatie voor het bijhouden van sportactiviteiten valt onder de laatste categorie. Sinds twee jaar ben ik onderdeel van de 'community' en elke keer word ik verrast met features/functies die ik wel had bedacht/gewenst maar niet direct als mogelijk had beschouwd. Het is ook één van de weinige zaken waar ik een premium-lidmaatschap voor over heb. Ik ben ook een apostel geweest; veel van mijn vrienden zitten er nu ook op. En dat maakt het natuurlijk veel leuker.

Het nieuwste snufje is het reconstrueren van je ritjes en loopjes. Vaak denk je: 'zou die tegenligger nu ook op Strava zitten' of ben je benieuwd hoe hard diegene die je heeft ingehaald eigenlijk de Amerongse Berg opknalt. En gisteren reed ik mijn eigen ritje, maar was ik benieuwd of ik de jongens van TCON zou tegengekomen.

Het kan nu. Strava rekent uit welke andere Strava-leden je op je rit bent tegengekomen en toont grafisch aan hoe hun rit verliep. Als reconstructie, omdat Strava (nog) niet met realtime-feed werkt. Maar dit is al fantastisch. Activity Playback heet het.





Ik moet het nog een beetje ontdekken, maar het geeft dus aan wie er ongeveer hetzelfde rondje heeft gereden en de  'flyby locations' geven je tegenliggers weer. Okay, weinig privacy, maar daar kies je indirect voor als je hiervoor aanmeldt.

En voor terreinen waar in groepen verschillen ontstaan (heuvels, bergen) kun je mooi zien wie waar was ten opzichte van elkaar. Zo is een reconstructie van de Bonette mogelijk. Een dag/berg die voor Koos nog mooie herinneringen oproept. Zo wordt er niet alleen meer uren nagepraat over beklimmingen, maar wordt een en ander nog eens wetenschappelijk onderbouwd.



Nog meer nieuwe toepassingen van Strava vind je bij het Strava Lab. Never a dull moment!

29 juli 2014

Stockholm Marathon I


De lucht boven ons begint akelig donkergrijs te worden. We leken van de regen verlost, maar met nog tien minuten voor de start krijgt het wachtende legioen lopers nog een stortbui over zich heen. Ook in de regen is Stockholm mooi, maar de stad is bij zon op zijn mooist. De komende vier uur zal dat gelukkig het geval zijn. De speaker houdt de stemming erin en ik ben niet nerveus. Het is mijn eerste marathon en ik weet niet wat me te wachten staat. De afgelopen weken heb ik minder getraind dan ik me had voorgenomen en ik ben mentaal verre van uitgerust. Kleine blessures liggen op de loer, zoals een geïrriteerde achillespees en als ik de waarschuwingen ter harte neem, moet ik dus niet starten. Toch sta ik hier, tien maanden geleden schreef ik me in en leek het niet haalbaar. Nu heb ik er alle vertrouwen in. Dus kom maar met dat startschot.
Het is juli 2013. Ik val in een sportief zwart gat nadat we in Nice op het vliegtuig zijn gestart. Ik heb bijna 7000 km gefietst dat voorjaar en  zoek een nieuwe prikkel. Het 'ja' zeggen tegen Else heeft veel energie gegeven. En vertrouwen. We hebben een prima vakantie in Zweden en worden instant verliefd op Stockholm.  Op Twitter vraagt Martin van Noort aan me hoe mijn vakantie was en wat ik van Stockholm vond. 'Een mooie stad voor mijn eerste marathon' reageer ik spontaan. Martin is een loper en ik heb hem ontmoet op de Afsluitdijkrun. Een idee is geboren. Twee dagen later schrijf ik me in, een kostbare grap maar ook wel een die me enthousiast maakt. En weer richting aan mijn sportieve activiteiten geeft. 

Het duurt een kleine twee minuten voor ik over de start mag. Er zijn bijna 19.000! lopers aan de start, maar gelukkig zit ik relatief vooraan. De ambitie van een snelle tijd heb ik losgelaten. De trainingen hebben uitgewezen dat ik nog zo rustig kan lopen; na 30 km ga ik tóch wel stuk. En de krachttraining is niet zo intensief geweest dat ik daar sterker van ben geworden. Maar onder de vier uur lopen is reëel en dat spreek ik ook uit. De eerste kilometers voelen wat stijfjes, ik heb ook eigenlijk niet goed ingelopen. Op de eerste hoek staat Else en ik groet haar. Ze zal me de hele dag verder volgen en steunen.  We zijn op weg.

Ik besluit de periode tot 31 mei 2014 in drie fasen op te knippen. De eerste fase gaat het om snelheid te krijgen en regelmatig te lopen. Half oktober is de Maliebaanloop en ik wil die 10 km onder de 42 minuten kunnen lopen. Daarna ga ik voor de langere afstanden, 10 EM en halve marathon. Vanaf februari ga ik dan een marathonschema lopen. Misschien al eerder een proefmarathon 'voor het gevoel'. Een tijd van 3 30 moet haalbaar zijn als ik alle tabellen en prognoses met mijn PR's invul. Het  voelt goed, zeker omdat ik voor mijzelf na elke fase een moment inbouw waarop ik beslis of ik wel door wil gaan. Ambitie is mooi maar het mag geen keurslijf worden.

De eerste kilometers gaan over een brede boulevard. We lopen rijen dik en op twee weghelften. Het is massaal, maar ik zit al direct in mijn tempo en heb niet de stress die ik bij veel andere loopjes wel heb. Het is ook vier uur te gaan, dus het komt niet zo nauw. Langs de kant staat het twee, drie rijen dik en Stockholm is uitgelopen voor dit evenement. Bij kilometer vijf komen we in het centrum en daar staat Else weer. Ze heeft een bord gemaakt met 'Heja Sjaak' en dat maakt haar makkelijker vindbaar.

 Ik ben de 'pacegroep' 4.00 inmiddels voorbij en loop langzaam. Maar zeker naar de 3.45 groep. Als we langs het water lopen is het publiek nog uitzinniger. We lopen onder een viaduct en daar klappen de mensen ritmisch. De lopers klappen mee, dat geeft een boost. Wow, zo ga ik het wel redden.



Het lopen gaat prima, ik heb een goed schema en schaf mezelf een nieuwe Forerunner aan. De oude is snel kapot en kan ook niet meer door mijn neefje Dorus gebruikt worden. De enorme fietsconditie van juni is wel weg en na een vakantie in Zweden zegt niemand meer tegen me dat ik er zo afgetraind uitzie. Het is thuis wat onrustig en dat vergt aandacht. De voorbereidingen voor het trouwen zijn in volle gang en ik begin steeds meer te werken. Terugkomen van een burnout is niet makkelijk en het lopen helpt daarbij. Ik kan me ontladen en het geeft energie en vertrouwen.

We naderen de Vasterbron, de Westerbrug. Een dertig meter hoog obstakel, met een fenomenaal uitzicht over het centrum van Stockholm. Ik kijk goed, want over pakweg 28 kilometer loop ik hier weer en zal ik daar minder aan toekomen vrees ik. Zelfs langs de brug staan mensen, niet veel maar toch. Er staan twee meiden met een spuitbus en wat rappers zorgen voor extra sfeer. En nog steeds loop ik redelijk makkelijk. Het is geen topdag, maar de kilometers gaan in 5.10 - 5.20 en dat is sneller dan bedacht. de hartslag is echter laag. Het is geen topdag dat voel ik wel, maar ik ga een heel eind komen.  Na de brug hebben we lichte wind in de rug en loop ik zelfs naar de 3.45 pacegroep toe. Dat gaat de goede kant op. 


Oktober 2013. Ik sta klaar voor de Maliebaanloop. Het is een prima herfstdag, zonnetje, typische geur van vallende bladeren. Het is aanzienlijk rustiger dan bij de Singelloop, waar ik vorig jaar een PR op de 10 km liep. Else staat langs de kant en ook mijn zoon Abe komt nog kijken al zie ik hem niet onderweg. Deze loop bestaat uit twee rondes, over -hoe kan het anders- de Maliebaan en door het Wilhelminapark. De sjieke delen van onze stad, op loopafstand van waar ik woon. De eerste km's gaan fantastisch, ik loop rond de 4.00/km. Ik wil onder de 42.00 lopen dus dat is een mooie pace. Na de eerste ronde wordt het zwaar. Niet in de benen maar vooral in de hartslag. Die zit dik boven de 170 en dat is goed voor de Suffer Score op Strava. Ik zak terug naar een kilometer van 4.22 maar herstel weer. Volle bak naar de finish en net boven de 42.00 gefinisht. Tevreden, ik heb alles gegeven en dit is een prima basissnelheid. Fase 1 is afgesloten

Wordt vervolgd in deel II

Stockholm Marathon II

 Lees eerst deel I


We lopen weer naar het centrum. Wat een volk is er op de been. Juichende mensen, kinderen die handjes willen klappen. Ik krijg nóg meer moraal als ik Else op een hoek zie staan. Ik roep dat ik op 3.45 loop en dat het goed gaat. En alsof de Duvel ermee speelt, binnen twee kilometer begint mijn lichaam aan geven dat het niet vanzelf gaat. De tweede lus gaat door het stadspark ten oosten van het centrum. Op het halve marathonpunt neem ik mijn eerste gelletje en een plaspauze. Het tempo zakt daarna vanzelf. Hartslag komt rond de 160 en dat voelt nog prima. En het glooit ! Gaat het vanzelf dan voel je niks, maar nu telt elke hoogtemeter. Later blijk ik er 400 te hebben overwonnen. Geen vlak parcours. Dit gaat nog pittig worden en dat meld ik ook als ik Else op 28 km weer langs de kant zie staan. Ze maakt een filmpje en de uitspraak 'het wordt nu pittig maar ik ga het wel halen hoor' is nu al klassiek.


Het najaar staat in het teken van trouwen. Lopen wordt wat minder al maak ik op onze huwelijksreis naar La Palma nog twee keer een loopje. Als ik me aan wat langere afstanden waag eindig ik behoorlijk kapot. Hoe moet ik in vredesnaam in Stockholm twee keer zo lang en ook nog sneller dan nu gaan lopen. 'Stockholm is nog ver' geef ik aan op Strava. Eerst maar eens de 10 EM in Woudenberg. Die gaat voortreffelijk. Ik loop in een fijn groepje en kan op het laatst het tempo vasthouden. Een PR en het gevoel dat de vorm stijgende is. En een positieve keuze om naar de volgende fase te gaan.
 

Eenmaal de 30 km voorbij begint de echte marathon. Dat hoor je zo vaak en ik ervaar het nu. Natuurlijk: ik heb al een paar keer meer dan 30 km gelopen maar het klopt echt. Ik weet dat na km 33 de Vasterbron opnieuw wacht en benut de bevoorradingspost daarvoor om te tanken. Mijn flesjes in de belt zijn nu leeg en ik moet het van de posten hebben. Stiekem heb ik gerekend en weet dat als ik nu op 6.00/km net onder de 4.00 zal finishen. Moet haalbaar zijn, niet foceren en rustig doorlopen. De brug kom ik redelijk over en ik overweeg even mijn vermoeide benen te laten bespuiten, door die twee vrouwen die daar met die spuitbuis met 'iets kouds' erin . Zal wel ergens goed voor zijn, maar ik neem het risico niet. Eenmaal beneden begin ik het echt te voelen. Het zal nog vechten worden om de 6.00 vast te houden. 

Na 'Woudenberg' is het even zoeken. Ik voel een hamstringblessure opkomen en ga preventief naar de fysio. Die kraakt wat en ik ga weer aan de oefeningen, nu ook krachttraining. Robbert stelt me de indringende vraag of ik met alles wat er verder prive speelt het wel verstandig is voor de marathon te gaan. 'Je loopt 'm op karakter wel uit, maar ten koste van wat; vraag je ook af of je wel de energie hebt om goed getraind aan de start te staan'. Waardevolle vragen. Ik denk er een paar weken over na en beslis dan om een tijd volledig te laten schieten. Gewoon, goed uitlopen en het volbrengen is voldoende. En 4 uur is ook goed. Dat geeft rust en ik boek een vliegreis, het staat nu vast.


Op het 35 km punt voel ik me verkrampen. Een beetje rekken kan geen kwaad denk ik. Argeloos wil ik mijn rechtervoet naar mijn billen brengen en oeps: daar schiet het erin. Geen paniek, maar wel de vraag hoe het verder moet. Dan maar anders strekken en dat helpt. Nu schiet het er links erin. Kortom: terwijl ik conditioneel wel die laatste zeven kilometer eruit zou persen loop ik nu vast op mijn spieren. Maar goed, blijven staan is ook geen optie. Rustig lopen en kijken hoe ver ik kom. Dat helpt. Inmiddels is de 4.00 pace groep me wel voorbij. Aanhaken is geen optie, ik probeer het wel maar ik weet dat ik nog een paar keer rust moet nemen. Toch die spuitbus moeten vragen?



Het loslaten van een tijd helpt. Ik loop ontspannener en schrijf me in voor Diever op 29 maart. Even speel ik met de gedachte om daar mijn eerste marathon te lopen, maar ik beslis uiteindelijk voor de 28 km loop daar. Het is een succes. Ik loop daarheen mooie tijd van 2.19 en het parcours is geweldig mooi. Wel is het na 20 km zwaar en moet ik de laatste drie kilometer echt vechten om het tempo vast te houden. Het is een prachtige lentedag en de kleinschaligheid bevalt me. Het geeft vertrouwen voor over twee maanden later en tegelijk weet ik dat 14 km langer nog echt een heel eind is.

Ik kom weer langs T-Centralen. Km 37-38. Het laatste stuk gaat het heuvelop. Ik drink nu volop bij alle posten. Het is pittig, terwijl ik langzaam mezelf weer op gang trek roept iemand vanaf de kant: 'Heya Stefan'! Ik steek dankbaar mijn hand op, heeft het drukken van naam op het startnummer toch effect gehad. Even verderop speelt een bandje 'Long train running' van de Doobie Brothers. Zo, dat geeft moraal. Ik pak mijn tempo weer, zou ik er dan doorheen zijn gekomen. Een paar minuten later weet ik het antwoord, de helling was iets te lang en de benen willen toch niet meer. De druivensuikers die aan de kant worden uitgereikt zijn welkom. Met een paar honderd meter lopen, kom ik weer op gang. Het is zwaar maar het einde nadert.

Na 'Diever' neem ik me voor om echt vol voor de marathon te gaan. Elke dag oefeningen, core en kracht, het schema trouw volgen, goed op mijn voeding letten. Het lukt maar gedeeltelijk. Op werk en privé gebeurt er van alles dat mijn aandacht en energie vergt. Ik slaap slecht en ben snel moe tijdenshet lopen. Ik probeer in elk geval de lange lopen te doen op zondagen. Dat lukt. 28, 32 en 35 km zijn de langste lopen. En ik wandel met André zelfs 50 km. Fijn voor de afstand, maar het levert me lelijke blaren op. De laatste weken loop ik nauwelijks. Ik houd me maar voor dat ik goed mijn rust pak daarmee. 


Het 40 km punt. Nog maar ruim twee kilometer. Mijn Garmin zegt dat ik er al bijna 41 heb gelopen. Dat maakt nu erg uit. Ik wandel nog een paar honderd meter en dan moet het maar klaar zijn. Rustig draaf ik door het fraaie Stockholm, ga een hoek om en daar ligt het: Olympisch Stadion! Wederom een boost. Ik versnel, met mij vele anderen. Wat moet dit een geweldig gevoel zijn voor de toplopers als ze hier alleen het stadion inkomen. Of Niki Terpstra in Parijs Roubaix. Zelf loop ik met tientallen om min heen. Ik zwaai wild en sla daarmee een collega loper. Ik zeg sorry. Geniet van de volle tribunes. En ik ontwaar Else, die ik hard roep en ja hoor: zij ziet mij ook. Juichend kom ik over de finish. Ik heb het gehaald.


Natuurlijk ben ik ook teleurgesteld dat ik ben ingestort ophet einde. Een tijd tussen 3.45 en 4.00 zat er lang in. Tegelijk merk ik dat velen hebben meegeleefd. Met de live resultaten op internet, via Facebook en Twitter. De kinderen en Else via .whatsApp. En de bewondering is groot. Zelf denk ik dat mijn Dolomieten Marathon in 2007, op de fiets, een betere prestatie was, maar dit is erg aansprekend.  En ik heb niks laten liggen en ben tot het uiterste gegaan. Dit zat er in, niet mee. In die zin ben ik ook tevreden, gewoon dat uit mijzelf gehaald wat ik had. 


In de metro val ik bijna flauw. Weinig zuurstof, suikertekort, bloed uit mijn hoofd naar de spieren. Wat eten, wat drinken en het gaat al weer. Ik strompel de trappen op, samen met tientallen andere lopers. Wat voor iedereen was het zwaar. In het hotel neem ik eenlingen, hete douche en ik ga heerlijk op bed liggen. Else haalt doner broodjes met friet, dat smaakt heerlijk. Verder komt er niet zo veel meer uit deze avond.

Was deze eerste mijn laatste? Ik denk het niet. Niet dat ik nu al een schema pak voor een volgende marathon. Daarvoor is het te zwaar. Maar ik voel dat ik nog wel sneller en vooral makkelijker kan lopen. Als er minder stress is en ik uitgeruster ben, als ik wel meer mijn oefeningen doe en goed eet. Sommigen geven aan dat ik te hard gestart ben, maar ook met een langzamer start was ik er doorheen komen te zitten. Dat zie je ook aan de hartslag die het laatste deel lager was. Ik had nog wel een uur op hartslag 165-170 kunnen lopen. Dat maakt me ook geschikter voor een halve marathon of de 10 EM.

Met grote dank aan mijn vrouw Else, die naast de foto's en filmpjes, ook grote morele ondersteuning leverde. Zonder haar was het een stuk lastiger geworden 

28 juli 2013

De eerste ooit of ooit de eerste

Koud terug uit de Alpen gingen we op vakantie. Naar Zweden. Een week bij een meer in een huisje en daarna nog twee dagen naar Stockholm. Dat moest een mooie stad zijn. Een week geleden kwamen we aan en meteen was iedereen verkocht. Een prachtige stad, fijne sfeer, mooie gebouwen en genoeg te doen. Een stad om voor te vallen. Beter dan Kopenhagen waar we de laatste stop maakten

Gisteren vroeg iemand me via Twitter wat ik van Stockholm vomd. Ik antwoorde [hij is een hardloper die ik bij de Afsluitdijkrun heb ontmoet] dat het een mooie stad was om een eerste marathon ooit te lopen. Nu had ik totaal geen plannen voor de marathon, maar mocht het ooit zover komen dan is dit wel een fraaie stad ervoor.Vervolgens mengde ook mijn maatje Bart zich in de strijd en ontstond er een geanimeerde conversatie. Was het nu 'ooit de eerste' of de 'eerste ooit'.

Vandaag liep ik hard; een rondje van acht km om weer in het ritme te komen. Tijdens dat lopen kwam een idee los. Waarom niet de marathon gaan lopen? Na al die km's fietsen van dit jaar [nu al 6000, eind van het seizoen meer dan 7000) is het tijd voor wat anders. Wat als ik eens een jaar focus op het lopen? En die uitdaging aanga?

Nu heb ik doorgaans last van remparachuutjes. Het is de bedoeling dat ik niet in beperkingen denk maar in mogelijkheden heb ik me zelf voorgenomen. Toch is het wel goed om stil te staan bij de zaken die me tegenhielden. Dat waren er een paar:

Een marathon is te lang
Ruim 40 km is inderdaad lang. Drie en een half uur lopen, misschien wel vier uur ook. En tegelijk heb ik gemerkt bij de Afsluitdijkrun [30 km vol wind tegen] dat training alles is. De eerste 22 km liep ik desondanks fluitend en was mijn halve marathontijd ongeveer 1.45. Dat had ik een jaar geleden nooit durven dromen. Twee weken ervoor ging ik nog compleet stuk op een tocht van 24 km, door twee langere tochten was die grens aardig verlegd. Dus met de juiste voorbereiding kom je een heel eind.

Je moet gruwelijk veel trainen
Klopt. Als je goed wilt lopen en niet volledig voor gaas wilt gaan. Je kunt er ook vijf uur over doen en vooral wandelen. Het is maar wat je wilt. Zelf wil ik goed kunnen lopem en streef ik naar een tijd net onder de 3.30 Dat is ambitieus én haalbaar. En ik heb dit jaar 250 uur vrijgemaakt om te fietsen. Nertto fietstijd dus, zonder al het gedoe. Bij lopen ben je minder tijd kwijt en stap je ook zo de weg op. Zelfs in de winter, waar je met lampjes om/aan ook in het donker kan lopen. Tijd is niet het probleem; als je maar focust en het prioriteit geeft.


Het is te blessuregevoelig
Dat gaan we zien. Als ik mijn fraaie gewicht van 83 kg weet te behouden, scheelt dat al weer met vroeger toen er zeven tot acht kilo meer verplaatst moest worden. En met de juiste ondersteunende oefeningen [balans, core-stabilty, goede rek- en strekoefeningen voor- en achteraf] goed je rust pakken en verstandig eten kom je ook een heel eind. Ik heb geleerd te luisteren naar mijn lichaam en maak daarom ook zelf mijn schema's. Uiteraard geïnspireerd op de echte schema's, maar altijd doorvertaald naar wat ik zelf aanvoel en wil. En als ik voel dat het toch te veel is leg ik me daarbij neer.

Kortom: geen belemmeringen, maar zaken waar ik wel aandacht aan geef en onderweg goed in de gaten houden. En verder zijn er nu tien maanden om me voor te bereiden. De VdH, die tegen die tijd mijn echtgenote is, heeft al gezegd dat ze mee wil. Dat wordt dus een mooie stedentrip, want het begon allemaal met dat Stockholm zo'n mooie stad is.






08 juli 2013

Alpentour: Epiloog en verder


 Het is al weer ruim twee weken geleden dat we in het vliegtuig stapten. Een min of meer willekeurige groep van elf mannen die wilden fietsen in de bergen. De ervarig leert dat zoiedts vaak goed gaat. Ook nu weer was het een soepel geheel en leverde iedere op zijn manier een bijdrage aan het geheel. Inmiddels is iedereen weer aan het werk en staat de gezinsvakanties al weer voor de deur.

In vijf blogjes heb ik mijn beleving hiervan geschreven. Het is niet hét verhaal, maar een verslag van een mooie gebeurtenis gemaakt, vanuit mijn perspectief. En ik heb dankbaar gebruik gemaakt van het beeldmateriaal van Ron, Marco, Erwin en JP.

Zo'n tocht smaakt naar meer. Al langer is er een plan voor een coast to coast in de Pyreneeën. Deze reis heeft duidelijk gemaakt dat al veel van het concept klopt. De kaders moeten scherp zijn en dan gaat er veel vanzelf tijdens zo'n reis. Sommige zaken kunnen wat strakker, zoals de inrichting van de bus die met kratten voor eten en bagage een stuk overzichtelijker was geweest. En als je met een grotere groep gaat kun je een A- en een B-groep maken. Nu waren de verschillen op de cols nog wel te doen, maar met meer niveauverschil is dat een optie. En bij de samenstelling van de groep kun je kijken of er geen mensen uit de boot valen die eigenlijk gewoon erbij hadden moeten zijn.


Nu was het maximum aantal van twaalf een harde eis. Als je het iets anders organiseert kun je met meer mensen gaan. Logistiek is het dan wat lastiger. Hotels, eten, terrassen etc vergen met 20 man iets meer organisatie. Maar dat zijn details. Beginnen in de buurt van Bordeaux of Bayonne en dan in zes etappes naar de oostkust en eindigen in Carcassonne of Perpignan. Over cols als de Burdincurutcheta, Port de Larrau, Marie Blanque, Aubisque, Tourmalet, Aspin, Peyressourde, Agnes, Pailheres, Canigou. Een stuk door Spanje, grotendeels door Frankrijk. Beginnen aan de kust en eindigen aan de kust. Het heen en weer vliegen is zeer goed bevallen als er zo'n bus rijdt. 

Je kunt ook bedenken dat vanuit huis vertrekken ruim duizend km training extra oplevert. Je komt dan in topconditie bij de Pyreneeën aan. Kost iets meer (vakantie)dagen maar dan heb je ook wat. En als je dit over twee jaar gaat doen, dan kun je nog een beetje sparen. Zelf ga ik met dit idee aan de slag. Van dit soort zaken krijg ik energie. Voor wie dat ook krijgt: meld je, droom mee en maak deze  mogelijk. 

30 juni 2013

Alpentour 2013 Dag V: Jump


 
De laatste dag alweer. Wat was er al veel moois gebeurd deze dagen en wat genoten we van deze reis. Het was ook een beetje abstract om in de ochtend op een terras te ontbijten temidden van de bergen en 's avonds weer thuis te zijn.

De laatste busshift werd door JP en Theo gedaan. De ibuprofen had zijn werk wel gedaan maar fietsen zat er niet meer in. Theo was deze week nog onvoldoende hersteld en ook vandaag was het weer een genoegen hem als chauffeur te mogen begroeten. De bus was snel gepakt, mooi om te zien hoe snel zoiets als routine wordt. Vandaag de Bonette op het programma met daarna een zieke afdaling naar Nice. 

Het stuk naar de voet van de Bonette werd in een rustig tempo afgelegd en er was tijd voor een groepsfoto. 

Koos trok meteen vanaf de start er goed aan. Binnen de kortste keren had iedereen zijn vertrouwde positie in de slagorde ingenomen. Koos reed een meet of tweehonderd voor me en ik kwam niks dichterbij. Ik had ook niet veel energie meer na vijf doorwaakte nachten, maar de onwaarschijnlijk mooie klim maakte veel goed. Halverwege passeerde de bus en en maakte JP een flink aantal foto's van ons. Even later kwam Erwin vrolijk keuvelend naast me rijden en zei: 'ik ga Koos maar eens ophalen'. Ik wenste hem succes, want Koos reed ongelofelijk sterk en de vraag was wat er in die bidons zat.


Nadat Erwin van me was weggereden brak ik. Niet zozeer van dat wegrijden als wel van de overweldigende natuur en de emotionele achtbaan van de afgelopen dagen. De tank was gewoon leeg en het tempo lag daardoor ook lager. Na een paar minuten langs de kant herpakte ik mijzelf en reed ik intens tevreden naar de top van de Restefond. De poldermannen zaten al vertrouwd dicht achter me. Het laatste stuk was vrijwel vlak en kon je goed doorhakken. Ik wilde echter wat overhouden voor de laatste loeisteile kilometer.

Die hoefden we niet te fietsen. De lus om de Bonette, vanaf de Col de Restefond was nog niet sneeuwvrij. Een kant kon je omhoog, op de andere waren ze nog bezig en met sneeuw was er een kunstmatige versperring voor auto's gemaakt. Met de fiets kon je er wel langs en dat deden we even later alsnog. Marco en Ron hadden nog puf om af te sprinten en Erwin was dicht bij Koos gekomen maar die had zich niet laten verschalken. Het was al een aantal keren gebleken: Koos had een topvorm en vond hier op 2800 letterlijk zijn hoogtepunt. Klasse gereden hoor.


Even later druppelden één voor één de anderen binnen. Jeroen, Bob, Willem en Nico. Iedereen had deze klim relatief makkelijk kunnen rijden en niemand uitgezonderd was overdonderd door de schoonheid van dit dak op de wereld. Wat een finale van een mooie tocht. En wat een toetje nog in het vooruitzicht.
We reden naar de top voor wat mooie plaatjes. JP toonde zich een ware held door in burger naar boven te klauteren. Een fraai gezicht:


Nice stond er dus op een bordje. Vrijwel geheel dalen, 90 km lang met de laatste 20 km vals plat/ vlak. Op naar de Middelandse Zee. Bob besloot dat het goed was zo en kroop in de bus. Hij zorgde later voor heerlijke broodjes en navigeerde naar het eindpunt. Wij daalden het eerste stuk door een vrieskist. Wat was het koud langs de sneeuwmuren en toen de zon even wegviel was het echt wel frisjes. In deze afdaling een malloot van een chauffeur die niet alleen ons er niet langsliep, maar zelfs Ron de berm in wilde drukken. Zelf reed ik er iets achter en zag het gebeuren. Even later had ik mijn eigen oorlogen met deze makker en bedacht me dat iemand op de col had gezegd: 'doe rustig, je moet nog trouwen' 

Verhip, dat was waar. Berichtjes met het dolgelukkige thuisfronten vulden de dag verder aan. Er was veel van mij afgevallen, letterlijk. Ik daalde daarom met iets meer marge dan gisteren. In St. Etienne de Tinee, zo'n 1700 meter lager, pauzeerden we en bepaalden we ons einddoel. Nico stelde voor om het strand bij Cagnes suf Met te nemen, dat lag ook vlak bij het vliegveld. Het zou een voortreffelijk voorstel blijken.



De eerste kilometers daarna gingen omhoog. Oeps, dat was wennen. Het waren ook de laatste kilometers die niet op het buitenblad werden genomen. Daarna was het een ziedende afdaling naar Cagnes. Weliswaar met stevig bijtrappen, maar wel met een kleine 40 in het uur gemiddeld. Naarmate we de kust naderen werd de weg drukker en de wind nadrukkelijer. Die stond niet ongunstig, maar op sommige stukken was het werken. Marco onderscheidde zich hier door kilometers lang aan kop te sleuren. Toen we een hele drukke weg vreesden bleek er een heus fietspad te liggen dat ons naar de kust voerde. Alsof je in de Gelderse Vallei fietste.
 
Eenmaal in Cagnes was de bus snel gevonden en was de beste douche de zee zelf. Met wielerkoersen en al de zee in. Gewoon doen en springen. Ik aarzelde: al onze spullen lagen open en bloot en dat was toch weer een remparachute. Even later gebood Nico mij bijna rzee te springen, maar dat was niet nodig. Ik lag er al in en het was heerlijk. Wat een fantastisch einde van een gedenkwaardige rit.


Inmiddels was het thuisfront al aardig op de hoogte. De TCON groep op Whats App maakte overuren en de overgebleven leden leefden aardig mee me ons. Zelf maakte in mijn dochter, een strand, zee en zon liefhebber jaloers met plaatjes van blauwe luchten en palmen. We droogden wat op en toen sloeg de stemming om, zoals Willem achteraf treffend constateerd. Het vertrek was aanstaande, de bus moest worden ingeladen, vliegtuigen gehaald, gekeken hoe we op de luchthaven moesten komen en ondertussen wilden we ook nog een biertje drinken en wat eten.

Zelf was ik kapot en kon ik geen bijdrage leveren aan het inpakken van de bus. Ik denk niet dat iemand het me kwalijk heeft genomen en met het verzorgen van de route kwam er zoveel waardering van de reisgenoten dat er wel wat krediet was. Half slapend at ik mijn burgertje en nam ik als enige water bij het eten in een Hollandse burgertent, waar een biertje heerlijk had gesmaakt natuurlijk. Rotterdammers en Amsterdammers, hoe bizar wil je het hebben?

Willem vloog naar Rotterdam en vertrok eerder. Ik reisde alvast met hem mee en er bleek vier keer per uur een bus te gaan. Binnen 20 minuten waren we er en kon Willem inchecken. Even later volgde de rest en was het vertrek echt nabij. Erwin haalde nog maar een rondje en de flinke glazen waren maar liefst zeven euro het stuk. Het smaakte goed Erwin.

De terugreis ging vlot en mijn hartslag bereikte waarden die op de Bonette niet gehaald werden. Op Schiphol stond Elsje mij op te wachten en het was fijn om elkaar te zien. Een prachtig einde van een geweldige reis.

Tot slot wil ik Remco nogmaals bedanken voor het idee/concept en alle voorbereidingen. Het was erg jammer dat je knie het niet toeliet om mee te gaan. We hebben je, net als alle andere TCON-ers en familie/vrienden mee laten genieten via de WA-pjes, Facebook, Twitter en wat al niet meer.

Het was een geweldige groep. Geen strakke hiërarchie, ontspannen en iedereen pakte zijn/haar rol. Er was ruimte voor afwijking van het programma. De kaders waren helder, de hotels geboekt, de route uitgezet, de vluchten en bus georganiseerd. Verder maakten we het zelf en zijn daar uitstekend in geslaagd. Bob, Erwin, Jeroen, JP, Koos, Marco, Nico, Ron, Theo en Willem: dank voor jullie gezelschap. 

De route in Strava en Garmin Connect


Alpentour 2013: dag IV: just say yes!


 

Een rustdag vandaag. Althans: een dag dat we in Barcelonnette zouden blijven. De plannen waren gisteren al gemaakt en de groep was in tweeën gesplitst.Marco, Ron en ik zouden het rondje rijden. De acht anderen gingen de Cayolle alleen op.Voor mijzelf was er geen spoor van twijfel dat ik dit wilde rijden. Zoals Ron treffend verwoordde: 'morgen zit je op kantoor en wil je zo'n ronde rijden'. En ook hier was weer voor iedereen ruimte om het op zijn manier te doen. De drie 'laatsten der Mohanikanen' om nogmaals met Ron te spreken. Het voelde ook als de Drie Musketiers.


Door de gesprekken met het thuisfront was er van slapen niet veel gekomen. De vermoeidheid begon nu echt toe slaan al zorgde het perfecte weer en de omgeving voor genoeg energie. Ron had de avond tevoren geregeld dat wij drieën om acht uur konden ontbijten. Eerder was niet mogelijk. Toen we aanschoven was er al een groepje Italianen aan het eten. Meer kon men kennelijk niet aan; alles werd per stuk gebracht. Ach: als je dan buiten in 23 graden en blauwe luchten stapt is dat ook niet boeiend. En evengoed zaten we om 9.00 uur al op de fiets; uitgezwaaid door een deel van de groep. Heel relaxed begonnen  we aan de Cayolle.

Een weg die heel mild oploopt en door een indrukwekken mooi parcours voert. Elke keer als ik hier rijd beschouw ik dit toch wel als één van de mooiste cols. Geen wintersportoorden, verstilde dorpjes, een nauw weggetje en vooral overweldigende natuur. Je rijdt 20 km op het gemak en gaat dan wat zwaarder naar de top. In dit stuk reden we wat van elkaar weg, maar het was bijzonder plezierig om met de fietsmaten Marco en Ron mee te kunnen fietsen.

Op de Cayolle een plasje en een jasje en besloten om ergens in de afdaling koffie te nemen en de jasjes uit te doen. We reden dan wel lekker door, maar het was ook volkomen ontspannen. De afdaling was best lastig en ik was blij dat we deze niet als (slot)klim hoefden te doen vandaag. De afslag naar de volgende col rijd je zomaar voorbij, maar er stond ook een groepje Italianen te wachten daar.

Meteen ging het al stevig omhoog en we merkten dat het behoorlijk warm was geworden. Deze col reed ik al in 1992 in de zeikregen en onweer, samen met Jeroen. Dit was andere koek. Het ging lekker en net zoals op de Izoard reed ik op de steile stukken iets weg van de 'poldermannen', die juist op de vlakkere delen vol gas gaven.  Ik kwam hierdoor alleen te zitten en reed vervolgens stevig door. Hier had ik nu die 5.000 km voor getraind. Wat was het heerlijk om te fietsen maar wat was het zwaar op het laatst. Ik was kwijt dat na een flinke afdaling de weg vervolgens loodrecht omhoog zou moeten, omdat het dal ineens ophield.Via winderige haarspelden met stukken van 12-13% ertussen kreeg je het gevoel in de slotkilometer van de Ventoux te zitten.  

Vlak voor de top zag ik mijn mede Musketiers een treedje onder me; dat gaf zoveel moraal. Ze hadden een Italiaan van het begin langs zich zien komen, maar nadat die 200  meter had genomen kwam er niks meer bij. Taaie rakkers die mannen uit Den Haag eo. De laatste kilometer daalde een beetje en wederom waren de statistieken bedrieglijk, want de voorlaatste kilometers waren echt heel pittig.



Na een korte stop op de Champs mochten we dalen. Het was geen genoegen. Supersmal, superslecht wegdek, gevaarlijke rivierbeddinkjes over de weg en slecht lopende bochten. Voortdurend remmen dus en ik dacht regelmatig terug aan die tocht in 1992 toen Jeroen en ik hier op een natte weg met verkleumde handen nauwelijks konden remmen. We waren dus blij dat we halverwege konden stoppen om wat te eten in een chaletje aan de rand van het dal. Marco had honger gekregen en snakte naar een bordje pasta.

Het uitzicht in die hut (zie boven) was fenomenaal, maar de bediening recht evenredig slecht. We besloten op te stappen en in Colmars wat te zoeken.

Ondertussen waren de acht anderen op weg gegaan naar de Cayolle. Het vakantiegevoel van gisteren werd met een dag verlengd. De Cayolle nodigt ook uit voor genieten van de schoonheid en de rust. Ook JP kon weer fietsen, al begon zijn been behoorlijk te trekken. Theo haakte aanvankelijk af, maar kon een tijdje later aansluiten bij de groep. Er was tijd voor foto's en op de Cayolle plantte Erwin zijm Pinarello in de sneeuw


Eenmaal op de top was er weinig animo om de Cayolle af te gaan en vervolgens weer op. Dat was een stevige klim; nota bene de reden dat de Drie Musketiers toch maar met de klok mee waren gaan rijden en ze die niet als laatste hoefden te rijden. Op de terugweg werd aangeland op een terras en uit de verhalen bleek dit één van de hoogtepunten van de reis te zijn geweest. Een moeder van in de 80 die met haar zoon een restaurantje bestierde en één simpel doch heerlijk, authentiek Frans menu serveerde. Alles op zijn gemak en onder een Franse zon.Voor sommigen zelfs een biertje erbij: de boog kan immers niet altijd gespannen zijn.


Terug naar ons tochtje. Ook wij vonden een geschikt fourageadres in het piepkleine doch charmante Colmars. Marco waagde er nog even een kort toeristisch uitstapje, waar Ron en ik genoten van het terras en de vriendelijkheid. We wilden pasta en salade en dat werd op maat voor ons gemaakt. En voor een vriendenprijsje allemaal. Na een goede koffie konden we ons opmaken voor het toetje: de Col d'Allos




 De Allos was lang en mild. Een recht dal, nooit meer dan 4-5% en een verrassend rustige weg. Marco had nog steeds last van zijn hongerklop en gaf aan eigen tempo te willen rijden. Tot zo'n twee km voor de top reden Ron en ik in een perfect tempo omhoog. Voor iemand die weliswaar 10.000 km per jaar fietst, maar voor het eerst echt in het hooggebergte rijdt een geweldige prestatie. Stug doorrijden en vol vertrouwen die cols pakken.Da laatste twee kilometer kwam ik iets voorop en reed ik me even leeg naar de top. Heerlijk, wat had ik een superbenen vandaag.



Na een hergroepering op de Allos begonnen we te dalen. Althans ik begon wat later.Marco deed nog erg rustig aan,  Ron was uit zicht maar op de een of andere manier viel er iets van me af in deze afdaling. Wat er speelde was dat mijn vriendin Elsje (ook vaak de Vrouw des Huizes (VdH) genoemd) mij een tijd geleden ten huwelijk had gevraagd. Dat is natuurlijk geweldig, maar na een keer getrouwd te zijn geweest, met een verdrietige scheiding en later zelfs het overlijden van mijn ex-vrouw voelde ik aardig wat remmingen. Het was alsof die remmingen hier letterlijk wegvielen.

Ik daalde als een valk naar beneden, vloog op Ron [toch geen misselijke daler]  af en remde als het nodig was en stuurde uitsluitend als dat een verstandige keuze bleek. Verder: Go for it. We werden nog even opgehouden door een auto, maar daarna reed Ron achter mij en voelde dat ik ontketend was. In no time waren we beneden; elke bocht werd strak maar 'vast' genomen en op de rechte stukken geen voorbehouden. Als ik zo kan dalen, kan ik ook zo leven.

Eenmaal in het hotel drong dit echt tot mij door en nadat ik zelf van de bijhorende emoties was bekomen belde ik Else op en gaf haar mijn 'jawoord'. Een ontlading die tussen Utrecht en Barcelonnette voelbaar moet zijn geweest. Ik liet Willem per SMS weten dat ik het biertje oversloeg maar graag hierop wilde proosten bij het eten. Willem, al meer dan 25 jaar een van mijn trouwste vrienden [die ook een hele goede band had met mijn ex-vrouw] was deze dagen mijn steun en toeverlaat bij mijn gepieker. Wat was het fijn om elkaar in de armen te vliegen en het geluk van deze beslissing te delen. En hem als getuige te vragen.  Ondertussen had hij uiteraard ook een goede 'plop' geregeld in het restaurant.

We gingen wat later eten, omdat JP behoorlijk last had gekregen van zijn been. Hij had wel gefietst, maar dat was niet goed uitgepakt. Een telefonisch benaderde dokter was weinig behulpzaam, maar uiteindelijk was de Ibuprofen van Marco een uitkomst. Dat staat niet op de dopinglijst, maar JP zou niet meer fietsen helaas.

De reacties van de mannen toen de champagne werd uitgeschonken waren ontzettend leuk. Koos toonde zich een ware voorzitter door snel een speech te bedenken en op warme wijze uit te spreken. Hij gaf daarbij al een doorkijkje naar morgen en het had er alle schijn van dat hij grootse plannen voor de Bonnette had. Ook Willem deed zijn zegje en memoreerde een aantal belangrijke momenten in ons gezamelijk (wieler)leven. Wat was het fijn om dit met tien wielervrienden te delen. Elsje zat thuis in haar eentje, maar was dolblij met het antwoord.

Zo kwam een enerverende en bijzondere dag tot een einde. Morgen alweer de laatste kilometers en weer naar huis.


De route in Strava en Garmin Connect

27 juni 2013

Alpentour 2013: dag III: Eindelijk vakantiegevoel



Na twee lange en ook wel pittige dagen was de derde etappe relatief ontspannen.Een dikke 100 km naar Barcelonnette over twee cols. We gunden onszelf dan ook een uurtje extra om weg te komen. Opmerkelijk hoe snel de logistiek vertrouwd werd. Er werd ontbeten, gesleuteld aan fietsen, de routeprofielen bekeken en vooral ook genoten van het weer. Een kleine 20 graden en zon. Daar wordt ieder mens blij van.



De eerste opgave van de Izoard vanuit het noorden. Meestal wordt deze in de Tour van de andere kant genomen, maar deze kant doet daar niks voor onder. Na een wat rommelig begin (lekke band, uitparkeren van de bus duurde even) mochten we meteen aan de bak. De eerste vijf kilometer liep het aardig op en iedereen zat nog met dikke benen en koude spieren. Theo nam weer plaats achter het stuur van de bus en vulde de voorraden aan. Wat een luxe en ook wat plezierig dat de chauffeursdiensten nul discussies opleverden.


Na het stevige begin volgde een aantal vlakke kilometers. Zo konden we verder warmdraaien. Er ontstond een kopgroep met Ron, Marco, Koos, Erwin en Sjaak. Alles in een heerlijk tempo, maar toen de weg steiler begon te worden kwam ik vooraan te zitten. Dit was wel míjn klim: 9-11% goed doorrijden tussen de haarspelden en in die bochten even bijkomen. Anderen, zoals Marco, Willem en Ron reden juist weer andersom. Het toont aan dat iedereen zijn eigen klimstijl en -voorkeur heeft. Ik kon het goed volhouden al verwachtte ik wel de traditionele jump van Erwin. Die bleef uit en de laatste twee kilometer reed ik als in mijn jonge jaren (15 km/h de col op, dat heb ik lang niet gekund).



Ook nu waren de verschillen niet groot. Het niveau lag hoog want we reden als groep bijna iedereen, die daar ook aan het klimmen was, voorbij. De Izoard is een prachtige col, met een markant herkenningsteken in de vorm van een 'naald' annex obelisk. Bij mijn huwelijk met Hannelore, kreeg ik een schilderij/tekening daarvan en stonden mijn fietsmaten een lied te zingen in een T-shirt daarvam. Was het een voorbode, dat ik nu weer op die plek stond?

De bus was vandaag wat later, maar omdat het zonnetje scheen en JP koffie had gehaald was het wachten geen probleem. We schakelden eigenlijk vanzelf naar de vakantiemodus. In Guillestre zouden we koffie drinken, maar dat werd een ontspannen, lange lunch waarin proefden van het goede leven. Voor we daar waren mochten we eerst de Izoard af. Ik had iedereen gewaarschuwd voor het klimmetje van de Cassé Desserte, maar dat had geen naam. De voorspelling dat bij Arvieux je snelheidsrecords kon halen klopte wel. Ron haalde 84,9 km/h en zelf kwam ik tot 79,9 km/h. Ik daalde daar heerlijk achter Erwin die een geweldige gids was.


In het dal van de schitterende Combe de Queyras stelde ik aan Ron voor om met de anderen die daar stonden (Erwin, Jeroen en Marco) te gaan 'jagen'. Ik ben dol op klimmen, vind dalen geweldig, maar van zo'n perfect draaiend treintje dat tegen de wind in op het valse plat niet onder de 40 km/h komt kan ik ook erg genieten.  De anderen deden het rustig aan en uiteindelijk zaten we toch gewoon weer met zijn allen op het terras van de pizzeria. Hier kwam het vakantiegevoel naar boven; na dik twee dagen flinke inspanning vierden we de teugels.

De Vars was daarna aan de beurt. De profielen waren goed bestudeerd en we wisten dat het zwaartepunt in het begin zou liggen. Nico had besloten deze col in de bus te nemen en stond halverwege met Theo ons aan te moedigen. Dat gaf elke keer zoveel moraal, vooral ook door de stickers die Jeroen erop aangebracht had.
Koos reed meteen lek en wederom hielp Erwin bij het herstel. Ze zouden samen de col nemen. Marco en Ron trapten traditioneel goed door en het duurde even voor ik bij ze kwam. Op het vlakke deel kon ik fijn met ze oprijden en ging het in een fors tempo. De finish was echter een tegenvaller. Weliswaar klopten de gemiddelde percentages (5%) maar de helft 10% en de andere 0% is ook 5% gemiddeld. De mannen haakten op die steile stukken af. Wat ook niet fijn was: de weg liep door een verschrikkelijk skioord en blééf maar stijgen. Achteraf legde Ron uit waarom: zo kan iedereen skieënd naar de liften toe. Makes sense zegt men dan.


Op de Vars waren de verschillen dit keer iets groter. Bob reed hier ineens erg sterk en zat vlak achter Jeroen. Verder een beetje dezelfde volgordes; iedereen reed eigen tempo. We kwamen op de top twee dames (waarvan één met een hele bijzondere fiets) tegen die ook in Genève waren begonnen en die we uit puur respect colaatjes aanboden. Want we weten maar al te goed hoe het is zonder de luxe van een bus. JP stapte in de bus, net als Bob en Nico. Theo mocht weer afdalen en reed daarmee eigenlijk een skivakantie. Alle respect voor Theo, die door zijn naweeën van de griep niet volop mee kon doen, maar fluitend de meeste chauffeurstaken voor zijn rekening nam.

Na het steilste stuk van de afdaling was het nog 20 km naar Barcelonette. Die wilden we als groep volbrengen in een mooi, maar niet al te wild tempo. Wederom kwamen we in een file terecht en we vroegen ons af wat er nu weer gebeurd was. Wel: een ongeluk met een motorrijder. En wel een fataal ongeluk, want de traumahelikopter vloog onverrichterzake weer terug. Sommige motorrijders reden ook als gekken en deze ongelukkige had waarschijnlijk vóór een bocht ingehaald. Het oponthoud duurd een half uur en toen konden we verder. De stemming was bedrukt: zwijgend werd in een straf tempo het laatste stuk afgelegd. een moment van bezinning voor iedereen. En ook het besef dat het heel fijn was dat JP na zijn val gewoon in de bus foto's en filmpjes van ons kon maken.




De aankomst in Barcelonnette deed de stemming weer omslaan. We reden direct op het hotel aan. Een Engelse jongen, nog geen 20 jaar, wees ons de weg. We zouden hier twee nachten blijven en het was even puzzelen over de kamerindeling. Wie snurkt en wie moet uit of juist bij elkaar. We kwamen er gelukkig vlot uit en iedereen was tevreden. De groep ging voor het eten een biertje drinken, maar zelf  nam  ik rust. Er speelde wat thuis en sliep erg slecht (zeg maar bijna niet) daardoor.Daar was ook alle ruimte voor in deze groep die als een organisch geheel functioneerde.

Het eten was matig van kwaliteit, maar het gevraagde bordje pasta kregen we wel. De bediening was nors en niet echt efficiënt. Het drukte de pret niet. Terwijl het thuis plensde van de regen zaten wij maar mooi in de avond in een T-shirt te eten. De plannen voor de dag van morgen werden bijgesteld. De rondje Allos-Champs-Cayolle zou alleen door Marco, Ron en mij worden gereden. En -na bestudering van de profielen- ook nog met de klok mee, dus met de Cayolle aan het begin. De anderen zouden zich wagen aan een 'of-af-op-af' van de Cayolle.


Een telefoontje met het thuisfront deed me erg goed. Ik sloot nog aan bij de groep die op het plein van het plaatsje een biertje dronk. Hier zaten we vaak ook in 1992 en 2002. Dit is een plek om terug te komen. Een ontspannen sfeer, overal cols en schitterende natuur. Zo tankten we nog wat energie voor de volgende dag.

De route in Strava en Garmin Connect