29 juni 2015

Adios Gios


Het was 2003. Ik was net een jaar weer 'alleen' en het was tijd voor een nieuw begin en mijzelf 'iets gunnen'. Een lastig punt voor Sjaak die vaak met anderen zijn bordje deelt en dan na afloop erachter komt dat hij toch nog honger heeft. Maar goed: een paar maanden voor ik mijn huidige vrouw (de VdH) leerde kennen, toog ik met mijn vriend Jeroen naar Limbricht en kocht daar bij Math Salden een Gios fiets. Staal. Tegen alle modes in. Aluminium was de norm en carbon in opkomst. Ik was er erg blij mee en oogste veel lof voor dit stalen ros met de karakteristiek blauwe kleur en de accenten in chroom, vooral bij 'kenners'.

Ik herpakte mijn leven in dat jaar in veel opzichten en de fiets was daar getuige van. Jeroen en Irma namen de fiets mee naar Zuid-Frankrijk, nodigden me uit om een paar dagen te komen genieten en kon ik heel luxe per vliegtuig reizen. Met hen kon ik ook de prille nieuwe liefde voor de VdH delen. De jaren erna reed ik de Dolomieten Marathon erop en de Trois Ballons. De fiets ging mee op vakanties met het gezin en hoorde daarmee tot het vaste reisgezelschap.

Begin 2010 liet ik de fiets overspuiten. Er waren te veel krassen en beschadigingen na een paar valpartijen en ongelukjes tijdens vervoer. De fiets werd niet meer geheel origineel overgespoten en daarmee begon al wat afstand te komen. Staal was toch niet alles Waar ik in het begin nog dacht dat dit een fiets voor het leven zou zijn, raakte ik ook gecharmeerd van titanium. Dat zou een volgende fiets worden.

Twee jaar terug voltooide ik een groot deel van mijn reïntegratie op mijn Gios. Urenlang maakte ik lange tochten om goed getraind te zijn voor de tocht in de Alpen. Ik was 46 jaar maar had weer de conditie van toen ik 23 jaar was. Tijdens een gedenkwaardige rit over drie cols durfde ik voor de toekomst te kiezen zonder remmen en blokkades. De Gios was erbij.

Dit jaar begon aardig met fietsen, maar de laatste maanden had ik alleen maar pech (valpartij, lekke en kapotte banden, commandeurs die weigerden te schakelen, loszittende cranck/trapaslager) en raakte ik fysiek in de min. Het was niet mijn fietsjaar. Dat bleek ook tijdens tochten in de Ardennen en Luxemburg, waar ik tot drie maal toe tochten moest inkorten 'omdat het niet meer ging'.

En vorige week vertelde mijn buurman/fietsklusser dat er een scheur in mijn frame zit. De geplande 'upgrade' met een nieuwe onderdelengroep heeft geen zin meer. Einde oefening. Ik heb er (nog) geen traan om gelaten, maar ik koester warme herinneringen aan mijn ros, dat nu in 'voor de sloop' in de schuur van mijn broer Doesbrand staat. Die zal nog het nodige hergebruiken en het frame naar het oudijzer brengen. Dat zou mij toch nog te veel pijn doen.

Adios, Gios! Het is maar een (gebruiks)voorwerp, maar voor mij was je toch veel meer.