22 juni 2008

Rondje Oranje

Sjaak fietst zo weinig dit jaar dat elke tocht een verslag rechtvaardigt. Na een slopend kamp vorig weekend, terwijl de mannen de Trois Ballons reden, vond ik zaterdagmiddag de tijd ervoor. De bedoeling was een rondje van 80 - 90 km, zonder stops. Normaal gesproken moet dat eind juni geen punt zijn, maar met net 700km in de benen is dat niet zo vanzelfsprekend. Het was zwaar bewolkt, maar aangenaam van temperatuur en de straten waren zwanger van de wedstrijd van die avond. Mijn Oranje (-Nassau) outfit paste natuurlijk goed. De eerste kilometers gingen stroef maar na een kwartiertje had ik een fijne 'zit' en een goede cadans te pakken. Op de klim naar de Hoogstraat zag ik dat de Heuvelrugloop hier langs liep. Ik bedacht me dat dit jaar het plezier in het hardlopen is teruggekeerd en dat ik mede daarom het fietsen wat minder fanatiek heb benaderd. Hetgeen geen belemmering was dit klimmetje met 25 km/h te nemen. Via Leersum en Amerongen (wel zo relaxed om de Amerongse Berg in je eigen tempo te nemen en niet te worden opgejaagd door Erwin en Jeroen) naar de Gelderse Vallei. Ik besloot een noordelijk lusje te nemen via de Stompert, Soestduinen en Maartensdijk. Op 15 km van huis begon de vermoeidheid te komen. Het tempo, dat constant boven de 30, 31 km/h had gelegen zakte naar 28, 29 km/h. Niet erg natuurlijk, maar een teken dat ik voor de Ventoux nog wel wat arbeid mag verzetten. De bijna 90 km ging in iets meer dan drie uur en ik was mooi op tijd voor de wedstrijd. Die helaas verloren ging, maar tevreden was ik wel over het rondje (voor) Oranje.

de teller ging van 701 naar 790

04 juni 2008

Join the club

Als een veulen dat na een week of wat op stal te hebben gestaan, weer de wei in mocht. Bijna een maand geleden fietste ik voor het laatst en ook vandaag was er genoeg anders te doen. Maar als je dan eenmaal op de fiets zit heb je spijt van al die gemiste kilometers. Ok, de 1900 km van Jurje in mei was onhaalbaar, maar 140 kilometer in de fietsmaand bij uitstek is wel magertjes. Wat ook magertjes is, is Sjaak zelf. Inmiddels weeg ik onder de 84 kilogram en ik kan geen broek meer aan zonder riem. Desondanks paste de nieuwe outfit me prima. Want de TC-ON-outfit, waar ik als Vriend van TC-ON kreeg zijn doop vandaag. En wel letterlijk. Ik was Zeist nog niet uit en het begon te druppelen. Tegemoetkomende fietsers waarschuwden me voor een hoosbui. Ik reed toch maar verder, maar ze hadden niks te veel gezegd. Na de Pyramide kwam ik op het tijdritrondje op de Ruiterberg. Inmiddels was ik al aardig doorweekt en omdat ik een kruissnelheid van 34 km/h aanhield, wat me aardig wat kracht kostte, begon ik al mijn kuiten te voelen. Dus enigszins op reserve het klimmetje naar de Hoogstraat begonnen. Komt er een treintje langs me heen. Aanpikken lukte niet, maar de mindere goden van het groepje bleef ik voor. Op de top viel het stil dus denderde ik er weer overheen. Toch een beetje de eer van Naarden-Bussum verdedigd. Daarna heb ik het tempo iets verlaagd, maar ik kwam nog wel aan een gemiddelde van 32 km/h. Op exact dezelfde plek als op de heenweg werd het weer droog. Studie van buienrader leerde dat er dat uur een bui van 10 bij 10 km boven de Heuvelrug heeft gehangen. Elke druppel is in de nieuwe outfit gekomen. In Austerlitz het kamphuis nog even verkend, waar ik over 10 dagen ben als de anderen in de Vogezen zitten, en daarna goed uitgebold naar huis. Een heerlijk tochtje.

de teller ging van 646 naar 701

12 mei 2008

In het spoor van de cracks

'We hebben vandaag wel tussen echte cracks gefietst' sprak Erwin toen we terugreden naar huis. Inderdaad, het waren niet de minste mannen in wiens spoor we door de Ardennen trokken. En Erwin mocht trots zijn dat hij de de hele dag in het spoor is kunnen blijven dan deze kerels die in een maand meer fietsen dan wij (lees: Sjaak) in een heel seizoen.

Het idee van Jeroen (eigen tochtje uitzetten in de Ardennen) werd door Jurjen opgepikt. Hij had ook wel zin en zijn maatje Ronald (ook bekend van de Dolomietenmarathon) sloot snel aan. En Ronald wist wel een route van ca 160 km. Sjaak vond het allang best, dit keer lekker meefietsen en nioet zelf opletten, en toen er nog twee anderen aanschoven (Ronald II en Mark) hadden we een mooi clubje. Om 9.00 uur vertrokken we uit Tilff. We waren niet de enigen die de drukte van Tilff-Bastogne-Tilff van de dag erna wilden vermijden. Op de eerste klim bleek dat het niveau van de groep geen beletsel was voor een prettige tocht. Het tempo was goed te volgen en er werd goed gekeken waar iedereen was. Ronald, Mark en Jurjen deden al het kopwerk en het was goed toeven in de luwte. Na Aywaille werd het allemaal wat steiler en moesten Jeroen en ik wel snel lossen. Er werd daarna keurig gewacht en wij konden dan weer aanhaken. Erwin kon wel aanpikken en daarmee bevestigde wat we allemaal al wisten: Erwin houdt zich in op onze tochtjes. Wat opviel was dat het tempo in de afdalingen hoog lag. De kopmannen trapten flink bij, remden niet veel en daardoor lag het gemiddelde bij de eerste koffie/taartstop in Grand Halleux op 25,3 km/h.

Daarna begon de finale met het echte klimwerk. Om te beginnen de Wanne. Een klim in twee stukken, met een afdaling erin zelfs. En een gat in de weg. Waar zowel Ronald II als Sjaak lek op reden. Sjaak zelfs dubbbel: voor en achter. En als dan je pomp dan wel vulpatroon het niet doet is het extra vervelend. Gelukkig waren er Vlamingen met hetzelfde probleem, dus kwam er weer lucht in de banden, maar met 5 bar druk fietste het niet meer zoals daarvoor. Jurjen toonde zijn klasse door eerst met een pomp naar beneden te komen (eigenlijk tevergeefs dus) en daarna nog mijn zonnebril te gaan zoeken. Hij heeft bijna drie maal de Wanne gedaan; goed voor de training zullen we maar zeggen.

In Wanne zelf besloten Jeroen en ik een deel af te snijden. We zouden elkaar aan de voet van de Redoute wel weer zien. De tank was aardig leeg en de alternatieve beklimming van de Haute Levee best pittig (stukken van 18%). De Rosier reden we samen op, maar de laatste twee kilometer kon Jeroen nog aanzetten. Sjaak paste, maar klapte niet in. En kreeg geen kramp. Zo groeit de vorm, en al is het allemaal een paar niveautjes lager dan de echte mannen: we kunnen toch aardig mee. Sjaak weet de weg in de Ardennen en dus was het vanaf de Rosier naar Remouchamps bijna 30 kilometer dalen, met af en toe een stukje omhoog. Een ideaal stuk om te recupereren. Maar niets echt: Jeroen en ik draaiden een flink tempo en het was weer als vanouds. Twintig jaar fietsen met Jeroen voelt bijna als een fietshuwelijk; je kent elkaar door en door en je hoeft je niet meer te bewijzen voor elkaar. Vandaag waren we weer goed aan elkaar gewaagd. Desondanks: toen Remouchamps werd bereikt was ik best blij. De bakker werd geplunderd met sportdrank en een vlaaitje en toen we bijgetankt waren gingen we op het terras zitten waar we hadden afgesproken. We hadden nog niet besteld of de rest kwam eraan; zij hadden ook afgestoken want Ronald wilde naar huis. En dus geen terras, maar de finale.

We begonnen met zijn allen aan de Redoute; waarbij Jurjen via de doorsteek in de rol van fotograaf sprong. De resultaten zijn er naar. Ineens zag ik in de verte het rode shirt van Mark; die kon inderdaad wel een stukje fietsen. Zijn geheim: 'jullie kijken te veel op die hartslagmeters, je moet gewoon rijden'. Ik zag voor me Erwin ploeteren: de zware dag had zijn tol geëist (hij had dat terrasje best wel willen bezoeken) en de kramp was aanstaande. Even overwoog ik een sprongetje, maar met 20% is er geen sprong mogelijk: blijven fietsen heeft prioriteit. Gelukkig kon ik op de Sprimont wel Erwin in mijn wiel houden hetgeen hem deed verzuchtten: 'je bent weer in vorm'. En inderdaad, de pauze in Remouchamps was goed geweest en ik had nog wel even doorgekund. Nu bleef de teller op 132 km staan. De anderen hadden 20 kilometer meer gereden en dat was precies de tijd die wij aan de pauze hadden besteed. Het gemiddelde was netjes: 24,8 km/h. In Tilff gingen Ronald en Jurjen meteen weg; de rest praatte nog gezellig na op een terras waar de T-B-T-sfeer ruim aanwezig was.

De feiten de dag:

De route in Google Maps.



De teller ging van 514 naar 646

04 mei 2008

Rehabilitatietocht


Het was natuurlijk bijzonder om op 4 mei door Duitsland te fietsen. Een goede gelegenheid om kennis te maken met een voor mij onbekend gebied. De tocht van RTC de Wildt uit Ulft ging over 125 km naar Xanten en daarna via een heleboel klimmende slingertjes naar Kalkar en Emmerich. In Nederland stonden nog een paar bultjes in het Montferland op het programma voordat we weer in Ulft zouden aankomen.

Aangezien Nico al de Steven Rooks-classic had gereden en vandaag beter thuis kon blijven besloot ik alleen te gaan. Meestal vind ik dat geen goed idee, want dan kan ik net zo goed thuis fietsen, maar vandaag besloot ik anders. Het was even zoeken naar de startplaats, maar eenmaal aangekomen was het heerlijk rustig. Na de hektiek van vorige week in Klimmen wel weer zo fijn. Naast mijn auto parkeerde een vriendelijke man van achterin de vijftig, die vroeger 'gekoerst' had. We maakten een praatje en het leek me leuk gezelschap, maar omdat hij op zijn maten wachtte besloot ik alvast te gaan. De eerste vijftien kilometer reed ik solo. Rustig aan; vandaag wilde ik me niet over de kop rijden. De wind kwam uit het oosten, dus schuin op de kop. Ineens zag ik een groep achter me rijden; de Keitrappers, althans een achttal vertegenwoordigers ervan, uit Lichtenvoorde. Ah, toch nog de juiste bus. En in hun kielzog reed de ex-amateur. We haakten achteraan aan -zo is nu eenmaal de code als je bij een groep aansluit- en raakten in gesprek. Hij kwam uit Ruurlo, heette Joep en zijn makkers hadden hem in de steek gelaten. Ik denk dat ik een goed alternatief voor hem was.

Na Xanten (dat kende ik van Suske en Wiske, album 137 'de Ringelingschat')begon het klimwerk. Nou ja, klimmen? Het leek erg op het gebied ten zuiden van Nijmegen. En dat loopt toch aardig omhoog. Joep en ik konden met de betere klimmers mee van onze zwijgzame vrienden uit Lichtenvoorde. En die wachtten op elkaar dus besloten we er samen vandoor te gaan. Het liep prima en we waren goed aan elkaar gewaagd. Vlak voor Kalkar (wie herinnert zich niet de snelle kweekreactor die daar zou komen) gaf Joep aan dat hij moe was. De pauze op het sfeervolle Rathausplatz (zie foto boven) kwam goed uit.


Tijdens de Kaffee mit Kuchen raakten we verder in gesprek. Over werk -we waren beiden betrokken bij de Gezondheidszorg-, fietsen, het leven en genieten van de momenten die je voor het oprapen hebt. Joep (zie foto) had een boek geschreven; ik blog onder de naam Sjaak. Wie weet lezen we elkaar nog verder. Hij nam een korte weg terug; ik maakte het tochtje af. Dat was tot in Nederland weer in het kielzog van de Lichtenvoordenaren. Daarna klommen we we weer en kon Sjaak afstand nemen. Het was dat ik twee keer de weg kwijt raakte, anders hadden ze nog mooi op me mogen jagen.

De tocht bleek bijna 130 kilometer te zijn geweest en was een groot succes. De kramp van vorige week kwam geen moment meer terug en gelukkig heb ik die wat nare bijsmaak weer kunnen rechtzetten. Wel voel ik nog wel een gebrek aan kilometers in de benen. Volgende week in de Ardennen maar verder werken daaran.


de statistieken van de dag; helaas had ik de hartslagmeter niet om.
de teller ging van 384 naar 514 km
gemiddelde was 29,9 km/h

27 april 2008

Hongerklop en kramp deren niet



Vorig jaar reed ik Klimmen-Banneux-Klimmen en werd toen overvallen door de massaliteit van de tocht. Het was toen mooi weer en ik had al de nodige kilometers in de benen. Dit jaar was het anders. Tot maart ging het allemaal prima en leek ik in betere conditie dan vorig jaar. Maar na het loopintermezzo werd het kwakkelen. Ik had tot gisteren in april slechts éénmaal gefietst. De afgelopen twee weken had ik griep en buikloop en de conditie was dus matig. Ook door andere vervelende gebeurtenissen was de moraal even weg en gevoegd bij de slechts vier uur slaap die ik had genoten (Erwin en Jeroen stonden om 6.45 uur op de stoep), was het niet verwonderlijk dat ik slecht aan de start stond.

Dit jaar geen Marco om mee te fietsen, maar Erwin en Jeroen. En een ander Goois fietsclubje. Jurjen en Tiny had ik al bij de Dolomietenmarathon ontmoet en zij brachten nog drie maten mee. Die heb ik de hele dag bijna niet gezien en ik zal uitleggen waarom. In het begin ging het rustig. De vrees dat de klasse van Jurjen ons snel uit elkaar zou trekken was ongegrond. Tot over de grens hield Jurjen het tempo gematigd en de groep bij elkaar. We kletsten wat bij en een mooie dag lag in het verschiet. Erwin verraste me door in Valkenburg, op weg naar de Sibbergrubbe, tegen me te zeggen dat we niet naar de Cauberg gingen. Dat was helemaal juist, maar je verwacht zo'n opmerking niet van Erwin. Die is in staat om bij 't Bluk te denken dat hij op de Veluwe rijdt.

Na de eerste serieuzere klim (naar Heyd) was er een schifting. Jurjen had met Tiny afgesproken dat ze vanaf daar eigen tempo zouden rijden. Tiny had van haar trainer de opdracht gekregen om niet hoger dan een hartslag van 163 te gaan. Wij gingen daarentegen los. Jeroen en ik konden Erwin en Jurjen niet volgen, maar kwamen in de afdalingen er telkens weer bij. Tot de nare kasseienklim bij Dalhem, waar die twee waanzinnig hard wegreden en werkelijk iedereen voorbij vlogen. Erwin slaagde erin om Jurjen onrustig te maken door gewoon te kunnen volgen. Jeroen en ik konden nog eenmaal aansluiten maar toen was het klaar. Maar tegelijk voelde ik al lichte kramp opkomen. Te weinig kilometers in de benen en mede daardoor vergat ik te eten en te drinken. In de slotklim voor het keerpunt in Banneux stortte ik volledig in elkaar. Jeroen reed van me weg en daarna was het volledig op. Op 30x23 reed ik een klim die ik normaal gesproken op het middenblad rijd. Hongerklop, opkomende kramp en geen moraal. Hoe moest ik thuis komen. Er gaat een trein vanuit Pepinster wist ik, dus dat zou ik moeten kunnen halen. Meer dood dan levend haalde ik het pauzepunt waar de anderen (op Tiny na) al waren en die hadden me ingehaald. Een van de mannen ('Prince' Paul) had me nog vriendelijk toegeroepen dat ik te hard van start was gegaan. Misschien wel, maar de beginnersfout van slecht eten was minstens zo funest.

Het energiepakket was in twee minuten op. Een sanitaire stop en wat rek- en strekbewegingen zorgden er vervolgens voor dat ik weer een beetje zin erin kreeg. Het vooruitzicht dat we wind mee zouden hebben deed de rest. Het ging eigenlijk wel weer. Dus met zijn allen weer op pad, alleen Tiny was al vooruit gegaan. Maar op de Cornesse (20%) bleek de kramp toch sterker dan ik dacht. Zo soepel mogelijk reed ik op 2/3 van mijn vermogen naar boven en haalde het zonder kleerscheuren. Zo zou ik de laatste 60 kilometer het moeten kunnen volhouden; er was geen keuze. De anderen verdwenen snel uit het zicht en hele stukken reed ik solo. Nergens kon/wilde ik aanpikken, maar voor mijn humeur maakte het niks uit. Prachtig weer, een mooiere route dan ik in mijn gedachten had (heen kom je door veel van die troosteloze dorpjes, maar terug bijna niet) en het vooruitzicht dat als ik deze dag door zou komen er nog veel mooie fietsmomenten gaan komen,gaven een goed gevoel. En als je dan een weg van 5 kilometer met de wind in de rug en 2% daling krijgt ben je zo weer een stuk verder. In Val Dieu stonden Jurjen, Tiny, Jeroen en Erwin nog te wachten; de rest was net door. Groot was het gat niet, maar eenmaal weer op de fiets moest in op het valse plat direct lossen. Nu was het echt uitkijken met de kramp. Toch ging het best aardig en ik hield Tiny goed in het zicht. In Nederland aangekomen sloot ik bij haar aan en we hebben de laatste 25 kilometer samen gereden. Dat was heel gezellig en je merkt dan dat een vrouw in het peloton nog steeds op veel bewonderende blikken kan rekenen. Zij reed overigens moeiteloos, lekker trainend binnen de goede hartslagzônes en Sjaak moest na Wijlre echt van de fiets. Na wat rekken en strekken konden de laatste 10 kilometer ook gereden worden en voldaan haalde ik de finish. Een netto gemiddelde van ongeveer 24,5 gehaald. Voor een fietsende kruk die ik vandaag was nog niet eens zo slecht.

Erwin bleek zijn tweestrijd met Jurjen uiteindelijk niet tot het einde volgehouden te hebben, maar hij heeft hem wel nerveus gemaakt. Klasse hoor, al je weet dat Jurjen vorig jaar 12.000 kilometer in de benen had. Jeroen zat daar achter en reed een prima tochtje. Ik vind het jammer dat ik hem dit keer niet kon volgen, maar dat komt wel weer. Het trio was al vertrokken, maar het leek me een leuk clubje, dus wie weet fietsen we daar nog mee.


De teller ging van 254 naar 384

06 april 2008

Weerzien met Oranje-Nassau

Na twee maanden stilstand, alhoewel: veel hardgelopen, schakelde Sjaak weer naar het fietsen. Ruim drie maanden voor de Ventoux: daarin kan een aardige basis gelegd worden voor een mooie tijd. Dit jaar ligt het accent vooral op relatief kort werk, power en souplesse, tijd voor lange tochten heb ik niet.

Vandaag was het weerzien met Oranje-Nassau. Ik had de oranjezwartten al een paar keer in burger ontmoet de afgelopen weken en we lezen elkaars webpagina's, maar samen fietsen is het echte werk natuurlijk. Helaas nog niet in de nieuwe outfits. Dan had het nog strakker gemaakt. Sjaak had met de routeman Dirk al gemaild en Paleis Soestdijk was een mooi ontmoetingspunt. Gisteren gaf ik geen duit voor de fietskansen en 6 uurtjes slaap was ook geen aanbeveling. Maar bij het opstaan was er geen keuze: een strakblauwe hemel en op kou kun je je altijd kleden. Onderweg daarheen stuitte ik op Nico, die ook daar had afgesproken en we kwamen 8.32 aan. Wetende dat de ON-ers strak op schema zijn, waren we des te blijer dat zij er nog niet waren. Dus hadden Nico en ik tijd om de aanstaande kredietcrisis in Nederland door te nemen. Nico, onze financiële man, maakt zich daar zorgen om, maar veel tijd was er daarna niet meer voor. Het weerzien was hartelijk en ik spotte meteen Pieter, mijn -nu al- Giosmaatje. Die was verstandig en had zijn oude Bianchi van stal gehaald: die Gios roest op die natte wegen onder je gat weg.

De mannen vlogen weg: het tempo ging naar 34 tot 35 km/h. Theo, voor mij nieuw (net als Koos en Pieter) ontpopte zich als tempobeul. Altijd fijn om erbij te hebben. Zo konden we meepeddelen en de benen sparen voor de klimmetjes. Die waren meer dan bekend, maar omdat een ander de navigatie deed was het toch weer een ander tochtje. Sjaak kon goed mee, maar was niet opgewassen tegen de demarrages van Erwin die op tweederde van elke klim uit mijn wiel kwam. Nog te weinig power dus en de vraag is of ik ooit Erwin's explosies kan bijhouden. Wat een poten heeft die gozer! Via Doorn, Leersum, Amerongen en een fikse koffiestop in Maarsbergen reden we weer terug. Sjaak onttrok zich aan het kopwerk en toen ik -bij wijze van boetedoening- de groep met een strakke 28 km/h over de Tankberg wilde loodsen, vlogen de mannen me voorbij. De sprint van de dag. Dan maar aanhaken. Bij de vliegbasis bogen Nico en ik af en reden we in toeristentempo naar Zeist en Utrecht. Altijd fijn als je dan een echte toerist bij de laatste 6 km tegenwind recht uit het wiel rijdt.

De kop is er af. Het is weer tijd voor 'avondlijke' tochtjes en langere weekendtochten. De Gios was vies maar is schoongespoten en staat klaar voor een snel vervolg.

De teller ging van: 144 naar 254

24 maart 2008

Met hapjes


'Eet ze, met hapjes' is een gevleugelde term in ons huishouden. Vandaag gold het voor mijn PR op de 10 kilometer. Vorig jaar kwam ik in Utrecht tot 45.53, tien dagen geleden tot 45.21 in Den Haag en de ambitie was vandaag onder de 45 minuten te komen. Alleen had ik niet gerekend op een Witte Pasen. Verkleumd kwam ik aan, maar na de 1K Jeugdloop (waarin Fenzemans en Olijf prima liepen) klaarde het weer op. Een lekker zonnetje deed de gevoelstemperatuur tot boven de 10 graden oplopen. Het waren er maar vier eigenlijk.

Na een prima start (op tijd in het vak gaan staan, zodat ik na 1.20 min al 'liep') gingen de eerste vijf kilometer in een goed tempo, maar niet te snel. Een tussentijd van 22.22 was mijn deel. Ik begon het toch aardig te voelen al, maar kon goed volhouden. Af en toe haalde iemand me bij en daar liep ik dan naar toe om vervolgens weer verder te zien. Indachtig Bernard Hinault die zo zijn tijdritten reed. Op een stuk met wind tegen probeerden diverse mensen achter mijn brede rug te lopen, maar ze haakten allen af. De kick die dat gaf liet onverlet dat ik op mijn tax liep. De laatste kilometer moest Sjaak achter een lange lijs lopen, maar met effect. Een hartslag die tot recordhoogte opliep (189 zelfs!) en een sprint tot 18 km/h. De eindtijd lijkt 43.56 te zijn, wat een tweede deel van 21.34 betekent. Een nieuw PR, en eigenlijk best een hap.

23 maart 2008

Pa(a)ssessie


Hoewel Sjaak geen actief lid is van de fietsvrienden uit Naarden werd hij toch uitgenodigd om via de club voor een zeer aantrekkelijke prijs wielerkleding aan te schaffen. Aangezien ik toch een paar tochten met de clubleden zal meefietsen dit jaar, kan ik dan als sympathisant me nog meer deel van de groep voelen dan doorgaans al het geval is. Over aanhaken doen de leden namelijk niet moeilijk en in (de voorbereiding op) de Dolomieten hadden we vorig jaar een geweldige week. Fietsbeleving bindt nu eenmaal en op het vlak van parcourskennis heeft Sjaak iets in te brengen.

Dus stonden we weer op de zolder van Erwin, die bezaaid lag met paskleding van het merk Bioracer. Als een kind in de snoepwinkel vulde Sjaak de bestellijst in. Twee shirts, een lange broek, een korte, een windstopper en een shirt met lange mouwen. Been- en armstukken zijn voor rekening van de sponsor. De geldmeter eindigde net onder de 250, geen slechte prijs voor deze volledige outfit. Dank aan Erwin en Tom die dit alles weer tot in de puntjes regelen.

14 maart 2008

De nieuwe Rasmussen?



Mooi wielernieuws. Robert Gesink wint op de Mont Ventoux. In Paris - Nice. Boogerdje is gestopt en er staat een opvolger klaar. Toch denk ik dat hij meer een type Rasmussen is. Kijk en geniet via het linkje.




Al dat gedoe over doping etc. ben ik zat. Het worden mooie tijden met nieuwe namen als Bouke Mollema, Sebastiaan Langeveld en de wat bekendere Thomas Dekker en Joost Posthuma. En belangrijker: nog maar vier maanden en Sjaak klimt ook deze noordkant van de Ventoux,

09 maart 2008

Klaar voor de start


De eerste weekenden van februari bracht ik al op de Gios door. Het mindere weer en het feit dat ik me voor twee keer een tien kilometerloop heb laten strikken heft ervoor gezorgd dat ik de racefiets nog even laat voor wat het is. Zaterdag is de City-Pier-City-loop in Den Haag. Daar loop ik met mijn collega's van de inspectie een bedrijvenloop. Ruim een week later met de ex-collega's, op herhaling in Utrecht, waar het vorige jaar heel aardig ging.

Ik heb ruim 60 kilometer getraind in die vier weken. Voor echte lopers is dat helemaal niks. Een echte hardloper ben ik niet, al heb ik er misschien wel meer aanleg voor dan voor fietsen of voetballen. Althans dat zei de looptrainer bij de voetbalclub ooit tegen me. Tijden van 18.30 op de 5 kilomter zijn nu onhaalbaar voor mij. Maar vandaag liep ik bijna vijftien kilometer door de regen en dat ging prima. in een niet al te hoog tempo weliswaar, maar toch redelijk soepel. Elke keer denk ik dan weer: waarom niet in de herfst en winter zoveel lopen dat ik in het voorjaar een halve, of wie weet zelfs een hele marathon aankan. Na alle blessures van de afgelopen jaren zou het nu weer moeten kunnen. Iets om over na te denken.

Wat ga je lopen? Dat is de vraag. Lopers zijn meer met schema's en tijden bezig dan fietsers. Mijn doel is om de tien kilometer in ongeveer 47 minuten te lopen. Wordt het meer dan 48 dan is het wat jammer, richting de 46 zou een hele mooie tijd zijn. Veel is ook afhankelijk van het weer. Vorig jaar was het in Utrecht warm en stond ik te ver achterin bij de start. En moest daardoor 9,1 km lang mensen kris kras inhalen. Het was warm die dag en ik weet niet of dat nou een voor- of nadeel voor me was. Door de VO2maxtest weet ik dat ik een tijd van 37 minuten theoretisch haalbaar zou moeten zijn. Ik zou de tijden van mijn jeugd weer kunnen lopen. Wel zo aardig om een midlife-crisis voor te zijn.