30 augustus 2005

8 Ballon d'Alsace

naam: Ballon d´Alsace
Ligging: Fr, Vogezen
Hoogte: 1178 m
Stijging:
6,9 % (619 hm) 6,9 km (noordkant)
5,1 % (678 hm) 13,2 km (oostkant)
5,2 % (643 hm) 12,4 km (zuidkant)
Index Salite.ch: 70,69 resp 68,75 resp. 56,77
Beklommen: 1987, 1988, 1994, 1995, 1999, 2000, 2005

Wanneer Sjaak niet kan slapen, beklimt hij in zijn gedachten de Ballon d´Alsace vanuit het noorden. Een col zoals een col hoort te lopen: vanuit het dal met een paar flinke slingers snel hoogte winnen, een gematigd middendeel met regelmatig lopende haarspelden mét doorkijkjes naar het almaar kleiner wordende dal en op het laatst een een lang doch pittig recht stuk naar de top. Een top die een hoogvlaktetje is waar je nergens de echte col weet te vinden. Het uitzicht naar het zuiden is prachtig, met echt mooi weer zou je zicht op de Alpen moeten hebben. De Ballon d ´Alsace is mijn keuze uit de Vogezen, al zijn er heb ik ook iets met de Drumond.. De Vogezen herbergen ´echte´ cols maar die zijn nergens zo steil, lang en slopend als in het hooggebergte. En op maximaal 6 uur rijden van ons land. Je kunt relatief eenvoudig, zonder al te veel trainen dus lekker in de bergen fietsen daar. Enig nadeel: het weer, al heb ik daar de laatste jaren alleen in 2001 last van gehad. In elk geval dient er een plekje weggelegd te worden in deze top 10.
De Ballon d´Alsace kun je ook vanuit het zuiden en het oosten aanrijden. De zuidkant is makkelijk, nooit steil en een fantastisch wegdek. In les 3 ballons reed Sjaak hier zeer snel naar beneden. De oostkant is het meest weerbarstig: een lange aanloop, vrijwel vlak met daarna een zeer onregelmatig stuk. Waar je nergens kunt ontdekken waar je heengaat: ook al zo´n heerlijke frustrende bijkomstigheid bij sommige beklimmingen. In deze afdaling besloten Doesbrand en Sjaak in 1987 om na de 7e lekke band van Doesbrand de strijd te staken en de 70 km naar de camping terug te liften om later weer de fietsen per auto op te halen. De top heb ik in het echt daarna nog vaak genoeg gehaald, in mijn slaap echter niet. Een leuk alternatief voor schaapjes tellen dus.

De top 10 tot dusver:
8 Ballon d´Alsace
9 Port de Larrau
10 Ruiterberg

29 augustus 2005

9 Port de Larrau

naam: Port de Larrau
Ligging: FR, SP, Pyreneeën, op de grens tussen Spanje en Frankrijk
Hoogte: 1585 m
Stijging: 7,9 % (1250 hm) 15,3 km (noordkant)
4,2 % (815 hm) 19,3 km(zuidkant)
Index Salite.ch: 148,7 resp 61,4
Beklommen: 1991

De Pyreneeën en Nederlandse renners gaan niet goed samen. Wim van Est viel van de Aubisque in 1953 en sindsdien is het eigenlijk malaise met ons daar in de Tour. Erik Breukink won in 1987 in Pau wel een bergetappe, maar dat is een van de schaarse uitzonderingen. De Alpen, dáár halen we onze succesen. Het is dichterbij, minder stoffig, minder Spaans en meer Duits en dus vertrouwder. Dat neemt niet weg dat er schitterende cols liggen. De Agnes, Burdincurutcheta (alleen de naam al), de Tourmalet, Port de Pailhères, Menté: het is moeilijk kiezen.
Uiteindelijk kies ik voor de Port de Larrau. De zuidkant loopt vanuit Spanje, heel rustig maar gestaag en over goede wegen. De col heeft me echter waanzinnig veel moeite gekost. Daar heb ik ervaren wat een frigale (hongerklop) is toe mijn fietsmaten mij stuk voor stuk voorbij reden. De noordkant heeft een extreem steil stuk net voor het dorp Larrau, waar we toen op de camping stonden. Deze kant is ook een mooie klim, maar wat me vooral bij is gebleven is dat we op een druilerige dag in deze klim boven de wolken uitkwamen en we -net als in een vliegtuig- in een heerlijk zonnetje op ´slagroom´ keken>

De top 10 tot dusver
9 Port de Larrau
10 Ruiterberg

20 augustus 2005

10 Ruiterberg


naam: Ruiterberg
Ligging: NL, bij Doorn, tussen Doorn en Maarsbergen
Hoogte: 46 m
Stijging: 3% (beide kanten)
Beklommen: alle jaren tussen 1987 en 2005

Bergen hebben we niet, maar de Utrechtse Heuvelrug heeft niet voor niets die naam. In Sjaak´s directe achterland liggen vele kilometers. Een bijzonder punt is de Ruitenberg bij Doorn. Vaak is het in ´rondjes´ de eerste ´col´ en dan wordt er hard doorgereden. Soms op het grote blad, minstens zo hard als je in de vklakke aanloop al reed. Maar het is vooral een belangrijk punt omdat de berg het start- en eindpunt van het tijdtritparcours. Een tijdrit die ik tientallen keren heb gereden, vaak alleen maar ook met de fietsgroep en vooral met Doesbrand in vroeger tijden. Van de tijden hield ik een databaseje bij, waarmee ik met DBase III plus leerde werken waarvan in mijn huidige IT-gerelateerde baan nog steeds plezier heb. Het rondje is 7,5 km en kent nog een klimmetje. Doesbrand reed ooit in 1988 een fenomenale 11.38 (39 km/h gemiddeld) een tijd waar Sjaak twee jaar tegen heeft gevochten en waar het er lang naar uitzag dat zijn -toen op dezelfde dag gereden- 11.54 het plafond was. Maar in 1991 evenaarde Sjaak de 11.38 om een week later 11.31 te rijden. Die tijd is niet meer verbeterd, althans niet aan mij gemeld. De afgelopen jaren reed ik voor de lol wel weer eens het rondje en kwam dan tussen de 12.45 en 13.30 uit. Sjaak is niet meer in de conditie van vroeger.

De klim rijd ik het meest vanuit het zuiden. Het begin is rustig en na de flauwe bocht naar links ga je voelen dat het steiler wordt. Even later is er bochtje naar rechts en dan vlakt die af. Dan pas begint ie echt omdat er daarna een meter of 800 vals plat is. Daar won of verloor je tijd in de tijdrit en bij de competitietjes rijd ik daar het liefst weg van mij kornuiten die dan juist lekker uitpuffen. Klimmen doe je in de echte cols, maar toch moet deze berg in de top 10. Hoe vaak heb ik niet in het zuur en met een hartslag van >180 zo gesnakt naar het einde. En juist dat gevoel maakt het een echte berg.