01 juli 2007

Zo was het bedoeld


Alle voorbereidingen en plezier van de afgelopen dagen ten spijt; vandaag was het echte doel van de mini-vakantie. De Maratona. Na een verrassend goed nachtje stonden mijn kamergenoten en ik op. Half 5, daar verklaren ze je voor gek mee, maar eenmaal op is het vroege opstaan ook wel weer prettig. Je hebt een hele lange dag voor de boeg. Bij het ontbijt bleken de zenuwen sommigen in bedwang te hebben. Tom speurde nerveus naar zijn pasta en eieren bij het ontbijt. We hoopten ruim naar de WC te kunnen hetgeen slechts een enkeling gegeven was. Jeroen was volgens Kees even 'niet in balans' toen hij zijn bidons vergeten bleek te hebben. Maar rond kwart voor 6 reden we ons gepoetst rijwielpark naar La Vila. Kijk, en daar hebben ze nu over nagedacht. En route vanwege de luttele drie kilometer die hotel Miramonti van de start ligt en de organisatie over de indeling van de startvakken en de aanrijroutes daar naar toe. Zoveel beter dan het gedrang bij de uitreiking van de startnummers zoals Tom al beschreef.

De start is eigenlijk een van de hoogtepunten van de Maratona. De sfeer is super relaxed, je zwaait eens naar de camera in de helikopter, doet een plas, scant je omgeving en taxeert je kledingkeuze. De 12 graden deed Sjaak beslissen om geen armstukken aan te doen en wel een jackje voor de afdalingen. Echt spijt had ik er niet van maar armstukken alleen had wel volstaan. Om kwart over zes de start van de kanjers en slechts twee minuten later mochten wij al de Afrikaanse trommelaars passeren. Even volgde ik Jeroen en Erwin maar die verdwenen snel uit zicht. Samen met Peter B en Kees vormde ik de tweede groep. De Campolongo I was natuurlijk een eitje. De afdaling fantastisch want je dook in een wolkendek en in Arabba was het dan ook steenkoud. Sjaak bedacht zich ook dat zijn banden wat zacht voelden. Inderdaad kon er nog 2 bar bij. In de klim naar de Pordoi achterhaalde ik eerst Kees en daarna Peter B. We besloten om als het uitkwam samen te rijden en tot aan de start van de Sella lukte dat. Toen vond Peter B een snellere collega, maar bovendien één van de vrouwelijke kunne. Daar kon Sjaak niet tegenop.

Het ging wel lekker met Sjaak. Rustig, hartslag niet boven de 150 en de woorden van Jeroen kwamen uit die eerder de week voorspelde dat 'je met dezelfde snelheid een hartslag op 20 per minuut lager zou zitten zondag'. Elke afdaling ging nog in het jackje en zelfs de Gardena hield ik het aan. Ik zag dat ik sneller ging dan vorig jaar. Toen passeerde ik de Gardena in 2.54 dacht ik en nu in 2.39. Het bleek nog meer te zijn want toen ging de Gardena in ruim 3 uur. Ruim 20 minuten voor op vorig jaar: dat ging de goede kant uit zeker omdat ik dit jaar geen 30 km nodig had om al lummelend te dralen over de vraag of ik de 138 ging rijden. Natuurlijk ging ik ervoor. Geen uitgebreide sanitaire stop op de Campolongo II maar een nerveuze bevoorrading en toen vól de afdaling in. Op het valse plat zette ik mijn volle 85 kg in en vloog ik iedereen voorbij. Die klimmertjes en snelle dalers in de bochten kunnen niet doordenderen. Sjaak wel. Dat vond een grote Italiaan wel fijn, dus kroop in mijn hol. Toen ik hem wat kop liet doen viel ie stil en wel erg letterlijk. Een etenstasje uitpakken met 40 km/h deed hem vallen en Sjaak er overheen. Wonder boven wonder had ik niks en de Gios ook niet. Zou je zo maar een sleutelbeen kunnen breken, had ik mijn engeltje er dit keer bij.

De eerste schrik deelde ik met een aardige Duitse vrouw die me even later gedag zwei omdat ik harder ging en zijn niet mijn wiel wilde houden. Dit keer ook een korte stop op de Santa Lucia waar de bevoorrading tegenviel, maar de gelletjes, bidons en bananen aan de beurt waren. Wat rekken en strekken voor de Giau -ik begon het toch te voelen- en daar was ie weer. Nu had ik 30x28 als pijnstiller, maar die wilde ik nog even bewaren. Niet dus; binnen de kilometer had ik 'm gestoken. Ik reed neutraal; werd ingehaald maar haalde zelf evenveel in. Door de uitgekiende verzetten kon ik de hele Giau goed blijven rijden. Dat nam niet weg dat ik 'm na zes km wel zat was en toen nog een kleine vier te gaan had. Dat was vooral mentaal zwaar, maar dat ik er nu 1.05h over deed was een forse meevaller. Een paar dagen hiervoor reed ik er evenlang over maar ging toen veel meer stuk. Ondertussen hadden de SMSjes van Peter F me bereikt. Hij was er godzijdank vanaf na de Sellaronde. Om 10 uur weer binnen, hij kon zo zijn bed weer in. Peter P was ziek afgehaakt helaas en je kunt maar beter niet met Jeroen op een kamer liggen bij een cyclo. Sjaak in 2004 (gebroken ketting); Jan Struik in 2006 (val) en Peter in 2007 (ziek) deelden met hem een kamer en reden nimmer de cyclo uit. Verder waren er geen berichten uit de koers. Was ook geen tijd voor want we moesten verder. Op de Giau belde ik jubelend naar huis, want het was nog net ochtend.

De afdaling lachte me toe: wat nou nét autovrij? Ik had dit keer alle tijd en vond een fijn daaltreintje dat behoedzaam doch gestaag de langzamere goden voorbijzoefde. Ik wist dat het nog dik twee uur zou duren maar dat ik dan een flink stuk sneller zou zijn dan vorig jaar. En ging mede daardoor beter rijden. Op de Falzarego reed ik op reserve, maar ging ik -nu zonder gangmaker Jeroen, maar met de verse voorkennis van een paar dagen geleden- in de laatste kilometer nog tientallen rijders voorbij die ik eerder had gezien. Ik besloot tot een luxe stop bij de bevoorrading en een onnodige sessie met het aantrekken van het jackje. Het zal een paar minuten hebben gescheeld maar wat zou het. Zonder een vorm van kramp en nog lekker fit daalde ik de Valparola. Het was de rustigste afdaling en ik haalde hier ook mijn record van de afgelopen dagen (76 km/h) op een stuk waar dat heel goed kon. De laatste kilometers naar de finish besloot ik tot het uiterste te gaan. Dus op het grote mes het valse plat gedaan. Niemand kon me volgen, dat gaf een ouderwets gevoel van macht en tevredenheid. Nog helemaal hyper passeerde ik om en nabij de 7.18 de finish en ontwaarde daar Jeroen, Erwin, Peter B en Rob (die de 106 had genomen). Peter F was alweer -fris gedouched- teruggekeerd en onthaalde ons enthousiast. De drie mannen voor me hadden elkaar niet veel ontlopen en dat was knap van Peter B. Jeroen evenaarde zijn tijd van vorig jaar en Erwin weet dat ook hij nog wel sneller kan. Daarna was het even wachten maar na ruim een uur kwamen successievelijk Kees, de zeer sterk rijdende Jaap, Nico en Tom binnen. Iedereen was tevreden over zijn tocht en had zijn bier, patat en andere vette hap wel verdiend.

Zo was het bedoeld voor dit jaar. Heerlijk gereden, overgehouden op het eind, maar wel een maximaal resultaat. Op een goede manier, gedreven doch ontspannen hier naar toegewerkt en als het dan zo loopt is dat prima. Het weer werkte ook optimaal mee: alleen staat er nog wel een helmriempje op mijn gezicht gefreesd.

Geen opmerkingen :