02 november 2008

Een tussenstand in Malden


Voordeel van hardlopen is dat je regelmatig wedstrijdjes kan lopen. De toertochten van wielerclubs zijn leuk, maar er is geen competitie-element. Om je looprondjes en schema's vol te houden is zo'n wedstrijdje wel zo aardig. Dus toog ik vandaag naar Malden, onder de rook van Nijmegen, om daar de Bosloop te doen. Uitgezet door nota bene de wielerclub, dus het was best of both worlds vandaag. Het doel was 15 kilometer te lopen. Een tijd van 1.12 tot 1.15 op het zware parcours (onverhard, geaccidenteerd, her en der plassen) moest haalbaar zijn, want de opdracht van het Schema was: in D3 lopen. Dus niet helemaal voor gaas gaan, zoals in Utrecht, maar net daaronder.

Nu is Malden een eind rijden dus was het wel zo fijn dat dochter Olijf met een vriendinnetje in Arnhem had afgesproken. Dus reden we vroeg in de ochtend daarheen en haalde ik haar erna daar weer op. In Malden, een fantasieloos dorp, dat wel prachtig tegen de Nijmeegse stuwwal aanligt was de sporthal snel gevonden. Startnummer lag klaar, omkleden in een bevolkte doch muisstille kleedkamer waar gelukkig een vrolijke Frans binnenkwam die van Sjaak als enige een beetje respons kreeg. Na een goede warming up, waarbij de stijve rechterhamstring niet helemaal fit werd maar geen belemmering vormde, stonden zo'n 300 lopers klaar voor de 10 en 15 km.

Sjaak is te bescheiden bij de start. Gaat niet vooraan staan en dus was het op de smalle paden direct een inhaalrace in sprinttempo. Voordeel was dat het mechanisme direct op gang was en D3 snel bereikt was. Op een gegeven moment hoefde ik niet meer in te halen en had ik mijn biotoop bereikt. Tijdens een heuse klim begon ik het al te voelen en bleek ik behoorlijk snel te zijn gestart: 22.30 op de eerste 5 km. Daarop besloot ik het groepje te laten voor was het was en gas terug te nemen. De hartslag bleef echter hetzelfde; ik begon dus al vermoeid te raken. Het parcours was fraai en duidelijk aangegeven. Heerlijk om niet in de massa's te hoeven lopen, maar een hijgende inhaler achter blijft irritant. De 10 km was voor velen het eindpunt, slechts enkelen gingen door voor de 15 km. De verleiding om te stoppen was er wel, maar ik kwam hier voor een stapje verder. De tweede 5 km ging trouwens in 23.19, een keurig verval. Nog onder de 46 minuten dus op de 10 km, dat ging goed. Een tijd onder de 1.10 was haalbaar, mits ik dit kon volhouden. Dat was te veel gevraagd. De hartslag ging al naar zone 5, dat betekent boven de 172 bpm. Het tempo zakte gestaag en achter me kwamen er een stuk of 10 lopers nog voorbij. Het was afzien naar de meet, maar ik kwam niet echt voor gaas over de finish. Niks aan de hand, gewoon nog onervarenheid en verder trainen. Mijn basissnelheid zit best aardig. De derde 5 km ging in 24.35, ongeveer het marathontempo voor een eindtempo van 3.30. Dat zie ik mij nu nog niet ruim 40 km volhouden. Werk aan de winkel dus. Al met al niet ontevreden over deze tussenstand. De eindtijd was dus 1.10.25.

Tevreden gaan douchen en daarna Olijf opgehaald. In Nijmegen stond Roda - Feyenoord nog 0-0; in Arnhem kwam ik aan bij mijn oude makker Anton (onze dochters zijn bevriend uit de Lunetten-tijd) een erkend Roda-supporter. 0-4 was het inmiddels; mijn middag kon niet meer stuk.

26 oktober 2008

Back on track


De malaise lijkt weer ten einde. Na de Singelloop kreeg ik last van een achillespees en daarna griep. Pas vorige week begon ik me weer een beetje fit te voelen. Op de hometrainer kon ik me wel een beetje fit houden, maar het hield niet over.

Afgelopen donderdag een zware interval gedaan waar ik fitter uitkwam dan ik eraan begon. En vandaag voor het eerst een 20 km loop gedaan. Heel rustig in D1 en D2 om niet kapot te gaan (zie plaatje). Dat lukte, maar het gemiddelde van 10,7 was niet al te hoog. En na 16, 17 km begonnen de benen pijn te doen. Om over een aantal weken richting de 1.40 te gaan lopen op een bosparcours moet er nog wel het nodige gebeuren. Over een week of twee een keer richting de 25 km, om een drempel over te komen. Zo ver heb ik nog niet gelopen.

12 oktober 2008

Pas op de plaats


Sjaak heeft twee rustige weken achter de rug op hardloopfront. De 44.16 op de Singelloop was nog binnen de verwachtingen (tussen 44 en 45 min). Een mooie verdeling 21.57 over de eerste 5 km en 22.19 op de tweede. Dus goed ingedeeld. De inspanning die ik ervoor moest leveren vond ik erg groot; een gemiddelde hartslag van 174 doet denken aan een sprint tegen een col van de eerste categorie. Maar goed: wel leerzaam en de grens van 40 min op de 10 km is nog heeel ver weg. De zeurende pijn in mijn linker achillespees werd er ook niet beter op. De dagen erna dus niet echt getraind, maar op de hometrainer lekker losgefietst. Pas op donderdag een herstelloopje met wat versnellingen, waarbij ik een medeloopster op het rondjes telkens inhaalde. Haar maar even gerustgesteld dat ik dat om looptechnische redenen deed; de Uithof staat immers als sociaal onveilig bekend. We hadden nog een aardig gesprekje al lopend.

In het weekend voelde ik me al minder worden; halverwege de week had ik een grieperig gevoel. Geen sport meer en dus ook vandaag de Pijnenburg Bosloop niet gedaan in Soest waar ik weer een 10,5 km zou lopen. Ter compensatie het boek van Abdelkader Benali gelezen. Van mijn schoonmoeder gekregen, die heel goed begrijpt dat er maar een zeer beperkte aantal boeken door mij gelezen wordt. Prima leesvoer, maar niet die impact die 'de Renner' van Tim Krabbé op mij had. Gisteren was ik de lamlendigheid zat en heb ik een half uurtje in herstelstand op de hometrainer gezeten (hartslag onder de 145). Daar knapte ik zo van op dat ik dat vandaag herhaald heb, maar dan zelfs met stukken D1 (tussen 146 en 158) en D2 (tussen 159 en 169). Maar goed, tijd om weer de weg op de gaan en nieuwe doelen te stellen. Op 6 december de Boscross in Diever waar ik een halve marathon zal lopen. Te combineren met een weekendje weg met de VdH. En tussendoor lekker trainen en af en toe een crossje.

28 september 2008

Nieuwe wegen


Even stilte bij Sjaak Schakelt, maar Sjaak heeft verre van stilgezeten. Wat heet, sinds het tochtje in de Ardennen heeft hij niet meer gefietst maar wel bijna 200 km hardgelopen. Hoe dat zo komt? Na de Ventoux was de grootste uitdaging dit seizoen wel weg. En wie in augustus in het land was weet dat er weinig aanleiding was om in het zonnetje te gaan fietsen. Tijdens de vakantie in Texel ging de Gios niet mee, maar wel de loopschoenen. In de uitverkoop een loopshirt en korte loopbroek gehaald en los kon het gaan. Na Texel nog een paar keer gelopen en dat ging zo aardig dat Sjaak een Besluit nam. Over ruim een half jaar loopt hij zijn eerste marathon.

Sindsdien loop ik trouw -volgens een echt Schema- drie tot viermaal per week hard. De vakantiekilo's waren snel weg en volgens de VdH hou ik 'geen vet op mijn lijf' meer over. Dat valt wel mee, maar inderdaad wordt het wel allemaal wat strakker. En neemt de conditie toe. En aangezien het trainen op basis van schema's niet zonder metingen kan heeft Sjaak een Carman voor het lopen gekocht. De Carman zelf was toch niet zo geschikt, want die kon niet om de pols en ontbeert een paar loopessentialia. Die zitten wel op de Forerunner 305 (zie foto). En zo gaat Sjaak niet meer op pad zonder een 'workout' te hebben geprogrammeerd. D1 t/m D3, H en W zijn de hartslagzones die ik nu in acht neem, terwijl ik dat met fietsen maar onzin vind. Het bevalt prima. Met een blessuregevoelige sport als hardlopen is verantwoord trainen ook veel belangrijker dan met fietsen. Daar kan toch weinig mis aan gaan, al is bij fietsen het materiaal natuurlijk weer een heel belangrijke factor. En tijd. Als je een beetje wilt fietsen ben je zo twee tot drie uur kwijt. Met hardlopen is dat toch de helft en bijkomend voordeel: ik maak mijn hoofd sneller leeg tijdens het lopen dan tijdens het fietsen.

Dus vanaf nu: regelmatig loopberichtjes van Sjaak

03 augustus 2008

Warme regen in geslaagde slotrit


Wat na de Ventoux? De doelen zijn gehaald en de fiets kan weer aan de haak zou je zeggen. 'Zonde', meende de VdH, en terecht. Waarom de Ventouxbenen niet in de Ardennen uittesten, bijvoorbeeld. Kijken of herniapatiënt Jeroen zo voor zijn operatie nog vorm had en wellicht kon Erwin weer eens fatsoenlijk partij worden geboden. Die was natuurlijk al dik met vakantie en dus een paar kilo te zwaar. Dus vanuit de auto op weg naar huis Jeroen al gepolst en die had wel zin. En Erwin natuurlijk ook. Dus zondag 3 augustus op pad. Deze keer was Jeroen er weer in geslaagd een nieuw gezicht te introduceren: Rik, een spinmaatje van beiden en 'een behoorlijke uitdaging voor Erwin'. We troffen elkaar bij de BP aan de A27 in Nieuwegein en bij de eerste aanblik van Rik deed hij meteen aan Marco Pantani denken. Kaal, lang, dunne (geschoren!) benen, mager; een klimmer pur sang. Erwin stapte bij mij in en was verplicht mij wakker te houden. Erwin had inderdaad vakantie gehad, maar van een algehele conditiestop was geen sprake. Gevoegd bij mijn buikgriep van de dagen ervoor verging elke illusie dat ik vandaag wel eens voorin zou kunnen meedraaien.


Gebruikelijke opstartafelen op een parkeerplaats

Even buiten Spa de fietsen opgetuigd en onszelf omgekleed. We konden om 10.15 vetrekken. Geen Redoute dit keer, maar de lange klim naar Stoumont. Daarna op aangeven van de Carman een binnendoorweggetje, maar achteraf bleek dat niet helemaal goed geprogrammeerd in de via GPSies uitgezette route. Affijn, we kwamen daardoor niet aan de voet, maar halverwege 'de klim van Jurjen'. De vorige keer bleek dat daar (Route Huy, L'Ancienne Barrière) een heuse tijd werd geregisteerd en wij wilden best ook daar aan meedoen. Sjaak is dol op tijden zetten. Minstens zo benieuwd was ik of Rik de tijd (13.17) van het groepje Jurjen/Ronald, waar Erwin zo goed in mee kon draaien, kon verbeteren. Dus eerst gedaald en toen de weg weer terug omhoog. Sjaak kon verrassend naar het wiel van Rik springen en net toen we lekker op gang waren haakte hij af. Zíjn Carman (de 705 ipv de 305 van Sjaak) stond niet goed ingesteld en dus moest hij opnieuw beginnen. Erwin zette zijn vakantiestemming, die hem met Jeroen samen deed rijden, om in competitie toen Sjaak te ver wegreed. Sjaak reed eigen tempo, maar Erwin was zo gefocust op de competitie (van wie eigenlijk) dat hij vol door ging. Het leidde tot 13.40. Sjaak volgde met 14.10 en even daarna was Rik er al: 12.45! Daar kan nog aan gesleuteld worden door deze en gene. Jeroen reed eigen tempo en kwam daarna in ongeveer 15.15/30 binnen. Die genoot van zijn laatste echte tocht voor de operatie van donderdag. Wij waren trots op Rik, die naast een geweldig klimmer ook nog eens een prima reisgenoot was waarmee het prettig was een gesprek te voeren. Onwaarschijnlijk dat hij pas anderhalf jaar op de racefiets zit en eigenlijk maar drie echt met fietsen bezig is. Maar ook wel heel serieus: 4x spinnen, 2x een tocht rijden per week, dan ben je wel serieus aan de slag.


Napraten na het tussensprintje op de Ancienne Barrière

Het weer was inmiddels opgeklaaard en in een heerlijk zonnetje reden we de Bergeval. Een mooi klimmetje voor een 'groupetto'. In Grand-Halleux wederom eerst een taart bij de bakker gescoord en daarna koffie op het terras. Vervolgens niet de Wanne, maar de Mont-le-Soie, bekend van de Waalse Pijl. Sjaak werd vergezeld door Rik die op het buitenblad de klim nam en zijn knieën wenste te provoceren. Toen Erwin en Jeroen op de top kwamen begon het te regenen. Wel warme regen; niet eens onaangenaam, al was het zicht wel daardoor beperkt. Rik nam de 20 km die volgden ons op sleeptouw. Na een licht debat bovenaan was de tocht inmiddels voortgezet. Zichtbaar zichzelf inhoudend voerde hij over licht dalende wegen de snelheden op tot boven de 40 km/h. Goed voor het gemiddelde. We weken hierna af van de Waalse Pijlroute maar trokken naar het Signal de Botrange, met 694 meter het hoogste punt van België. Het leek daarvoor zowaar droog te worden, maar na Sourbrodt begon het gewoon te plenzen. De regen voelde ook minder warm, zal wel aan de ' hoogte' gelegen hebben. Op de top, die je in de Hautes Fagnes pas bereikt na een kilometers lang vals plat, gelijk doorgereden en terug naar Malmédy, om daar wat te eten. De afdaling begon na 5 kilometer, maar mocht er zijn. Technisch, best lastig en door het natte wegdek ook wel gevaarlijk. Sjaak ontpopte zich tot de Denis Menchov van de groep en zag de anderen steeds verder wegrijden.


Opdrogen en bijtaken in Malmédy

In Malmédy een goede pauze. Het was droog maar wij waren doorweekt. De schaarse zon op terras vergoedde veel, maar toen die eenmaal verdween besloten we naar binnen te gaan. De toppers van vandaag hadden het dagmenu verdiend, Jeroen en Sjaak namen soep en lasagne. Al met al hebben we bijna twee uur gepauzeerd. We hadden nog maar 28 km voor de boeg en wisten dat we met een uur in Spa terug zouden zijn. Helaas waren de eerste 10-12 km over zeer drukke wegen. Er was een evenement geweest op het circuit van Francorchamps (de 24 uursrace) en dat maakte de wegen vol. Wij konden redelijk doorrijden over de verschillende wegen en soms zelfs tussendoor piepen. Via het dorp kwamen we aan de voet van de ons zo vertrouwde Rosier. De laatste klim van de dag en wie weet het seizoen. Dus geen reserves meer en voluit gaan. Ik schakelde licht (40x23) om op het begin wat snelheid te maken en stoempte toen goed door op 40x21. De macht van de ochtend was wel weg, want toen kon ik dit makkelijk rondkrijgen bij een helling van 7-8%. Nu was het werken, maar Rik zat naast me. Die plaatste gelijk elk gevoel van trots in het juiste perspectief: 'ik doe het even rustig aan', toen ik grappig dacht te zijn door hem te attenderen dat hij zijn buitenblad niet had staan. Desondanks kon ik redelijk volgen, tegen een hartslag van 173, dat dan weer wel. Vlak voor het dorp besloot ik toch verstandig te zijn en hem te laten gaan. Iets minderen (even zelfs naar de 26) en Erwin, die ras aan het naderen was, dan maar voorbij zien komen. Maar Erwin kwam niet, problemen met de ketting. Na het dorp kon ik terug naar de 23 en later zelfs de 21. Vorig jaar reden Jeroen en ik hier een prestigestrijd, maar dit jaar lag het anders. Volle bak naar de splitsing gereden en daar met Rik op de anderen gewacht. Twee dingen doe ik de volgende keer anders: ten eerste rijd ik na de splitsing direct door naar de echte col en ik druk voortaan mijn timer is, zodat ik voortaan een Rosier-tijd meet.


Jeroen en Erwin komen aan op de Rosier

In de afdaling naar Spa liet Erwin zien dat hij hij een potentieel Tourwinnaar is. Hij kan klimmen, temporijden, sprinten én dalen. Wat reed die een paar scherpe bochten; ik durf dat niet (meer). Bij de auto's een zeer tevreden kwartet. Omgekleed en bij het pompstation een alternatief terrasje genomen. Jeroen ging zijn dochter ophalen en wij reden met ons drieën rustig terug naar het Gooi. Daar na een zeer geslaagde dag de mannen afgezet en even na 22 uur was ik thuis. Rationeel is het niet kloppend te krijgen: bijna 500 kilometer rijden om een rondje van 128 km te fietsen, maar de 2200 hm maak je niet bij ons in de Heuvelrug. Voor Jeroen is het duimen dat het donderdag (mijn verjaardag) goed gaat. Sjaak wenst Rik alle succes op de Ventoux komende week. Hij wordt natuurlijk op zijn sloffen Cinglé (drie keer op één dag). Ik ben vooral benieuwd naar zijn Bedoíntijd. Ik denk zelf net onder de 1.25. Een minuut of 14 naar St Estève. Het bos vervolgens in 45 minuten en het maanlandschap in 25 minuten. Maar als het nóg sneller gaat zou me dat niet verbazen. Rik, ik hoor het graag!

De teller ging van 1425 naar 1555
De dynamische routekaart staat hier.

02 augustus 2008

29 juli 2008

La grande finale


Eind vorig jaar maakte TC Oranje Nassau de fietsplannen bekend. Het werd (nog) niet de Pantani, maar duidelijk was dat in juni de doelen gerealiseerd zouden worden. Dat betekende voor Sjaak dat hij een eigen plan moest trekken. Immers: juni stond in het teken van ander zaken, zoals voetbalkamp en schoolactiviteiten. Als snel kreeg ik het idee om weer eens de Ventoux te gaan doen. In mijn top 10 van enkele jaren geleden de onbetwiste nummer 1. Niet zomaar de Ventoux op, maar ook nog eens in een fatsoenlijke tijd. De 1.32.58 van 1994 zou ik weliswaar niet kunnen overtreffen, maar een tijd onder de 1.45 zou met enige training haalbaar moeten zijn. Uiteraard vanuit Bedoín. Dat is dé klim waar men zich de maat laat weten, al is die vanuit Malaucène net zo zwaar. De VdH kreeg ik snel mee: een huisje met zwembad waar je kon lezen en uitrusten, dat leek haar wel wat. Om praktische redenen kon het echter alleen in het hoogseizoen, en dat was eigenlijk niet zo praktisch. Volle accomodaties, de heetste tijd van het jaar en drukte op de wegen. Het mocht de pret niet drukken en na een krappe week acclimatiseren stond de ultieme beklimming dan op het programma.

De warmte van de 24e juli zorgde ervoor dat ik pas aan het eind van de dag zou gaan fietsen. Niet onbelangrijk voordeel: de drukte en hektiek zou dan weg zijn, gezien de ervaringen van de dagen ervoor. Na de Gios netjes gepoetst te hebben -bij wijze van optutten voor een belangrijk feestje waar je graag naar toegaat- reed ik weg bij et huisje. Loom, zware benen, te warm gekleed eigenlijk voor de broeierige namiddagwarmte die als een deken over de Provence hing. Zou dit 'm wel worden? Op de weg naar Bedoín kwam ik wat beter in mijn ritme, maar het hield niet over. Maar goed: er was geen weg terug en vanaf nu was er geen tactiek meer. Het is aan of uit op zo'n klim, zeker in 'het Bos'. Voor de niet-kenners: de Ventoux vanuit Bedoín bestaat uit drie totaal verschillende delen. De eerste 5 km gaat door de wijngaarden naar St-Estève. Het is geen vals plat, want het klimt al echt, maar je kunt nog een redelijk grote versnelling rijden. In de haarspeldbocht van St-Estève begint 'het
Bos'. Je gaat daar in een kleine 10 km van 515 naar 1400 meter. Ruim 9% gemiddeld. Een Passo di Giau op zich. Na het bos komt Châlet Reynard. Het fata morgana van de Ventoux: ben je op Châlet Reynard dan kom je er wel. Daar begint het maanlandschap, dat deze kant van de Ventoux zo kenmerkt. Op dit stuk zitten lichtere stukken en kun je goed doorrijden. Als er geen tegenwind is: staat er Mistral dan ga je extra stuk. De laatste 2,5 km zijn weer moordend, want hele stukken gaan aan 11%. Maar dat bijt je meestal ook nog wel door en de beloning is dan een fenomenaal uitzicht en vele bewonderende blikken van autotoeristen.

Affijn; de start lag even buiten het dorp en voordat ik wegreed flitste eerst nog een coureur voorbij in een rood-zwart-wit shirt. Na 2 km met 25 km/h gekoerst te hebben kreeg ik deze in het vizier. Naderen deed ik hem nauwelijks en toen wist ik eigenlijk al wel dat ik de hele klim met deze vriend te maken zou krijgen. Het ging inmiddels best redelijk en met 15.52 als tussentijd kwam ik door in St-Estève. Hoewel schema's zinloos zijn had ik wel bedacht dat ik deel I in 15 minuten zou doen. Een uur voor het bos en dan een half uur maanlandschap. Dat zou leiden tot de 1.45 die haalbaar moest zijn. Ik lag dus redelijk op schema. In het bos kon ik de eerste 2 km de 30x21 vasthouden, zeker als het 'maar' 8 tot 9% procent was. Met pieken van 13% werd het te zwaar en moest ik terug. Mijn rood-zwart-witte vriend klom net iets langzamer en dus kon ik die steeds dichter naderen. Elke keer als in het Bos ben weet ik dat ik er eigenlijk weer zo snel mogelijk uit wil zijn, maar tegelijk geniet ik er enorm van. Op fietsgebied is dit toch één van de zwaarste dingen die je kunt doen. Je ziet namelijk niet hoe steil het is; het is qua omgeving net alsof je de Posbank fietst. Alleen dan 10 km lang aan 9% gemiddeld. Toch vond ik een ritme. Volle kracht op de steile stukken en recupereren op de lichtere stukken van 7-8%. Mijn streven om echt voluit te gaan en op die stukken aan te zetten werden de koelkast in gezet. De hartslag kwam niet eens in de buurt van de 170 zo zwaar was het. En wat nou streeftijd? Eerst het bos maar eens overleven. En dat lukte zij het met veel moeite. Op 3 km voor Châlet Reynard haalde ik mijn vriend in en kon even goed aanzetten zodat er gelijk een gaatje zou zijn. Redelijk soepel bereikte ik het Châlet en zag dat het bos in ruim 52 minuten was gegaan. Dat was een forse meevaller. Met een dik half uur voor het laatste stuk zou ik een tijd van 1.40 kunnen halen. Maar gelijk bleek dat dat de krachten al redelijk op waren. Waar ik gisteren nog vrolijk door kon halen, was het nu een stuk harder werken op 30x19 en 30x21. Maar tegelijk gaf het fietsen in de vroege avond door dit maanlandschap een enorme voldoening. Het was heerlijk rustig om me heen en de top naderde langzaam doch gestaag. Dit deel gaat in ruime bochten/curves van 90 graden die worden gevolgd door een langer recht stuk. Voordeel: je kunt ze aftellen, waarbij de laatste bochten gevolgd worden door steeds steiler stukken en de 30x23 weer nodig is. De laatste curve is de Col des Tempêtes en je zit dan weer in de 'douze pourcents'-regionen. En toen ik die nam zag ik onder mijn linkerarm door mijn vriend naderen. Die had zeker een minuut op me goed gemaakt. Het gaf me net even een beetje motivatie om door te trekken. Pas hier op ging ik terug naar 30x26 en vlinderde ik de laatste 500 meter naar de top. Daar drukte ik de teller in en na wat analyse kom ik op de eindtijd van 1.40.18. Zeer tevreden daarmee. Dit is waar ik sta en wat ik waard ben. Ik heb niks laten liggen en evenmin ben ik te diep gegaan. Gewoon goed dus.

In de afdaling naar Malaucène dit keer geen hinderlijke autos en zonder risico's de 85 km/h gehaald. Dat zal nog wel even staan.

Die andere kant


Als je zegt dat je de Mont Ventoux gaat beklimmen is voor de kenner de vraag van welke kant. De beroemdste is de kant van Bedoín en ook de meeste wielerevenementen volgen deze route. De andere kanten zijn die vanuit Sault (waar de laatste zes kilometer overlappen met die van Bedoín)en vanuit Malaucène. Die laatste is even zwaar als de beklimming vanuit Bedoín maar heeft niet de naam en faam. Ooit schijn ik hier (1989) in 1.27 naar boven te zijn geraasd maar ik twijfel sterk aan mijn eigen tijdwaarneming, al is het niet onrealistisch. In 1992 reed ik deze klim met mijn ex, maar in een een vooral begeleidende rol. Zij kwam de klim destijds zonder al te veel training op een ouderwetse randonneur (Koga Miyata) prima op, maar heeft heel wat afgevloekt onderweg. Zodoende stond er nog geen echte tijd op deze kant.

De dag waren we al wandelend begonnen in de Montagnes Dentelles. Er stond weliswaar een felle zon aan de hemel maar de Mistral maakte het dragelijk. Wel werd je van die voortdurende wind onrustig. En het klimtempo van Sjaak lag een stuk hoger dan die van de VdH waardoor Sjaak uiteindelijk het hoogste punt van de streek in zijn eentje bereikte. Eenmaal terug bij de auto besloten we in Malaucène te eten en boodschappen te doen. De drukte van Ventouxgangers was in volle gang. Dit hét uitgangspunt voor een rondje. Je kunt direct de noordkant nemen, maar ook via het binnendoorweggetje over de Col de la Madeleine (stelt niks voor) even goed inrijden voor de klim vanuit Bedoin. Je daalt dan direct na de top weer terug naar Malaucène. Sjaak kwam nu toch wel in de sfeer en eenmaal weer bij de studio gekomen werd de sessie bij het zwembad afgelast. De zon was verdwenen, de wind maakte het frisjes en de Gios lonkte. Dus snel de kleren aan en tóch maar de Ventoux. Als opwarmer. Zo rustig mogelijk de nopordkant oprijden en kijken waar dat toe leiden zou was het devies. De Carman leek helaas stuk, zodat ik met de telefoon van de VdH de tijden moest noteren.

Om een uur of half 6 reed ik Malaucène uit. Het was erg rustig. Voor de camping haalde ik een Nederlands gezin in (man, vrouw, jongen van een jaar of tien). De mannen fietsten, de vrouw zat in de auto. Ik kwam haar even later tegen en vroeg of dat jochie nog naar de top ging. Nee, niet echt. De man heb ik niet meer gezien. Het ging namelijk erg goed. Ik kon behoorlijk stevig doorrijden en op hele stukken reed ik zelfs op het middenblad. Stukken van 9% tot 11 % werden afgewisseld met mindere stukken waar je goed kon doorrijden. En de Mistral zat me behoorlijk mee; ik werd regelmatig echt meegeblazen. Dit eerste stuk was wel een beetje saai; een hele brede weg zonder al te veel uitzicht. Bij het Belvédère (what's in a name) veranderde dat. Je ziet dan wat je al hebt overwonnen en als tegenprestatie geeft de Ventoux je dan een kilometer of wat hele stukken van 10 tot 13 %. Het was doorbijten, maar het ging nog steeds prima. Bij Mont Serein, waar Robert Gesink zoveel indruk maakte dit voorjaar, vlakte het wat af en kon ik een beetje herstellen. Daarna weer twee steile kilometers en daarna weer wat rustiger. Ik begon te rekenen en dacht dat ik ergens rond de 1.40 zou moeten uitkomen. Op ruim twee kilometer onder de top zag ik deze voor het eerst. Deze kant is wat dat betreft totaal anders dan de andere kant want daar zie je vanaf Chalet Reynard zes kilometer lang waar je heen moet en gaat. Via drie lange slingers bereikte ik met de nodige moeite de top van de Ventoux. Ik had hier voor het eerst veel last van de wind. Op de top snel een foto laten maken (zie boven) en met een jasje aan naar Bedoín gedaald. Zonder snelheidsmeting maar de 80 km/h moet ik toch wel hebben gehaald. In de bocht van St Estève even gebeld dat ik eraan kwam. Via de col de Madeleine was ik er een goed half uurtje later inderdaad. Tevreden over de tijd en het gemak waar mee het ging. maar tegelijk vroeg ik me af of ik de andere kant ook in 1.40 zou moeten kunnen halen. Dat zou nog heel spannend worden.

De teller ging van: 1220 naar 1280 km


De deeltrajecten in cijfers
naar Belvedère (41.07) van 375 meter naar 984: 609 hm in 10 km: 6,1 % ; 14,7 km/h
naar Mont Serein (1.09.13) van 984 naar 1423: 439 hm in 5 km 8,8 % 10,8 km/h
naar laatste 2 km (1.27.30) van 1423 naar 1713: 290 hm in 4 km 7,3 % 14,0 km/h
naar finish (1.41.01) van 1713 naar 1909: 196 hm in 2 km: 9,8 % 9,7 km/h

13 juli 2008

Shut up and ride!


Deze week voerde mijn dochter een musical op en zong een eigen tekst op het liedje 'Shut up and drive' van Rihanna. Het liedje dreunde door mijn kop maar vandaag was de tekst 'Shut up and ride'. Waar kan je in Nederland nog stukken van 40 km fietsen zonder te hoeven stopen, zelfs niet te remmen. De voorbereiding op de Ventoux werd afgesloten met een 200 km lang tochtje over de dijk Enkhuizen-Lelystad. Om daar te komen moet je wel 100 km heen fietsen en als je de dijk gehad hebt wachten nog eens 70 km. In mijn studententijd reed ik deze tocht minimaal eens per jaar. Nu was het toch al weer een jaar of 15 geleden dat ik dit voor het laatst reed, dus was de vraag of ik nog steeds vrij baan had. De tocht was netjes van te voren uitgezet en in de Carman geladen, net voordat ik de nieuwe navigatie-site GPSIES had ontdekt. Daarover later meer.

Niet al te vroeg, maar netjes op tijd (8.20) vertrok ik. Via de Vecht waar het zelfs op het Zandpad nog uitgestorven was, naar Maarssen. De spoorverbreding zorgde ervoor dat ik pas laat aan de goede kant van het spoor kwam en eenmaal daar aanbeland had ik een snelweg naar Amsterdam.


Een stuk van 30 km, waar de weg niet langer een braakliggend weggetje van Rijkswaterstaat was, maar een goed onderhouden weg, met op sommige punten de weg voor jezelf. De weg hield op bij het Flevoparkbad en dan kun je via wat bruggen richting Durgerdam. Aan de rechterkant zie je dan de stadsuitbreidingen van de hoofstad; die waren er 15 jaar geleden nog niet. Via de IJsselmeerdijk kwam ik bij de andere 'Dammen' (Monnickendam, Edam, Volendam). De wind, die tot dan vooral schuin van achter kwam, had ik een paar keer fors in de rug. Niks forceren, dat was het devies. Maar toen er een kwartet uit Amsterdam langsraasde sloot Sjaak toch aan. Licht beschroomd, vanwege het meerijden, maar ook bezwaard om in een vreemde groep mee te draaien. Het was goed voor een kilometer of vijftien relatieve rust. In Oosthuizen ging de groep naar links en ik naar rechts, terug naar de dijk. Via Hoorn met de volle meewind naar Enkhuizen. De teller liep moeiteloos naar 36, 37 km/h. De enige bui die er in Nederland op dat moment was -wist ik van een meelevende Elsje- bleef met nét bespaard.

In Enkhuizen het traditionele terras van de stationsrestauratie genomen. Overkapt inmiddels, hetgeen me de vraag deed rijzen of je daar nu wel of niet mocht roken.


Het meisje was verbijsterd door mijn bestelling 'u heeft wel veel te eten gevraagd'. Ik vond een kopje soep, broodje gezond en drie drankjes wel meevallen eerlijk gezegd. En ik vertelde haar dat ik nog naar Utrecht terug moest. Ik laadde de Carman op met de losse accu, wat een uitkomst is met lange tochten als deze. Het uitzicht op de haven, met de veren naar Stavoren en Medemblik was leuk. Als het nou een graad of acht warmer was geweest en niet zwaar bewolkt was het echt vakantie gevoel geweest.

Daarna het doel van de tocht. De dijk:


Ik had me ingesteld op behoorlijk wat tegenwind. Niets was minder waar; de eerste stukken reed ik met de wind in de rug. Shut up and ride! Met zes vingers in de neus hield ik een kruissnelheid van 35 km/h aan. Dit kon ik nog wel even volhouden. Maar richting Lelystad draait de weg en daar werd het toch wel pittiger. Eenmaal op het Nieuwe Land was het even zoeken. Ook Batavia Stad was er 15 jaar geleden nietl; echt iets voor mijn oude collega Maaike, die de zelfbenoemde Imelsda naar de kroon steekt met wel 80 paar schoenen. Het was daarna even zoeken; wat is Lelystad toch een ramp. Eenmaal op de Knardijk wordt de polder weer zoals ik het graag zie. Rechte wegen, windmolens en weinig verkeer. Het was werken en er stond al 150 km op de teller, maar nog steeds liep het goed. Snel was ik bij de Stichtse Brug en via Eemnes en Groenveld kwam ik op bekend terrein.

De overweg hieronder is mijn favoriete. Vroeger logeerde ik bij oom Cor en tante Ria in Baarn en dan gingen we hier naar toe lopen om 'treinen te kijken':


De laatste 15 km zijn dan mentaal het zwaarst. Je bent er bijna, kent bijna elk stukje van de weg en het is dan wel even genoeg. Desondanks ging het prima en eindigde ik de tocht met een keurig gemiddelde van 29,1 km/h. Opmerkelijk fris kwam ik aan en was ik zeer tevreden met de dag.

De laatste weken heb ik toegewerkt naar de Ventouxvorm. Een paar keer spinnen, de hometrainer en wat vaker tochtjes gereden. Ruim 1100 km aan voorbereiding op de weg is natuurlijk wel wat mager, maar gelukkig ben ik dat zelf ook nu. We zullen zien wat het wordt.

De teller ging van 930 naar 1130 km
De route zag er zo uit.
De grafieken van de dag: