04 augustus 2009

Een stroef begin



Vergelijk bovenstaande cijfers van mijn vaste rondje en je weet genoeg. De eerste reeks was de laatste keer dat ik liep in maart van dit jaar en gisteren heropende ik mijn hardloopactiviteiten op hetzelfde parcours. Goed om te weten wat training met je kan doen en welke progressie er in principe inzit. Ik liep op mijn oude schoenen en dat voelde niet helemaal goed. Ben hard aan een nieuw paar toe en misschien voel ik dan mijn knieën wat minder. Wel ben ik heel rustig van start eggaan en ik merkte dan na een kilometer of vier het ritme een beetje terugkwam. De versnelling op het eind mag geen naam hebben, maar de bijna acht kilometer kon ik verder goed en nonstop uitlopen.

De komende weken wil ik weer nadenken over doelen om te lopen, wedstrijdjes uitzoeken via hardloopkaldender.nl en mooie schema's opsnorren. De grootste uitdaging zit in het vrijmaken van tijd voor het lopen, zeker in de gure herfst- en wintermaanden, waar de drempel om te gaan lopen vaak hoog is. En de komende weken gaat er ook nog tijd op aan het fietsen, want de Alpen lonken en die verlengen het fietsseizoen nog maar eens met dik een maand. Voor mij is looptraining een prima conditietraining waar ik met het fietsen plezier van heb. en dat die conditie een stuk beter kan bewees gisteren maar weer.

03 augustus 2009

Herstellend door de 2000 km grens

Het was me een tochtje wel zaterdag. Volledig uitgewoond na 160 km door de Ardennen kwam ik aan bij het startpunt, maar zondag was het eigenlijk allemaal wel weer over. Desondanks besloot ik tot een hersteltraininkje. Via Hilversum en Lage Vuursche weer naar huis. Ben niet van het middenblad geweest, 42x15 en hartslag was rond de 120. Benen lekker kunnen draaien en inderdaad de laatste restjes verzuring weggefietst. Vreemd genoeg moest ik drie maal van de fiets om te wateren. Eenmaal thuis bleek ik juist door de 2000 km voor dit jaar te zijn gegaan. Normaal eindig ik op dat aantal, maar ik ga nog wel even door. Over dik zes weken gaan we naar de Alpen en ik wil nog wel even doortrainen. Het zou me niet verbazen als ik nog dicht bij de 3000 km ga komen.

De laatste 10 km reed ik op één van mijn hardlooprondjes rond Groenekan. Daar ga ik morgen ook weer mee beginnen. Heb de hardere hardlooptrainingen nodig om mijn conditie op peil te brengen want ondanks die 2000 km is die nog niet optimaal.

02 augustus 2009

Sean Kelly á l'improviste


Mailtje van Jeroen: LBL komt niet zo goed uit op 8/8, maar op 1 augustus is er een alternatief in de vorm van de Sean Kelly. Ook goed om de vakantie te besluiten. Wel vroeg weg weer: 5.45 ophalen bij de voetbalclub waar Sjaak trainer is van een meisjeselftal. Dus vroeg de wekker gezet en apart gaan slapen om de VdH een rustige nacht te geven. Eenmaal met de fiets op de voetbalclub aangekomen was er een bericht: Jeroen had zich verslapen en was een half uurtje later. Geen punt.



Al mijmerend over nieuwe trainingen en voetbalsuccessen vloog de tijd voorbij. Het weerzien met Jeroen was aangenaam. We waren met zijn tweeën want de anderen waren afgehaakt. Ronald was apart gegaan en was waarschijnk al zo'n beetje onderweg. In elk geval deed Jeroen er alles aan om snel in de Ardennen te zijn. We waren 2 uur en 15 minuten later vlak voor de Baraque de Fraiture waar de start was. Er waren slechts auto's met fietsen op de weg maar de file die ineens opdoemde was een verrassing. Inderdaad: al op de afslag stond er een file. Daar houden wij niet van. Resoluut stuurde Jeroen naar de linkerbaan en zoefden we naar de volgende afslag. Dan maar elders van start gaan. Gelukkig ken ik het gebied redelijk op mijn duimpje en ik bedacht dat we wel zouden kunnen starten bij het restaurantje waar Elsje en ik onlangs een wandeltocht waren gestart. Dat weekend had ik ook al een tocht gereden in de Ardennen en de Haussire gereden, de 'zwaartste 'col' in België. We konden ons daar op de parkeerplaats omkleden en al een goede kop koffie krijgen. Om 9.15 stapten we op de fiets en reden we ca 15 km om op de route te komen. Na zo'n afstand weet je wel of de benen goed zijn of niet. Het was matig vandaag; iets dat me in de Ardennen vaker wel dan niet overkomt. Maar goed: het fietsen met Jeroen, goed voor al 5000 fietskilometers, was wel een genoegen. Eenmaal op het parcours ervoeren we de massaliteit van de Sean Kelly. Na Vielsalm bleek iedereen voor de 130 km te gaan. We gingen samen verder, maar al snel kwam er een derde fietser bij die uit Dongen bleek te komen. Hij wachtte aanvankelijk af, maar op een lang stuk dat we uit de Waalse Pijl kennen deed hij ook zijn werk. Uiteindelijk kwamen we bij de Stockeu en die nam ik 'op reserve'. De 26 was nog niet nodig, maar het was wel hard werken. Jeroen hield ik keurig in zicht en onze fietsmaat was al naar boven gesneld. Ik reed bij het standbeeld voor Eddy Merckx gelijk door, omdat de Stockeu nog 2 km doorloopt. Gelukkig gingen we daarna op een normale manier naar Wanne, alwaar we onze eerste koffiestop hielden. Een prachtig uitzicht (zie foto boven)op een rustig terras, want iedereen reed op de bevoorrading door. Wij namen een dik half uur pauze en vervolgden daarna onze tocht. We zaten op een gemiddelde van maar liefst 27.4 km/h. Dat hield stand in de volgende 40 km. Een nieuwe helling na Trois Ponts kwam uit op de Ancienne Barrière, waar we meestal omhoog gaan. Een flinke 'bijtrap'afdaling over een rechte weg en we reden kop over kop om de snelheid rond de 60 km/h te houden. Daarna een flink klimmetje, gevolgd door een glooiend stuk op een rustige hoogvlakte. Dat bracht ons naar het dal van de Amblève en dat volgden we 13 km naar Remouchamps. Daar was een pauzeplek en die gebruikten we even. De tocht liep daar op zijn einde en het was duidelijk dat we behoorlijk aan het improviseren waren. De Redoute ging goed en ik zat vlak achter Jeroen, tot ik bovenaan merkte dat de tank redelijk leeg aan het raken was. Opkomende kramp verhinderde me op de Chambralles aan te zetten en waar ik de eerste 100 km Jeroen goed kon volgen, was hij ineens mijlenver. Op het valse plat naar Barvaux reed hij honderden meters van me vandaan, en ik verzocht in Bomal om een pauze. Jeroen vond het best, was totaal niet moe, maar fietste lekker een dagje met Sjaak. De route hadden we nu verlaten en Sjaak reed op richtingsgevoel terug naar de auto.



Op het teras, veel cola gedronken en gegeten, maar de krachten keerden niet echt terug. Hier zie je het verschil tussen 5000 km trouw en stelselmatig fietsen en 1800 km versnipperd fietsen. Na Barvaux was het eigenlijk alleen maar klimmen naar Dochamps. Jeroen wachtte geduldig op me, maar de laatste 4 km moest hij gewoon maar gaan. Inmiddels reed in 30x21 op een klim waar ik normaal makkelijk het binnenblad rondkrijg. Volledig kapot draaide ik maar door, wetend dat ik ooit zou mogen stoppen. Ik was nog net fit genoeg om te weten dat dit een geweldige training was. Fijn voelde ik me niet en bij het vertrekpunt aangekomen heb ik als een volwaardige Tourrenner een paar minuten over een hek gehangen. Jeroen was zich al aan het omkleden, terwijl ik nog tot de levenden moest terugkeren. Na een kwartiertje zaten we al achter een biertje en was het allemaal weer normaal. Herstel komt snel. Na een prima, maar niet echt bijzonder maal, waren we tegen 21.30 weer terug in Utrecht. Een geslaagd tochtje.

De statistieken gaven aan dat we 157,6 km hadden gereden met 2408 hm. Het gemiddelde was inmiddels we gezakt naar 25,4 maar dat was nog steeds niks om je voor te schamen. Nog een week of zes voor we naar de Alpen gaan. Ik weet wat me te doen staat om verder in vorm te komen.

28 juli 2009

Een onverwacht kado II


De voorgeschiedenis is duidelijk. Nu de tocht zelf. Een goede bergrit begint met een straffe bak koffie en een sanitaire stop. Aldus gedaan en toen direct de Peyressourde op. Luchon hoefde ik niet door. Waar ik in de Quercy nog de 30 niet nodig had, zelfs niet op stukken van 10%, zat ik in no time in mijn basisklimverzetten van 30x19/21. Alsof het hele gestel weet dat het serieuze business is. De eerste echte col voelde direct vertrouwd. Rustig in cadans, volledig op reserve en met een verpletterend prettig gevoel dat ik hier op mijn plek ben. Niet omdat ik nou zo'n geweldige klimmer ben, maar gewoon omdat ik dit heel fijn vind om te doen. De eerste col ging in 1.03 en dat nog wel sneller gekund. Maar daar ging het niet om. De afdaling naar Arreau viel tegen. Eerst veel tegenwind op het echte daalstuk en later vals plat naar beneden. En Arreau zelf was een drukte van belang waar van alles te doen was, maar weinig dat mij kon bekoren. Een koffie, een cola en wegwezen.

De Aspin was de volgende opdracht. De eerste twee km's stelden niks voor. Daarna begon de col te 'lopen'. Een Duits stelletje in een oude VW reed bewonderend langs me heen. Verder was het enorm rustig. Lunchtijd waarschijnlijk. Ook hier peddelde ik rustig door. Na de helft kwamen er serieuze stukken van 8% á 9%. Daar begon ik het wel een beetje te voelen. Binnen het uur was ik boven (57 min). De prachtige col met een subliem uitzicht naar beide kanten deed alles echter weer vergeten. Even speelde ik met de gedachte om door te rijden naar de Tourmalet en dan te kijken hoe ik weer in Luchon zou komen. Gelukkig koos ik daar niet voor. De afdaling naar Arreau was heerlijk. Auto's volstrekt kansloos achter me latend zoefde ik naar beneden. Harder dan 74 km/h liet ik het niet gaan: het was immers vakantie.

In Arreau op hetzelfde terras het enige eetbare besteld: een croque monsieur. De vraag was of dat voldoende was voor de laatste col; de Peyressourde van de andere kant. De aanloop kende ik al wel en op het valse plat deed ik erg rustig aan. De stukken tegenwind en 10% zouden genoeg van mijn energie vergen. Ik genoot van de omgeving en de enorme rust die op de col hing. Al snel bleek dat mijn relatieve matige getraindheid me hier wel parten zou spelen. Daarom maakte ik een kleine stop op 3 km onder de top en ging vervolgens redelijk fris het laatste stuk in. Op de top het zoveelste SMSje naar de VdH gestuurd en ook naar mijn broer Doesbrand, die twee dagen later de Ventoux ging beklimmen.

De afdaling naar Luchon werd nog effe link toen een 'camion' werd ingehaald en ik een auto op mijn weghelft zag verschijnen. Ik kon uitwijken, maar het zoveelste bewijs dat je bij dalen altijd moet 'overhouden'. Zeer voldaan kwam ik aan in het stadje waar ik al zo lang het idee van heb dat ik daar vanuit het westen in moet aankomen. Dat was toch een ander gevoel; dit keer zonder eerst de Aubisque en de Tourmalet, twee cols die nog even zwaarder zijn ook. Maar goed het begin is er nu. Voor de dame op het terras in Luchon hoef ik niet meer terug te komen; er was niks eetbaars terwijl het bord toch duidelijk aangaf dat ik nog wel een pastaatje mocht kunnen bestellen. Het bedierf de pret maar kort. Jubelende berichten naar 200 km verderop en vriend Jeroen die nog in Maleisië zat. Die zou graag mee hebben gefietst, dat weet ik zeker.

De terugrit in de auto verliep in een vloek en een zucht. Bordevol moraal keerde ik terug naar ons vakantieadres waar ik voor het donker binnen was. Een prachtig en onverwacht kadootje deze tocht.

Zie hier de route in GPS

26 juli 2009

Een onverwacht kado I

Vakantie 2009. Ergens in de zuidelijke Quercy, zuid Frankrijk. Op 100 km van Toulouse. Racefiets is mee. Tijdens een gesprekje met de buren bij het vakantiehuis laat Sjaak vallen dat hij gek is op de bergen en zó de 200 km rijdt met de auto om in de Pyreneeën te fietsen. Nou, waarom doe je dat dan niet zegt de VdH. Van mij heb je de zegen. Dat hoef je geen twee keer tegen Sjaak te zeggen. Direct de voorbereidingen gestart en de volgende dag was het zover.

Nu is het zo dat Sjaak iets met de Pyreneeën heeft. In 1983 was ik nog net 16 jaar en zat ik zoals vaker naar de Tour te kijken. De 10e etappe van Pau naar Bagnères-de-Luchon veranderde mijn wielerbeleving. Na die etappe wist ik dat ik zou gaan fietsen, in de bergen en ooit zou ik zélf van Pau naar Luchon fietsen. De etappe over de Aubisque, Tourmalet, Aspin en Peyressourde (de grote vier Pyreneeëncols) werd een klassieker. De Tour was zonder Hinault gestart en in het jaar ervoor waren Zoetemelk (2e), van de Velde (3e) en Winnen (4e) achter hem geëindigd. Dat moest wel een nieuwe zege na die van Joop in 1980 opleveren. Peter Winnen was naar de Raleighploeg van Peter Post overgestapt dus dat zou moeten lukken. Zeker met twee klimtijdritten in het parcours.

In de aanloop naar de eerste bergetappe was Winnen al een paar keer in de problemen gekomen. Kelly stond in het geel, maar die was nog vooral een sprinter toen. De Colombianen waren nieuw en waren al op grote achterstand gereden. Ze zouden de Tour doen ontploffen. Hun eigen kopman Florès was daar een van de slachtoffers van. Na een zinderende etappe bleken de nieuwe helden Delgado, Simon, Millar en Fignon te heten. De Nederlanders stonden op grote achterstand. In de Alpen maakte Winnen veel goed, en bleek debutant Fignon uiteindelijk te sterk en won deze de Tour. Maar de etappe naar Luchon is voor mij het icoon uit de Tour van 1983. De afdaling van Delgado naar Luchon, waar hij met zijn neus op het stuur ligt is een bekend beeld geworden. De demarrage van Millar op de Peyressourde waarmee hij zijn vluchtmakker Jímenez van zich afschudt is in mijn beleving een geweldige versnelling gebleven. Ooit zou ik daar rijden beloofde ik mijzelf. Het onderstaande flmpje -toepasselijk in het Spaans, want het gebeurt allemaal op de grens met Spanje, geeft een mooie samenvatting van die etappe.



In 1991 ging ik met mijn fietsgroepje naar de Pyreneeën. We fietsen toen de Tourmalet van beide kanten (legendarisch moment toen op de klim vanuit St Marie de Campan vriend J. op aangeven van vriend L. op het buitenblad bleek te klimmen). ook de Aubisque vanuit het oosten gedaan maar toen mistte het enorm en was er eigenlijk niks aan. De Aspin en Peyressourde bleven nog op het lijstje staan. In 2004 was ik weer in de Pyreneeën maar waren we oostelijker. Het kwam er dus niet van om deze cols te gaan fietsen maar we kwamen wel in de buurt van Luchon. Ik weet nog wel van die tocht dat ik op de col de Portet d'Aspet helemaal voor gaas ging (hongerklop, kramp, uitputting), precies op het stuk waar in 1995 Fabio Cassertelli -in de afdaling- letterlijk stierf. Later die vakantie hersteld ik me goed en kon ik -ondanks een open blaar op mijn zitvlak- goed omhoog. Maar Pau - Luchon en alles wat daar tussen lag kwam niet in bereik.

Op 19 juli 2009 was de kans. Weliswaar niet voor het hele stuk, maar de Peyressourde en Aspin moesten wel te nemen zijn. Een tochtje met de auto van 230 naar Luchon;; bijna drie uur rijden. Ik had het er voor over. Rond 11 uur was ik daar en parkeerde de C8 bij het station. Daar begon mijn tocht.

later meer in deel II

04 juli 2009

De drie minuten grens is in zicht

Vandaag een rondje Amerongse Berg. Rustige aanloop gedaan, met redelijke meewind. Daarna de Amerongse Berg opgeknald. Redelijk licht verzt (40x16/17) maar toch een HF van 188. 3'05", de drie minutengrens zit eraan te komen. op 30/4 was ik bijna zo snel, 3'09", en toch voelde dit goed. Rustig naar huis gereden met een redelijke tegenwind. Geen bijzonder rondje

03 juli 2009

Een ongewone Tour


Morgen begint de Tour de France 2009. Door het geval Dekker, natuurlijk meteen al weer besmet, maar Sjaak maakt het allemaal niks uit. Die zit in oktober gespannen te kijken naar het parcours van de Tour van het jaar erop en probeert te achterhalen welke cols hij zelf al heeft gefietst. Vaak zijn dat de grote jongens: Galibier, Alpe d'Huez, Tourmalet, Aubisque, dat werk. En is het rondje traditioneel opgebouwd uit een tiental vlakke etappes (die allen eindigen in de onvermijdelijke massasprint), met een tijdrit tussendoor. Dan eerst de Alpen en dan Pyreneeën, maar overigens is het meestal andersom. De grote tijdrit op het einde maakt dan het definitieve klassement.

Dikt jaar gaat het anders worden. De favorieten zullen de eerste week zich moeten laten zien. De openingsrit is een tijdrit van 15 km licht bergop/bergaf en daar zullen direct al verschillen worden gemaakt. Na een paar dagen gaan ze door de Pyreneeën, een etappe die in Barcelona start nota bene. Je kunt in die eerste week de Tour al echt verloren hebben. Daarna snijdt de Tour naar het Noordoosten en laten ze het deprimerende Nood-Frankrijk letterlijk links liggen. De Vogezen en Alpenritten lijken op papier niet zwaar, maar als de toppers elkaar pijn doen kunnen ze hun lol wel op. De Ventoux als laatste beproeving is prachtig. Dat kan echt spektakel worden (zoals Sastre vorig jaar op Alpe d'Huez), maar ook een tegenvaller met etappewinst voor een vage vluchter van het eerste uur. Een gok die niet genoeg geprezen kan worden. Sowieso vind ik de trendbreuk in dit parcours erg aantrekkelijk.

En dan de bergen. Ze gaan de Agnes rijden en de Romme. Beklimmingen waarvan ik dacht -nadat ik ze had voltooid- dat ze ondergewaardeerd zijn en best wel eens in een Tour zouden mogen worden opgenomen. En jawel, jaren later is het zover. Vooral die Romme is loeisteil in het begin en ik heb die hele klim aan onze vriend Gianni moeten denken natuurlijk. De Agnes nemen ze van de iets makkelijker kant; die ik klom lijkt in de eerste 5 km op de Ventoux qua steilte. En dan ja: de Ventoux als toetje. De mythe van de Berg schrijft zichzelf natuurlijk steeds verder. Vorig jaar heb ik de Ventoux uitgebreid verkend en bereden en ik verheug me op de rit ernaar toe. Ook als kan een kruk winnen die dag.

Over winnen gesproken; zelden was het vooraf zo leuk en open. Contador kan voor de tweede gaan, maar hij zal een Armstrong in zijn ploeg hebben die hem nerveus maakt op een manier waarbij Bernard Hinault, die dat bij Greg Lemond in 1986 deed, verbleekt. De Schleckjes natuurlijk, vooral Andy reed sterk in L-B-L, al vrees ik dat daar dan ook weer een luchtje aan zal hebben gezeten. Evans zal lang genoeg passief blijven om tot op het laatst te kunnen winnen, maar zal dat door zijn Zoetemelks gedrag (nooit boven je mogelijkheden gaan en nooit zelf aanvallen) weer 2e gaan worden. Sastre lijkt me weer in zijn hok (ergens op de 8e plek). En Mentsjov? Ik vrees voor een Rasmussen-scenario, hetzij vandaag, hetzij tijdens de Tour: als Rasmussen en Dekker al ontmaskerd zijn, waarom hij dan niet? Zijn tijdrit in de Giro was geweldig, wat kan die gozer afzien. Ik hoop voor hem dat het rustig blijft. En natuurlijk ben ik blij met Gesink. Heb je iets om naar uit te kijken tijdens de belangrijke etappes. Gesink gaat de top 10 net wel of niet halen voorspel ik. De Tour is niet de Vuelta of Dauphiné. Van al die Rabotalenten uit begin deze eeuw is hij de enige die op dit niveau os gekomen. Al die anderen, zoals Joost Posthuma of de door Bert Wagendorp nog zo gelanceerde Pieter Weening is weinig terecht gekomen, althans de echte top is niet gehaald. Want als je de Tour überhaupt kan en mag rijden ben je een enorme held. Het is onnoemelijk zwaar en dat maakt het juist zo mooi.

Het wordt ook de eerste TwitterTour. Er zal heel wat afgekwetterd worden, maar dat maakt het allemaal zo mooi. Nog maar één dag wachten en twee nachtjes slapen (dat dan weer wel)

04 mei 2009

Oude tijden herleven in Grenslandklassieker

Gek genoeg ging de Grenslandklassieker niet over het Drielandenpunt, in tegenstelling tot grote broer 'Shimano-Fietschallence'. Het was niet het enige puntje voor de rouite waar ik een verbetersuggestie had, maar belangrijker was dat WTC uit Geleen een puike organisatie had neergezet. Goede bewegwijzering, prima verzorging onderweg, een bewaakte stalling de hele dag door en vriendelijke mensen. Het waren de randvoorwaarden voor een geslaagde dag.

Jeroen maakte in januari de 'fietsagenda' bekend en na goed bestudering wist ik dat er één gelegenheid zou zijn om samen te fietsen. Op 3 mei, Grenslandklassieker. Die had ik vorig jaar al willen rijden, maar toen was Klimmen-Banneux-Klimmen me zo slecht bevallen dat ik toen een rehabilitatietochtje nodig had om weer terug te komen in het ritme. Jeroen had Jurjen en Tiny opgetrommeld uit 'het Gooische'. Karim (griep), Erwin (longonsteking) en Theo (naweeën van een botsing met een paaltje) waren afgehaakt. Gelukkig ging Nico mee, dus 'het Sticht' was goed vertegenwoordigd. De aanvulling kwam dit keer uit Rotterdam; havenbaron Willem haakte zijn -voor ons- nieuwe Gazelle weer eens aan, na twee jaar uit beeld te zijn geweest. Hij had zijn buurman Daniël meegenomen, die het postuur van een rasklimmer had (klein, tenger, licht en geschoren beentjes). Kortom dat beloofde wat, zeker toen Ronald ook nog kwam opdraven.

Tiny was vooruit gegaan en bleef dat de hele dag. Zij ging voor de 170 km. Sjaak had bedacht dat de 210 km wel haalbaar moest zijn, al was voor de opbouw de 170 km veel beter natuurlijk. De eerste 30 km ging het redelijk, ik kon aanvankelijk makkelijk mee met Ronald, Jurjen en de ijzersterk rijdende Jeroen. Maar na een paar klimmetjes merkte ik dat in de inhoud nog ontbeerde om dit 210 km lang vol te gaan houden. Met pas 700 km in de benen en een goede basisconditie kan ik de heuvels goed aan aan, maar de vraag is wel of dat een hele dag lang goed blijft gaan. Scenario's van kramp en uitputting doemden op en ik besloot rustiger aan te doen en op de anderen te wachten. Die waren in Teuven gelijk de klos van mijn lekke band/afloper. Dat was nog even link, want in een bocht slipte ik gevaarlijk weg met mijn achterwiel. Het goede nieuws van die lekke band is dat ik nu wel zo'n beetje weet hoe de CO2 patronen werken. Het slechte nieuws is dat het twee bandjes en drie patronen heeft gekost. In elk geval bezuinig ik niet meer op de patronen, dat is wel duidelijk. Achteraf bleek ik meer dan helft van de tocht op een druk van slechts drie bar op mijn achterband gefietst te hebben.

Het tempo lag in deze groep wat lager en we kwamen de massa's van de Fietschallence ook regelmatig tegen. We deelden een steil klimmetje vlak voor Henri-Chapelle en daar bleek weer dat er met de kracht niks mis is dit jaar. Dat is goed nieuws voor de Mortirolo, waar de hoge percentages eerder regel dan uitzondering zijn. Een berg die Ronald juist heeft doen besluiten om niet mee te gaan met de Pantani. Maar goed, die zal vast last minute nog wel kriebels krijgen en het zou me niets verbazen als we die toch in Bormío gaan zien. We bereikten Eupen en daarna klommen we naar een fraaigelegen stuwmeer (Wesertalsperre) waar de eerste pauze was. We zagen nog net het supertrio weer opstappen en toen was al duidelijk dat Jeroen vandaag de twee kanjers zou kunnen blijven volgen. Nico keek me smekend aan en ik besloot over mijn hart te strijken en het '170-woord' te spreken. Akkoord. Daniël begon sterk aan de tocht, maar begon het al zwaar te krijgen. Hij zou eigenlijk de 140 km rijden, maar hij ging in ons kielzog ook voor de 170 km. Hij moest nog een kleine 100 km en deed dat grotendeels op zijn tandvlees. Maar afzien kon hij. Willem en Nico hadden goede benen en het was als vanouds om weer in deze samenstelling te fietsen. De klim naar het hoogste punt van de tocht (609 meter) was heel regelmatig en typisch voor de Hautes Fagnes. Desolaat, ietwat somber en rondom vochtig veenlandschap met bescheiden begroeiing. Ineens waren we in Duitsland en bleek inderdaad dat de consequentie van de 170 km was dat ik het mooiste deel van het parcours zou gaan missen. Dat was dan wel jammer en een reden om volgend jaar wel 'onverstandig' te zijn.

In plaats van bossen, vergezichte en meren reden we over een klinkerfietspad langs een doorgaande weg. Die overging in een weg die meer aan Parijs - Roubaix deed denken dan aan de Grenslandklassieker. Het betekende wel het begin van een fase van 50 km waarin overwegend werd gedaald. We sloten na wat beulswerk van Nico en mij aan bij een groep en die leek ons lang te gaan loodsen. Maar voor Daniël was het toch even te hard gegaan. Ik besloot te zakken en hem terug te brengen. Dat lukte niet gelijk maar toen een ander groepje ons achterop kwam haakten we daarbij aan. Met een regelmatig duwtje in de klimmetjes beperkten we de schade en bleven we keurig bij. In Plombières kwamen we op bekend terrein en hadden we een korte pauze. Even de band weer op 7 bar gebracht en dat scheelde toch wel. Overigens begon ik met de kilometer beter te rijden en van kramp of vermoeidheid was geen sprake. Dus een nuttige tocht. Maar he knaagde wel dat ik niet voor de 210 was gegaan.

De volgende stop was in Simpelveld en we besloten rustig te pauzeren in de stationsrestauratie. Jeroen gaf geen teken van leven op onze SMS-jes. Dat betekende dat hij óf dood in het wiel zat óf dat hij zijn echte vrienden niet meer wilde kennen; althans dat dachten we. Dat hij zijn telefoon ergens bij de start had laten liggen was niet in ons opgekomen. De laatste 30 kilometer waren deels saai en jammer dat de organisatie een route via de voorwijken van Heerlen had gevonden. Voor een geograaf wel aardig want nergens zie je zo scherp de scheiding tussen natuur/landbouw en het stedelijk-industriële. maar voor het fietsen was het draaien en keren en werd de tegenwind ineens een factor. Uiteindelijk haalden we de finish wel en was het aanhaken van Jeroen bij de twee vrienden toch wel het nieuws van de dag. Zijn rug was er niet blij mee en ik heb Jeroen wel fitter gezien, maar het zal nog een hele klus zijn om hem in juni bij te houden. Klasse hoor, na een flinke herniaoperatie die niet helemaal heeft geholpen, dit toch neerzetten.

De oorspronkelijk pizzeriaplannen gingen met Willem terug aan het front natuurlijk linea recta de prullenbak in. Na wat raadplegen van zijn thuisfront vonden we een juweeltje van een restaurant in Schinnen. Daniël wilde asperges en die zaten volop in het driegangen-verrassingsmenu. De bediening was zeer vriendelijk, professioneel en flexibel. Geen gepiep toen we aangeven dat we rond 21 uur wel naar huis wilden en alles in anderhalf uur moest gebeuren, maar het gewoon régelen en zonder ook maar een moment het gevoel van stress te geven. Glaasje wijn? Rood of wit? Misschien twee keer een half glaasje? Wilt u een tussengerecht of een dessert? Zelfs kregen we nog frietjes aangeboden. En het eten was zeer goed en smakelijk. En dan ben je met een zeer uitgebreide koffie voor € 50 klaar. Kom daar maar eens voor in de Randstad. Kortom: de terugkeer van Willem in ons peloton werd op gepaste wijze gevierd.

Nico was zo genereus om ook terug te rijden in de hybride van Ellen. Na Den Bosch kon ik het knikkebollen niet meer tegenhouden. Het voelde als een kind dat van een enerverend en mooi schoolreisje terugkwam.

Zie hier voor de opgemeten route van de 170 km.

30 april 2009

Duurtocht op bizarre feestdag


Traditioneel is Koninginnedag een dag om te gaan fietsen. Een paar jaar geleden fietste ik naar Deventer in de vrieskou, vandaag was het perfect weer natuurlijk. Het plan was om een kleine 120 km non-stop te fietsen. Relatief rustig, vooral in D1. De buitentochten moeten het duurvermogen op peil brengen; de hometrainer is er voor het vermogen en misschien kom ik er nog toe om af en toe te spinnen voor de algehele fitheid. Ik kwam rustig op gang vandaag en eenmaal op de fiets deed ik ook rustig aan. Handjes op het stuur en de GSM in de zak. Bij Maarn: SMS. Elsje (VdH)meldt dat er een aanslag is gepleegd in 't Loo. Shit weet ik terug te sturen. Later zal ze me nog 15 berichtjes sturen en daarmee had ik mijn eigen persdienst. De sjeu was er wel een beetje af, want welke gek doet dit nu? Zelf een beetje moslim-terrorist blijft van het Koningshuis af. Aan de andere kant besloot ik me niet van de wijs te laten brengen. En dus fietste ik lekker door, zonder voluit te gaan op te heuveltjes. De Amerongse Berg begon ik ook rustig, maar toen ik een stel inhaalde en zij hem liefdevol toesprak 'ga maar, hoor'. Kreeg ik hem in mijn wiel. Nu ken ik die klim erg goed en weet dat je de laatste 500 meter op het vals plat nog een verschil kon maken. Altijd fijn is je door twee snokjes eraan te geven iemand doet lossen. En de 3.09 die dat toch nog opleverde was een seizoensrecord. Als ik later in het seizoen echt een keer vol gas geef kom ik wel onder de 3 minuten (1,3 km).

Via Rhenen, waar het wel druk was, naar de overkant van de Rijn. Daar kan je zonder stoplichten of wat dan ook wat je ophoudt naar Vianen fietsen (de volgende brug, die over dan inmiddels de Lek gaat). De bekendste brug van Nederland -vanwege de files- lag er verloren bij. Vervangen door veel grotere exemplaren. Na 43 km doorjassen in D1 (en consequent rond de 32 km/h)kwam ik er aan. De laatste 15 km naar huis waren vooral bedoeld om uit te fietsen. Daarna begon het grote kijken naar de programma's die over de aanslag gingen. De feeststemming was wel weg op deze bizarre dag, maar het fietstochtje was prima. Op naar de Grenslandklassieker.

25 april 2009

Eerste test in de Ardennen


De eerste test zit erop. Een weekendje weg met Elsje in de Ardennen en zaterdag was de fietsdag. Ik heb 110 km gereden, 1600 hm met een gemiddelde van 26,5 km/h. Niet slecht voor een eerste Ardennenrit van het jaar.
De Ancienne Barriere gereden en daar een halve minuut van mijn tijd in augustus 2008 afgehaald (14.10 om 13.40). Wel met een fikse meewind, dat moet er bij worden gezegd. Maar goed: het begin is er en de vraag is wat de volgende stap moet worden. Ook de Col de Haussire gereden, de 'moeilijkste klim van België' (volgens Cotacol). Ik vond het wel meevallen, al was het gemiddelde in de laatste anderhalve kilometer zeker 12%. Die 6 keer achter elkaar en je hebt een beetje het Mortirolo gevoel...