12 augustus 2007

Eind goed, al goed


Zaterdag jl een alternatieve Luik-Bastenaken-Luik gefietst met Nico, Jeroen, Erwin, Peter (vd S dit keer) en Sjaak. Het was een mooie mix van nog eens flink fietsen (bijna 150 km en 2300 hm) en rustig en ontspannen op terrassen met mooie serveersters het seizoen afsluiten (zie foto). Sjaak ruimt de Gios voorlopig weer op. Het ging heerlijk en ik kon zelfs mee met Erwin en Jeroen. Op je hoogtepunt stoppen heet dat.

Geen LBL van Le Champion dit keer. De voorinschrijving was al vol en we hadden geen zin in de pseudo-snelweg die de start/finish aan de rand van Luik is. Voordeel was dat een tempootje lager kon en we 'pas' om 6.30 bij Nico verzamelden. Na de traditionele perfecte koffie reden we gevieren (Peter was al in het Zuiden bij zij ouders) naar Spa. Binnen twee uur: Jeroen weet waar de flitsers staan en als die Galaxy eenmaal op gang is gaat het prima. Een tweede bak koffie met appeltaart (zonder nog een meter gefietst te hebben, wat zou Tom daarvan gevonden hebben)werd gevolgd door een -nog onverwacht- weerzien met Peter. Hij had niet veel gefietst want de eigen zaak en Luce vergen veel tijd. Op karakter en basisconditie ging het toch heel aardig. Nico reed sterk en kon goed mee met de cracks Erwin en Jeroen. Sjaak was weliswaar brak en moe van een slechte nacht, maar die hadden we allen gehad. We volgden de route van de Waalse Pijl van een paar maanden geleden. Sjaak had niet alleen een route uitgezet, maar ook in weten te laten in de Garmin Edge 305 HR. Een feest voor meten-is-weten-Sjaak en Peter merkte fijntjes op dat Sjaak er verlekkerd naar keek op een manier die deed vermoeden dat er andere beelden op getoverd werden. Aardig was dat Sjaak ook de route uit zijn hoofd wel wist. Na een fiks begin met de Redoute en de Chambralles waren de pakweg 80 km daarop relatief vlak/licht golvend. Een stop met salade Niçoise en soep in Erézée deed Sjaak bijzonder goed. Daarna zat hij sinds jaren niet zo goed meer op de fiets en de brakheid was weg. Of was het het dalende tempo in de groep. Steeds vaker werd er gestopt voor een reparatie, de achterliggers laten bijkomen of een bezinning op de route. Peter had plannen die betekenden dat hij de route niet af kon maken en dus namen we in Trois Points (ik doe geen moeite meer: punten en bruggen zijn in het Nederlands wel verschillend) afscheid en reden we met zijn vieren verder. Erwin en Jeroen trokken ons tien km lang door het licht oplopende dal van Salm naar Grand Halleux. En daar begon de heuvelzone. Eerst de vervelendeMont le Soie. Een index van niks (onder de 50 punten) maar irritant lang en slopend. De goede benen van Sjaak kwamen wel hier voor het eerst aan bod. Erwin jutte me op toen Jeroen op een steiler stukje moest lossen: 'hij is los hoor; rijd door'. Dat was lang geleden inderdaad. Op het vlakker wordende einde zoefde Jeroen mij trouwens weer voorbij. Nico kreeg het wat zwaarder nu, maar reed lekker zijn eigen tempo. Op de Côte de Lignieuville beleefde Sjaak een primeur: Erwin kon/wilde? het gaatje dat Jeroen liet vallen niet dichtrijden en kwam zowaar weer eens als eerste boven. Kon ik mooi foto's maken, net als een paar maanden geleden:

Jeroen en Erwin op de Côte de Lignieuville

Een mooi tweeluik van Nico; helaas is de fotopositie niet helemaal gelijk, maar het verschil in cadans en flair is duidelijk. Wat een Maratona en tarining al niet doet voor een mens!


Nico op de Côte de Lignieuville mei 2007

Nico op de Côte de Lignieuville augustus 2007


Daarna werd het almaar lamlendinger. Erwin reed lek. Wel wielen van 25 gram en een veelvoud daarvan aan euro's, maar geen fatsoenlijk binnenbandje en vulpatroon. Gelukkig heeft Erwin vrienden die dat voor hem regelen. Hij staat in het krijt, dat wel en hij zal nog veel op kop moeten sleuren om dát goed te maken. In Stavelot bleek het al zo laat dat we de Stockeu en Wanne maar lieten schieten. Die hoogtepunten werden vervangen door de serveerster. Type Sylvie Meijs. Niet Sjaak's type, maar onmiskenbaar een mooie vrouw wiens aandacht het meest bij Jeroen lag. We konden er mee leven. Na een dik uur, waarin het helemaal niet erg was dat de soep veel te laat kwam (het stuk kwam speciaal haar excuses maken dat de bestelling niet goed was doorgekomen)maakte we ons op voor de favoriete cols van Nico. De Haute Levée en Le Rosier. Jeroen overwon een krampaanvanl op de Haute Levée en legde Sjaak en Erwin op de Rosier een moordend tempo op. Sjaak brak net niet, kon op zijn tandvlees bijblijven en zo fietsen we dan op de allerlaatste kilometers van dit seizoen eindelijk schouder aan schouder. Erwin bekeek het met een minimale hartslag van 140 van een afstandje en kon de gezonde competitie en rivaliteit niet meteen plaatsen, maar voor Sjaak waren het mooie slotkilometers. Een gierende afdaling naar Spa restte nog. In Spa aten we (bijzonder slecht met een trage bediening), SMS-ten we Peter Fortuin helemaal gek, praatten we na over de hoogtepunten van de dag, verloor Erwin nog even zijn portefeuille, maar vond deze gelukkig toch. Rond middernacht waren we terug in Zeist en was het al met al een fraaie dag geworden.

10 juli 2007

De Dolomietenmarathon 2007 in hoofdstukken



Mijn verslag van de Dolomietenmarathon is opgeknipt in een aantal blogjes. Dit blogje kan je gebruiken als leeswijzer. Alle linkjes openen in een nieuw venster, dus dit blijft staan. Veel plezier ermee.
De heenreis en aankomst
Eerste 'lus': Sella-rondje
Tweede 'lus'Valparola - Giau - Falzarego
Rust- en balansdag
De Maratona zelf
De analyse van de tijden van de groep
Nico, Stefan en Jeroen in 2006 en 2007 (volgt nog)

06 juli 2007

Meten is weten na de meet



Het fijne van de Maratona is dat er onderweg op maar liefst vijf punten wordt geklokt. Op de Gardena, de finish/doorkomst, de Campolongo (tweede passage), bij het begin van de Giau, op de Giau en uiteraard bij de start en finish. Vorig jaar kon Sjaak daardoor een analyse maken van de (tussen)tijden en die Jeroen als verjaardagskado aanbieden. Zijn cijfers waren namelijk voortreffelijk.

Dit jaar is anders. We waren met elf man, waarvan er acht de volledige Maratona reden. Peter P was ziek geworden, Peter F ook (maar dan van de bergen en reed daarom de Sellaronde)en Rob had geen lekkere dag en reed de 106 km. Die acht man zijn prachtig te vergelijken. En meten is weten dus Sjaak is eens lekker gaan pielen. Piel lekker mee (en klik op de tabel voor een vergroting):

tussen- en eindtijden van de tien rijders

Wat we allemaal wisten: Jeroen en Erwin zijn vrijwel de gehel rit bij elkaar gebleven. Erwin moest even wachten soms, maar ze ontliepen elkaar nauwelijks. Peter B heeft ze op de hielen gezeten en Sjaak zat er niet ver achter, zonder in de buurt te komen overigens. Opvallend is dat Sjaak in het laatste deel niet veel tijd meer op de toppers verloor; het harde bewijs dat de goede training/voorbereiding zijn vruchten afwierp. Kees zat in de eerste lus dicht bij Sjaak maar moest daarna het gat toch groter laten worden. Jaap liep gestaag in op Kees; een colletje erbij en ze waren hand in hand binnengekomen. Nico en Tom deden haasje over. Fietsten niet samen op, maar bleven in de buurt van elkaar. Uiteindelijk gaf de routine en ervaring van Nico wellicht de doorslag. Rob zat goed op schema om lekker mee te doen en weet dat hij in pricipe de bergen goed aankan. Peter F was na 3.39.40 uit zijn lijden verlost en mag zich gaan toeleggen op dijken en polders. Grappig om te zien waar de anderen waren op het moment dat jij ergens een meetpunt pakte. Zo waren Jeroen en Erwin al op de Campolongo II toen Tom en Nico de Gardena bedwongen. Zo krijg je een beetje gevoel voor verhouding en afstand.

trajectijden tussen de meetpunten in (klik op het plaatje voor een vergroting)

Als je de tijden tussen de trajecten bekijkt is er hetzelfde beeld. Jeroen en Erwin zijn meestal het snelste. Opvallend is dat het lange stuk zonder klim tussen Campolongo II en de voet van de Giau Stefan, Peter B en ook Jaap sneller zijn. En de tijd van Kees op de Giau is overduidelijk: die was daar niet meer in balans.

Laat een en ander op je inwerken. In een ander blogje vergelijk ik nog de tijden van Jeroen, Nico en Stefan van 2006 met die van dit jaar.

01 juli 2007

Zo was het bedoeld


Alle voorbereidingen en plezier van de afgelopen dagen ten spijt; vandaag was het echte doel van de mini-vakantie. De Maratona. Na een verrassend goed nachtje stonden mijn kamergenoten en ik op. Half 5, daar verklaren ze je voor gek mee, maar eenmaal op is het vroege opstaan ook wel weer prettig. Je hebt een hele lange dag voor de boeg. Bij het ontbijt bleken de zenuwen sommigen in bedwang te hebben. Tom speurde nerveus naar zijn pasta en eieren bij het ontbijt. We hoopten ruim naar de WC te kunnen hetgeen slechts een enkeling gegeven was. Jeroen was volgens Kees even 'niet in balans' toen hij zijn bidons vergeten bleek te hebben. Maar rond kwart voor 6 reden we ons gepoetst rijwielpark naar La Vila. Kijk, en daar hebben ze nu over nagedacht. En route vanwege de luttele drie kilometer die hotel Miramonti van de start ligt en de organisatie over de indeling van de startvakken en de aanrijroutes daar naar toe. Zoveel beter dan het gedrang bij de uitreiking van de startnummers zoals Tom al beschreef.

De start is eigenlijk een van de hoogtepunten van de Maratona. De sfeer is super relaxed, je zwaait eens naar de camera in de helikopter, doet een plas, scant je omgeving en taxeert je kledingkeuze. De 12 graden deed Sjaak beslissen om geen armstukken aan te doen en wel een jackje voor de afdalingen. Echt spijt had ik er niet van maar armstukken alleen had wel volstaan. Om kwart over zes de start van de kanjers en slechts twee minuten later mochten wij al de Afrikaanse trommelaars passeren. Even volgde ik Jeroen en Erwin maar die verdwenen snel uit zicht. Samen met Peter B en Kees vormde ik de tweede groep. De Campolongo I was natuurlijk een eitje. De afdaling fantastisch want je dook in een wolkendek en in Arabba was het dan ook steenkoud. Sjaak bedacht zich ook dat zijn banden wat zacht voelden. Inderdaad kon er nog 2 bar bij. In de klim naar de Pordoi achterhaalde ik eerst Kees en daarna Peter B. We besloten om als het uitkwam samen te rijden en tot aan de start van de Sella lukte dat. Toen vond Peter B een snellere collega, maar bovendien één van de vrouwelijke kunne. Daar kon Sjaak niet tegenop.

Het ging wel lekker met Sjaak. Rustig, hartslag niet boven de 150 en de woorden van Jeroen kwamen uit die eerder de week voorspelde dat 'je met dezelfde snelheid een hartslag op 20 per minuut lager zou zitten zondag'. Elke afdaling ging nog in het jackje en zelfs de Gardena hield ik het aan. Ik zag dat ik sneller ging dan vorig jaar. Toen passeerde ik de Gardena in 2.54 dacht ik en nu in 2.39. Het bleek nog meer te zijn want toen ging de Gardena in ruim 3 uur. Ruim 20 minuten voor op vorig jaar: dat ging de goede kant uit zeker omdat ik dit jaar geen 30 km nodig had om al lummelend te dralen over de vraag of ik de 138 ging rijden. Natuurlijk ging ik ervoor. Geen uitgebreide sanitaire stop op de Campolongo II maar een nerveuze bevoorrading en toen vól de afdaling in. Op het valse plat zette ik mijn volle 85 kg in en vloog ik iedereen voorbij. Die klimmertjes en snelle dalers in de bochten kunnen niet doordenderen. Sjaak wel. Dat vond een grote Italiaan wel fijn, dus kroop in mijn hol. Toen ik hem wat kop liet doen viel ie stil en wel erg letterlijk. Een etenstasje uitpakken met 40 km/h deed hem vallen en Sjaak er overheen. Wonder boven wonder had ik niks en de Gios ook niet. Zou je zo maar een sleutelbeen kunnen breken, had ik mijn engeltje er dit keer bij.

De eerste schrik deelde ik met een aardige Duitse vrouw die me even later gedag zwei omdat ik harder ging en zijn niet mijn wiel wilde houden. Dit keer ook een korte stop op de Santa Lucia waar de bevoorrading tegenviel, maar de gelletjes, bidons en bananen aan de beurt waren. Wat rekken en strekken voor de Giau -ik begon het toch te voelen- en daar was ie weer. Nu had ik 30x28 als pijnstiller, maar die wilde ik nog even bewaren. Niet dus; binnen de kilometer had ik 'm gestoken. Ik reed neutraal; werd ingehaald maar haalde zelf evenveel in. Door de uitgekiende verzetten kon ik de hele Giau goed blijven rijden. Dat nam niet weg dat ik 'm na zes km wel zat was en toen nog een kleine vier te gaan had. Dat was vooral mentaal zwaar, maar dat ik er nu 1.05h over deed was een forse meevaller. Een paar dagen hiervoor reed ik er evenlang over maar ging toen veel meer stuk. Ondertussen hadden de SMSjes van Peter F me bereikt. Hij was er godzijdank vanaf na de Sellaronde. Om 10 uur weer binnen, hij kon zo zijn bed weer in. Peter P was ziek afgehaakt helaas en je kunt maar beter niet met Jeroen op een kamer liggen bij een cyclo. Sjaak in 2004 (gebroken ketting); Jan Struik in 2006 (val) en Peter in 2007 (ziek) deelden met hem een kamer en reden nimmer de cyclo uit. Verder waren er geen berichten uit de koers. Was ook geen tijd voor want we moesten verder. Op de Giau belde ik jubelend naar huis, want het was nog net ochtend.

De afdaling lachte me toe: wat nou nét autovrij? Ik had dit keer alle tijd en vond een fijn daaltreintje dat behoedzaam doch gestaag de langzamere goden voorbijzoefde. Ik wist dat het nog dik twee uur zou duren maar dat ik dan een flink stuk sneller zou zijn dan vorig jaar. En ging mede daardoor beter rijden. Op de Falzarego reed ik op reserve, maar ging ik -nu zonder gangmaker Jeroen, maar met de verse voorkennis van een paar dagen geleden- in de laatste kilometer nog tientallen rijders voorbij die ik eerder had gezien. Ik besloot tot een luxe stop bij de bevoorrading en een onnodige sessie met het aantrekken van het jackje. Het zal een paar minuten hebben gescheeld maar wat zou het. Zonder een vorm van kramp en nog lekker fit daalde ik de Valparola. Het was de rustigste afdaling en ik haalde hier ook mijn record van de afgelopen dagen (76 km/h) op een stuk waar dat heel goed kon. De laatste kilometers naar de finish besloot ik tot het uiterste te gaan. Dus op het grote mes het valse plat gedaan. Niemand kon me volgen, dat gaf een ouderwets gevoel van macht en tevredenheid. Nog helemaal hyper passeerde ik om en nabij de 7.18 de finish en ontwaarde daar Jeroen, Erwin, Peter B en Rob (die de 106 had genomen). Peter F was alweer -fris gedouched- teruggekeerd en onthaalde ons enthousiast. De drie mannen voor me hadden elkaar niet veel ontlopen en dat was knap van Peter B. Jeroen evenaarde zijn tijd van vorig jaar en Erwin weet dat ook hij nog wel sneller kan. Daarna was het even wachten maar na ruim een uur kwamen successievelijk Kees, de zeer sterk rijdende Jaap, Nico en Tom binnen. Iedereen was tevreden over zijn tocht en had zijn bier, patat en andere vette hap wel verdiend.

Zo was het bedoeld voor dit jaar. Heerlijk gereden, overgehouden op het eind, maar wel een maximaal resultaat. Op een goede manier, gedreven doch ontspannen hier naar toegewerkt en als het dan zo loopt is dat prima. Het weer werkte ook optimaal mee: alleen staat er nog wel een helmriempje op mijn gezicht gefreesd.

30 juni 2007

In balans


Een dag voor de/een grote tocht moet je niks doen. Het is een algemeen aanvaard principe bij cyclo-rijders en ingegeven door de gedachte dat je op die manier krachten spaart en het lichaam in balans laat komen. Vorig jaar deed Sjaak dat; de dag werd gevuld met een tochtje naar Cortina d'Ampezzo, voorafgegaan door een adembenemende klim naar 2700 meter met behulp van de kabelbaan vanaf de Falzarego. Niet dit jaar voor Sjaak. De klim naar de Corones stond nog op het verlanglijstje maar vooral zou het mentaalt goed zijn om nog te fietsen. De Giau van de dag ervoor had Sjaak aan het wankelen gebracht of hij wel de 138 km zou moeten willen rijden en Sjaak was geestelijk nog niet rijp voor de Maratona Dles Dolomites. In balans komen heette dat: Peter B's voorliefde voor yoga en meditatie werd uitgestraald over de groep en 'in balans zijn' werd standaard vocabulaire binnen ons elftal. Sjaak was wellicht het meest ontvankelijk hiervoor en besloot tot een balansdag. Peter B, die ook was achtergebleven in het hotel, wilde aanvankelijk niet mee maar de daadkracht en het enthousiasme van Sjaak trok hem over de streep. Het werd een heerlijke tocht. Een schitterende klim. op maar 25 kilometer van de chaos en hektiek van de Maratona werden auto's en motoren schaars. Medefietsers waren er wel maar slechts enkelen. Stukken van de klim waren steiler dan de Giau; we maten tot aan 16 procent. Sjaak en Peter B waren in balans: we genoten hardop van de schoonheid van de klim, reden maximaal 150 hartslag en bleven bij elkaar. Spraken op de Passo Furcia over keuzes in werk en persoonlijk leven zoals het achterwege laten van de resterende zes slotkilometers naar de Corones. We hadden geen zin in een halfverhard geitenpad van een meter breed met kans op blessures voor het materiaal. Dus lieten we het daar bij en voelden we ons valken in de afdaling. Het werd een ontspannen tocht met 1100 hm die toch maar mooi in een gemiddelde van 24 km/h werd afgelegd.

Bij het hotel aangekomen integreerden we met wat collega-fietsers. Veel stellen ook waarbij bij sommigen van onze groep zich toch de fantasie de vrije loop kreeg hoe het zou zijn om een partner te hebben waarmee je dit soort tochten kan fietsen. Sjaak weet het: zijn ex fietste vroeger met de mannen in de groep mee en dat is heel leuk voor je relatie. Dat het spaak liep licht niet zo zeer in het fietsen, maar dat is een ander verhaal. Na een heerlijke douche en aansluitend dutje met de Ipod op, toog Sjaak naar beneden, waar de rest van de groep al druk aan het poetsen was. Dat levert altijd mooie plaatjes op:


foto: Tom

Na een fors diner, waar flink werd ingeslagen, verdwenen rap de gasten naar hun kamers. Voor half 10 lag iedereen erin, wetende dat er een onrustige nachtrust zou volgen, vooruitlopend op de grote dag

29 juni 2007

Au op de Giau


Ruim een maand geleden trok de Girokaravaan over de Giau om te eindigen op de Tre Cime de Lavaredo. Ik raakte geïnspireerd om eens flink er tegenaan te gaan op de hometrainer. Deze vrijdag was de kans om deze zware klim live te doen. We besloten namelijk om na de Sellaronde van gisteren de 'tweede lus' te gaan rijden. Alleen dan niet over die welhaast onvermijdelijke Campalongo maar een alternatieve klim als begin in de vorm van de Valparola. Sjaak's kettingproblemen leken verholpen; bij de overbezette 'Bike Shop' in La Villa werd een nieuwe casette geplaatst. Met een '28' zowaar. Duurde even maar dan heb je wat en daar kom je alles mee op. Zoals de Valparola. Na het stevige begin hadden we even een stukje vlak. Jeroen, Peter B, Erwin en Sjaak reden gezamenlijk op. Tom, Jaap en Rob kozen ook voor het rondje over de Giau maar dan met start en finish op de Falzarego. En fotografeerden zich suf met prachtige plaatjes (zie boven) als resultaat. Op 4 km van de top moest ik de drie laten gaan; het ging net te hard voor me. Maar stukken beter dan vorig jaar toen Willem me hier loste. Vlak voor de top kon ik een forse spurt trekken en achterhaalde Peter die zijn aandacht had verlegd naar een paar Duitse dames. Een voorproefje van wat hem nog te wachten stond toen hij een middag naast Keesie mocht zitten met een gebroken spaak. Na het stukje dalen naar de Falzarego troffen we elkaar bij de koffie. Peter P was solo op herhaling de Sellaronde gaan doen en de anderen (Kees, Nico, Peter F en Peter B) gingen via de Campalongo naar het hotel terug. In de afdaling was het gekkenwerk met passerende motoren en dergelijke. Erwin, Jeroen en Sjaak gingen richting Giau en probeerden de drie mannen uit Naarden te achterhalen. Op de Giau was het echt vervelend. Zulke steile stukken en dan zo lang. Toch reed ik 'm in 1.05 en dat was bijna een kwartier sneller dan vorig jaar. De rest was al boven en redelijk monter maar voor mij was het op. Te diep moeten gaan, het gevoel van de Nufenen. De pasta hielp niet echt. Na de afdaling waarin diverse hulpverleners omhoog kwamen blazen kwam de zooi regelmatig naar boven. Op de Falzarego fungeerde Jeroen als mijn locomotief. Waar blijft de tijd dat het andersom was? Rob reed zoals Adne Sondral zijn lange afstanden schaatste: stukken flink doortrekken en dan weer stoppen. De aanleg voor het klimwerk is er maar nu nog de routine en de juiste fiets. Het veld lag dicht bij elkaar dus bij de top dus het was een goed gedoseerd tochtje. Langzaam maar zeker werden we we rijp voor de Maratona.

later meer:
In balans
Dolomietentoppers

28 juni 2007

Inrijden en voorbereiden


Na een nacht vol regen en onweer klaarde het nog voor het ontbijt helemaal op. Niets zou ons beletten om de Sellaronde te gaan rijden. Een wel heel klassiek inrijrondje, maar wel nuttig. Ten eerste: niet al te zwaar, ten tweede: een prettige en prachtige kennismaking met de bergen voor de groentjes en ten derde: het beginlusje van de Tocht van zondag en dus goed om te verkennen. Na het noodzakelijke gesleutel en gerommel stonden we er om half 11 helemaal klaar voor. Het elftal op weg naar het vertrouwde Corvara waar de klim naar de Campolongo (altijd even weten hoe je het spelt) begint. Sjaak had het slecht naar zijn zin. De Gios naar de fietsenmaker gebracht om deze bergklaar te maken. Dus werd een nieuwe ketting en de '15'en '16' op de 9-vits Campagnolo Chorus-casette vervangen. Het drama van een gebroken ketting tijdens de Alpen Challence, drie jaar geleden, diende voorkomen te worden. Maar dit was niet best. De ketting en tandwielen werden maar geen vrienden. Alleen de 23 had er vrede mee. Er dus kon ik slechts 40x23 of 30x23 rijden. Daarmee kwam ik wel boven maar echt fijn, genuanceerd schakelen was er niet bij. Slecht voor het broze gemoed, dat door de perikelen rond de weggeraakte, maar toch nog - zó toevallig- teruggevonden Garmin (waarover later meer) toch niet optimaal was. Jeroen en Erwin waren op de Campolongo en Pordoi niet bij te benen, Peter B en Sjaak waren aan elkaar gewaagd en niet al te ver daarna kwamen Rob, Kees, Jaap, Tom en Nico. Peter P zat niet echt lekker op de fiets (examenstress, weinig training en een opkomende verkoudheid). Peter F reed beter dan ooit in de bergen maar dat ging gepaard met een recht evenredige weerzin tegen het fietsen tegen een berg. Die was niet meer te redden; dat was duidelijk.

Een lange pauze op de Pordoi werd gevolgd door een gierende afdaling en net toen er weer geklommen werd schakelde Jaap verkeerd en kwam zijn ketting op een nare wijze klem tussen bracket en kleinste voorblad. Diverse mecaniciens kwamen er aan te pas en minstens zoveel 'deskundigen' die zich verbaal lieten gelden. Na een klein half uur was het leed verholpen en was een deel van de groep de Sella al opgereden. Daar maakten we deze prachtige groepsfoto:



In de afdaling van de Sella dit jaar geen ongeluk, zoals vorig jaar met Jan Struik. De wat wazige discussie aan de ontbijttafel over het 'daalbeleid' (geef je voorligger de ruimte, haal niet in bochten in en het is vooral geen wedstrijd) kwam uiteindelijk toch nog tot resultaat. De beste dalers, Jaap en Kees gingen voorop, gevolgd door de rest. De laatste klim stelde volgens Sjaak niet veel voor en op 40x23 trok ik zelfs lekker door. Het aan de groep beloofde valse plat bleef langer uit dan in mijn herinnering stond gegriefd. Vooral Kees kon Sjaak dat maar moeilijk vergeven, niet wetende dat Sjaak zichzelf daardoor ook lichtjes had opgeblazen. Veilig bereikten we weer het hotel na een mooi tochtje van een kleine 60 km met 2100 hm. De kop was eraf.

27 juni 2007

Gruppe Van Ravenzwaaij ist da

We hadden er lang naar uitgezien. De Dolomietenmarathon 2007. De jongens van Oranje-Nassau, en dan het beste wat ze op fietsgebied hadden te bieden (Jaap, Tom, Erwin, Rob) fuseerden met onze fietsgroep (Nico, Peter F, Sjaak) met Jeroen als linking pin. Met Peter B&P en Kees hadden we het elftal compleet. En wel om 4 uur in de woensdagochtend in Zeist. Een onchristelijk tijdstip maar we zouden wel voor alle files uit kunnen rijden. En dat gebeurde. Voor we goed en wel wakker waren had het trio chauffeurs ons naar de eerste pauzeplek vlak voor Kassel gejakkerd. Via een stukje over de 'heerlijke' A7 (die van Flensburg naar Kempten loopt en 1200 km lang is, maar iets van de magie bij Jeroen verloor door de vele 'Baustelle') naar het drukke Nürnberg en München. Net na het middaguur reden we Oostenrijk heen en toverde Tom zijn matrix al tevoorschijn. Niks 'pot' van Nico, gewoon alles virtueel verrekenen en volgend jaar kun je zelfs met je telefoon bij Tom direct cashen. Na de goulashsoep en apfelstrüdel bereikten we de Brenner en toen was het nog een uurtje naar ons bekende hotel Miramonti. Jeroen had de kamerindeling al rondgemaakt waardoor Sjaak op een nauwe kamer, zonder balkon met Nico en Peter F belandde. Het goede gezelschap maakte dit helemaal goed; er werden direct afspraken gemaakt over de kastruimte en het zware gebruik van het toilet.

Minder euforisch was aanvankelijk de entree van onze groep. De 'Gruppe Van Ravenzwaaij' had vorig jaar een beetje slechte indruk achter gelaten. Was ook wel enigszins terecht want er werd door ons -Sjaak was er ook bij en liet het gebeuren- behoorlijk gezeurd over het -eerlijk is eerlijk- weinig flexibele personeel. Dit jaar volgden we de 'lijn Tom' (dingen netjes vragen, beetje meedenken/voorkauwen en regelmatig zeggen dat je het goed vond) en dat wierp meteen zijn vruchten af. Een van de dames, door Kees onmiddellijk 'Rita' gedoopt naar onze eigen Frau Verdonk, bleef wat stug, maar het blozende Alpenmeisje en ons nerveus dreutelende serveerstertje deden meteen hun stinkende best om alles goed te regelen.

Na de lange rit deden we het rustig aan, ook al omdat het begon te plenzen. Geen inrijrondje en geen goed begin. Maar de weersvoorspellingen waren positief dus de moraal bleef goed. Om een uur of half elf was het voor iedereen wel klaar en gingen we slapen.

16 juni 2007

Meer dan 200 km plezier


Sjaak moest diep in zijn geheugen en is er nog niet uit. Maar wanneer reed hij zijn laatste 200km+-er? Een jaar op tien, vijftien geleden toch wel. Nu is 170 km in de bergen, zoals de Marmotte, wel zwaarder dan 250 polderkilometers, maar toch. Een tocht van 200 km of meer is wel erg lang, zowel voor de benen als de geest. En dan maakt het niet uit of er 205 km op de tellers staat (Sjaak), 218 (Tom en Jeroen) of de officiele 215. Toch was de vandaag gereden 13-heuvelentocht beslist geen vervelende ervaring. Integendeel: het was een van de betere toertochten sinds jaren. Niet de massale events als Limburg's Mooiste, Amstel Gold, de dTC-tochtjes, Jan Jansen en al die andere zaken, die wel massaal zijn maar slecht georganiseerd. Want dat kan ook anders: de Dolomieten Marathon is massaal maar tot in de puntjes geregeld. Dat was de tocht onder auspicien van het Stalen Ros uit Ravestein niet echt, zoals een matige verzorging onderweg, maar de mensen deden erg hun best en de slim gekozen route was behoorlijk uitgepijld. En waar vind je een bewaakte fietsenstalling waar je gratis een nummer op je fiets en je helm krijgt. We zagen niet meer dan 15 fietsers bij de start/finish en de 'stalling' lag aan het terras, dus in overbodigheid liet deze service niets te wensen over, maar het was een blijk van enthousiasme en meedenken met de fietser prettig vindt.

Op de Oranje Nassausite staat een verslag van Tom waar Sjaak weinig aan toe te voegen heeft. Hulde Tom, alleen is het fenomenaal als je fenominaal voortaan als fenomenaal gaat schrijven ;-). Inderdaad was de vulpatroonexcertie bij mijn eerste lekke band in jaren! bijzonder geslaagd. Vooral door vooraf te zeggen, toen Jeroen vergeefs probeerder te pompen (Sjaak werd erg gesoigneerd) "ik laat je nu iets zien, dat je volgende week ook zelf zult hebben" gaf Tom blijk van een scherpe blik op Sjaak. We hadden een prima dag, een goede bus gedurende 140 km en een prima afsluiting van de binnenlandse voorbereiding op de Maratona.

Nog 11 nachtjes slapen en we vertrekken naar Italie. Het is gweoon erg leuk om een doel te hebben. Vorige jaar was de voorbereiding mager en belabberd, door allerlei narigheid en ellende. Nu staat Sjaak er met 1700 wegkilometers, 5 kg gewichtsverlies en vele uren op de hometrainer er een stuk beter voor. In alle hektiek van de baanwisseling was de lange tocht van vandaag een heerlijk moment van ontspanning. Met dank aan het thuisfront dat het fiat op een spontane uitbreiding op het programma van harte via de telefoon afgaf.

30 mei 2007

De zwaarste berg van Europa

Gisterenmiddag was er niet alleen een feestje voor Sjaak, maar was er ook nog waar eens een hoogtepunt in de Giro. De Monte Zoncolan werd beklommen. De zwaarste berg van Europa wordt die wel genoemd en met een Salite-index van 220 is er inderdaad wel sprake van een serieuze klim. Categorie Angliru (Galicië, Spanje), Mortirolo, Corones dus. Sjaak heeft niet kunnen zien hoe Simoni mocht winnen, maar gelukkig is een korte impressie van Eurosport. Voor Sjaak is er geen keuze eind juni. De Mortirolo en Zoncolan zijn te ver weg, maar de Corones (in het Duits: Kronplatz) ligt vlakbij het hotel in de Dolomieten, waar we een aantal dagen zullen verblijven voor de Dolomietenmarathon. De toestand op de Corones is ook te volgen via de webcam om te volgen. Vanaf nu een permanent linkje op Sjaak Schakelt.

Er komt een dag dat Doesbrand en Sjaak tijd, geld, materiaal en conditie hebben om al deze bijzondere bergen successievelijk af te vinken.

27 mei 2007

(Gi)au op de hometrainer

Vandaag was de koninginnerit in de Giro. Naar Tre Cime de Lavaredo, een soort Mont Ventoux, maar dan in de Dolomieten. Onderweg deed het peloton ook nog de Passo Giau aan. Van 'onze' kant, dus vanuit het zuidwesten. De kant die we in de Dolomietenmarathon moeten nemen. De Giau is hét struikelblok. Tot die pas gaat het wel en zijn de klimmetjes goed te doen. De Giau is een tien kilometer lange muur naar een onbereikbare pas. Gemiddeld 9,8 %. Gemiddeld dus! Daarna is het alleen nog maar overleven. Sjaak had de uitzending opgenomen en zag in de herhaling hoe de toppers relatief makkelijk peddelend omhoog gingen. Pas in de slotklim begon het een beetje te lijken op hoe Sjaak naar boven fietst en dan gaan zij nog dik twee maal zo hard. Maar goed: naar fietsen kijken doet fietsen en dus maar een fikse sessie ingelast op de hometrainer. Dank zij Jeroen heb ik weer een hartslagband en dus kan ik weer meten. De Ciclomaster past ook op de Dunlop hometrainer en dus ging ik maar eens voor de 'target heartrate'. Van 90%, we zijn niet kinderachtig. Bij een max hartslag van Sjaak van 182 is het omslagpunt dan rond de 163 bpm. De hometrainer maakt het zo zwaar voor je als nodig is. Dus dat werd het eerste kwartier maximale weerstand en toen bleef ik netjes in de zone tussen 155 en 165 bpm. Telkens als ik ik vervelend begon dacht ik aan de Giau. En de belachelijke tijd die ik vorig jaar nodig had. Sjaak wil beter getraind zijn en soepeler fietsen. Gewoon voor zichzelf. Anderen kopen een motor als ze bijna 41 jaar zijn; Sjaak gaat weer fiks fietsen. Dan maar een beetje au om straks de Giau in een tijd rond een uur op de kunnen rijden. Au deed het niet echt en de liter zweet is inmiddels ook weg.

26 mei 2007

Toujours la Lesse


Thanville ligt aan de rand van de Famenne. Dat is een smalle strook van een kilometer of vijtien, twintig breed die van het noordoosten (Marche) naar het zuidwesten (Beauraing) loopt. Het is een geologisch andere streek; veel vlakker dan de noordelijk ervan gelegen Condroz en de zuidelijker gelegen Ardennen. Door de Famenne stroomt de Lesse: een van de bekenste Belgische riviertjes vanwege de Grotten van Han die door de Lesse zijn gevormd. En vanwege het kanotoerisme: op de Lesse kun je op nog geen drie uur rijden echt lol maken. Horden Nederlanders reizen naar Houyet af om daar het laatste deel, benedenstrooms en tevens het makkelijkste- te varen. Sjaak deed vandaag een Tour de Lesse. Eerst Beauraing ingedenderd en vervolgens een stukje de grote weg naar Dinant. Afgeslagen richting Houyet, met een heerlijke afdaling van vier kilometer. Sommige wegen liggen er nu zo prachtig bij en dit was er weer één. Na Houyet, waar geen kanoër te bekennen was gelukkig, weer uit het Lessedal geklommen en vervolgens over het enorm hoge viaduct in de buurt van Custinne (met een fenomenaal uitzicht over dezelfde Famenne) richting Chevetogne. Daar niet het klooster bezocht maar zuidwaarts, deels over dezelfde weg van gisteren. In Halma niet rechtsaf naar huis maar nog een lusje via Daverdisse. Dit stuk van de Ardennen is prachtig mooi: dorpjes als Porcheresse, Our, Redu (bekend van de vele boekenwinkels) en Lesse liggen schilderachtig in nauwe dalen. De wegen zijn hier steil en lopen door geurige naaldbossen. Als je ergens kunt onthaasten is het hier wel. Voor Daverdisse bereikte ik weer het Lessedal en aangezien ik het restaurant Moulin de Daverdisse te sjiek/ontoegankelijk vond besloot ik de laatste krappe dertig kilometer er maar in één keer aan vast te plakken. Dat ging wel ten koste van mijn gemiddelde dat op dat moment tegen de 28 km/h lag. De klim uit het Lessedal mocht er zijn en ik moest naar 30 x 19 terugschakelen om een beetje cadans te hebben. De harstlagmeter had ik voor het eerst sinds ruim een jaar weer om en die wees 168 als maximum uit. Via een -schier eindeloze- omweg langs Haut-Fays bereikte ik de N40: de grote weg van Bouillon naar Beauraing waar de afslag naar Thanville aan ligt. Het slotklimmetje rustig gereden: het was wel goed zo. In drie dagen, binnen een tijdsbestek van 48 uur 280 km gereden en naar schatting 4500 hoogtemeters overwonnen. Een prima driedaagse training, die het volgende kaartje heeft opgeleverd:

24 mei 2007

De Ardennen voor jezelf


Na een matige nacht vatte ik 's ochtends alsnog slaap en werd ik om half 10 wakker. Niet echt uitgerust maar goed genoeg voor de Grote Tocht. Het katterige gevoel van de Waalse Pijl wilde ik vandaag verdrijven door een fikse tocht. Er was een aantal route-opties, waarvan ik onderweg wel zou zien hoe het zou gaan. Via Wellin naar de voet gereden van de lange, gelijkmatige klim naar het Euro Space Centre. Via een prachtig weggetje door Smuid naar St Hubert en vervolgens de rustige weg naar Bertogne. Dit is een dunbevolkt deel van de Ardennen en je hebt hier de wegen bijna voor jezelf. De wegen zijn doorgaand, maar als er één auto per 5 km langs je heen flist is het veel. Een voordeel van de doorgaande wegen: weinig kaartlezen, relaxte klimmetjes (hooguit 6%) en weinig loslopende honden. Dat laatste weerhoudt me van de binnendoorweggetjes, die vaak buitengewoon fraai en dito steil zijn. De gelijkmatige klimmen zijn goed voor de conditie. Op redelijk grote verzetten kon ik aan de macht werken en in de afdalingen haalde ik met licht bijtrappen kruissnelheden van 50 km/h. Het gemiddelde was de hele dag dan ook rond de 25 km/h. De temperatuur liep overigens ook fors op. Toen ik via Ortho het supertoeristische La Roche-en-Ardenne bereikte gaf de thermometer 34 graden aan. Zo voelde het ook. De megakom tagliatelle met fruits de mer ging ook niet eens op: hitte en eetlust gaan slecht samen. La Roche ligt in een kom en is bijna alleen klimmend te verlaten.Zo'n heerlijke klim van een kilometer of zes, die je met ongeveer 18 km/h kunt nemen (zie foto). Via de Barrière de Champlon (dat hebben alleen de Belgen, dit soort kruispunten van vierbaanswegen; ze noemen ze Baraques of Barrières) weer richting westen. Een prachtige weg, met af en toe een stuk klimmen en veel en lang afdalen. In Wavreille besloot ik voor een lus Rochefort. Het dreigende van een naderend onweer was wel weg en een omweg naar huis lag voor de hand. Dan zou ik 20 km extra rijden en de benen voelden nog goed genoeg. Maar in de buurt van Rochefort heb je niet meer de wegen voor jezelf helaas. Uiteindelijk kwam ik op een rustiger weg en richting Wellin (van waar het nog maar 12 km was) begon de dorst en vermoeidheid toe te slaan. Voor het eerst moest ik naar de '30'(wel een stuk van 12%) en ik besloot tot een extra stop in Wellin. Meestal knal ik daar voorbij in auto of op de fiets en na een stop van een minuut of 20 zal ik dat ook in de toekomst wel weer doen. Niks te beleven en de kroeg was gevuld met van die Waalse bierbuiken, die rokend achter het urinoir staan en de indruk geven niks beter te doen hebben. Een redelijk afgetrainde fietser in een bolletjestrui voorbij zien komen was misschioen wel het hoogtepunt van de dag. Sjaak kon na de stop goed doorrijden naar Thanville waar uiteindelijk de meter op 152 km stond. Ik denk dat ik zeker 2500 tot 3000 hoogtemeters heb overwonnen, jammer dat de teller ze niet registreerde. Bij het uitblazen in de hangmat kwam alsnog de kramp op, dit keer in het linkerbeen, maar dat was accceptabel. De avond kwam alsnog het onweer, maar toen had Sjaak al lekker gedoucht, gegeten, gebeld met de VdH en uitgerust. Morgen nog maar zien of het van fietsen komt.

23 mei 2007

Opwarmronde


Vandaag naar Thanville gereden. Met de auto weliswaar, maar de komende drie dagen staan wel in het teken van de fiets. In mijn oude werkagenda staat dit benoemd als een fietsretraîte. Tussen twee banen in, even bijkomen van de chaotische en hektische afgelopen weken en verder schaven aan de conditie. Thanville is daar een uitgelezen plek voor. Mijn zus en zwager hebben sinds 1990 daar een oude boerderij gekocht, die destijds op instorten stond. Na een flink aantal jaren klussen is het meer dan bewoonbaar en de laatste 10 jaar is het voor Sjaak een regelmatig terugkerend rustpunt voor fiets- en wandeltochten. Thanville is een gehuchtje van nog geen 8 huizen/boerderijen, gelegen in een dalletje en slechts bereikbaar via een weg (zie foto) waarvan je serieus jezelf afvraagt of die wel ergens heen leidt

Ik vertrok pas om half 11 vanochtend uit Nederland en heb er ongeveer 2 uur en 50 minuten over gedaan; veel sneller kan niet. Het viel maar weer eens op hoeveel drukker het verkeer is geworden in de afgelopen 15 jaar. Inhalende vrachtwagens, bellende automobilisten, aarzelende senioren: ik hoefde me niet te vervelen. Na Brussel werd het rustiger en kon ik lekker doorrijden. IPod aan, vertrouwde weg, die na Namen echt Buitenlands wordt. In dik een uur was ik gesetteld en kon ik het vertrouwde rondje Vencimont - Felenne - Beauraing rijden. Een krappe 45 kilometer in dik anderhalf uur. Een aardig gemiddelde van 27 km/h gehaald. Zo kon ik het krampgevoel van zaterdag even wegfietsen. Het stuk naar Felenne, langs de grens met Frankrijk, is een van de mooiste weggetjes die in de Ardennen ken. Bijzonder rustig, heerlijk klimmetje (rond de 6 á 7% met stukjes boven de 10%). De Muur van Beauraing (max 14%) ging moeiteloos; het is beslist geen Stockeu!


Thuisgekomen lekker bijgekomen, gerust en wat geklust aan de fiets. De route voor morgen globaal uitgezet, spullen gewassen, rijst met prut gemaakt. Het is hier zo vertrouwd dat ik de komende dagen in mijn uppie zonder problemen door zal komen. Er is nu zelfs telefoon!

20 mei 2007

Pijlstokje



Het was het voorlopige hoogtepunt in Sjaak's voorbereiding voor de Dolomietenmarathon, over precies zes weken. De Waalse Pijl reden we vroeger, begin jaren '90, met ons oude clubje en was altijd een zware opgave. De tocht was niet zo massaal als andere tochten en het parcous bijzonder zwaar. Er zijn twee opties: een lange versie van 210 km of een kortere versie van 160 km. Een mooie test om te kijken wat de training (1000 km) en gewichtsverlies (2,5 kg) nu hadden opgeleverd: een peilstok voor de conditie dus. Erwin, uit de Naardense club, en ik kwamen vrijdagavond bij Jeroen, Irma en de dames aan. Die zaten in een Landal-park in Stavelot en wij mochten op de bank slapen. Dat scheelde een hondsvroeg ritje naar Spa, de startplaats. Nu mochten we om 6 uur op en waren we tegen 8 uur aan de start. Daar bleek de tocht wél de massaliteit te hebben bereikt, die het vroeger nog ontliep. Zeker 4000 fietsers stonden aan de start. De zoveelste Peter, die Jeroen opduikelde met als zijn fietsafspraken, reed met ons vieren mee. Toen hij na de eerste 70 km de dames wat met rust liet en zich op het fietsen ging concentreren bleek het een prima klimmer te zijn en een beul op het vlakke.

Het peloton net na de eerste stop op de Roche de Frêne

De tocht liep niet echt lekker voor Sjaak. Last van darmen en een slechte nacht waren niet bevorderlijk voor de conditie. Op de eerste 80 km, waarin we nog een lusje van een kilometer of 10 extra maakten toe we van de route raakten, ging het nog best aardig en kon ik op klimmetjes als Redoute en Chambralles (nieuw voor mij, maar een prachtige klim) mee met het geweld van Jeroen en Erwin. Na L'Ancienne Barrière raakte de tank leeg, zoals zo vaak bij mij tussen de 80 en 120 km en erger nog: de kramp begon op te komen. En dan zie je honderden mannen en 'treintjes' voorbij komen in een tempo dat ik vroeger toch ook aardig benaderde. Erwin loodste me nog gezellig keuvelend de Mont le Soie op en dat hielp wel. Net als de 15 km voor de Côte de Lignieuville, waarin ik meer rekkend en strekkend bezig was dan aan het trappen. Met dank aan de machinisten Jeroen, Erwin en Peter.


Nico komt boven op de Côte de Lignieuville

Die Côte (zie foto) ging verrassend goed en ook op de Stockeu leek ik er doorheen te komen. Daar hadden mijn kinderen onlangs met de échte Luik-Bastenaken-Luik gestaan (en de TV-rapportage gehaald!) en ik zag ze denkbeeldig mij nu aanmoedigen. Een kleine versnelling voor de echte top werd me fataal: kramp. Dat was de druppel om eerder af te stappen; het huisje was immers op nog maar 10 km. De Wanneranval haalde ik nog wel, maar met Nico inmiddels in mijn wiel en een afloper (een langzaam leeglopende band) om mijn achterwiel was de animo aardig gezakt. Peter sloeg de pauze over, Jeroen en Erwin konden de laatse 30 km ongehinderd doorbuffelen.


Erwin in een zeldzame positie: achter de groep.

Nico en ik genoten van het fraaie uitzicht en namen nog maar eens een koffie. Hoewel mijn conditie was verslechterd, maakte mijn humeur een omgekeerde route door. Eenmaal bij het huis aangekomen hadden we 136 km op de teller en nog een gezellige namiddag nog met de dames (Jeroen en Nico hebben samen 5 dochters die zó goed met elkaar omgaan dat ik altijd even moet nadenken wie ook al weer van wie is). Na de thuiskomst van Erwin en Jeroen besloten we een geslaagde dag met een etentje in Stavelot en keerden we laat huiswaarts.

En die Pijl als peilstok? Nou: de komende weken gewoon lekker doorgaan met uitrusten en trainen. Deze tocht liep wat minder, maar dat heb ik elk jaar wel. Door op het juiste moment te stoppen heb ik niks gefoceerd en er juist een goed gevoel aan overgehouden.

18 mei 2007

Rood of groen: that's the question


Straks reizen Erwin en ik af naar de Ardennen om ons te voegen bij Jeroen en Nico die daar met de gezinnen al bivakkeren. Morgen rijden we de Waalse Pijl, een zware tocht, met nóg vervelender klimmetjes dan de meer bekende LBL-versies. De vraag is: gaan we voor de volle 210 km of de iets relaxter 160 km. Vorm van de dag en het humeur van het moment zullen het bepalen. Rood is rechts na de Redoute en groen is links. Wordt vervolgd.

05 mei 2007

Het nuttige met het aangename


Tijdens mijn studie, waren de excursies de krenten in de pap. Net als bij Ina dus. Het was voor mij de ideale combinatie van onderweg zijn, dingen uit de omgeving zien en beter leren begrijpen. Het wetenschappelijke gehalte van de geografie mag ter discussie staan, het plezier van de praktische toepassing ervan ervaar ik dagelijks.
Gisteren reed ik naar Drenthe, een tocht van 160 km met 90% de wind minimaal schuin op de kop. Het was een heerlijke tocht, met veel geografische herkenning. Op de tegenwind had ik me ingesteld en me neergelegd bij een kruissnelheid van 26, 27 km/h. Dat heb ik ruim 7 uur volgehouden. Onderweg genoten van ons land, dat in deze periode op zijn fraaist is. Eerst de bossen van de Vuursche. Daarna, de polders in. De inrichtingspricipes van de jaren '70 en 80' bewonderd in Zuidelijk Flevoland (grote steden, links en rechts wat industrie, veel windmolens en verder geen nederzettingen) en die van de jaren '60 in Oostelijk Flevoland (naast Lelystad vooral agrarisch met kleine dorpen als Swifterbant) en de bijna retrosfeer van de Noordoostpolder. Genoten van de Ketelbrug, die ook nu weer gewoon openging.

Ketelbrug, met in de verte Urk

Doorgereden naar het het curieuze Schokland, dat weliswaar is opgegeten door de polder, maar nog wel herkenbaar is.

Schokland

Via de Kadoelersluis (zie foto bovenaan; er is daar maar liefst 4,5 meter verval)en Blokzijl de polders verlaten en de -doorgaans helaas overbevolkte- wetlands van de Weerribben doorkruist. Daarna via een waar dorpenlint Drenthe bereikt, waarbij elk dorp steeds meer op zo'n typisch Drenths brinkdorpen ging lijken. Kortom de tocht was genieten. Het was nuttig, want in Drenthe trof ik de VdH weer aan en er staat nu bijna 1000 km op de teller. Veel km's in de benen dus. Maar ook aangenaam in een heerlijk zonnetje met een graad of 20. En mijn oude vakkennis en -plezier maar weer eens opgehaald.

02 mei 2007

Bedevaartstocht

Fietsen is een katholieke sport. Het is niet heel lang geleden dat de Paus het peloton letterlijk inzegende en hoeveel renners kussen het kruisje niet dat ze dragen als ze winnend over de streep gaan. Twee weken geleden was ik nog op de protestante Veluwe, nu vroeg Marco of ik mee wilde rijden met Klimmen-Banneux-Klimmen. Een wielerversie van wat vroeger een bedevaartstocht naar Banneux was; een plaatsje 20 ten oosten van Luik waar vroeger Mariaverschijningen zijn geweest. Dat leek me wel wat. Wel vroeg op, maar een mooie voorbereiding voor de Waalse Pijl van over drie weken. Om 6.45 reed ik weg en in de Mol kon de cruisecontrol aan over de nog dunbevolkte A2. Voelde me net in d'n Oude Tuffer in de Efteling: je hoefde slechts te sturen. Coldplay hield me wakker.

Marco en zijn fietsmaat Glenn waren snel gevonden en er waren nog twee makkers uit Zaltbommel die niet echt erop uit waren om het gezellig te maken. Snel weg, geen sanitaire stop meer, al direct de grote verhalen en niet echt interesse in de medefiesters. We verloren ze snel uit het zicht. Glenn had het direct zwaar, gaf aan dat we eigen tempo moesten fietsen en Marco en ik deden dat ook. We reden ongeveer even sterk en even was er weer het Bleiswijkse Kooi-gevoel: vroeger zwommen we daar hele zomerdagen en doken we urenlang zo mooi mogelijk naar 2 meter diep. Nu dus uren op de fiets en toen het gedrang wat minder werd hadden we tijd om bij te praten. Via de Voerstreek en het wat saaie Land van Herve koersten we richting Ardennen. Bij het keerpunt, Banneux dus, kwam alles weer samen: de Zaltbommelaars en ook Glenn die stug doorreed en in zijn eigen tempo het prima deed. Na de relatief korte pauze reed Marco in de snelle afdaling naar Pepinster lek en waren we de Bommelaars weer kwijt. Glenne haakte met een weigerende triple ook snel af en zo gingen we met behoorlijk wat tegenwind weer naar Nederland toe. Na 110 km had Sjaak het wel gehad, maar even op de tanden bijten hielp. Net als de mens- en vlagbediende spoorwegovergang van de stoomtrein bij Wijlre, die het jachtige liefhebberspeloton even deed rusten en onthaasten:



Na 132 km waren we weer terug en kwam Glenn na 20 minuten netjes binnen. Even nagetafeld en wat gedronken. Jammer dat we de Trois Ballons niet fietsen maar dit duo past prima in onze fietsgroepjes. Heerlijk gefietst met een gemiddelde van net onder de 25 km/h. Alleen was het jammer dat weer bijna 2 uur autorijden volgde. Maar de fascinerende ontknoping van de Eredivisie kon zo geweldig gevolgd worden.

Achteraf is het dan fijn nagenieten van de kaart die je bij elkaar hebt gereden (met dank aan Marco's GPS apparaat).

22 april 2007

Heerlijk rondje


Vorige week ging ik nog voor de kilometers, vandaag was de tocht (zie kaartje: 82 km) korter doch intensiever. Mijn HAC4 plus kan ik nog steeds niet lekker bedienen, maar het gemiddelde zal net onder de 30 km/h hebben gelegen. Het was ideaal fietsweer, rond de 23 graden en een licht windje mee, later tegen. Ik besloot tot een noordelijke aanvliegroute van de Amerongse Berg en vandaar nog een aantal heuveltjes terug naar huis. Het ging lang wat stroefjes, maar langs het Valleikanaal begon het goed te gaan. Op 3 km van de Amerongse Berg kreeg ik een trio in mijn wiel, dat niet overnam. Sjaak schakelde bij het begin van de klim terug en reed de heuvel, die ik zo goed ken, in een strak tempo. Was het een week of wat geleden nog onder de 20 km/h, nu reed ik rond de 22 km/h. En dan mannen finaal eraf gereden. Is fijn als je 40 jaar bent en het gevoel krijgt dat de vorm van enkele jaren geleden weer terug komt. Later had ik op de Ruiterberg dezelfde ervaring, dus mijn dag was weer goed. Zeker omdat ik gisteren de Reichawaldtour wel had willen rijden, maar de voetbalplicht riep. Via de goudkust van Doorn, waar ik ooit wil komen te wonen, de Pyramide en Zeist weer naar huis. Binnenkort ga ik de aanwijzingen van Tom eens uitproberen; dan kan ik de kaartjes ook echt interactief maken zoals hij.

15 april 2007

Hoedjes, bollenvelden en kletskoppen

Het weer was te mooi om niet te gaan fietsen. Zou ik me aansluiten bij mijn vrienden uit Naarden of toch maar een eigen tocht. Even gingen mijn gedachten naar een oude klassieker: een rondje Utrecht- Enkhuizen - Lelystad - Utrecht. 200 km. Lang geleden deed ik daar bruto acht uur over, maar nu leek het me nog even te vroeg ervoor en was het bovendien al te laat om weg te gaan. Aangezien op 19 mei de Waalse Pijl op het programma staat is het wel zaak om kilometers in de benen te krijgen. De conditie op het korte werk is al aardig maar een 150km+-tocht is wel weer iets van een andere orde. Na een (s)loom begin van de dag was het half 12 zo ver en ging Sjaak oostwaarts. Via Woudenberg, Barneveld, Kootwijk en Hoog Soeren naar een van de hoogste punten van de Veluwe. Het was rustig op de weggetjes die ik al paddo-lezend vond. In Elspeet was de eerste stop, na 75 km. De bediening maakte bepaald geen grootse indruk, maar het meisje had waarschijnlijk haar eerste werkdag. En wie zeurt als je op 15 april óf in de schaduw zit, óf je laat inbranden door de zon met 29 graden om je heen. Het uitzicht op de kerkgangers, die de mis van 15.00 uur bezochten was fascinerend. Het is dus echt waar: dames met hoedjes en full dressed mannen, al leek me deze stroming nog relatief light. Hoe dan ook: het contrasteerde nogal met de man die met ontbloot bovenlijf en een fors aantal tatoos me even het uitzicht op het meer religieuze deel van het Veluwedorp ontnam. Coef! heeft dan altijd een camera paraat, Sjaak niet helaas.

Na de hoedjes ging het richting Leuvenum, Hierden en Harderwijk om vervolgens de Flevopolders in te duiken. Sjaak fietst daar graag, net als de mannen van Oranje Nassau hadden gedaan vandaag. Lange wegen, weinig verkeer, je gaat bijna denken dat er nog genoeg ruimte is in Nederland. Toch had ik er al een tijd niet gefietst en viel me nu het immense aantal windmolens op. En de bollenvelden, die verrassend ruim aanwezig zijn en je ook even weer laten weten dat de lente nog maar dik drie weken oud is. Maar als ze de schaarse wegwijzers nog weghalen dreig je wel te verdwalen. Uiteindelijk viel het wel mee, hoeveel ik omgereden had. De teller stond inmiddels wel dik boven de 120. Via de Stichtse Brug kwam ik weer op het Oude Land. Volledig uitgedroogd, want de bidons - hoe spaarzaam ook gebruikt- waren leeg, bereikte ik een overvol terras in Eemnes. Inmiddels had ik al 147 km gereden

Daar schoof ik aan bij een stel, hij 74 jaar zij 72. Nog fit en actief; zoals zovele gruize duiven. Aardige mensen maar enorme kletskousen en niet echt geïnteresseerd in hun tafelgenoot. Weet nu wel alles van Steiermark want daar gingen ze al meer dan 35 jaar naar toe. Maar ook hier zat Sjaak in de Advanced-stand. Laat het maar gebeuren en sta open voor een spontaan contact. Dat wel na een dik half uur (en diverse consumpties) verder werd afgebroken. Via Groeneveld, Lage Vuursche en Groenekan was ik na 167 km weer thuis. De broodnodige kilometers zijn er dus alsnog bijgekomen en het was een heerlijk dagje zo.

Hieronder de route in Google Maps. Ik ben er nog niet in geslaagd om de API-key aan de praat te krijgen, dus het is nog een plaatje slechts. Maar het begin is er.

09 april 2007

Uitstapje


Het fietsseizoen is al enige tijd gelden redelijk serieus gestart, maar vandaag was er een uitstapje naar het 'lopen'. Een heus event in onze Domstad, waar de marathon werd gehouden. En de halve, én de 10 km, én de 5 km, én wandeltochten en last but not least de 2 km jeugdloop. Daar deed ons gehele kindervolk aan mee en allen liepen het uit. Zelfs de jongste Jettie, die voor de gelegenheid de 7-jarige leeftijd al had bereikt. Sjaak liep met een aantal collega's de 10 km. De afgelopen maanden had ik een aantal keren gelopen, een keer of vijf onder de 10 km en driemaal een langere tocht van 15 km. Dat was genoeg basis om de dag met een gerust gevoel in te gaan. Het sfeertje aan het begin lijkt wel een beetje op de pré-cyclo-nervositeit, maar is toch anders. Het lopen kent minder materiaalfetisjisme maar daarentegen weer meer 'medisch'. Iedereen is aan het strekken, rekken en inlopen; iets wat wij fietsers niet kennen. Want daar schaart Sjaak zich toch: bij de fietsers die in het pré-seizoen een uitstapje naar het lopen maken. Wat niet wegnam dat Sjaak zijn miskleum om te ver naar achteren te starten 10 km lang aan het goedmaken was. Vele honderden loopgenoten haalde ik -soms geïrriteerd vanwege het noodzakelijk slalommen- in, slechts enkelen mij. Echt last van de wind had ik niet, mijn fietsvrienden door de polder wel. De tijd van om en na bij de 46 minuten lag aan de goede kant van de vooraf aangegeven bandbreedte van tevredenheid. Zat er meer in? Niet echt. Het tempo lag meteen al goed en de laatste kilometer had ik niet heel veel meer over. Er zal echt meer getraind moeten worden om zoals vroeger weer richting de 40 minuten te kunnen komen. Sjaak kan tevreden zijn en zich nu helemaal richten op het fietsen. Om te voorkomen dat er in juli duizenden hijgende en rochelende Italianen hem al foeterend links en rechts passeren, omdat ze te ver achterin gestart zijn en haast hebben.

02 april 2007

Passie en fietsen


Ogenschijnlijk hebben een fietstoertocht en Passiemuziek niet zo heel veel met elkaar te maken. De werelden van materiaalbewuste fanatiekelingen die om 6.30 uur zondagochtend opstaan om een rondje te fietsen en die van de protserige Rotary Club van Vianen die zijn jaarlijkse culturele event in de vorm Matthäus Passion organiseert, zijn volstrekt andere biotopen. Toch maakte Sjaak gisteren deel uit van beide circuits. De toertocht stond al langer gepland, maar de VdH had via onze gemeenschappelijke vriendin (en 4 jaar geleden de verbindende factor tussen ons) kaartjes geregeld. En een combinatie bleek mogelijk. 's Ochtends het fietsen en 's middags de muziek. En aangezien Sjaak een fors stuk alleen fietste kwamen vanzelf de raakvlakken tussen fietsen en deze muziek naar voren. Ten eerste was de start van de tocht in Driebergen, op nog geen kilometer van de Vrije Hogeschool waar Sjaak negen jaar geleden onder leiding van zijn broer Doesbrand zelf (delen van) de Matthäus zong. En praten fietsers niet graag over het lijden op de fiets. Nu is Sjaak weliswaar tamelijk seculier, maar het Lijden van Christus is wel een ander soort lijden dan Sjaak op pakweg de de Giau. Maar goed, enige overkomst is er wel, net als de passie die Sjaak voor het fietsen en de passies heeft.

Affijn, het was pas de derde keer dat Sjaak zijn Gios uit de schuur had gehaald. Er stond dan ook pas 170 km op de teller, maar het wekelijkse spinnen en de hometrainersessies gaven voldoende vertrouwen voor een lekker tochtje. Na een rustig begin (11 km naar de start) trof Sjaak zijn fietsvrienden aan. Ook Marco was er dit keer bij. Marco is een lagere schoolvriend, die Sjaak tot voor kort bijna 30 jaar niet had gezien, maar op de reünie van een half jaar geleden, klikte het weer meteen. We reden een aangenaam tempo en Sjaak kon lekker bijpraten met Marco en Jeroen, die gelukkig weer aan het werk kan. Na fel uitgevoerde lusjes bij de Pyramide van Austerlitz, de vliegbasis Soesterberg en in Amersfoort kwamen we in wat rustige vaarwater. Daarna bereikten we weer bekender gebied. De heuvels in Leersum en Amerongen werden vol genomen door de mannen. Sjaak kon gelukkig mee en ook voluit gaan, wetende dat hij in Amerongen de groep, die nog dik 60 km voor de boeg had, zou laten gaan. Net als een maand geleden was Erwin veel te sterk, maar het ging verder prima. Marco trapte ook goed mee en dat is een type fietser dat alleen maar beter gaat fietsen als het langer gaat duren. Wat dat betreft is het jammer dat de geplande 'Trois Ballons' niet doorgaat vanwege de nieuwe baan van Sjaak. Na de pont bij Amerongen, die altijd goed is voor het vakantiegevoel en een snelle lunch, wachtten nog 35 kilomters langs de Rijn en Lek. Heerlijk stoplichtvrij, weinig auto's en zelfs de motoren hielden zich in. Met de flinke noordoostenwind overwegend in de rug leek het een makkie te worden. Maar het viel niet mee, het tempo lag rond de 33 á 34 km/h maar dat ging niet vanzelf. De ochtend had zijn tol wel geëist maar er stond wel 126 km op de teller uiteindelijk. Gelukkig was er een prachtig concert om bij te komen en na te genieten van de geslaagde ochtendtocht.

04 maart 2007

Op weg naar Italië


Vandaag kwamen we weer met de Dolomietenclub bij elkaar tijdens zo'n Driebergsch Toertochtje. Was het in januari nog een spinsessie, vandaag gingen we de weg op. Nico, Peter en Sjaak uit de oude club, Jeroen als schakel naar de Naardelingen Tom, Erwin, Hans, Dirk en Jaap. Niet iedereen die er vandaag was gaat mee en andersom, maar het was een prettige kennismaking. Tom, de sterk communicerende motor en collega-feitenkeizer van de andere club, heeft een prima verslag geschreven. En ik heb zijn foto van het clubje gejat. Desondanks: toch even mijn eigen ervaringen geblogd.

Gisteren was het voetbal afgelast maar stond ik toch om 7.25 naast mijn bed, vandaag zelfs nog een half uur eerder. Hoezo donkergroen (=kinderloos) weekend? De VdH sliep wel lekker uit dus het was stil in huis. Eenmaal aangekomen in het mistige Driebergen waar mijn voetbalteam eind vorig jaar de kans op het kampioenschap verspeelde was de nukkigheid over dat godvergeten vroege tijdstip wel voorbij. De enthousiaste blikken uit het Gooi deden de rest en het weerzien met Nico en Peter was ook goed voor het humeur. De enige die lang op zich liet wachten was de zon en mijn licht gewaagde 3/4 broek baarde daarom opzien. Geen moment was het te koud. Jeroen trok stevig van start, althans voor mijn nog dikke benen van de zware hometrainersessie van vrijdag. En omdat ik naast hem reed en alle nieuwtjes nog moest uitwisselen was het een zwaar begin. Daarna ging het beter en de groep reed lekker door, met enkele aanhakers in het wiel. In de Gelderse Vallei raakten we even van de route en was er was besluiteloosheid, maar het kwam allemaal goed. Op de enige klim van de dag liet Erwin zien dat Jeroen niks te veel had gezegd. Op zijn imposante versnelling stond geen maat. Erwin is sterkste fietser van de groep en ik zie hem al op een waanzinnig verzet in de Dolomieten wegknallen. De groep is verder rustig en relaxed en het zal goed klikken in Italië. Gespreksstof genoeg over werk, kinderen maar vooral het fietsersjargon en -geblaat over materiaal, de permanent aanwezige latente competitiedrang, techniek, voeding en kleding waar een niet-fietser behoorlijk moe van wordt. Voor ons is het een heerlijke hobby.

Verder ging het best goed, het spinnen, fitnessen en hometraineren begint een beetje wat op te leveren. Heel wat beter dan de bijna hernia van vorig jaar. Naast een betere conditie, ook een legere kop en volgens de VdH al afnemende bandjes aan de romp. De twee stukken taart vandaag waren dan ook fourage en geen snoeperij en ik 'kon het wel hebben'. Het ongeplande bezoekje aan Nico, Ellen en de meiden was kort, maar daar spreken we binnenkort mee af. Een geslaagd dagje al met al.

04 februari 2007

Stralende start


Vier jaar geleden kochten Jeroen en Sjaak beiden een nieuwe racefiets. Bij Math Salden in Limbricht, lage prijzen, no service, zoals al eerder werd gemeld. Die dag vierden we de aankoop van de nieuwe fiets met een rondje fietsen in Limburg vanuit Gulpen op de oude fietsen. Dat tochtje werd de jaren erna tevens de informele seizoensouverture. Jeroen en Sjaak praten onderweg heel wat bij, omdat in herfst en winter het contact nu eenmaal minder is, en de ruim 400 autokilometers vliegen voorbij. We hechten beiden aan dit gezamenlijke uitje, er wordt nog genoeg in grotere groepen gereden.

Dit jaar waren de ouders van Sjaak in hun vaste vakantieadres, net over de grens in België, waar wij als fietsgroep ook regelmatig vertoefd hebben. Een ideale combinatie: even de ouders gedag zeggen en profiteren van een perfecte uitvalsbasis. Vroeger stonden we naakt op het parkeerterrein van Mosaqua, het lokale zwembad. Nu was het eerst koffie met meegebrachte vlaai, dan omkleden, een rondje rijden en dan douchen met soep van moeders op de koop toe. Het weerzien tussen de ouders van Sjaak en Jeroen was ook hartelijk en met goede zin reden we de zonnige kou in. Via het Drielandenpunt (foto), Gulpen, Margraten, Eijsden, De Planck en Teuven kwamen we weer terug. 81 km op de teller (van Jeroen, want die van Sjaak ging wéér kapot), terwijl 60 het streven was.



Het ging heerlijk en tot ongeveer de helft kon Sjaak Jeroen goed bijbenen. Daarna liep de tank langzaam maar zeker leeg en stampte Jeroen op enorme verzetten fos door. Toch haalden we heelhuids de finish, al was het na de pauze in Gulpen even spannend toen Jeroen een stilstaande auto wilde inhalen en de tegemoetkomende auto niet zag. Dat het ook anders kan lopen ervoer Tom van de andere fietsclub vandaag, maar hij kan het nog wel zelf navertellen. Enfin: genoeg zon gepikt om een kleurtje te krijgen en vol goede zin in een heerlijk seizoen. En motivatie om lekker te blijven trainen om dit soort tochtjes weer als vroeger te kunnen voltooien.

foto's: moeders en een passant op het Drielandenpunt

23 januari 2007

Een oud idee in een nieuwe jas


1988. Velen die dit lezen zullen dit getal voor altijd vereenzelvigen met het jaar van De Fietsvakantie. Vanaf '88 zijn 'hoerenploeg', 'teilen', '5-francstukken', 'de diaserie' begrippen geworden. Pas toen bleek: 'binnendoor is tóch korter'. In '88 is de basis gelegd voor wat De Fietsgroep is gaan heten. De Fietsgroep kende daarna vele mutaties en verschillende samenstellingen, maar Willem, Jeroen en Stefan zijn er van begin bijgeweest en -gebleven. Het concept van toen is nimmer meer herhaald, maar het weekje-weg-naar-de-bergen is gebleven. Leo, Frans, Ini en Theo zijn ergens afgehaakt en opgevolgd door -chronologisch- André, Nico, Johan, Mark en Peter F. Daarnaast hebben we af en toe gezelschap gehad op kortere tochtjes of tripjes van Peter vd S, Guilad, Peter P, Sander en nog vele anderen.

Volgend jaar is het twintig jaar geleden dat de moeder der fietsvakanties plaatsvond en het leek mij een goede gelegenheid om een oud idee uit de kast te trekken. Een tocht van coast to coast, maar dan het meer haalbare Côte vers Côte. De Franse Pyreneeën van West naar Oost in 6 of 7 dagen. Etappes van ca 100- 120 km per dag met twee, maximaal drie cols. Ergens aan de randen van de zomer van 2008. Volgens het oude concept van een hoerenploeg, maar wel in hotels en restaurants dit keer. Goed eten, lekker fietsen, veel bijpraten en genieten van de prachtige cols. De Burdincurutcheta, Pailhères, Tourmalet, Canigou, Aubisque, Menté, Agnès, Larrau en Marie-Blanque zullen allemaal aangedaan worden

Voor alle leden van De Fietsgroep, maar ook voor vrienden van nu. Die dan wel tegen het Fietsgroep vocabulaire kunnen en een oude anekdote kunnen verdragen. Het idee is vastomlijnd noch dichtgetimmerd. Het gaat erom nu te peilen wie interesse heeft en geeft gelegenheid om vakantiedagen te sparen voor wat een prachtige reis gaat worden. Voor velen herkenbaar terrein, voor anderen wellicht een hernieuwde kennismaking met een oude liefde.

Wie biedt? Reageer via de comments.

08 januari 2007

Spinnen


Sjaak (race)fietst al ruim 20 jaar en heeft sinds 6 jaar een hometrainer, maar liet de afgelopen jaren de 'spinning'-rage aan zich voorbij gaan. Op de sportschool ziet Sjaak ze regelmatig voorbij vliegen in wieleroutfit en eerlijk gezegd begon het wel te kriebelen toen spinadept en fietsmaat van het eerste uur Jeroen vorig jaar Sjaak volledig wegfietste. Dat spinnen was toch beter voor de benen dan podiumdelen sjouwen voor Taat en de Regt in Den Haag, ooit begin jaren '90. Dezelfde Jeroen had zich inmiddels aangesloten bij een enthousiaste en levendige
fietsclub uit Naarden
. En koppelde zijn oude maten aan zijn nieuwe makkers. In juli fietsen we de Dolomietenmarathon weer, gisteren was de kick-off en kennismaking in zijn sportschool. Met een exclusieve spinningsessie. Sjaak, die sinds een maand of twee weer regelmatig op de hometrainer zijn liters vocht verliest, durfde het wel aan. En het ging best aardig, al was de voortdurende afwisseling staan-zitten-staan-zitten in combinatie met soms meer dan 200 toeren per minuut draaien wel ingrijpender dan gedacht. Vandaag voelden de benen toch zwaar aan. Gelukkig kan Sjaak ook bij zijn eigen sportschool terecht. Toch maar een paar keer herhalen dus.

De nastoot gisteren was ook leuk, al moest Sjaak vroeg weg om te klussen thuis. Er werd vooral kennis gemaakt en ervaringen gedeeld. De Oranjemannen hebben nog weinig bergervaring. Maar trainen trouw en veel en hoeven zich dus totaal geen zorgen te maken. Dat alles kan in combinatie met onze ervaring en compensatietrucs (beter materiaal, lichte verzetten, uitgekiende voeding, tactisch rijden) nog tot een mooi geheel leiden.