03 oktober 2005

Doesbrand dus

Van de 4 voorspellers van mijn top 3 had Doesbrand het best ingeschat wat Sjaak zou publiceren. Nummer 1 en 2 goed, 3 niet. Dit is goed voor 5 punten. Ini en de VdH komen elk tot 1 punt. Voor de VdH als bonus een eervolle vermelding, die is redelijk vers qua fietsbeleving (voor zover die er ooit actief zal komen) maar wist toch mooi de Nufenenpas te voorspellen. Jeroen had helaas 0 punten (Alpe d´huz, Champs en Stelvio) maar gelukkig heeft hij wel een beetje beleving bij de fietsverhalen en daar wordt Sjaak wel blij van. Doesbrand ontvangt binnenkort zijn welverdiende prijs.

29 september 2005

Dat was 'm


Afgelopen week beëindigde ik op dit fietsblog mijn top 10 van cols/beklimmingen. Het was veel werk, maar ik wilde dit graag doen. Vooral voor mijzelf, maar links en rechts hoorde ik dat de -zij het schaarse- lezers het konden waarderen. De suggestie van de VdH om het domein naar films, boeken of vakantielanden te verleggen houd ik in beraad. Eerst maar eens het huis regelen. Voor wie er geen genoeg van kan krijgen, of als index om eens terug te lezen: de top 10 in vogelvlucht:

1 Mont Ventoux
2 Col du Galibier
3 Nufenenpas
4 Col de Champs
5 Col de Joux Plane
6 Mont du Chat
7 Passo dello Stelvio
8 Ballon d´Alsace
9 Port de Larrau
10 Ruiterberg

27 september 2005

1 Mont Ventoux

naam: Mont Ventoux
Ligging: Fr, Provence
Hoogte: 1912 m
Stijging: 7,2 % (1535 hm) 21,2 km (noordkant (vanaf Malaucène))
7,1 % (1622 hm) 22,7 km (zuidkant (vanaf Bédoin))
Index Salite.ch: 165,98 resp 163,85
Beklommen: 1989, 1992, 1993, 1994


Een weinig verrassende ontknoping wellicht, maar de Ventoux staat op 1. Een beetje tegen mijn zin in, maar elke keer als ik Bohemian Rhapsody van Queen hoor aan het eind van een dagelange top 2000 vind ik dat een terechte nummer 1. Een berg, en dus eigenlijk geen col, waar je 300 km voor omrijdt, een berg die zoveel historie heeft (Simpson, Merckx, Pantani, de onwaarschijnlijke tijdrit van Jean-Francois Bernard in 1987), een berg waar mensen over dichten (waaronder een bekende van Sjaak, Nanne Nauta), vele sites zijn (waarmee ik niet concureer) en een berg waar ´je tijd´ een ijkpunt is in de intermenselijke verhouding, is een bijzondere berg.

Mijn kennismaking met de Ventoux was in de eerder gemomereerde doldrieste fietsvakantie van 1989. In het prémobiele tijdperk had Doesbrand naar huis gebeld en was te weten gekomen dat Sjaak een kleine 10.000 gulden van de Studiefinanciering had ontvangen, als resultaat van een verlate aanvraag voor een beurs. Deels als lening deels als beurs/gift. Nog wat verdwaasd door het verworven kleine vermogen reden de broers vanuit hun kamp 150 km naar Malaucène en begonnen zonder in te rijden aan de noord/westkant. Kleiner dan 42x26 kon Sjaak niet, maar destijds was groot rijden stoer en was de conditie stukken beter. De 1.27 die ik toen nog zelf licht op reserve reed is mijn beste Ventouxprestatie, maar is niet mijn record. Want ´je tijd´ rijd je vanuit Bédoin. Bijna 1100 hm in een uur is niet niks. En deze kant is net zo´n mooie en zware klim, alleen minder bekend. Maar ook hier zijn lange stukken van 6 km waar je breeduit niet onder de 10% komt. Goed voor mijn alltime snelheidsrecord van 93 km/h!. Mijn Vrienden van Salite.ch geven hem ook 2 puntjes meer op de index.

We daalden af en och och och. Wat een afdaling! De vangrails staan 3 rijen hoog op sommige stukken, ook auto´s racen hier door het steile bos. Na een forse pauze in Bédoin konden we aan het echte werk beginnen. Dé beklimming van de Ventoux. In het begin nog golvend, goed te doen maar na de haarspeld in St Estève ben je los. De hel van het bos, waar je enkele uren nog moeiteloos met 87 km/h reed gaat maar niet over. Continu 10% of meer, geen bochten, geen genade, geen rust. Na 10 km, als je er al niet meer in gelooft: Chalet Reynard. Een oase in een gortdroge, groene woestijn die vanaf hier bruin, kaal en winderig wordt. De doetjes die vanuit Sault de Ventoux doen komen er hier bij en rijden ook nog de laatste 6 km. Die zijn minder zwaar, althans de eerste 5 daarvan. Dit gaat door het maanlandschap en dit cliché is ook waar. Dit maakt de Ventoux zo speciaal. De wind is er altijd en fladdert gelukkig niet alleen maar tegen, je hebt soms even geluk. Nimmer reed ik hier in de beruchte hitte van >40° C. De laatste kilometer is dodelijk. Doesbrand benutte destijds de laatste bocht om een vlakke ster te rijden voordat hij de laatste 300 meter aankon. Dat zag ik vanaf de top en dit beeld heeft mij nooit meer losgelaten. Op de top weet je dat je een bijzondere beklimming hebt gedaan. De mythevorming rond de Ventoux is naar Sjaak´s mening wel overdreven. Het is een prachtberg, maar niet zo uniek dat er ene groot gat gaapt naar de rest. Voor een beetje getraind fietser is ie best te doen, en dan doe je er 2, 2½, 3 uur over wat maakt het uit? Mijn eerste klim van deze kant ging in 1.37. De jaren daarna kwam ik daar niet aan, 1.50 of langzamer zelfs. Maar in 1994 zat alles mee en haalde ik 1.32.58. Dat staat nog steeds en zal Sjaak die tijd ooit nog verbeteren? Feit is dat Sjaak al 11 jaar niet meer op de Ventoux is geweest. Het wordt weer tijd.

2 Col du Galibier


naam: Col du Galibier
Ligging: Franse Alpen
Hoogte: 2648 m
Stijging: 5,5 % (1924 hm) 34,9 km (noordkant)
6,9 % (585 hm) 8,6 km (zuidkant)
Index Salite.ch: 184,37 resp 70,54
Beklommen: 1988,1989, 1993, 1994, 1995


Bij het samenstellen van de top 3 hoefde ik niet na te denken over een plekje voor de Galibier. Zelden heb ik er lekker gereden, maar wat een prachtige klim. In 1988, de enige keer dat ik de zuidkant deed die pas echt begint op de Lautaret, had ik daags ervoor nog een voedselvergiftiging ondergaan. Slap was ik daardoor, maar ik wilde destijds de col op mijn lijstje hebben. Het ging relatief goed, ik herstelde toen heel snel. In de jaren 1993 t/m 1995 reed ik de Marmotte en dan heb je geen keuze: je zult de Galibier over en wel vanaf de noordkant. In het dal van de Maurienne staat doodleuk een bordje ´Col du Galibier´ 36 km en dan begint de klim vrijwel direct daarna. De kenner weet dat daar dan weliswaar 5 km afdaling van de Télégraphe in zit, de col die op zich al een flinke klim is (vergelijkbaar met de Ballon d´Alsace, maar dan vervelender), maar toch. Na de afdaling is het vanaf Valloire alleen nog maar klimmen. Nog 18 km voor de boeg, waarvan de laatste 9 km boven de 2000 meter en meer dan 8,5% gemiddeld en hoe hoger hoe steiler. Crescendo is Italiaans, maar het had op de Galibier uitgevonden kunnen worden. Maar ook in het Frans wordt lyrisch over de Galibier geschreven. In 1994 reed ik nog het beste tijdens de Marmotte, maar had ik last van een gebroken spaak en daardoor zwabberend achterwiel. De andere jaren was het echt heel diepgaan om een beetje fatsoenlijk boven te komen. Maar eenmaal boven: dan daal je bijna 40 km, waarvan de eerste 8 km heerlijk langs ravijnen zonder muurtjes of afscheidingen. Ook dit jaar in de Tour en mijn held Botero achterhaalde daar in notime Vino.

De Galibier heeft mijn hart gewonnen in 1989. Doesbrand en ik reden die hele vakantie al dagelijks tochten van >100km en we maakten elkaar behoorlijk gek. Als koninginnerit reden we die dag het parcours van de Marmotte, met de klim naar Alpe d´Huez als optie voor de namiddag (´we zien wel´). Het weer was fantastisch, grand soleil en 30° en een perfect humeur. De eerste klim (Croix de Fer) ging dan ook moeiteloos. In de afdaling daarvan kregen we met een omleiding te maken; over de Col de Molard dus en toch een echte klim erbij. Na een lange pauze in St Jean de Maurienne en de saaie 15 km door het dal naar de voet van de Télégraphe begonnen we de inspanning al te voelen. Doesbrand was sterker op dat moment en ik reed achter de feiten aan. Nooit zou ik daarna goed rijden op de Télégraphe, die col ligt mij niet. In Valloire bleek het weer te betrekken, maar geen paniek. Tegenliggers kwamen zwaar beregenjackt naar beneden, terwijl ik mij verzekerd wist van wel een tweede t-shirtje ´meegenomen voor de afdalingen´. Een echt wielershirt had ik toen nog niet, wel een lichtste verzet van 42x26 en dat had ik daar wel nodig. Zeker toen bleek dat die eindeloos hoog gelegen weg in de verte, waar een vrachtwagen leek te rijden, wel degelijk de Galibier bleek te zijn. De klap kwam harder aan bij Doesbrand, Sjaak herpakte zich, begon zelfs te genieten van die specifieke omgeving boven de 2400 meter en kwam als eerste boven. Die paar minuten wachten bleken later funest. Het weer sloeg in een mum van tijd verder om. Hagel, slagregens, windvlagen, onweer, nog maar 5°: zelfs het tweede t-shirtje bood geen warmte meer. Sjaak vluchtte in een auto van Nederlanders die op de col stonden en al klappertandend begon hij erg tegen de afdaling op te zien. Zeker toen die mensen weer verder wilden. Gelukkig was 1 km onder de top in de afdaling een herberg. En daar hadden ze chocolat chaud! om op te warmen en journaux (kranten) voor de afdaling. Ik nam er een stuk of 6, het kon me niet warm genoeg zijn. Om een beetje op tijd op de camping terug te zijn, moesten we echt gaan rijden. Doesbrand voorop, langs modderstromen en weggeslagen stukken berghelling. Gelukkig was het droog geworden en begon in de richting van Brian¢on de zon weer te schijnen. We moesten wel de andere kant op maar het was goed voor de moraal. De afdaling was lang en vergde enig bijtrappen, maar dat was welkom dit keer. Daardoor geraakten we nog enigszins opgewarmd terug, een hele mooie ervaring rijker. Ook Doesbrand plaatst de Galibier op 2 in zijn top 10. Hoe eens kun je het zijn.

De top 10 tot dusver
2 Col du Galibier
3 Nufenenpas
4 Col de Champs
5 Col de Joux Plane
6 Mont du Chat
7 Passo dello Stelvio
8 Ballon d´Alsace
9 Port de Larrau
10 Ruiterberg

25 september 2005

3 Nufenenpas


naam: Nufenenpas
Ligging: Zwitserland
Hoogte: 2478 m
Stijging: 8,5 % (1132 hm) 13,3 km (westkant)
5,5 % (1319 hm) 24,1 km (oostkant)
Index Salite.ch: 132,78 resp 117,59
Beklommen: 2005


Soms val je in meerdere opzichten stil in een beklimming. Meestal vanwege het stijgingspercentage, dreigende of zelfs optredende kramp maar soms ook door de overweldigende natuur of het gevoel dat je iets bijzonders aan het doen bent. Een heel enkele keer gaat het nog verder, wordt een beklimming bijna een spirituele ervaring. Dat klink los van de grond, maar zo voelde Sjaak zich wel op 6 augustus van dit jaar op de Nufenen, ook wel Novena geheten. De combinatie van een net te zware beklimming voor de actuele conditie, het natuurschoon en de aanwezigheid van de VdH maakte dat deze pas direct op 3 binnenkomt in de top 10 van Sjaak. Huilend kwam ik op de top, volledig uitgewoond, maar vooral overweldigd door de hoogte, de genadeloze steilte van de klim en het feit dat hij zijn klimpassie kon tonen aan de VdH.

Ergens in juni keek Sjaak naar de Ronde van Zwitserland en zag hij de renners de oude Gotthard fietsen met die prachtige steentjesweg, een beklimming op ' Sjaak's lijstje van nog-te-doen' stond. Ze bleken zelfs het Nufenenrondje aan het rijden, 100 km met ruim 3300 hm over de Nufenen, Gotthard en Furka. Drie prachtige passen. Nog geen 5 minuten later had Sjaak de VdH mee; een donkergroene week in augustus zou worden doorgebracht in Zwitserland. Zij boekie-lezen, Sjaak op de Gios, samen wandelen. Deal!

Sjaak reed het rondje vanuit Andermatt, en deed (dus) de volgorde Furka, Nufenen en tot slot de Gotthard. De eerste dagen was het redelijk weer, maar op het moment supreme regende het met bakken uit de hemel. Het werd wachten op beter weer in een cafe. Maar dat duurde niet lang, Sjaak ging ervoor, dan maar nat, reed makkelijk de Furka op en kreeg de VdH in zijn kielzog als ploegleider mee. Zij kwam halverwege de de Nufenen langsrijden, Sjaak wisselde van tenue omdat het inmiddels heel aardig weer was geworden en gooide al zijn ballast in de Mol. Het zware deel moest toen nog komen. De hoogtemeter gaf ongenadig en bij voortduring meer dan 9% aan, 8 km lang, met heel af en toe een stukje wat milder. Het gebrek aan training werd pijnlijk duidelijk en de ijle lucht deed de rest. Zelden heb ik meer naar het einde van een klim verlangd dan op deze pas en nog minder heb ik er tegelijk zo van genoten. Als je een + 2000m col moet beschrijven: hier is de referentie. Via bochten het dal uit, door het bos naar een lang plateau, waar het nooit vlak wordt, daarna weer bochten, bochten en bochten om de bergwand te overwinnen. De Stelvio heeft het zo, de Bonette, de Nufenen ook. Boven was ik na 3 minuten weer hersteld en kon ik na een forse fourage weer verder. De afdaling richting Airolo is een potentiële 100km/h-plusser en gaf gelegenheid om verder te sparen voor de Gotthard. Ook die was bijzonder maar die pas heb ik volledig op reserve kunnen rijden. Een machtig mooi rondje dat eindigde met een afdaling in een hoosbui met een Nederlander die even op de fiets was gestapt tijdens zijn autorit van Toscane naar huis.

De top 10 tot dusver
3 Nufenenpas
4 Col de Champs
5 Col de Joux Plane
6 Mont du Chat
7 Passo dello Stelvio
8 Ballon d´Alsace
9 Port de Larrau
10 Ruiterberg

21 september 2005

4 Col de Champs

naam: Col de Champs
Ligging: Fr, Alpen
Hoogte: 2087 m
Stijging: 7,0 % (842 hm) 12,1 km (westkant)
6,5 % (1052 hm) 16,3 km (oostkant)
Index Salite.ch: 97,3 resp 115,16
Beklommen: 1992, 2002


We naderen de top 3 van Sjaak Schakelt. Op nummer 4 wederom een col die mede zijn plekje onder de zon heeft verdiend aan de omliggende beklimmingen. Het gebied onder Barcelonette op de grens van de Alpes Maritimes kent prachtige cols, met als letterlijk hoogtepunt de Bonette . Daar liggen mooie herinneringen, maar toch kies ik voor de Col des Champs die ik tot twee keer toe in een rondje met de prachtige Cayolle en de meer bekende Allos heb gereden. Het zijn allemaal fijne cols maar op de Champs is een mythe ontstaan. In 1992, terwijl Nederland in juni te Zweden zich door het EK voetbal worstelde, hadden we wisselvallig weer in de Alpen. Op de dag van de ´koninginnerit´ over de drie genoemde cols leek het ineens allemaal wel te kloppen. De Cayolle werd vlot beklommen en na de stop op de top trok het ineens dicht. Leo, Willem en Nico gingen niet verder, Jeroen en ik wel, het zou na de onvermijdelijke hoosbui die aanstaande was wel weer droog worden. Tijdens de lange afdaling begon het inderdaad te stortregenen, zodat we aanlegden in een café. Het werd maar niet droog en we wilden wel verder. Dus jackjes aan en de Champs maar op. Dat ging echter gepaard met een fijn onweer dat zich bij de hoosbuien had gevoegd. Twee stops in de klim waren nodig om ons een beetje veilig te wanen. Na ruime tijd haalden we de top en toen pas, al stilstaande, beseften we dat het rond het vriespunt was. In de afdaling werd dat een probleem; remmen ging nauwelijks met verkleumde handen. De weg was door de vele regen erg slecht, met gaten erin en losgeslagen keien dwars over de weg. Zelden heb ik zo gebeden om weer te mogen klimmen. Na 12 kilometer ging die wens in vervulling. Tijdens de Allos reden we samen, waarbij Jeroen almaar sterker werd en Sjaak het zwaar had. Vlak voor de top doemde Nico op, in zijn toenmalige Ford Escort en begeleide ons met Talk Talk naar de top, de auto´s achter ons ophoudend en met lichten seinend. Een uurtje bij de kachel en een cacao met neut in het chalet op de top zorgden ervoor dat het laatste stuk naar beneden vol goede moed werd afgelegd. Voor Jeroen en Sjaak is het een legendarische tocht geworden die op zijn huwelijk nog is gememoreerd.

In 2002 reden we de tocht opnieuw en nu onder ideale omstandigheden en met Johan op de top als ´ploegleider´. De Champs fietste Sjaak nu ´netto´ en het is niet echt een zware klim, die daarom normaal niet de top 10 had gehaald. Een regelmatig begin, met veel bochten in het bos. Een klein stukje steil, dan vlak en zelfs dalen, om vervolgens weer wat steiler te worden. Na het laatste plateautje is het slot van 3 km pittig. Behalve dan de laatste 500 meter, die zijn vlak. Een ideale col om het vak te leren.

De top 10 tot dusver
4 Col de Champs
5 Col de Joux Plane
6 Mont du Chat
7 Passo dello Stelvio
8 Ballon d´Alsace
9 Port de Larrau
10 Ruiterberg

20 september 2005

Top 5 van Jeroen










Jeroen is in de ruim 17 jaar die we nu fietsen in de bergen zowel de meest constante factor als wel degene die de meeste progressie in onze groep heeft geboekt. In de begin pufte hij achterin de groep, malend op zijn te grote verzet. Het was de tijd dat Jeroen nog Pietje was, podiumdelen sjouwde, zeker 5 kilo lichter was en nog een flinke bos krullen had. Elk ander zou met het klimmen der jaren minder gaan rijden maar Jeroen niet. De progressie begon in de mid 90´er jaren, maar daar was een dieptepunt aan voorafgegaan toen hij nog voor de eerste stop in Limburgs Mooiste moest afstappen. Daarna ging het cresendo met onze Jeroen. Systematisch spinnen, veel toertochten rijden, goede afspraken met zijn vrouw over buitenlandse tripjes met oa Sjaak en vele Peters, een carbon-titanium fiets; alle voorwaarden waren ook wel ingevuld. Sjaak vind Jeroen´s prestatie in de Alpenchallence van 2004 (>200 km, 4 cols, grotendeels solo) wel zijn meest imponerende staaltje. Op verzoek van Sjaak, die vele beklimmingen met hem aflegde, mochten we de volgende top 5 noteren:

1: De Burdincurutcheta in de Pyreneeën (1991). Hitte...
2: Die col die ik cadeau kreeg in Italie in 1990 (Passo Tre Croci)
3: Mont Ventoux vanuit Sault in 1980 samen met mijn neef: Ik dacht al: is dit nou zo zwaar??..(de meest makkelijke kant van de Ventoux).
4. Port d´Aula (Col in de Pyreneeën welke Sjaak en ik in 2004 gereden hebben: 25 km waarvan de laatste 15 onverhard).
5: Bonnette zuidkant 2003: stoppen tot je door de sneeuw niet verder kan. (ook :4 uur in de auto voor 35 km fietsen)

19 september 2005

5 Col de Joux-Plane

naam: Col de Joux-Plane
Ligging: Fr, Alpen
Hoogte: 1760 m
Stijging:
8,9 % (989 hm) 11,1 km (zuidkant)
6,5 % (711 hm) 10,9 km (noordkant)
Index Salite.ch: 127,5 resp 72,4
Beklommen: 2003


Een berg die lang op mijn verlanglijstje stond was de Joux Plane. Bekend van de Dauphiné en natuurlijk de Tour en gevreesd door de renners. Dat komt omdat het een zware klim is, maar vooral ook omdat deze altijd aan het eind van een bergrit geprogrammeerd werd. De Joux Plane doet mij ook denken aan Peter Winnen en Johan van der Velde die in 1982 daar samen op kop reden en in Morzine nummer 1 en 2 werden. Juist díe dag zat ik niet voor de TV. Vooral de combinatie met een aantal cols ervoor heeft ervoor gezorgd dat de Joux Plane bij mij in de top 5 is gekomen. Twee weken ervoor stapte ik halverwege de Amstel Gold Tourrace nog af met kramp en nul moraal. De dag dat ik de Joux Plane reed overwon ik 5 cols en had ik die dag ´geweldigde benen´ en zodoende kwam het vertrouwen weer helemaal terug. Sjaak´s Resurrection of zoiets dus. Op die laatste dag van de fietsvakantie in 2003 besloot ik de groep voor te gaan en vanuit Le Grand Bornand/St Jean de Sixt eerst de Colombière (1e cat) en de Chatillon (3e cat) te fietsen. Daardoor was ik lekker warmgereden voordat ik met de groep de Joux Plane reed. De profielen hadden we goed bestudeerd en we hadden zelfs de col met de auto verkend. Toen leek die onoverkomelijk steil, maar het was een dag later op 30 x 23 zeer goed te doen. Het steile, wat rommelige begin door de kleine weggetjes in de alpenweiden, werd gevolgd door een stukje vlak. Daarna was het weer aanpoten door het bos met slechts een enkele bocht. Eigenlijk is het daardoor een nare klim, maar het doorkijkje op de Mont Blanc maakt het in één klap een topklim. Je krijgt er ineens weer zin in en daardor ben je in een mum van tijd op de top, die eigenlijk geen top is. De echte col wordt niet genomen, je rijdt er omheen en 2 km moet je nog een stukje omhoog voor de Col da Ranfolly. Daarna is het levensgevaarlijk dalen naar Morzine, de stad van Theo Boot. De Joux Plane is een echte aanrader en ik fiets graag nog eens de noordkant. Nu reden we de klim naar Avoriaz en daarna via een geweldige afdaling terug naar de auto´s via Les Gets.

Een echte renner weet dat hij op de Joux Plane er dus nog niet is en dus reed in de Dauphiné Santiago Botero dáár weg van zijn medevluchter Moncoutié.
De top 10 tot dusver
5 Col de Joux Plane
6 Mont du Chat
7 Passo dello Stelvio
8 Ballon d´Alsace
9 Port de Larrau
10 Ruiterberg

18 september 2005

De top 10 van Doesbrand


Doesbrand is een sterke fietser. Sjaak heeft vooral in het begin van zijn ´serieuzer gaan fietsen periode´ veel met hem samen gereden. Wij waren destijds behoorlijk aan elkaar gewaagd en jutten elkaar op al waren we uiteindelijk de Broedertwist Voorbij. Doesbrand had een verleden van fietsvakanties met het toenmalige vriendje van onze zus (hij mocht wel samen met hem in een tentje kennelijk), op Gazelles en Koga´s vol met zware bepakking en nog niet corresponderende verzetten. Later werd dat beter met een Benotto, wederom een Gazelle en sinds een jaar of 5 een heuse Brands van staal zonder poespas. In de eerste jaren -met uitzondering van 1990 toen André ons keer op keer loste- streden Sjaak en Doesbrand om de cols, met als hoogtepunt 1989 waarin we in een week zoveel mogelijk fietsen in de Franse Alpen. Later haakte Doesbrand wat af bij de jaarlijkse fietsvakanties maar elk jaar was er wel een rondje Ronde Hoep, een toertochtje door de duinen of Heuvelrug dan wel een Ardens dagje om het gevoel van vroeger te doen herleven. Doesbrand is een ware fietsforens, heeft een bakfiets, fietskar en dat soort zaken en verdient daarom een plekje op Sjaak Schakelt. Zijn ongecensureerde top 10 die hij aan Sjaak liet weten:

1 Parpaillon (zwaar, anders, alleen, het gevoel iets te doen wat je niet meer nog een keer gaat doen)
2. Galibier vanaf de Telegraphe, samen met jou, ijskoud boven komend
(1989)
3. Ballon d'Alsace: zie
4. Mont Ventoux
5. Een of andere onbeduidende, vast nog wel terug te vinden col die ik fietste, Guilad weet dat nog wel toen ik net hersteld was van mijn tweede hernia (2002)
6. Izoard
7. Alpe d'Huez
8. Tourmalet
9. Glandon (vooral die ene keer dat we 'm vanuit Allemond reden op een van de laatste dagen tijdens de '88 reis. Volgens mij heb ik nooit meer lekkerder een col op gereden dan toen, de Glandon ging helemaal op 42 x 19 en 42 x 21) (verzettenreeks van de Benotto 1988: 52/42 x 15-17-19-21-24-28)
10. Keutenberg (die ene keer dat ik zonder warming up meende te moeten bluffen dat ik er zo tegenop reed, op jouw Myata)

06 september 2005

6 Mont du Chat

naam: Mont du Chat
Ligging: Fr, Voor-Alpen
Hoogte: 1504 m
Stijging:
7,4 % (1264 hm) 17,0 km (westkant)
8,9 % (1266 hm) 14,3 km (oostkant)
Index Salite.ch: 151,76 resp 158,67
Beklommen: 1991


Een van mijn favoriete fietsherinneringen ligt in de Franse Vooralpen. Deze lopen grofweg van Bellegarde (ligt aan de snelweg Lyon - Genève) en Grenoble. In het zuidelijke deel is de Chartreuse, met cols als de Granier, Porte en Cucheron. Het noordelijke deel loopt vlakker omdat het de loop van de Rhône volgt. In dit dal heb ik ooit in een ULM gevlogen, een soort deltavlieger met een brommermotor. Heel spannend. Ik heb er in 1988 en 1995 doorheen gejaagd, op de een of andere manier leek de weg telkens licht te dalen. En in die jaren heb ik ook de Col de l´Epine gefietst. Deze col heeft een bijzondere betekenis gekregen omdat Ini destijds een fictief verslag van de beklimming maakte die Doesbrand en ik samen aflegden. Het was een onverwacht zware col, die geen naam of faam had maar toch stevig was. Ach een index van 78 en een matig profiel relativeert dit alles.

Mijn keuze valt daarom op de noordelijker gelegen Mont du Chat. Net als de broedercol met de prachtige naam ´Grand Colombier´ een fikse klim. Je kunt makkelijker van Yenne naar Chambéry gaan, maar als er zo´n loeder ligt dan wil je daar overheen. De Mont du Chat is een hoge bergkam waar beide kanten heel steil aflopen en je dus echt over een ´Mont´gaat. Dat maakt de klim ook zo bijzonder en zo loeisteil. Jammer is dat de klim grotendeels in het bos loopt, waardoor je de fantastische uitzichten mist, maar in de hitte van de latere ochtend was het eigenlijk ook wel weer fijn. Ik was met mijn toenmalige partner, die zelf zeer behoorlijk kon klimmen, maar voor haar waren het teveel ´dubbele pijltjes´. Bij hoge uitzondering volgde zij mij daardoor in de geleende rode Renault 5 en moedigde mij aan met spreekkoren, bewonderende blikken en frisse bidons. Het profiel van de westkant geeft een rustig begin en dat klopte. Maar de laatste 7 kilometer was het slopend steil. Nog zonder de computers van nu voelde ik wel wat 15% was. Mijn streven om de klim in ongeveer een uur te halen wist ik echter te halen. Ruim 1200 hoogtemeters in een uur is niet mis (leg ik later nog uit). De Fransen zijn het overigens niet eens over de hoogte. Overal staat 1504m, maar het bordje geeft 1490m aan. Bijna de helft van de Stelvio, maar hoogte aléén zegt niet alles. Mijn verzorgster van toen wist dit alles op waarde te schatten. Later zou ze de Ventoux in 2.15 uur halen, ook dat was een geweldige prestatie.

De oostkant heb ik niet gedaan. Iets om voor naar terug te keren en dan ook weer eens een van de mooiste meertjes van de wereld, waaraan ik destijds kampeerde, te bekijken. Als het tenminste niet weg is.

De top 10 tot dusver
6 Mont du Chat
7 Passo dello Stelvio
8 Ballon d´Alsace
9 Port de Larrau
10 Ruiterberg

03 september 2005

7 Passo dello Stelvio

naam: Passo dello Stelvio
Ligging: It, Alpen
Hoogte: 2758 m
Stijging:
7,1 % (1533 hm) 21,7 km (westkant)
5,4 % (1808 hm) 24,3 km (oostkant)
Index Salite.ch: 143,65 resp 172,26
Beklommen: 1990, 1997


Als je vanuit Prato al een aantal vrijwel vlakke kilometers hebt gereden verschijnt een ineens een haarspeldbocht met een nummer ´48´. Enkele -nu wel stijgende kilometers- later doemt nummer ´47´op. Ok. Komen we ooit boven, en zo ja, waar is dat dan? Welkom op de oostzijde van de Passo dello Stelvio. Dit is de hoogste pas van Italië en een van de zwaarste beklimmingen die er zijn. Vooral de 48 haarspeldbochten zijn fameus geworden, ruim twee maal zoveel als Alpe d´Huez. De Stelvio gaat naar het dak van de wereld, vooral de Prato-kant. Wanneer het dal ophoudt rest er niets dan tegen de bergflank op te kruipen (zie foto). Na het stroeve begin gaat het daarna snel met de bochten en deze maken deze slopende beklimming nog enigszins dragelijk. Als de bochten op het laatst elkaar snel opvolgen is dat motiverend. En je kunt op 8 km van de top opeens heel goed zien waar je naar toe gaat. Als je slecht zit is dat dodelijk, maar ben je nog enigszins ´goed´dan is het intens genieten van deze eigenlijk onmogelijke pas. En 1800 hoogtemeters overbruggen, en een flink deel daarvan boven de 2000 meter en dus ijle lucht blijft tamelijk pittig. De kant van Bormío is iets minder zwaar, maar nog steeds geen makkie. Een salite-index van boven de 100 is zwaar, maar 172 betekent echt wel wat. Doesbrand gaf aan dat hij dacht dat deze Pas Sjaak´s nummer 1 zou zijn, maar daarvoor is de weg te druk. Te veel motoren, te veel auto´s en te veel kermis op de top. Het verhaal van de Stelvio is vooral de weigerende remmen van de Ford Taunus van de vader van André die we destijds leenden. Al vrolijk keuvelend en remmend begon de remolie te koken en daardoor was er geen remvermogen meer. Doesbrand was zo vrij om de handrem te gebruiken en na enige tijd van stilstaan kon men verder. Een aardig verhaal maar geen fietsverhaal.

Ik reed met de fietsgroep in 1990 de Stelvio op-af-op-af waarbij we begonnen en eindigden in Bormío. André reed mij er toen echt van af. In 1997 reden we alleen de oostkant en reden we via de Umbrailpas terug (een schitterende afdaling, zij het deels over levensgevaarlijk grind). Net als op de Ventoux is het bon ton om op de Stelvio een ´tijd´ te hebben staan. In 1990 reed Sjaak 2h.05m en Andre 1h.58m (zo´n beetje de tijden van de dames op de 1500 meter schaatsen maar dan met uren ipv minuten). Sjaak evenaarde die 1.58 in 1997 maar was toen nog fris aan de start, omdat het de enige klim van de dag was. Als je dat afzet tegen andere tijden is dat alles helemaal niet zo slecht. Hinault reed ooit 1.18 in de Giro, maar ja dat was Hinault. Dit jaar sloopte in de Giro de Stelvio Ivan Basso die daar de eindzege verspeelde mede als gevolg van maagproblemen.
Sjaak heeft alle keren goed gereden op deze klim en kent daarom graag zijn lievelingsnummer aan de Stelvio toe.

De top 10 tot dusver
7 Passo dello Stelvio
8 Ballon d´Alsace
9 Port de Larrau
10 Ruiterberg

30 augustus 2005

8 Ballon d'Alsace

naam: Ballon d´Alsace
Ligging: Fr, Vogezen
Hoogte: 1178 m
Stijging:
6,9 % (619 hm) 6,9 km (noordkant)
5,1 % (678 hm) 13,2 km (oostkant)
5,2 % (643 hm) 12,4 km (zuidkant)
Index Salite.ch: 70,69 resp 68,75 resp. 56,77
Beklommen: 1987, 1988, 1994, 1995, 1999, 2000, 2005

Wanneer Sjaak niet kan slapen, beklimt hij in zijn gedachten de Ballon d´Alsace vanuit het noorden. Een col zoals een col hoort te lopen: vanuit het dal met een paar flinke slingers snel hoogte winnen, een gematigd middendeel met regelmatig lopende haarspelden mét doorkijkjes naar het almaar kleiner wordende dal en op het laatst een een lang doch pittig recht stuk naar de top. Een top die een hoogvlaktetje is waar je nergens de echte col weet te vinden. Het uitzicht naar het zuiden is prachtig, met echt mooi weer zou je zicht op de Alpen moeten hebben. De Ballon d ´Alsace is mijn keuze uit de Vogezen, al zijn er heb ik ook iets met de Drumond.. De Vogezen herbergen ´echte´ cols maar die zijn nergens zo steil, lang en slopend als in het hooggebergte. En op maximaal 6 uur rijden van ons land. Je kunt relatief eenvoudig, zonder al te veel trainen dus lekker in de bergen fietsen daar. Enig nadeel: het weer, al heb ik daar de laatste jaren alleen in 2001 last van gehad. In elk geval dient er een plekje weggelegd te worden in deze top 10.
De Ballon d´Alsace kun je ook vanuit het zuiden en het oosten aanrijden. De zuidkant is makkelijk, nooit steil en een fantastisch wegdek. In les 3 ballons reed Sjaak hier zeer snel naar beneden. De oostkant is het meest weerbarstig: een lange aanloop, vrijwel vlak met daarna een zeer onregelmatig stuk. Waar je nergens kunt ontdekken waar je heengaat: ook al zo´n heerlijke frustrende bijkomstigheid bij sommige beklimmingen. In deze afdaling besloten Doesbrand en Sjaak in 1987 om na de 7e lekke band van Doesbrand de strijd te staken en de 70 km naar de camping terug te liften om later weer de fietsen per auto op te halen. De top heb ik in het echt daarna nog vaak genoeg gehaald, in mijn slaap echter niet. Een leuk alternatief voor schaapjes tellen dus.

De top 10 tot dusver:
8 Ballon d´Alsace
9 Port de Larrau
10 Ruiterberg

29 augustus 2005

9 Port de Larrau

naam: Port de Larrau
Ligging: FR, SP, Pyreneeën, op de grens tussen Spanje en Frankrijk
Hoogte: 1585 m
Stijging: 7,9 % (1250 hm) 15,3 km (noordkant)
4,2 % (815 hm) 19,3 km(zuidkant)
Index Salite.ch: 148,7 resp 61,4
Beklommen: 1991

De Pyreneeën en Nederlandse renners gaan niet goed samen. Wim van Est viel van de Aubisque in 1953 en sindsdien is het eigenlijk malaise met ons daar in de Tour. Erik Breukink won in 1987 in Pau wel een bergetappe, maar dat is een van de schaarse uitzonderingen. De Alpen, dáár halen we onze succesen. Het is dichterbij, minder stoffig, minder Spaans en meer Duits en dus vertrouwder. Dat neemt niet weg dat er schitterende cols liggen. De Agnes, Burdincurutcheta (alleen de naam al), de Tourmalet, Port de Pailhères, Menté: het is moeilijk kiezen.
Uiteindelijk kies ik voor de Port de Larrau. De zuidkant loopt vanuit Spanje, heel rustig maar gestaag en over goede wegen. De col heeft me echter waanzinnig veel moeite gekost. Daar heb ik ervaren wat een frigale (hongerklop) is toe mijn fietsmaten mij stuk voor stuk voorbij reden. De noordkant heeft een extreem steil stuk net voor het dorp Larrau, waar we toen op de camping stonden. Deze kant is ook een mooie klim, maar wat me vooral bij is gebleven is dat we op een druilerige dag in deze klim boven de wolken uitkwamen en we -net als in een vliegtuig- in een heerlijk zonnetje op ´slagroom´ keken>

De top 10 tot dusver
9 Port de Larrau
10 Ruiterberg

20 augustus 2005

10 Ruiterberg


naam: Ruiterberg
Ligging: NL, bij Doorn, tussen Doorn en Maarsbergen
Hoogte: 46 m
Stijging: 3% (beide kanten)
Beklommen: alle jaren tussen 1987 en 2005

Bergen hebben we niet, maar de Utrechtse Heuvelrug heeft niet voor niets die naam. In Sjaak´s directe achterland liggen vele kilometers. Een bijzonder punt is de Ruitenberg bij Doorn. Vaak is het in ´rondjes´ de eerste ´col´ en dan wordt er hard doorgereden. Soms op het grote blad, minstens zo hard als je in de vklakke aanloop al reed. Maar het is vooral een belangrijk punt omdat de berg het start- en eindpunt van het tijdtritparcours. Een tijdrit die ik tientallen keren heb gereden, vaak alleen maar ook met de fietsgroep en vooral met Doesbrand in vroeger tijden. Van de tijden hield ik een databaseje bij, waarmee ik met DBase III plus leerde werken waarvan in mijn huidige IT-gerelateerde baan nog steeds plezier heb. Het rondje is 7,5 km en kent nog een klimmetje. Doesbrand reed ooit in 1988 een fenomenale 11.38 (39 km/h gemiddeld) een tijd waar Sjaak twee jaar tegen heeft gevochten en waar het er lang naar uitzag dat zijn -toen op dezelfde dag gereden- 11.54 het plafond was. Maar in 1991 evenaarde Sjaak de 11.38 om een week later 11.31 te rijden. Die tijd is niet meer verbeterd, althans niet aan mij gemeld. De afgelopen jaren reed ik voor de lol wel weer eens het rondje en kwam dan tussen de 12.45 en 13.30 uit. Sjaak is niet meer in de conditie van vroeger.

De klim rijd ik het meest vanuit het zuiden. Het begin is rustig en na de flauwe bocht naar links ga je voelen dat het steiler wordt. Even later is er bochtje naar rechts en dan vlakt die af. Dan pas begint ie echt omdat er daarna een meter of 800 vals plat is. Daar won of verloor je tijd in de tijdrit en bij de competitietjes rijd ik daar het liefst weg van mij kornuiten die dan juist lekker uitpuffen. Klimmen doe je in de echte cols, maar toch moet deze berg in de top 10. Hoe vaak heb ik niet in het zuur en met een hartslag van >180 zo gesnakt naar het einde. En juist dat gevoel maakt het een echte berg.