30 mei 2007

De zwaarste berg van Europa

Gisterenmiddag was er niet alleen een feestje voor Sjaak, maar was er ook nog waar eens een hoogtepunt in de Giro. De Monte Zoncolan werd beklommen. De zwaarste berg van Europa wordt die wel genoemd en met een Salite-index van 220 is er inderdaad wel sprake van een serieuze klim. Categorie Angliru (Galicië, Spanje), Mortirolo, Corones dus. Sjaak heeft niet kunnen zien hoe Simoni mocht winnen, maar gelukkig is een korte impressie van Eurosport. Voor Sjaak is er geen keuze eind juni. De Mortirolo en Zoncolan zijn te ver weg, maar de Corones (in het Duits: Kronplatz) ligt vlakbij het hotel in de Dolomieten, waar we een aantal dagen zullen verblijven voor de Dolomietenmarathon. De toestand op de Corones is ook te volgen via de webcam om te volgen. Vanaf nu een permanent linkje op Sjaak Schakelt.

Er komt een dag dat Doesbrand en Sjaak tijd, geld, materiaal en conditie hebben om al deze bijzondere bergen successievelijk af te vinken.

27 mei 2007

(Gi)au op de hometrainer

Vandaag was de koninginnerit in de Giro. Naar Tre Cime de Lavaredo, een soort Mont Ventoux, maar dan in de Dolomieten. Onderweg deed het peloton ook nog de Passo Giau aan. Van 'onze' kant, dus vanuit het zuidwesten. De kant die we in de Dolomietenmarathon moeten nemen. De Giau is hét struikelblok. Tot die pas gaat het wel en zijn de klimmetjes goed te doen. De Giau is een tien kilometer lange muur naar een onbereikbare pas. Gemiddeld 9,8 %. Gemiddeld dus! Daarna is het alleen nog maar overleven. Sjaak had de uitzending opgenomen en zag in de herhaling hoe de toppers relatief makkelijk peddelend omhoog gingen. Pas in de slotklim begon het een beetje te lijken op hoe Sjaak naar boven fietst en dan gaan zij nog dik twee maal zo hard. Maar goed: naar fietsen kijken doet fietsen en dus maar een fikse sessie ingelast op de hometrainer. Dank zij Jeroen heb ik weer een hartslagband en dus kan ik weer meten. De Ciclomaster past ook op de Dunlop hometrainer en dus ging ik maar eens voor de 'target heartrate'. Van 90%, we zijn niet kinderachtig. Bij een max hartslag van Sjaak van 182 is het omslagpunt dan rond de 163 bpm. De hometrainer maakt het zo zwaar voor je als nodig is. Dus dat werd het eerste kwartier maximale weerstand en toen bleef ik netjes in de zone tussen 155 en 165 bpm. Telkens als ik ik vervelend begon dacht ik aan de Giau. En de belachelijke tijd die ik vorig jaar nodig had. Sjaak wil beter getraind zijn en soepeler fietsen. Gewoon voor zichzelf. Anderen kopen een motor als ze bijna 41 jaar zijn; Sjaak gaat weer fiks fietsen. Dan maar een beetje au om straks de Giau in een tijd rond een uur op de kunnen rijden. Au deed het niet echt en de liter zweet is inmiddels ook weg.

26 mei 2007

Toujours la Lesse


Thanville ligt aan de rand van de Famenne. Dat is een smalle strook van een kilometer of vijtien, twintig breed die van het noordoosten (Marche) naar het zuidwesten (Beauraing) loopt. Het is een geologisch andere streek; veel vlakker dan de noordelijk ervan gelegen Condroz en de zuidelijker gelegen Ardennen. Door de Famenne stroomt de Lesse: een van de bekenste Belgische riviertjes vanwege de Grotten van Han die door de Lesse zijn gevormd. En vanwege het kanotoerisme: op de Lesse kun je op nog geen drie uur rijden echt lol maken. Horden Nederlanders reizen naar Houyet af om daar het laatste deel, benedenstrooms en tevens het makkelijkste- te varen. Sjaak deed vandaag een Tour de Lesse. Eerst Beauraing ingedenderd en vervolgens een stukje de grote weg naar Dinant. Afgeslagen richting Houyet, met een heerlijke afdaling van vier kilometer. Sommige wegen liggen er nu zo prachtig bij en dit was er weer één. Na Houyet, waar geen kanoër te bekennen was gelukkig, weer uit het Lessedal geklommen en vervolgens over het enorm hoge viaduct in de buurt van Custinne (met een fenomenaal uitzicht over dezelfde Famenne) richting Chevetogne. Daar niet het klooster bezocht maar zuidwaarts, deels over dezelfde weg van gisteren. In Halma niet rechtsaf naar huis maar nog een lusje via Daverdisse. Dit stuk van de Ardennen is prachtig mooi: dorpjes als Porcheresse, Our, Redu (bekend van de vele boekenwinkels) en Lesse liggen schilderachtig in nauwe dalen. De wegen zijn hier steil en lopen door geurige naaldbossen. Als je ergens kunt onthaasten is het hier wel. Voor Daverdisse bereikte ik weer het Lessedal en aangezien ik het restaurant Moulin de Daverdisse te sjiek/ontoegankelijk vond besloot ik de laatste krappe dertig kilometer er maar in één keer aan vast te plakken. Dat ging wel ten koste van mijn gemiddelde dat op dat moment tegen de 28 km/h lag. De klim uit het Lessedal mocht er zijn en ik moest naar 30 x 19 terugschakelen om een beetje cadans te hebben. De harstlagmeter had ik voor het eerst sinds ruim een jaar weer om en die wees 168 als maximum uit. Via een -schier eindeloze- omweg langs Haut-Fays bereikte ik de N40: de grote weg van Bouillon naar Beauraing waar de afslag naar Thanville aan ligt. Het slotklimmetje rustig gereden: het was wel goed zo. In drie dagen, binnen een tijdsbestek van 48 uur 280 km gereden en naar schatting 4500 hoogtemeters overwonnen. Een prima driedaagse training, die het volgende kaartje heeft opgeleverd:

24 mei 2007

De Ardennen voor jezelf


Na een matige nacht vatte ik 's ochtends alsnog slaap en werd ik om half 10 wakker. Niet echt uitgerust maar goed genoeg voor de Grote Tocht. Het katterige gevoel van de Waalse Pijl wilde ik vandaag verdrijven door een fikse tocht. Er was een aantal route-opties, waarvan ik onderweg wel zou zien hoe het zou gaan. Via Wellin naar de voet gereden van de lange, gelijkmatige klim naar het Euro Space Centre. Via een prachtig weggetje door Smuid naar St Hubert en vervolgens de rustige weg naar Bertogne. Dit is een dunbevolkt deel van de Ardennen en je hebt hier de wegen bijna voor jezelf. De wegen zijn doorgaand, maar als er één auto per 5 km langs je heen flist is het veel. Een voordeel van de doorgaande wegen: weinig kaartlezen, relaxte klimmetjes (hooguit 6%) en weinig loslopende honden. Dat laatste weerhoudt me van de binnendoorweggetjes, die vaak buitengewoon fraai en dito steil zijn. De gelijkmatige klimmen zijn goed voor de conditie. Op redelijk grote verzetten kon ik aan de macht werken en in de afdalingen haalde ik met licht bijtrappen kruissnelheden van 50 km/h. Het gemiddelde was de hele dag dan ook rond de 25 km/h. De temperatuur liep overigens ook fors op. Toen ik via Ortho het supertoeristische La Roche-en-Ardenne bereikte gaf de thermometer 34 graden aan. Zo voelde het ook. De megakom tagliatelle met fruits de mer ging ook niet eens op: hitte en eetlust gaan slecht samen. La Roche ligt in een kom en is bijna alleen klimmend te verlaten.Zo'n heerlijke klim van een kilometer of zes, die je met ongeveer 18 km/h kunt nemen (zie foto). Via de Barrière de Champlon (dat hebben alleen de Belgen, dit soort kruispunten van vierbaanswegen; ze noemen ze Baraques of Barrières) weer richting westen. Een prachtige weg, met af en toe een stuk klimmen en veel en lang afdalen. In Wavreille besloot ik voor een lus Rochefort. Het dreigende van een naderend onweer was wel weg en een omweg naar huis lag voor de hand. Dan zou ik 20 km extra rijden en de benen voelden nog goed genoeg. Maar in de buurt van Rochefort heb je niet meer de wegen voor jezelf helaas. Uiteindelijk kwam ik op een rustiger weg en richting Wellin (van waar het nog maar 12 km was) begon de dorst en vermoeidheid toe te slaan. Voor het eerst moest ik naar de '30'(wel een stuk van 12%) en ik besloot tot een extra stop in Wellin. Meestal knal ik daar voorbij in auto of op de fiets en na een stop van een minuut of 20 zal ik dat ook in de toekomst wel weer doen. Niks te beleven en de kroeg was gevuld met van die Waalse bierbuiken, die rokend achter het urinoir staan en de indruk geven niks beter te doen hebben. Een redelijk afgetrainde fietser in een bolletjestrui voorbij zien komen was misschioen wel het hoogtepunt van de dag. Sjaak kon na de stop goed doorrijden naar Thanville waar uiteindelijk de meter op 152 km stond. Ik denk dat ik zeker 2500 tot 3000 hoogtemeters heb overwonnen, jammer dat de teller ze niet registreerde. Bij het uitblazen in de hangmat kwam alsnog de kramp op, dit keer in het linkerbeen, maar dat was accceptabel. De avond kwam alsnog het onweer, maar toen had Sjaak al lekker gedoucht, gegeten, gebeld met de VdH en uitgerust. Morgen nog maar zien of het van fietsen komt.

23 mei 2007

Opwarmronde


Vandaag naar Thanville gereden. Met de auto weliswaar, maar de komende drie dagen staan wel in het teken van de fiets. In mijn oude werkagenda staat dit benoemd als een fietsretraîte. Tussen twee banen in, even bijkomen van de chaotische en hektische afgelopen weken en verder schaven aan de conditie. Thanville is daar een uitgelezen plek voor. Mijn zus en zwager hebben sinds 1990 daar een oude boerderij gekocht, die destijds op instorten stond. Na een flink aantal jaren klussen is het meer dan bewoonbaar en de laatste 10 jaar is het voor Sjaak een regelmatig terugkerend rustpunt voor fiets- en wandeltochten. Thanville is een gehuchtje van nog geen 8 huizen/boerderijen, gelegen in een dalletje en slechts bereikbaar via een weg (zie foto) waarvan je serieus jezelf afvraagt of die wel ergens heen leidt

Ik vertrok pas om half 11 vanochtend uit Nederland en heb er ongeveer 2 uur en 50 minuten over gedaan; veel sneller kan niet. Het viel maar weer eens op hoeveel drukker het verkeer is geworden in de afgelopen 15 jaar. Inhalende vrachtwagens, bellende automobilisten, aarzelende senioren: ik hoefde me niet te vervelen. Na Brussel werd het rustiger en kon ik lekker doorrijden. IPod aan, vertrouwde weg, die na Namen echt Buitenlands wordt. In dik een uur was ik gesetteld en kon ik het vertrouwde rondje Vencimont - Felenne - Beauraing rijden. Een krappe 45 kilometer in dik anderhalf uur. Een aardig gemiddelde van 27 km/h gehaald. Zo kon ik het krampgevoel van zaterdag even wegfietsen. Het stuk naar Felenne, langs de grens met Frankrijk, is een van de mooiste weggetjes die in de Ardennen ken. Bijzonder rustig, heerlijk klimmetje (rond de 6 á 7% met stukjes boven de 10%). De Muur van Beauraing (max 14%) ging moeiteloos; het is beslist geen Stockeu!


Thuisgekomen lekker bijgekomen, gerust en wat geklust aan de fiets. De route voor morgen globaal uitgezet, spullen gewassen, rijst met prut gemaakt. Het is hier zo vertrouwd dat ik de komende dagen in mijn uppie zonder problemen door zal komen. Er is nu zelfs telefoon!

20 mei 2007

Pijlstokje



Het was het voorlopige hoogtepunt in Sjaak's voorbereiding voor de Dolomietenmarathon, over precies zes weken. De Waalse Pijl reden we vroeger, begin jaren '90, met ons oude clubje en was altijd een zware opgave. De tocht was niet zo massaal als andere tochten en het parcous bijzonder zwaar. Er zijn twee opties: een lange versie van 210 km of een kortere versie van 160 km. Een mooie test om te kijken wat de training (1000 km) en gewichtsverlies (2,5 kg) nu hadden opgeleverd: een peilstok voor de conditie dus. Erwin, uit de Naardense club, en ik kwamen vrijdagavond bij Jeroen, Irma en de dames aan. Die zaten in een Landal-park in Stavelot en wij mochten op de bank slapen. Dat scheelde een hondsvroeg ritje naar Spa, de startplaats. Nu mochten we om 6 uur op en waren we tegen 8 uur aan de start. Daar bleek de tocht wél de massaliteit te hebben bereikt, die het vroeger nog ontliep. Zeker 4000 fietsers stonden aan de start. De zoveelste Peter, die Jeroen opduikelde met als zijn fietsafspraken, reed met ons vieren mee. Toen hij na de eerste 70 km de dames wat met rust liet en zich op het fietsen ging concentreren bleek het een prima klimmer te zijn en een beul op het vlakke.

Het peloton net na de eerste stop op de Roche de Frêne

De tocht liep niet echt lekker voor Sjaak. Last van darmen en een slechte nacht waren niet bevorderlijk voor de conditie. Op de eerste 80 km, waarin we nog een lusje van een kilometer of 10 extra maakten toe we van de route raakten, ging het nog best aardig en kon ik op klimmetjes als Redoute en Chambralles (nieuw voor mij, maar een prachtige klim) mee met het geweld van Jeroen en Erwin. Na L'Ancienne Barrière raakte de tank leeg, zoals zo vaak bij mij tussen de 80 en 120 km en erger nog: de kramp begon op te komen. En dan zie je honderden mannen en 'treintjes' voorbij komen in een tempo dat ik vroeger toch ook aardig benaderde. Erwin loodste me nog gezellig keuvelend de Mont le Soie op en dat hielp wel. Net als de 15 km voor de Côte de Lignieuville, waarin ik meer rekkend en strekkend bezig was dan aan het trappen. Met dank aan de machinisten Jeroen, Erwin en Peter.


Nico komt boven op de Côte de Lignieuville

Die Côte (zie foto) ging verrassend goed en ook op de Stockeu leek ik er doorheen te komen. Daar hadden mijn kinderen onlangs met de échte Luik-Bastenaken-Luik gestaan (en de TV-rapportage gehaald!) en ik zag ze denkbeeldig mij nu aanmoedigen. Een kleine versnelling voor de echte top werd me fataal: kramp. Dat was de druppel om eerder af te stappen; het huisje was immers op nog maar 10 km. De Wanneranval haalde ik nog wel, maar met Nico inmiddels in mijn wiel en een afloper (een langzaam leeglopende band) om mijn achterwiel was de animo aardig gezakt. Peter sloeg de pauze over, Jeroen en Erwin konden de laatse 30 km ongehinderd doorbuffelen.


Erwin in een zeldzame positie: achter de groep.

Nico en ik genoten van het fraaie uitzicht en namen nog maar eens een koffie. Hoewel mijn conditie was verslechterd, maakte mijn humeur een omgekeerde route door. Eenmaal bij het huis aangekomen hadden we 136 km op de teller en nog een gezellige namiddag nog met de dames (Jeroen en Nico hebben samen 5 dochters die zó goed met elkaar omgaan dat ik altijd even moet nadenken wie ook al weer van wie is). Na de thuiskomst van Erwin en Jeroen besloten we een geslaagde dag met een etentje in Stavelot en keerden we laat huiswaarts.

En die Pijl als peilstok? Nou: de komende weken gewoon lekker doorgaan met uitrusten en trainen. Deze tocht liep wat minder, maar dat heb ik elk jaar wel. Door op het juiste moment te stoppen heb ik niks gefoceerd en er juist een goed gevoel aan overgehouden.

18 mei 2007

Rood of groen: that's the question


Straks reizen Erwin en ik af naar de Ardennen om ons te voegen bij Jeroen en Nico die daar met de gezinnen al bivakkeren. Morgen rijden we de Waalse Pijl, een zware tocht, met nóg vervelender klimmetjes dan de meer bekende LBL-versies. De vraag is: gaan we voor de volle 210 km of de iets relaxter 160 km. Vorm van de dag en het humeur van het moment zullen het bepalen. Rood is rechts na de Redoute en groen is links. Wordt vervolgd.

05 mei 2007

Het nuttige met het aangename


Tijdens mijn studie, waren de excursies de krenten in de pap. Net als bij Ina dus. Het was voor mij de ideale combinatie van onderweg zijn, dingen uit de omgeving zien en beter leren begrijpen. Het wetenschappelijke gehalte van de geografie mag ter discussie staan, het plezier van de praktische toepassing ervan ervaar ik dagelijks.
Gisteren reed ik naar Drenthe, een tocht van 160 km met 90% de wind minimaal schuin op de kop. Het was een heerlijke tocht, met veel geografische herkenning. Op de tegenwind had ik me ingesteld en me neergelegd bij een kruissnelheid van 26, 27 km/h. Dat heb ik ruim 7 uur volgehouden. Onderweg genoten van ons land, dat in deze periode op zijn fraaist is. Eerst de bossen van de Vuursche. Daarna, de polders in. De inrichtingspricipes van de jaren '70 en 80' bewonderd in Zuidelijk Flevoland (grote steden, links en rechts wat industrie, veel windmolens en verder geen nederzettingen) en die van de jaren '60 in Oostelijk Flevoland (naast Lelystad vooral agrarisch met kleine dorpen als Swifterbant) en de bijna retrosfeer van de Noordoostpolder. Genoten van de Ketelbrug, die ook nu weer gewoon openging.

Ketelbrug, met in de verte Urk

Doorgereden naar het het curieuze Schokland, dat weliswaar is opgegeten door de polder, maar nog wel herkenbaar is.

Schokland

Via de Kadoelersluis (zie foto bovenaan; er is daar maar liefst 4,5 meter verval)en Blokzijl de polders verlaten en de -doorgaans helaas overbevolkte- wetlands van de Weerribben doorkruist. Daarna via een waar dorpenlint Drenthe bereikt, waarbij elk dorp steeds meer op zo'n typisch Drenths brinkdorpen ging lijken. Kortom de tocht was genieten. Het was nuttig, want in Drenthe trof ik de VdH weer aan en er staat nu bijna 1000 km op de teller. Veel km's in de benen dus. Maar ook aangenaam in een heerlijk zonnetje met een graad of 20. En mijn oude vakkennis en -plezier maar weer eens opgehaald.

02 mei 2007

Bedevaartstocht

Fietsen is een katholieke sport. Het is niet heel lang geleden dat de Paus het peloton letterlijk inzegende en hoeveel renners kussen het kruisje niet dat ze dragen als ze winnend over de streep gaan. Twee weken geleden was ik nog op de protestante Veluwe, nu vroeg Marco of ik mee wilde rijden met Klimmen-Banneux-Klimmen. Een wielerversie van wat vroeger een bedevaartstocht naar Banneux was; een plaatsje 20 ten oosten van Luik waar vroeger Mariaverschijningen zijn geweest. Dat leek me wel wat. Wel vroeg op, maar een mooie voorbereiding voor de Waalse Pijl van over drie weken. Om 6.45 reed ik weg en in de Mol kon de cruisecontrol aan over de nog dunbevolkte A2. Voelde me net in d'n Oude Tuffer in de Efteling: je hoefde slechts te sturen. Coldplay hield me wakker.

Marco en zijn fietsmaat Glenn waren snel gevonden en er waren nog twee makkers uit Zaltbommel die niet echt erop uit waren om het gezellig te maken. Snel weg, geen sanitaire stop meer, al direct de grote verhalen en niet echt interesse in de medefiesters. We verloren ze snel uit het zicht. Glenn had het direct zwaar, gaf aan dat we eigen tempo moesten fietsen en Marco en ik deden dat ook. We reden ongeveer even sterk en even was er weer het Bleiswijkse Kooi-gevoel: vroeger zwommen we daar hele zomerdagen en doken we urenlang zo mooi mogelijk naar 2 meter diep. Nu dus uren op de fiets en toen het gedrang wat minder werd hadden we tijd om bij te praten. Via de Voerstreek en het wat saaie Land van Herve koersten we richting Ardennen. Bij het keerpunt, Banneux dus, kwam alles weer samen: de Zaltbommelaars en ook Glenn die stug doorreed en in zijn eigen tempo het prima deed. Na de relatief korte pauze reed Marco in de snelle afdaling naar Pepinster lek en waren we de Bommelaars weer kwijt. Glenne haakte met een weigerende triple ook snel af en zo gingen we met behoorlijk wat tegenwind weer naar Nederland toe. Na 110 km had Sjaak het wel gehad, maar even op de tanden bijten hielp. Net als de mens- en vlagbediende spoorwegovergang van de stoomtrein bij Wijlre, die het jachtige liefhebberspeloton even deed rusten en onthaasten:



Na 132 km waren we weer terug en kwam Glenn na 20 minuten netjes binnen. Even nagetafeld en wat gedronken. Jammer dat we de Trois Ballons niet fietsen maar dit duo past prima in onze fietsgroepjes. Heerlijk gefietst met een gemiddelde van net onder de 25 km/h. Alleen was het jammer dat weer bijna 2 uur autorijden volgde. Maar de fascinerende ontknoping van de Eredivisie kon zo geweldig gevolgd worden.

Achteraf is het dan fijn nagenieten van de kaart die je bij elkaar hebt gereden (met dank aan Marco's GPS apparaat).