15 september 2014

Broederschap op hoog niveau


 
De Vogezen. Hoog genoeg om door te gaan voor ´bergen´, dichtbij genoeg voor een paar dagen fietsplezier, zonder twaalf uur in de auto te moeten zitten. In 1987 ging ik met mijn broer (Doesbrand) voor het eerst 'in de bergen fietsen'. Het werden de Vogezen; hij had al eerder daar gefietst, voor mij waren de Keutenberg en de Baraque Michel het zwaarste wat ik voor mijn kiezen had gekregen. Enfin, daar lagen de wortels van veel moois.

Ten eerste het samen af en toe op stap gaan om stevig te fietsen. In de loop der jaren maakten we veel mee, zakelijk, privé. Door het fietsen en daar samen de tijd voor te nemen konden we ook elkaar meenemen in onze ervaringen, twijfels, geluksmomenten. Een tweede effect: we waren beide verkocht aan de cols. Fietsen op het Kopje of de Amerongse Berg is leuk, maar een uurtje klimmen is veel leuker. En het afdalen hoort daar bij. Na die trip in de Vogezen ontstond ook het idee om met een groep langer weg te gaan en de échte bergen in te gaan. Dat werd 'de 1988-reis'. Kortom: goede herinneringen.

Drie jaar terug was de Mont Ventoux het doel. Nu dus dichter bij huis. De heenreis vloog voorbij. Echt bijpraten, luisteren naar elkaar, minutenlang. weten dat je elkaar kent, je deelt je hele leven eenzelfde geschiedenis en tegelijk leven we beiden ons eigen leven.We maken beiden een pittige periode door en reden langzaam maar zeker weg van de problemen. In de avond kwamen we aan in ons pico-appartement, goed voor het doel, maar goed afstemmen waar je staat en loopt door de krappe ruimte.We waren op weg.

Drie volle dagen fietsten we. De eerste dag redelijk ontspannen, 75 km en niet te zwaar. Doesbrand reed nog een tweede lusje van 50 km erbij; ik hield het voor gezien met een boek en biertje op het balkon. Een goed begin. Jammer van de bedden; goed slapen was niet mogelijk.

De tweede dag begon met een stralend zonnetje. Eenmaal op de Ballon d'Alsace, een col die -zeker van de noordkant- groter in naam is dan inspanning vergt, was het frisjes. In de afdaling een bord Route Barreé:


We konden dús niet verder. Maar terug de col op en 40 km omrijden was geen optie. Dus waren we blond en liepen we langs de wegwerkers. We hebben het overleefd. Via de Hunsruck de Grand Ballon op. Inmiddels was het gaan regenen en behoorlijk koud geworden. We warmden iets op in een restaurant en daalden vervolgens terug naar La Bresse. De krant die we van de vrouw van het restaurant kregen -voor onder het shirt, zoals in de goede oude tijd- was de redding. Ik was zo stom om mijn jasje te vergeten namelijk. De statistieken staan dan weer wel.

De derde dag zou een Koninginnerit worden, maar eigenlijk hadden we de dag ervoor al flink gereden. Het weer leek iets beter en over de Schlucht, Route des Crêtes en een schitterende afdaling bereikten we Munster. Die typische mengeling van Frans en Duits dus. We gingen voor de derde Ballon vandaag: de Petit Ballon. Een schitterende, loodzware klim, maar helaas mist en wolken. Het filmpje laat zien hoe mooi de klim is. Daarna een even zware Platzerwassel en via een weinig gastvrije hut op Le Markstein en de Bramont weer terug. Dit was weer een fijne rit. Doesbrand vermaakte de avond zich kostelijk met de Activity Playback.


Voor we weer naar huis gingen op de laatste dag nog even Le Petit Drumont. Daar schreef ik al eerder over. Een klimmetje van 4,6 km; niet echt een Grote Opgave, maar een fijne finale. Geen PR voor Sjaak, wel een eerste tijd op Strava. Want dat bestond tien jaar geleden nog niet.

Langzaam maar zeker reden we de zorgen en knelpunten weer tegemoet. In de wetenschap dat we gezond genoeg zijn om dit soort tripjes te maken. Dat we als broers dit graag doen, vooral ook mét elkaar. Dat ons dit gegund wordt en ookqua financiën (nog) kan. Kortom genoeg om tevreden op terug te kijken en binnenkort ook weer naar uit te zien.