29 mei 2012

Riesencola, motoren en nieuwe heuvels






In de aanloop naar de Pyreneeën was het tijd voor een stevige tocht. Ardennerstijl, ergens tussen de 120 en 140 km met dik 2000 hm. Met de groeiende vorm in de benen moest dat er toch wel inzitten. En omdat ik wel eens wat anders wilde was dit keer het Sauerland het doel. Nog nooit was ik er maar het is zowaar een heus wintersportgebied. Dus daar moet ook goed te fietsen zijn. Gelukkig was Jeroen direct bereid om mee te gaan, al was het lastig om snel een datum te vinden. Het werd Eerste Pinksterdag. Al snel sloot Doesbrand zich aan en daarbij bleef het ook. Een mooi overzichtelijk groepje dus.

We verzamelden op de carpoolplaats van Bussum. Weinig pittoresk doch efficiënt. We laadden de C8 vol en gelukkig wilde Doesbrand wel rijden. Hoewel zij elkaar al lang niet gezien hadden was er volop gespreksstof. Met beiden heb ik heel veel samengefietst en  duizenden kilometers in de auto gezeten. Maar in 1988 beleefden we gedrieën een mooie ervaring toen we na 'De Fietsvakantie'in vijf dagen vanaf Alpe d'Huez naar huis fietsten. Dat was toen, 24 jaar later fietsen we nog steeds en lag het Sauerland aan onze voeten na een krappe drie uur rijden. Iets verder dan de Ardennen en ik was benieuwd of dit de moeite waard zou zijn.

We vertrokken uit Ramsbeck, een plaatsje dicht bij de snelweg waar een GPS route vandaan vertrok. Die had ik in de Carman geladen, althans dat dacht ik. Niet dus, maar mijn monnikenwerk van de dag ervoor waarbij ik de route helemaal uitgewerkt had kwam goed van pas. Een nieuwe gebied waar ik de heuvels niet kende en voor mijn gevoel bijna op de tast onze weg moest vinden. In de Ardennen ken ik de wegen wel uit mijn hoofd inmiddels. Dat makte het ietwat spannend en leuk en dat begon al meteen bij de eerste kruising.

Na wat zoeken kwamen we dan op de route en wat opviel was de kuddes motoren die graag over de brede en doorgaans goed geasfalteerde wegen wilden toeren. Het gaat niet samen. Gelukkig reden we ook over rustiger weggetjes en na wat draaien en keren en wat serieuzer klimmetje mochten we dan voor het eerst pauzeren.


Koffie uit een Bravilor, apfelstrudel en Riesencola was ons deel. Voor de mannen waren de klassieke Mazda's (of was het een ander merk) voldoende gespreksstof. Ik vermaakte me wel. Na een half uurtje taaiden we weer af en na wat zoeken in het idyllische Winterberg vonden we de route weer, al raakte we even de beschrijving ervan kwijt (gelukkig weer teruggevonden). Een steil stuk dat opliep tot 18% hakte er behoorlijk in maar even verderop kregen we beloning in de vorm van een stuk van 3 km, 9%-10% omlaag. Richting de 80 km/h ondanks de tegenwind. Wel raakten we weer van de route, maar ook hier kwam dat vanzelf weer goed. Het Sauerland oogt iets anders dan de Ardennen, ligt ook iets hoger (800m) maar de hoogteverschillen zijn hetzelfde Wegen zijn beter en de Pinksterdrukte is hopelijk niet maatgevend voor het verkeer. Een aardig fietsgebied dat voldoende ontdekkingsmogelijkheden in zich heeft.

Wat minder was: mijn blokerende freewheel van de Ardennen was weer terug. En dat terwijl ik mijn fiets voor een behoorlijk bedrag had laten opknappen. Balen, ik dacht dat ik dat achter me had gelaten en het is ook nog gevaarlijk in de afdalingen. Zeer vermoeiend in elk geval om voortdurend te trappen als je snel naar beneden rijdt. Gelukkig bleven verdere ongelukken uit. Verder kwamen in zo'n stuk rond de 80-90 km wat op zo'n langere tocht altijd  even lastig is. De vermoeidheid treedt op, je hebt honger, en moet nog een flink stuk. Een soort niemandsland op de toch, te ver van de start en nog te lang naar de finish. En als dan in de beoogde pauzeplaats geen horeca (open) is valt het best tegen. Uiteindelijk belandden we in Brilon waar we een mooi gerecht bestelden; noedels met knoflook en garnalen (in die volgorde ook)


We liet het ons goed smaken en de 20 km naar de auto was eigenlijk een beetje uitfietsen. Een drukke weg ook, maar er zat niks anders op. Relatief fris bereikten we de C8 en drie uur later stonden we weer op de carpoolplaats. Een geslaagde dag waarop de verschillen gering waren en we een mooi fietsteam vormden. Nu goed door blijven trainen en de Pyreneeënvorm is aanstaande.

De statistieken van de route zijn hier te vinden

14 mei 2012

Anyway the wind blows




Het is merkwaardig.We rijden duizenden kilometers om te gaan fietsen waar het superzwaar en langzaam gaat. De bergen dus. En dat terwijl we om de hoek ook iets hebben waardoor je heel hard moet werken om een fatsoenlijke snelheid te halen. Wat is het toch dat ik wind haat en naar de bergen snak. Het dalen, de snelheid en de 'macht'? Met flinke wind in de rug kun je ook 40-50 km/h  halen. Het uitzicht? Ja, in de bergen is het uitzicht vaak fenomenaal, maar wat dacht je van een meanderende rivier of een gladgestreken IJsselmeer? Is het de gewenning? Zouden de berggeiten ook duizenden kilometers rijden om hier te genieten van een beukende wind op de kop die je doet schuilen in waaiers en snakken naar een wijziging van koers. En zouden zij letterlijk opzien tegen al die keren bergop fietsen?

Misschien is het wel het verraderlijke van de wind. Als je de wind op de heenweg tegen hebt zul je zien dat ie altijd draait. Of gaat liggen. Of tóch stiekem 'mee' bleek te zijn geweest en je gewoon slechte benen hebt. Wind is geen betrouwbare partner. En toch: vals plat heet niet voor niets vals. En wat dacht je van het 'bos' op de Ventoux. Dik 10% stijging terwijl je denkt dat je een een Veluws bospaadje voor je ziet. Kortom: de bergen zijn ook niet wat het lijken te zijn.

Er rest me niets dan te berusten in mijn lot. En de wind als vriend te omarmen. Die me weerstand geeft om sterker te worden. En te bedenken dat het pakweg de rechte stukken tussen de 48 haarspelden van de Stelvio zijn. En als ik daar dan later daadwerkelijk fiets zal ik verlangen naar een verkoelende bries waar ik niet voluit hoef te gaan om niet stil te vallen.