31 augustus 2016

P16 dag 7 etappe 6: een andere omgeving

Deze dag reden we Pyreneeën uit. Na de Port de Pailhères stond een lange afdaling op het programma en dan zouden we in zeg maar de Langedoc belanden. Het land van de Kartharen, een stelletje zuiver-in-leer-Christenen uit de 12e en 13e eeuw. Vanwaar deze kleine geschiedenisles? Nou, we reden dan wel van col tot col, hotel in hotel uit al colablikjes naar binnenslaand, maar echt vakantie was het natuurlijk niet. Dat zou helemaal aan het einde van de dag nog een beetje goed komen. 

Tarascon oogde druilerig maar wel net weer droog bij het vertrek. Het ontbijt was prima verzorgd, maar dat nam niet weg dat dit toch de minst aansprekende accommodatie van de hele trip was. Geeft ook niet; er moet tenslotte één de minste zijn. Frans zou het eerste deel de auto rijden. Hij reed tot op de Port de Pailhères, zou dan afdalen en ons ontmoeten aan de voet van de klim. Wij reden niet over de drukke Route Nationale, maar via een hoger gelegen 'Route des Corniches'. Bij de verkenning op Street View had ik al gezien dat dit een fraai weggetje was. Ver de van de drukte, mooie uitzichten en na een stevig begin glooiend langs de helling.


Minder fraai was de situatie op mijn achterwerk. Al die kilometers op een zadel doen een aanslag op de huid. Met een vertrouwde Sudocrem ging ik weer terug naar de babytijd van mijn kroost, maar het hielp mij 's nachts bij het herstel. En na tien kilometer fietsen heb je je positie wel weer gevonden. Ook hier trokken Jeroen en Stephan van het begin goed door, zelf had ik weer langer nodig om mijn ritme te vinden. Nico en Willem kozen ook voor ontspannen start.

De laatste kilometers naar de Col de Marmare waren eindeloos en ook wel wat saai. De weg was niet steil zodat je aardig tempo kon maken. We kwamen daar nog Nederlanders tegen die met Cyclotours op pad waren. Die groep reed zo'n beetje dezelfde route als wij, maar zij waren afgehaakt.En hun busje had Jeroen ook nog van de weg gedrukt door in te halen op een punt waar het echt niet kan. Dit keer liet ik de afhandeling van de praatgrage gesprekspartner aan mijn collega's over.

Via de Chioula (nog twee km omhoog) en een korte afdaling kwamen we Frans tegen. Die had naar ene café gezocht voor de koffiepauze, maar er was niet veel te vinden. Wel wisten Nico en Stephan een camping in Ascou, even verderop, al in de klim naar de Port de Pailhères. Die was open [het seizoen zou dat weekend beginnen] en de Nederlandse eigenaar zorgde voor verse taart, koffie en cola. Caffeïnegebrek zouden we niet krijgen deze week. 


Uiteraard zaten we buiten, maar het was best fris. Zo'n 10-15 graden minder dan gisteren. En ook later die dag zou het behoorlijk warmer worden. We waren blij dat we konden gaan. De klim begon ik in een redelijk tempo; mij stond bij dat deze eindeloos was en steil. Dat alles viel mee. Wel was er zo'n 'wintersportpassage'. Je rijd dat over een parkeerplaats van een paar kilometer in de buurt van skiliften. Het was daar ook 11-12% en voor iedereen even afzien. Uiteindelijk kwam ik nog in de buurt van Jeroen en Stephan. De armstukken op de weg, vak voor de top had ik laten liggen, maar Frans niet. Die waren van Stephan die daar weer blij mee was.



Ook het weerzien met de Toyota was aangenaam. Jasje aan, hesje er overheen. eten, drinken, eten, drinken. Het was nog niet mijn dag, dat was duidelijk. De col (Port de Pailhères) zelf was fraai. Er stonden gewoon paarden op de weg, waar iedereen omheen reed. Dieren zijn hier de baas. Aan de andere kant lag een diep dal en waren de hoge bergen verdwenen. We reden hier echt van de Pyreneeën weg.

Na een weergaloze afdaling, technisch, met met veel bochten en steile passages, wisselden Frans en Nico in Mijanes van plek. Hier was het weer lekker warm. Via het dal van de Aude, eigenlijk een 15km lange Gorge reden we naar Axat. De weg was matig van kwaliteit en er moest best gewerkt worden door de tegenwind. Gelukkig hadden Frans en Jeroen daar wel zin in. Het was veiliger om wat afstand te houden maar dat kostte wel kracht. In Axat kwamen de troepen weer bij elkaar en in Puilaurens namen we nog een laatste stop. Cola, koffie en de Tour kijken die bij het Lac de Payolle [waar we een paar dagen eerder waren] zou finishen.



Als er iemand een award voor desinteresse zou verdienen was het wel deze barman. Zelfs een training van Willem in gastheerschap zou niet helpen. Mede daardoor voelden we geen schroom om eigen consumpties te nuttigen en besloten we de Tour de Tour te laten. Op weg naar de laatste klim van de dag. De Col de Aussières. Geen benenbreker, maar wel lang en niet steil dus in een hoog tempo. Willem gaf al aan dat we elkaar bij het hotel zouden zien. Met de drie anderen reden we gestaag door het bos naar boven. Frans moest even afhaken maar was snel weer bij en kon zich weer uitleven in de bijtrapafdaling.

En inderdaad was het landschap hier totaal anders dan aan het begin van de dag. Veel droger, weinig begroeiing en een brandende zon op onze koppies. De dorpjes oogden Mediteraan, wat ook niet zo vreemd was op 50 km van de Middelandse Zee. In Sournia moesten we even zoeken, maar eenmaal aangekomen bij het hotel sloeg de vakantiestemming toe. Een heerlijk biertje, voor Frans en later Nico een duik in het zwembad en de warmte als draaglijke deken voor de aanstaande avond.





De kamers waren op de begane grond en met een terras. Het leek ook wel uitgestorven terwijl het seizoen toch echt aanstaande was. Enfin: dat was niet onze zorg. De maaltijd van de dag was paella en dat paste prima bij onze volgende bestemming: Spanje. We konden gelukkig ontsnappen aan de karaoke die door een amusementsman was georganiseerd. Dan hadden wij de portefeuille Amusement beter ingevuld.



Voldaan gingen we naar de kamers terug en slapen voor de laatste etappe alweer. De tijd vloog nu echt voorbij. 

De route van de dag
Het filmpje van de dag








23 augustus 2016

P16 dag 6: 5e etappe Luchon - Tarascon: het begint te tellen

De heerlijke rustdag in Luchon was dus een succes. Deze dag gingen we weer verder en stond er weer een heuse koninginnerit op het programma. De etappe naar Tarascon-sur-Ariège was ongeveer 160km lang er stond weer vier cols op het programma.



Uitgezwaaid door Victoria en Geoff vertrokken we onder een mooi zonnetje. Nico had besloten om in de auto te starten en halverwege te wisselen met Jeroen. De eerste 25 km gingen door een vallei en die kilometers waren licht dalend. We hadden afgesproken om niet als een gek te gaan jagen, want de dag was nog lang en de eerste col (de Menté) één van de zwaardere beklimmingen van de hele reis. Desondanks konden we een tempo van tegen de 40 km/h aanhouden. Zelf moet ik dan altijd op gang komen en is het 'laatste wiel' een fijne plek.




Eenmaal op de Menté aangeland ontspon zich het vaste patroon: Jeroen en Stephan die flink aangingen, Ftans daarachter en Willem direct naar de koffiemolen en licht trappen. Zelf wilde ik deze klim behoorlijk voluit gaan. Negen km aan negen procent gemiddeld doet denken aan het bos van de Ventoux en die stond later nog op de rol. Eenmaal in mijn tempo gekomen vond ik aansluiting bij Stephan. Die na elke haarspeldbocht even uit het zadel kwam en daarmee aanzette. De schaatstechniek noemde hij dat. Voor mij is een bocht even een moment van relatieve rust en zo zie je maar dat iedereen zijn eigen manieren heeft om een col te rijden.

Het ging overigens heerlijk. Het was zeker steil maar ik kon merken dat de conditie goed was. En dat gold voor iedereen eigenlijk. We waren vlot boven en net voor een grote groep Fransen die net als wij coast to coast fietsten. We hadden daardoor niet eens het rijk alleen om foto's te maken. Tssss.

De afdaling begon goed en Stephan maakte met de GoPro opnamen. Die zie je in het filmpje terug. Na een paar kilometer was er veel grind op de weg en reden we ineens een stuk langzamer. Dat geeft toch ook een gevoel van solidariteit. Het risico onderkennen van een val en daar allemaal naar handelen. Pas aan de voet van de volgende col (Portet d'Aspet) was de weg weer schoon.



Die col heeft een zwarte schaduw over zich hangen. In 1995 overleed hier tijdens de Tour de France Fabio Cassartelli. Er is een fraai monument gemaakt aan het begin van de klim vlak bij de plek waar hij ten val kwam. Uiteraard stopeten we hier. Net als de begeleiders van die andere groep. Toen ik zei dat we nog nooit voor het monument van Tom Simpson op de Ventoux zijn gestopt, begon die man mij te vertellen dat dat monument op de Ventoux staat. Duh. Wie is hier nou de feitenkeizer? Even later zou hij mij aanspreken op het feit dat ik zonder helm de klim had afgemaakt (meegegeven aan Nico). Gelukkig gaf Frans terug dat ik ruim 30 jaar fiets en weet wat ik doe.

Op de col wisselden Frans en ik van fiets. Dat leverde mij een gebroken rug op (totaal andere houding) en Frans een vurig verlangen naar een titaniumframe. Dat werd door Stephan verwerkt in het filmpje door het nummer Titatium van David Guetta als achtergrond te kiezen.

We waren inmiddels in de Ariège aangekomen en daarmee in een ander gebied. De hoogste toppen lagen achter ons, het landschap was al wat droger en de dorpjes minder 'gecoiffeerd'. In 2003 beleefden we hier een geweldige week en we zouden deze twee dagen een aantal cols herhalen. In Castillon-en-Couserans wisselden Nico en Jeroen van plek.

Die gaf aan de ploegleidersfunctie een geheel eigen draai. Harde beats begeleidden ['move your ass']ons de Col de la Core op. Tussendoor werden veel filmpjes en foto’s gemaakt. Deze col leek eindeloos; niet steil in het begin en via lange slingers naar de top. In mijn herinnering was het één van de mooiste beklimmingen en dat werd bevestigd. Wat een fraai landschap en ook wat een rust. Helaas wareb mijn benen hier niet goed. Het ging wat stroefjes en ik moest ook even heel goed eten om de dag door te komen. Dat was met een auto vol met voedsel geen punt natuurlijk. En ook hier kwam iedereen boven. Door de lange slingers beneden je kon je iedereen ruim van tevoren zien aankomen.




Na een stevige afdaling belandden we in Seix, ook al een bekend plaatsje uit het verleden. Vanaf daar reden  we lang stuk door een Gorge. Nico had het hier zwaar: het was warm en glooiend. Stephan had dringend behoefte aan melk en in Axat, waar de afslag naar de laatste uitdaging van de dag was, legden we aan. Iedereen moest de voorraden aanvullen en even de motivatie voor deze klim vinden. Frans deed telefonisch nog wat zaken, Willem pakte een goede espresso en Nico deed een doekje over zijn fietsactiviteiten vandaag. Zelf had ik brandende voeten en was ik blij dat mijn schoenen even uit konden. Jeroen bleef ploegleider en reed samen met Nico de rest van de tocht.


Eenmaal bijgetankt reden we de Port de Lers. Deze was lang. Heeel lang, maar niet steil en zeer rustig qua verkeer. Jeroen en Nico stonden op een strategisch punt waar ze ons zowel lager als hoger konden zien. Dat was vlak voor de splitsing waar je ook naar de Agnes kon (rechtsaf, reden we in 2003 van de andere kant)  Wij gingen links naar de Lers. Later hoorden we dat hier een uniek gesteente konden vinden, wat op maar een paar plekken in de wereld voorkomt. De Lers had een vervelend slot, eerst denk je er te zijn, dan een stukje dalen en dan vervolgens weer klimmen.

Op de top spraken wee een leuk stel uit Califonia die een paar dagen hier kwamen fietsen tijdens hun Europa trip. Dat is ook leuk van zo'n tocht, je maakt makkelijk en snel contact. Stephan had flink doorgereden dus die stond al even te wachten, Frans had zijn goede benen terug en Willem deed het heel rustig aan.



En dan die afdaling: je moet het gedaan hebben om het te geloven. Iemand op de col had tegen me gezegd: 'descante dangereuse' maar ‘bon tapis’ Wat heet: strak, gloednieuw asfalt, gesubsideerd door Europa. Een racebaan van twaalf km die de behoorlijk technische afdaling tot een zeer genoeglijke en spectaculaire ervaring maakten. Samen met Frans naar beneden gereden, alleen jammer van die piepende remmen. 

Vanaf  Vicdessous werd het wat vlakker, maar de weg daalde nog wel. We konden rustig aan doen naar Tarascon: maar iedereen had er zin in. Vals plat met 45-50km/uur naar beneden razen.  In een vloek en een zucht kwamen we in de finishplaats aan. De lucht was dichtgetrokken en er hing een wat unheimische sfeer op het terras bij het hotel. Na het rustieke en stijlvolle Luchon was dit wel weer even wennen. Toen eenmaal de fietsen veilig opgeborgen waren en de kamers betrokken voelden we ons wel weer op ons gemak.


Daarna het plaatsje in voor een maaltijd. Het was de a vond van Duitsland-Frankrijk wat de halve finale van het EK voetbal was. Niet dat we erg mee bezig waren, maar het café-restaurant was daardoor behoorlijk gevuld. De patron deed er alles aan om het ons naar de zin te maken.Helaas was de confit de canard wat drog en mager uitgevallen maar soit. En het was droog gebleven, iets waar het niet naar uitzag toen we aan tafel schoven.

Na een kort rondje door het plaatsje gingen we weer naar het hotel om de wedstrijd af te kijken. Zelf werkte in wat gegevens op Strava bij, want mijn hoogtemeters klopten niet, wat me op commentaar uit het vaderland kwam te staan Dat moest en ís inmiddels hersteld.

De route op Strava
De animatie van de dag
Het filmpje van de dag:




03 augustus 2016

Rustdag P16: We love Luchon


Na vier intensieve dagen vol met fietsactiviteiten waren we toe aan een rustdag. Wat een genot om iets langer te kunnen blijven liggen in je bed en na het ontbijt niet direct vertrekklaar te hoeven zijn. Met de lange etappes die we reden was dat heel logisch en nodig; dit was dan een welkome afwisseling. Victoria en Geoff hadden overigens een prima ontbijt verzorgd. Het was nog behoorlijk bewolkt buiten al gaven de voorspellingen aan dat de middag zonnig zou verlopen. Wat stond er op het programma vandaag?

Nou eigenlijk wás er geen programma. Iedereen was vrij om te doen waar hij behoefte aan had.  Stephan begon met het monteren van filmpjes. Jeroen hing al vroeg de was op die we gisteren hadden gedraaid. Beetje hangen en lanterflanten: het mocht vandaag. Mijn plan/suggestie om de Port de Balès te gaan rijden liet ik maar voor wat het was. Na een paar beroerde nachten had ik behoefte om wat bij te slapen en bovendien was mijn Storoni toe aan wat onderhoud en schoonmaakwerk. Geen beter gezelschap daarbij dan mijn broer, die dat klussen erg leuk vindt en daarbij erg behulpzaam is.



De anderen waren op dat moment Luchon gaan verkennen. Geen dagvullend programma overigens. Het plaatsje kent 3.000 inwoners en als je de lange hoofdstraat heen en weer bent gewandeld ben je alle ‘sights’ wel gepasseerd, inclusief de finish van de Tour. Wat niet wegneemt dat het bijzonder aangename plaats is om te bivakkeren. Zeker als de zon doorbreekt en de temperatuur nog binnen de perken blijft.


Willem was qua fietsen nog het meest ambitieus.  Hij had een rondje bedacht met een ‘onzeker’ stukje weg daarin. Om hem wat te helpen zette ik een route uit en kon hij mijn Edge voor de navigatie gebruiken. Helaas was hij daarop al snel de weg kwijt en daarna ook in het echt. Via allerlei onbestemde paden en onverharde weggetjes kwam hij eind van de middag weer terug. Wel een mooie tocht gemaakt. En het nieuws dat Ditte geslaagd was moest gevierd worden met taart!


Jeroen wilde alleen een stukje vlak rijden en koos voor het begin van de route van de volgende dag (en weer terug). Nico en Stephan wilden de Portillon rijden, een mooi klimmetje van 9 km naar de Spaans-Franse grens. Uiteindelijk deden Frans en ik dat ook, maar los van elkaar. Alles in een heel rustig tempo. Tijdens de afdaling kwam ik Frans nog tegen.




En zo konden we aanschuiven bij het eten. We hadden de hele dag al kunnen ruiken aan de Boef Bourgionne Na enige tijd bleken we nog een gast in het hotel te hebben. Het was een Australische trailster. Ze was aan het trainen voor een monstertocht. Zoiets wat wij deden, maar dan compleet anders. Etappes van 80 km, hardlopend, zonder begeleiding en mét bagage. Het was een –laten we zeggen- nogal energiek persoon.




Na het eten hadden we een ‘avondprogramma’. Frans had de portefeuille ‘amusement’ en aangezien ik binnenkort 50 jaar word was dat een mooie gelegenheid om een quiz te doen. Maar niet zo maar één. Zorgvuldig gekozen geluids- en beeldfragmenten luidden de vragen in, die naar de meest gedetailleerde feiten uit de wereld van sport, muziek en geografie verwezen. Uiteindelijk waren ze bedoeld om mij te laten winnen natuurlijk. Wat dat betreft stelde ik de groep niet teleur en ‘won’ ik een prachtig Ventoux-T-shirt en een presse papier in de vorm van een kilometerpaaltje. Wat een mooie avond was het: onvergetelijk.










Sowieso deed de rustdag me goed. Ik had uitstekend gerust en kon er nu echt helemaal van genieten.Sowieso was dit een heerlijke plek om tot rust te komen. Victoria en Geoff waren uitstekende gastheer en –vrouw. We waren nu ruim over de helft en de tijd begon te vliegen. Nog drie etappes restten ons voor we de oostkust zouden bereiken.


Filmpje van de dag

This blogpost is in Dutch and not in English - as promised-. I didn't have the time to write in English as well. I suppose our British hosts will understand we had a very nice day over there.