16 augustus 2010

Finish in Breizh


Eigenlijk was ik al klaar met fietsen. In juli ben ik nog drie maal op de fiets gestapt en de laatste twee tochten eindigden met een niet te herstellen lekke band. Een sneu einde van het seizoen, dus zou ik op vakantie de GIOS meenemen en nog wat tochtjes gaan rijden. Zo gezegd, zo gedaan. Nieuwe bandjes, nieuw -hoopvol na de eerste proefjes- pompje erop gezet en gaan maar. Vier tochten door Bretagne (Brezih op zijn Bretons), dat het meest fietsminnende deel van Frankrijk is. Je ziet er mensen op gewone fietsen naar de bakker gaan, maar ook veel wielrenners. Het is de streek van Bobet en Hinault, die hier duizenden trainingskilometers aflegden. Ik las ooit dat Hinault in zijn geboortestreek goed tot rust kwam: 'eten, slapen, fietsen - tot 300 km op een dag'. Ook qua landschap leek het deel van Bretagne waar ik zat op Nederland. Een 'poldèr' op de bekende witte bordjes zien staan is toch wel uniek. En hoger dan 100 meter ging het toch niet. Al was de Mont Dol een leuke uitdaging: een paar honderd meter tussen de 16% en de 22%: behoorlijk steil.

De langste tocht voerde van St Méen le Grand naar het vakantiehuis. Terugfietsen na een uitje, waarbij op de heenweg de fiets achterop meeging. Dat vertrekplaatsje was in 2008 de startplaats van een heuse Touretappe. Niet geheel toevallig: het was de geboorte- en woonplaats van Louison Bobet die in 1953-1955 driemaal de Tout op rij won. Er schijnt een museum voor hem te zijn, maar het plaatsje ademende in niets een gastvrije sfeer uit. De ruim 70 km naar het vakantiehuis voerde over een glooiend parcours en legde ik in 29.0 km/h gemiddeld af. Al met al kwam er nog 198 km bij en dit seizoen sluit de teller op ruim 1700 km. Best aardig. Nu de fiets schoon de schuur in de schoenen aan.