25 februari 2010

Wohin?


De Berenloop in 2004 beschreef ik eerder als herinnering aan Terschelling. Ook in 1990 was ik hier, met mijn toenmalige vriendin, later vrouw en inmiddels ex. Zij was toen net terug uit Afrika en we gingen er een weekend op uit samen. Vanuit Hoorn reden we richting de Boschplaat. Het tweede deel van Terschelling zeg maar, na Oosterend is het nog dik 10 km onbewoond gebied. Het plan, althans mijn plan, was om deze uit te fietsen en Ameland te groeten. Nog geen twee kilometer op weg naar het einde van het eiland stopten we op de mission impossible en reden we weer terug. Met de belofte aan mijzelf om het ooit nog een keer af te maken.

Gisteren was het zo ver. Ik had een mountainbike gehuurd en omdat het loopseizoen op zijn einde staat was het een mooie start voor het fietsseizoen. De eerste 10 km liepen eenvoudig door het polderlandschap, maar daarna begon de Boschplaat. Een stevig zandpad, met af een toe een diepe plas, maar die waren goed te vermijden. Ik heb geen ATB-ervaring, maar was blij dat ik dit vehikel onder mijn gat had. En ik werd ook al snel lekker vies, toch een unique selling point van ATB-en. Al snel wilde ik eigenlijk en stuk over het strand, iets dat me door onze lokale vriend Anders ook was aangeraden. Een mooi steil paadje voerde me over de duinen en zonder afstappen bereikte ik het strand. Daar was het zoeken naar de ideale ondergrond en na een paar km lukte dat zelfs niet meer. Een stukje ploeteren door het zand alvorens ik het reddingshuisje bereikte. Daar was een terreinwagen met drie mensen erin en de bestuurder gaf aan dat ik nog vier km te gaan had naar het einde. Lanmgs de vloedlijn ging dat prima en kon ik een aardige snelheid ontwikkelen. Het zicht was alleen beperkt, verder dan 200 meter kon je niet kijken. En dus was ik ineens bij het Amelander Gat:



Helaas zag ik Ameland niet en kon ik me niet oriënteren. Waar was de weg langs de duinenrij. Waar moest ik heen? Wohin? Wohin? De tinten grijs van zee, strand, wolken en lucht voor me gaf geen houvast. Tot ik me bedacht dat ik natuurlijk GPS had op mijn telefoon. Helaas deed die het niet. En dus maar een beetje nadenken. Weer teruglopen en ergens naar links. Ik belandde met mijn fiets ergens in de dichte begroeiing waar een soort van pad liep, waar ik toch flink in wegzakte. Paniek? Niet echt, maar wel ongerustheid. Toen ik besloot na een bocht een nieuw plan te maken zag ik wandelaars en kwam ik uit op een iets gemarkeerder weggetje. Na een herstart van mijn telefoon deed de GPS het en bleek ik goed te zijn. Op richtingsgevoel had ik het niet zeker geweten, maar meten is weten. Ik belde de VdH dat ik (veel) later terug zou zijn en vatte de terugweg aan. Het pad was zeer hobbelig en drassig en aangezien ik niks te eten en drinken bij me had werd het behoorlijk afzien. En het ontbreken van een fietsbroek brak me ook op: op mijn kont begon zich voelbaar een blaar te ontwikkelen. Elk hobbeltje deed pijn.



Gelukkig wist ik dat een km of vijf verderop de weg zou verbeteren, omdat ik daar op de heenweg de duinen was ingegaan. En zo geschiedde. Rustig reed ik weer naar de bewoonde wereld, maar mijn ogen stonden hol van honger, kou en vermoeidheid. Door mijn smerigheid vond ik me niet restaurantwaardig, maar in Lies, vijf km voor huis, kon ik de verleiding van de Spar niet weerstaan. Ouderwets gebunkerd met koeken en blikjes. De laatste kilometers reed ik weer als een speer, al deed het zitvlak wel pijn. Volledig tevreden, na een tocht die ik behoorlijk had onderschat, kwam ik aan en wat later mocht ik herstellen in de huissauna en op het heerlijke bed een tukkie doen.

De details van de tocht staan hier. Het zoeken bij het Amelander Gat staat er niet goed op, want toen stond de GPS dus uit.

23 februari 2010

Terug naar Terschelling


Het is een liedje van de lokale-held-met-landelijke-bekendheid Hessel maar voor Sjaak is het ook waar. Al vele malen was ik terug op Terschelling. De eerste keer in 1981 met zeilkamp, de laatste keer alweer in 2004. Ik was er voor de Berenloop, die voert over zo'n beetje het zwaarste (halve)marathonparcours dat je in ons land kunt bedenken. Ik blogde nog niet, zo ver is het alweer in het verleden. Hardlopen had ik jaren niet gedaan en met een hartslagmeter een schema volgen was nog ondenkbaar. In de veronderstelling dat een aantal keren 'een rondje' lopen zou volstaan trok ik naar Skylge, wat ik nog veel mooier vind klinken dan Terschelling. We maakten er een familieuitje van, met het NieuwSamensgesteldeGezin (NSG) dat toen nog niet zo lang samengesteld was en dus vooral vrij nieuw was. Tenauwernood had ik nog voor de hoofdprijs een huisje in Formerum kunnen huren alwaar we een prima weekendje hadden.

Op de zondag liep ik mijn eerste halve marathon. De sfeer was geweldig; het eiland was uitgelopen voor deze tocht. Starten aan de voet van de Brandaris, 's lands bekendste vuurtoren heeft een ongekende allure. Ik startte wel helemaal achteraan, naïef als ik was en dat veroordeelde me tot een vlotte inhaalrace. De heenweg liep over de hoofdweg en voerde me langs de stedenring van het eiland. Illustere plaatsen als Hee, Baaiduinen, Midsland, Landerum en Formerum werden moeiteloos gepasseerd. Overal juichende mensen, muziek, enthousiasme. Dat oversloeg op Sjaak, die als een stofzuiger letterlijk duizenden mensen inhaalde. In Formerum stond het NSG langs de weg en dat gaf nog meer vleugels. Toen ik mijn tijd doorkreeg zat ik op een schema van ongeveer 1.40-1.45 en die 1.45 was vooraf mijn meest optimistische schatting. Dat ging dus prima, zeker omdat ik bij een mooi 'groepje' was aangehaakt. Onderweg hoorde ik nog wel iets van 'die zien we op de Longway wel weer'. Geen idee dat die profetie zeer raak zou zijn.

Bij Midsland aan Zee gingen we het strand op. Een steile opgang die in de benen sloeg. Op het strand voelde ik me ineens minder fijn. Na 15 km mag je moe worden dacht ik nog, maar toen we bij West aan Zee weer de duinen ingingen was het gebeurd. Geen puf meer en toen kwam de Longway. Bijna 5 km recht naar West-Terschelling door het bos. En steeds langzamer ging ik. Links en rechts werd ik gepasseerd. Wilde stoppen, maar mocht dat pas op de 20 km. Dat haalde ik niet: kramp. Met bakstenen in mijn bovenbenen sjokte ik verder en haalde het dorp. Daar was het nog een lange lus naar de finish. Pas in de laatste 200 meter naar de Brandaris kwam de moraal weer terug. Een nettotijd van 1.55 was mijn deel. Zelden heb ik het zo zwaar gehad met sporten. Even later kwamen de anderen op het afgesproken punt en haalden we met enige stress in onze donder de boot naar het vaste land. Hessel zong nog even 'Weg van Terschelling' voor ons.

Vandaag liep ik -waarschijnlijk voor het laatst voorlopig- een mooie ronde van 12 km. En beleefde ik het stuk op het strand van de Berenloop opnieuw. Ging een stuk beter nu. Ruim vijf jaar ouder, maar een stuk fitter en wijzer. De Longway was afgesloten vanwege ijsvorming, maar ik heb er uiteraard aan gedacht en het liedje van Supertramp in mijn kop gehad. De terugweg voerde over de prachtige waddendijk (zie foto)terug naar Kinnum. Een geslaagde terugkeer.