24 mei 2007

De Ardennen voor jezelf


Na een matige nacht vatte ik 's ochtends alsnog slaap en werd ik om half 10 wakker. Niet echt uitgerust maar goed genoeg voor de Grote Tocht. Het katterige gevoel van de Waalse Pijl wilde ik vandaag verdrijven door een fikse tocht. Er was een aantal route-opties, waarvan ik onderweg wel zou zien hoe het zou gaan. Via Wellin naar de voet gereden van de lange, gelijkmatige klim naar het Euro Space Centre. Via een prachtig weggetje door Smuid naar St Hubert en vervolgens de rustige weg naar Bertogne. Dit is een dunbevolkt deel van de Ardennen en je hebt hier de wegen bijna voor jezelf. De wegen zijn doorgaand, maar als er één auto per 5 km langs je heen flist is het veel. Een voordeel van de doorgaande wegen: weinig kaartlezen, relaxte klimmetjes (hooguit 6%) en weinig loslopende honden. Dat laatste weerhoudt me van de binnendoorweggetjes, die vaak buitengewoon fraai en dito steil zijn. De gelijkmatige klimmen zijn goed voor de conditie. Op redelijk grote verzetten kon ik aan de macht werken en in de afdalingen haalde ik met licht bijtrappen kruissnelheden van 50 km/h. Het gemiddelde was de hele dag dan ook rond de 25 km/h. De temperatuur liep overigens ook fors op. Toen ik via Ortho het supertoeristische La Roche-en-Ardenne bereikte gaf de thermometer 34 graden aan. Zo voelde het ook. De megakom tagliatelle met fruits de mer ging ook niet eens op: hitte en eetlust gaan slecht samen. La Roche ligt in een kom en is bijna alleen klimmend te verlaten.Zo'n heerlijke klim van een kilometer of zes, die je met ongeveer 18 km/h kunt nemen (zie foto). Via de Barrière de Champlon (dat hebben alleen de Belgen, dit soort kruispunten van vierbaanswegen; ze noemen ze Baraques of Barrières) weer richting westen. Een prachtige weg, met af en toe een stuk klimmen en veel en lang afdalen. In Wavreille besloot ik voor een lus Rochefort. Het dreigende van een naderend onweer was wel weg en een omweg naar huis lag voor de hand. Dan zou ik 20 km extra rijden en de benen voelden nog goed genoeg. Maar in de buurt van Rochefort heb je niet meer de wegen voor jezelf helaas. Uiteindelijk kwam ik op een rustiger weg en richting Wellin (van waar het nog maar 12 km was) begon de dorst en vermoeidheid toe te slaan. Voor het eerst moest ik naar de '30'(wel een stuk van 12%) en ik besloot tot een extra stop in Wellin. Meestal knal ik daar voorbij in auto of op de fiets en na een stop van een minuut of 20 zal ik dat ook in de toekomst wel weer doen. Niks te beleven en de kroeg was gevuld met van die Waalse bierbuiken, die rokend achter het urinoir staan en de indruk geven niks beter te doen hebben. Een redelijk afgetrainde fietser in een bolletjestrui voorbij zien komen was misschioen wel het hoogtepunt van de dag. Sjaak kon na de stop goed doorrijden naar Thanville waar uiteindelijk de meter op 152 km stond. Ik denk dat ik zeker 2500 tot 3000 hoogtemeters heb overwonnen, jammer dat de teller ze niet registreerde. Bij het uitblazen in de hangmat kwam alsnog de kramp op, dit keer in het linkerbeen, maar dat was accceptabel. De avond kwam alsnog het onweer, maar toen had Sjaak al lekker gedoucht, gegeten, gebeld met de VdH en uitgerust. Morgen nog maar zien of het van fietsen komt.

23 mei 2007

Opwarmronde


Vandaag naar Thanville gereden. Met de auto weliswaar, maar de komende drie dagen staan wel in het teken van de fiets. In mijn oude werkagenda staat dit benoemd als een fietsretraîte. Tussen twee banen in, even bijkomen van de chaotische en hektische afgelopen weken en verder schaven aan de conditie. Thanville is daar een uitgelezen plek voor. Mijn zus en zwager hebben sinds 1990 daar een oude boerderij gekocht, die destijds op instorten stond. Na een flink aantal jaren klussen is het meer dan bewoonbaar en de laatste 10 jaar is het voor Sjaak een regelmatig terugkerend rustpunt voor fiets- en wandeltochten. Thanville is een gehuchtje van nog geen 8 huizen/boerderijen, gelegen in een dalletje en slechts bereikbaar via een weg (zie foto) waarvan je serieus jezelf afvraagt of die wel ergens heen leidt

Ik vertrok pas om half 11 vanochtend uit Nederland en heb er ongeveer 2 uur en 50 minuten over gedaan; veel sneller kan niet. Het viel maar weer eens op hoeveel drukker het verkeer is geworden in de afgelopen 15 jaar. Inhalende vrachtwagens, bellende automobilisten, aarzelende senioren: ik hoefde me niet te vervelen. Na Brussel werd het rustiger en kon ik lekker doorrijden. IPod aan, vertrouwde weg, die na Namen echt Buitenlands wordt. In dik een uur was ik gesetteld en kon ik het vertrouwde rondje Vencimont - Felenne - Beauraing rijden. Een krappe 45 kilometer in dik anderhalf uur. Een aardig gemiddelde van 27 km/h gehaald. Zo kon ik het krampgevoel van zaterdag even wegfietsen. Het stuk naar Felenne, langs de grens met Frankrijk, is een van de mooiste weggetjes die in de Ardennen ken. Bijzonder rustig, heerlijk klimmetje (rond de 6 á 7% met stukjes boven de 10%). De Muur van Beauraing (max 14%) ging moeiteloos; het is beslist geen Stockeu!


Thuisgekomen lekker bijgekomen, gerust en wat geklust aan de fiets. De route voor morgen globaal uitgezet, spullen gewassen, rijst met prut gemaakt. Het is hier zo vertrouwd dat ik de komende dagen in mijn uppie zonder problemen door zal komen. Er is nu zelfs telefoon!

20 mei 2007

Pijlstokje



Het was het voorlopige hoogtepunt in Sjaak's voorbereiding voor de Dolomietenmarathon, over precies zes weken. De Waalse Pijl reden we vroeger, begin jaren '90, met ons oude clubje en was altijd een zware opgave. De tocht was niet zo massaal als andere tochten en het parcous bijzonder zwaar. Er zijn twee opties: een lange versie van 210 km of een kortere versie van 160 km. Een mooie test om te kijken wat de training (1000 km) en gewichtsverlies (2,5 kg) nu hadden opgeleverd: een peilstok voor de conditie dus. Erwin, uit de Naardense club, en ik kwamen vrijdagavond bij Jeroen, Irma en de dames aan. Die zaten in een Landal-park in Stavelot en wij mochten op de bank slapen. Dat scheelde een hondsvroeg ritje naar Spa, de startplaats. Nu mochten we om 6 uur op en waren we tegen 8 uur aan de start. Daar bleek de tocht wél de massaliteit te hebben bereikt, die het vroeger nog ontliep. Zeker 4000 fietsers stonden aan de start. De zoveelste Peter, die Jeroen opduikelde met als zijn fietsafspraken, reed met ons vieren mee. Toen hij na de eerste 70 km de dames wat met rust liet en zich op het fietsen ging concentreren bleek het een prima klimmer te zijn en een beul op het vlakke.

Het peloton net na de eerste stop op de Roche de Frêne

De tocht liep niet echt lekker voor Sjaak. Last van darmen en een slechte nacht waren niet bevorderlijk voor de conditie. Op de eerste 80 km, waarin we nog een lusje van een kilometer of 10 extra maakten toe we van de route raakten, ging het nog best aardig en kon ik op klimmetjes als Redoute en Chambralles (nieuw voor mij, maar een prachtige klim) mee met het geweld van Jeroen en Erwin. Na L'Ancienne Barrière raakte de tank leeg, zoals zo vaak bij mij tussen de 80 en 120 km en erger nog: de kramp begon op te komen. En dan zie je honderden mannen en 'treintjes' voorbij komen in een tempo dat ik vroeger toch ook aardig benaderde. Erwin loodste me nog gezellig keuvelend de Mont le Soie op en dat hielp wel. Net als de 15 km voor de Côte de Lignieuville, waarin ik meer rekkend en strekkend bezig was dan aan het trappen. Met dank aan de machinisten Jeroen, Erwin en Peter.


Nico komt boven op de Côte de Lignieuville

Die Côte (zie foto) ging verrassend goed en ook op de Stockeu leek ik er doorheen te komen. Daar hadden mijn kinderen onlangs met de échte Luik-Bastenaken-Luik gestaan (en de TV-rapportage gehaald!) en ik zag ze denkbeeldig mij nu aanmoedigen. Een kleine versnelling voor de echte top werd me fataal: kramp. Dat was de druppel om eerder af te stappen; het huisje was immers op nog maar 10 km. De Wanneranval haalde ik nog wel, maar met Nico inmiddels in mijn wiel en een afloper (een langzaam leeglopende band) om mijn achterwiel was de animo aardig gezakt. Peter sloeg de pauze over, Jeroen en Erwin konden de laatse 30 km ongehinderd doorbuffelen.


Erwin in een zeldzame positie: achter de groep.

Nico en ik genoten van het fraaie uitzicht en namen nog maar eens een koffie. Hoewel mijn conditie was verslechterd, maakte mijn humeur een omgekeerde route door. Eenmaal bij het huis aangekomen hadden we 136 km op de teller en nog een gezellige namiddag nog met de dames (Jeroen en Nico hebben samen 5 dochters die zó goed met elkaar omgaan dat ik altijd even moet nadenken wie ook al weer van wie is). Na de thuiskomst van Erwin en Jeroen besloten we een geslaagde dag met een etentje in Stavelot en keerden we laat huiswaarts.

En die Pijl als peilstok? Nou: de komende weken gewoon lekker doorgaan met uitrusten en trainen. Deze tocht liep wat minder, maar dat heb ik elk jaar wel. Door op het juiste moment te stoppen heb ik niks gefoceerd en er juist een goed gevoel aan overgehouden.

18 mei 2007

Rood of groen: that's the question


Straks reizen Erwin en ik af naar de Ardennen om ons te voegen bij Jeroen en Nico die daar met de gezinnen al bivakkeren. Morgen rijden we de Waalse Pijl, een zware tocht, met nóg vervelender klimmetjes dan de meer bekende LBL-versies. De vraag is: gaan we voor de volle 210 km of de iets relaxter 160 km. Vorm van de dag en het humeur van het moment zullen het bepalen. Rood is rechts na de Redoute en groen is links. Wordt vervolgd.

05 mei 2007

Het nuttige met het aangename


Tijdens mijn studie, waren de excursies de krenten in de pap. Net als bij Ina dus. Het was voor mij de ideale combinatie van onderweg zijn, dingen uit de omgeving zien en beter leren begrijpen. Het wetenschappelijke gehalte van de geografie mag ter discussie staan, het plezier van de praktische toepassing ervan ervaar ik dagelijks.
Gisteren reed ik naar Drenthe, een tocht van 160 km met 90% de wind minimaal schuin op de kop. Het was een heerlijke tocht, met veel geografische herkenning. Op de tegenwind had ik me ingesteld en me neergelegd bij een kruissnelheid van 26, 27 km/h. Dat heb ik ruim 7 uur volgehouden. Onderweg genoten van ons land, dat in deze periode op zijn fraaist is. Eerst de bossen van de Vuursche. Daarna, de polders in. De inrichtingspricipes van de jaren '70 en 80' bewonderd in Zuidelijk Flevoland (grote steden, links en rechts wat industrie, veel windmolens en verder geen nederzettingen) en die van de jaren '60 in Oostelijk Flevoland (naast Lelystad vooral agrarisch met kleine dorpen als Swifterbant) en de bijna retrosfeer van de Noordoostpolder. Genoten van de Ketelbrug, die ook nu weer gewoon openging.

Ketelbrug, met in de verte Urk

Doorgereden naar het het curieuze Schokland, dat weliswaar is opgegeten door de polder, maar nog wel herkenbaar is.

Schokland

Via de Kadoelersluis (zie foto bovenaan; er is daar maar liefst 4,5 meter verval)en Blokzijl de polders verlaten en de -doorgaans helaas overbevolkte- wetlands van de Weerribben doorkruist. Daarna via een waar dorpenlint Drenthe bereikt, waarbij elk dorp steeds meer op zo'n typisch Drenths brinkdorpen ging lijken. Kortom de tocht was genieten. Het was nuttig, want in Drenthe trof ik de VdH weer aan en er staat nu bijna 1000 km op de teller. Veel km's in de benen dus. Maar ook aangenaam in een heerlijk zonnetje met een graad of 20. En mijn oude vakkennis en -plezier maar weer eens opgehaald.

02 mei 2007

Bedevaartstocht

Fietsen is een katholieke sport. Het is niet heel lang geleden dat de Paus het peloton letterlijk inzegende en hoeveel renners kussen het kruisje niet dat ze dragen als ze winnend over de streep gaan. Twee weken geleden was ik nog op de protestante Veluwe, nu vroeg Marco of ik mee wilde rijden met Klimmen-Banneux-Klimmen. Een wielerversie van wat vroeger een bedevaartstocht naar Banneux was; een plaatsje 20 ten oosten van Luik waar vroeger Mariaverschijningen zijn geweest. Dat leek me wel wat. Wel vroeg op, maar een mooie voorbereiding voor de Waalse Pijl van over drie weken. Om 6.45 reed ik weg en in de Mol kon de cruisecontrol aan over de nog dunbevolkte A2. Voelde me net in d'n Oude Tuffer in de Efteling: je hoefde slechts te sturen. Coldplay hield me wakker.

Marco en zijn fietsmaat Glenn waren snel gevonden en er waren nog twee makkers uit Zaltbommel die niet echt erop uit waren om het gezellig te maken. Snel weg, geen sanitaire stop meer, al direct de grote verhalen en niet echt interesse in de medefiesters. We verloren ze snel uit het zicht. Glenn had het direct zwaar, gaf aan dat we eigen tempo moesten fietsen en Marco en ik deden dat ook. We reden ongeveer even sterk en even was er weer het Bleiswijkse Kooi-gevoel: vroeger zwommen we daar hele zomerdagen en doken we urenlang zo mooi mogelijk naar 2 meter diep. Nu dus uren op de fiets en toen het gedrang wat minder werd hadden we tijd om bij te praten. Via de Voerstreek en het wat saaie Land van Herve koersten we richting Ardennen. Bij het keerpunt, Banneux dus, kwam alles weer samen: de Zaltbommelaars en ook Glenn die stug doorreed en in zijn eigen tempo het prima deed. Na de relatief korte pauze reed Marco in de snelle afdaling naar Pepinster lek en waren we de Bommelaars weer kwijt. Glenne haakte met een weigerende triple ook snel af en zo gingen we met behoorlijk wat tegenwind weer naar Nederland toe. Na 110 km had Sjaak het wel gehad, maar even op de tanden bijten hielp. Net als de mens- en vlagbediende spoorwegovergang van de stoomtrein bij Wijlre, die het jachtige liefhebberspeloton even deed rusten en onthaasten:



Na 132 km waren we weer terug en kwam Glenn na 20 minuten netjes binnen. Even nagetafeld en wat gedronken. Jammer dat we de Trois Ballons niet fietsen maar dit duo past prima in onze fietsgroepjes. Heerlijk gefietst met een gemiddelde van net onder de 25 km/h. Alleen was het jammer dat weer bijna 2 uur autorijden volgde. Maar de fascinerende ontknoping van de Eredivisie kon zo geweldig gevolgd worden.

Achteraf is het dan fijn nagenieten van de kaart die je bij elkaar hebt gereden (met dank aan Marco's GPS apparaat).

22 april 2007

Heerlijk rondje


Vorige week ging ik nog voor de kilometers, vandaag was de tocht (zie kaartje: 82 km) korter doch intensiever. Mijn HAC4 plus kan ik nog steeds niet lekker bedienen, maar het gemiddelde zal net onder de 30 km/h hebben gelegen. Het was ideaal fietsweer, rond de 23 graden en een licht windje mee, later tegen. Ik besloot tot een noordelijke aanvliegroute van de Amerongse Berg en vandaar nog een aantal heuveltjes terug naar huis. Het ging lang wat stroefjes, maar langs het Valleikanaal begon het goed te gaan. Op 3 km van de Amerongse Berg kreeg ik een trio in mijn wiel, dat niet overnam. Sjaak schakelde bij het begin van de klim terug en reed de heuvel, die ik zo goed ken, in een strak tempo. Was het een week of wat geleden nog onder de 20 km/h, nu reed ik rond de 22 km/h. En dan mannen finaal eraf gereden. Is fijn als je 40 jaar bent en het gevoel krijgt dat de vorm van enkele jaren geleden weer terug komt. Later had ik op de Ruiterberg dezelfde ervaring, dus mijn dag was weer goed. Zeker omdat ik gisteren de Reichawaldtour wel had willen rijden, maar de voetbalplicht riep. Via de goudkust van Doorn, waar ik ooit wil komen te wonen, de Pyramide en Zeist weer naar huis. Binnenkort ga ik de aanwijzingen van Tom eens uitproberen; dan kan ik de kaartjes ook echt interactief maken zoals hij.

15 april 2007

Hoedjes, bollenvelden en kletskoppen

Het weer was te mooi om niet te gaan fietsen. Zou ik me aansluiten bij mijn vrienden uit Naarden of toch maar een eigen tocht. Even gingen mijn gedachten naar een oude klassieker: een rondje Utrecht- Enkhuizen - Lelystad - Utrecht. 200 km. Lang geleden deed ik daar bruto acht uur over, maar nu leek het me nog even te vroeg ervoor en was het bovendien al te laat om weg te gaan. Aangezien op 19 mei de Waalse Pijl op het programma staat is het wel zaak om kilometers in de benen te krijgen. De conditie op het korte werk is al aardig maar een 150km+-tocht is wel weer iets van een andere orde. Na een (s)loom begin van de dag was het half 12 zo ver en ging Sjaak oostwaarts. Via Woudenberg, Barneveld, Kootwijk en Hoog Soeren naar een van de hoogste punten van de Veluwe. Het was rustig op de weggetjes die ik al paddo-lezend vond. In Elspeet was de eerste stop, na 75 km. De bediening maakte bepaald geen grootse indruk, maar het meisje had waarschijnlijk haar eerste werkdag. En wie zeurt als je op 15 april óf in de schaduw zit, óf je laat inbranden door de zon met 29 graden om je heen. Het uitzicht op de kerkgangers, die de mis van 15.00 uur bezochten was fascinerend. Het is dus echt waar: dames met hoedjes en full dressed mannen, al leek me deze stroming nog relatief light. Hoe dan ook: het contrasteerde nogal met de man die met ontbloot bovenlijf en een fors aantal tatoos me even het uitzicht op het meer religieuze deel van het Veluwedorp ontnam. Coef! heeft dan altijd een camera paraat, Sjaak niet helaas.

Na de hoedjes ging het richting Leuvenum, Hierden en Harderwijk om vervolgens de Flevopolders in te duiken. Sjaak fietst daar graag, net als de mannen van Oranje Nassau hadden gedaan vandaag. Lange wegen, weinig verkeer, je gaat bijna denken dat er nog genoeg ruimte is in Nederland. Toch had ik er al een tijd niet gefietst en viel me nu het immense aantal windmolens op. En de bollenvelden, die verrassend ruim aanwezig zijn en je ook even weer laten weten dat de lente nog maar dik drie weken oud is. Maar als ze de schaarse wegwijzers nog weghalen dreig je wel te verdwalen. Uiteindelijk viel het wel mee, hoeveel ik omgereden had. De teller stond inmiddels wel dik boven de 120. Via de Stichtse Brug kwam ik weer op het Oude Land. Volledig uitgedroogd, want de bidons - hoe spaarzaam ook gebruikt- waren leeg, bereikte ik een overvol terras in Eemnes. Inmiddels had ik al 147 km gereden

Daar schoof ik aan bij een stel, hij 74 jaar zij 72. Nog fit en actief; zoals zovele gruize duiven. Aardige mensen maar enorme kletskousen en niet echt geïnteresseerd in hun tafelgenoot. Weet nu wel alles van Steiermark want daar gingen ze al meer dan 35 jaar naar toe. Maar ook hier zat Sjaak in de Advanced-stand. Laat het maar gebeuren en sta open voor een spontaan contact. Dat wel na een dik half uur (en diverse consumpties) verder werd afgebroken. Via Groeneveld, Lage Vuursche en Groenekan was ik na 167 km weer thuis. De broodnodige kilometers zijn er dus alsnog bijgekomen en het was een heerlijk dagje zo.

Hieronder de route in Google Maps. Ik ben er nog niet in geslaagd om de API-key aan de praat te krijgen, dus het is nog een plaatje slechts. Maar het begin is er.

09 april 2007

Uitstapje


Het fietsseizoen is al enige tijd gelden redelijk serieus gestart, maar vandaag was er een uitstapje naar het 'lopen'. Een heus event in onze Domstad, waar de marathon werd gehouden. En de halve, én de 10 km, én de 5 km, én wandeltochten en last but not least de 2 km jeugdloop. Daar deed ons gehele kindervolk aan mee en allen liepen het uit. Zelfs de jongste Jettie, die voor de gelegenheid de 7-jarige leeftijd al had bereikt. Sjaak liep met een aantal collega's de 10 km. De afgelopen maanden had ik een aantal keren gelopen, een keer of vijf onder de 10 km en driemaal een langere tocht van 15 km. Dat was genoeg basis om de dag met een gerust gevoel in te gaan. Het sfeertje aan het begin lijkt wel een beetje op de pré-cyclo-nervositeit, maar is toch anders. Het lopen kent minder materiaalfetisjisme maar daarentegen weer meer 'medisch'. Iedereen is aan het strekken, rekken en inlopen; iets wat wij fietsers niet kennen. Want daar schaart Sjaak zich toch: bij de fietsers die in het pré-seizoen een uitstapje naar het lopen maken. Wat niet wegnam dat Sjaak zijn miskleum om te ver naar achteren te starten 10 km lang aan het goedmaken was. Vele honderden loopgenoten haalde ik -soms geïrriteerd vanwege het noodzakelijk slalommen- in, slechts enkelen mij. Echt last van de wind had ik niet, mijn fietsvrienden door de polder wel. De tijd van om en na bij de 46 minuten lag aan de goede kant van de vooraf aangegeven bandbreedte van tevredenheid. Zat er meer in? Niet echt. Het tempo lag meteen al goed en de laatste kilometer had ik niet heel veel meer over. Er zal echt meer getraind moeten worden om zoals vroeger weer richting de 40 minuten te kunnen komen. Sjaak kan tevreden zijn en zich nu helemaal richten op het fietsen. Om te voorkomen dat er in juli duizenden hijgende en rochelende Italianen hem al foeterend links en rechts passeren, omdat ze te ver achterin gestart zijn en haast hebben.

02 april 2007

Passie en fietsen


Ogenschijnlijk hebben een fietstoertocht en Passiemuziek niet zo heel veel met elkaar te maken. De werelden van materiaalbewuste fanatiekelingen die om 6.30 uur zondagochtend opstaan om een rondje te fietsen en die van de protserige Rotary Club van Vianen die zijn jaarlijkse culturele event in de vorm Matthäus Passion organiseert, zijn volstrekt andere biotopen. Toch maakte Sjaak gisteren deel uit van beide circuits. De toertocht stond al langer gepland, maar de VdH had via onze gemeenschappelijke vriendin (en 4 jaar geleden de verbindende factor tussen ons) kaartjes geregeld. En een combinatie bleek mogelijk. 's Ochtends het fietsen en 's middags de muziek. En aangezien Sjaak een fors stuk alleen fietste kwamen vanzelf de raakvlakken tussen fietsen en deze muziek naar voren. Ten eerste was de start van de tocht in Driebergen, op nog geen kilometer van de Vrije Hogeschool waar Sjaak negen jaar geleden onder leiding van zijn broer Doesbrand zelf (delen van) de Matthäus zong. En praten fietsers niet graag over het lijden op de fiets. Nu is Sjaak weliswaar tamelijk seculier, maar het Lijden van Christus is wel een ander soort lijden dan Sjaak op pakweg de de Giau. Maar goed, enige overkomst is er wel, net als de passie die Sjaak voor het fietsen en de passies heeft.

Affijn, het was pas de derde keer dat Sjaak zijn Gios uit de schuur had gehaald. Er stond dan ook pas 170 km op de teller, maar het wekelijkse spinnen en de hometrainersessies gaven voldoende vertrouwen voor een lekker tochtje. Na een rustig begin (11 km naar de start) trof Sjaak zijn fietsvrienden aan. Ook Marco was er dit keer bij. Marco is een lagere schoolvriend, die Sjaak tot voor kort bijna 30 jaar niet had gezien, maar op de reünie van een half jaar geleden, klikte het weer meteen. We reden een aangenaam tempo en Sjaak kon lekker bijpraten met Marco en Jeroen, die gelukkig weer aan het werk kan. Na fel uitgevoerde lusjes bij de Pyramide van Austerlitz, de vliegbasis Soesterberg en in Amersfoort kwamen we in wat rustige vaarwater. Daarna bereikten we weer bekender gebied. De heuvels in Leersum en Amerongen werden vol genomen door de mannen. Sjaak kon gelukkig mee en ook voluit gaan, wetende dat hij in Amerongen de groep, die nog dik 60 km voor de boeg had, zou laten gaan. Net als een maand geleden was Erwin veel te sterk, maar het ging verder prima. Marco trapte ook goed mee en dat is een type fietser dat alleen maar beter gaat fietsen als het langer gaat duren. Wat dat betreft is het jammer dat de geplande 'Trois Ballons' niet doorgaat vanwege de nieuwe baan van Sjaak. Na de pont bij Amerongen, die altijd goed is voor het vakantiegevoel en een snelle lunch, wachtten nog 35 kilomters langs de Rijn en Lek. Heerlijk stoplichtvrij, weinig auto's en zelfs de motoren hielden zich in. Met de flinke noordoostenwind overwegend in de rug leek het een makkie te worden. Maar het viel niet mee, het tempo lag rond de 33 á 34 km/h maar dat ging niet vanzelf. De ochtend had zijn tol wel geëist maar er stond wel 126 km op de teller uiteindelijk. Gelukkig was er een prachtig concert om bij te komen en na te genieten van de geslaagde ochtendtocht.