28 juli 2013

De eerste ooit of ooit de eerste

Koud terug uit de Alpen gingen we op vakantie. Naar Zweden. Een week bij een meer in een huisje en daarna nog twee dagen naar Stockholm. Dat moest een mooie stad zijn. Een week geleden kwamen we aan en meteen was iedereen verkocht. Een prachtige stad, fijne sfeer, mooie gebouwen en genoeg te doen. Een stad om voor te vallen. Beter dan Kopenhagen waar we de laatste stop maakten

Gisteren vroeg iemand me via Twitter wat ik van Stockholm vomd. Ik antwoorde [hij is een hardloper die ik bij de Afsluitdijkrun heb ontmoet] dat het een mooie stad was om een eerste marathon ooit te lopen. Nu had ik totaal geen plannen voor de marathon, maar mocht het ooit zover komen dan is dit wel een fraaie stad ervoor.Vervolgens mengde ook mijn maatje Bart zich in de strijd en ontstond er een geanimeerde conversatie. Was het nu 'ooit de eerste' of de 'eerste ooit'.

Vandaag liep ik hard; een rondje van acht km om weer in het ritme te komen. Tijdens dat lopen kwam een idee los. Waarom niet de marathon gaan lopen? Na al die km's fietsen van dit jaar [nu al 6000, eind van het seizoen meer dan 7000) is het tijd voor wat anders. Wat als ik eens een jaar focus op het lopen? En die uitdaging aanga?

Nu heb ik doorgaans last van remparachuutjes. Het is de bedoeling dat ik niet in beperkingen denk maar in mogelijkheden heb ik me zelf voorgenomen. Toch is het wel goed om stil te staan bij de zaken die me tegenhielden. Dat waren er een paar:

Een marathon is te lang
Ruim 40 km is inderdaad lang. Drie en een half uur lopen, misschien wel vier uur ook. En tegelijk heb ik gemerkt bij de Afsluitdijkrun [30 km vol wind tegen] dat training alles is. De eerste 22 km liep ik desondanks fluitend en was mijn halve marathontijd ongeveer 1.45. Dat had ik een jaar geleden nooit durven dromen. Twee weken ervoor ging ik nog compleet stuk op een tocht van 24 km, door twee langere tochten was die grens aardig verlegd. Dus met de juiste voorbereiding kom je een heel eind.

Je moet gruwelijk veel trainen
Klopt. Als je goed wilt lopen en niet volledig voor gaas wilt gaan. Je kunt er ook vijf uur over doen en vooral wandelen. Het is maar wat je wilt. Zelf wil ik goed kunnen lopem en streef ik naar een tijd net onder de 3.30 Dat is ambitieus én haalbaar. En ik heb dit jaar 250 uur vrijgemaakt om te fietsen. Nertto fietstijd dus, zonder al het gedoe. Bij lopen ben je minder tijd kwijt en stap je ook zo de weg op. Zelfs in de winter, waar je met lampjes om/aan ook in het donker kan lopen. Tijd is niet het probleem; als je maar focust en het prioriteit geeft.


Het is te blessuregevoelig
Dat gaan we zien. Als ik mijn fraaie gewicht van 83 kg weet te behouden, scheelt dat al weer met vroeger toen er zeven tot acht kilo meer verplaatst moest worden. En met de juiste ondersteunende oefeningen [balans, core-stabilty, goede rek- en strekoefeningen voor- en achteraf] goed je rust pakken en verstandig eten kom je ook een heel eind. Ik heb geleerd te luisteren naar mijn lichaam en maak daarom ook zelf mijn schema's. Uiteraard geïnspireerd op de echte schema's, maar altijd doorvertaald naar wat ik zelf aanvoel en wil. En als ik voel dat het toch te veel is leg ik me daarbij neer.

Kortom: geen belemmeringen, maar zaken waar ik wel aandacht aan geef en onderweg goed in de gaten houden. En verder zijn er nu tien maanden om me voor te bereiden. De VdH, die tegen die tijd mijn echtgenote is, heeft al gezegd dat ze mee wil. Dat wordt dus een mooie stedentrip, want het begon allemaal met dat Stockholm zo'n mooie stad is.






08 juli 2013

Alpentour: Epiloog en verder


 Het is al weer ruim twee weken geleden dat we in het vliegtuig stapten. Een min of meer willekeurige groep van elf mannen die wilden fietsen in de bergen. De ervarig leert dat zoiedts vaak goed gaat. Ook nu weer was het een soepel geheel en leverde iedere op zijn manier een bijdrage aan het geheel. Inmiddels is iedereen weer aan het werk en staat de gezinsvakanties al weer voor de deur.

In vijf blogjes heb ik mijn beleving hiervan geschreven. Het is niet hét verhaal, maar een verslag van een mooie gebeurtenis gemaakt, vanuit mijn perspectief. En ik heb dankbaar gebruik gemaakt van het beeldmateriaal van Ron, Marco, Erwin en JP.

Zo'n tocht smaakt naar meer. Al langer is er een plan voor een coast to coast in de Pyreneeën. Deze reis heeft duidelijk gemaakt dat al veel van het concept klopt. De kaders moeten scherp zijn en dan gaat er veel vanzelf tijdens zo'n reis. Sommige zaken kunnen wat strakker, zoals de inrichting van de bus die met kratten voor eten en bagage een stuk overzichtelijker was geweest. En als je met een grotere groep gaat kun je een A- en een B-groep maken. Nu waren de verschillen op de cols nog wel te doen, maar met meer niveauverschil is dat een optie. En bij de samenstelling van de groep kun je kijken of er geen mensen uit de boot valen die eigenlijk gewoon erbij hadden moeten zijn.


Nu was het maximum aantal van twaalf een harde eis. Als je het iets anders organiseert kun je met meer mensen gaan. Logistiek is het dan wat lastiger. Hotels, eten, terrassen etc vergen met 20 man iets meer organisatie. Maar dat zijn details. Beginnen in de buurt van Bordeaux of Bayonne en dan in zes etappes naar de oostkust en eindigen in Carcassonne of Perpignan. Over cols als de Burdincurutcheta, Port de Larrau, Marie Blanque, Aubisque, Tourmalet, Aspin, Peyressourde, Agnes, Pailheres, Canigou. Een stuk door Spanje, grotendeels door Frankrijk. Beginnen aan de kust en eindigen aan de kust. Het heen en weer vliegen is zeer goed bevallen als er zo'n bus rijdt. 

Je kunt ook bedenken dat vanuit huis vertrekken ruim duizend km training extra oplevert. Je komt dan in topconditie bij de Pyreneeën aan. Kost iets meer (vakantie)dagen maar dan heb je ook wat. En als je dit over twee jaar gaat doen, dan kun je nog een beetje sparen. Zelf ga ik met dit idee aan de slag. Van dit soort zaken krijg ik energie. Voor wie dat ook krijgt: meld je, droom mee en maak deze  mogelijk. 

30 juni 2013

Alpentour 2013 Dag V: Jump


 
De laatste dag alweer. Wat was er al veel moois gebeurd deze dagen en wat genoten we van deze reis. Het was ook een beetje abstract om in de ochtend op een terras te ontbijten temidden van de bergen en 's avonds weer thuis te zijn.

De laatste busshift werd door JP en Theo gedaan. De ibuprofen had zijn werk wel gedaan maar fietsen zat er niet meer in. Theo was deze week nog onvoldoende hersteld en ook vandaag was het weer een genoegen hem als chauffeur te mogen begroeten. De bus was snel gepakt, mooi om te zien hoe snel zoiets als routine wordt. Vandaag de Bonette op het programma met daarna een zieke afdaling naar Nice. 

Het stuk naar de voet van de Bonette werd in een rustig tempo afgelegd en er was tijd voor een groepsfoto. 

Koos trok meteen vanaf de start er goed aan. Binnen de kortste keren had iedereen zijn vertrouwde positie in de slagorde ingenomen. Koos reed een meet of tweehonderd voor me en ik kwam niks dichterbij. Ik had ook niet veel energie meer na vijf doorwaakte nachten, maar de onwaarschijnlijk mooie klim maakte veel goed. Halverwege passeerde de bus en en maakte JP een flink aantal foto's van ons. Even later kwam Erwin vrolijk keuvelend naast me rijden en zei: 'ik ga Koos maar eens ophalen'. Ik wenste hem succes, want Koos reed ongelofelijk sterk en de vraag was wat er in die bidons zat.


Nadat Erwin van me was weggereden brak ik. Niet zozeer van dat wegrijden als wel van de overweldigende natuur en de emotionele achtbaan van de afgelopen dagen. De tank was gewoon leeg en het tempo lag daardoor ook lager. Na een paar minuten langs de kant herpakte ik mijzelf en reed ik intens tevreden naar de top van de Restefond. De poldermannen zaten al vertrouwd dicht achter me. Het laatste stuk was vrijwel vlak en kon je goed doorhakken. Ik wilde echter wat overhouden voor de laatste loeisteile kilometer.

Die hoefden we niet te fietsen. De lus om de Bonette, vanaf de Col de Restefond was nog niet sneeuwvrij. Een kant kon je omhoog, op de andere waren ze nog bezig en met sneeuw was er een kunstmatige versperring voor auto's gemaakt. Met de fiets kon je er wel langs en dat deden we even later alsnog. Marco en Ron hadden nog puf om af te sprinten en Erwin was dicht bij Koos gekomen maar die had zich niet laten verschalken. Het was al een aantal keren gebleken: Koos had een topvorm en vond hier op 2800 letterlijk zijn hoogtepunt. Klasse gereden hoor.


Even later druppelden één voor één de anderen binnen. Jeroen, Bob, Willem en Nico. Iedereen had deze klim relatief makkelijk kunnen rijden en niemand uitgezonderd was overdonderd door de schoonheid van dit dak op de wereld. Wat een finale van een mooie tocht. En wat een toetje nog in het vooruitzicht.
We reden naar de top voor wat mooie plaatjes. JP toonde zich een ware held door in burger naar boven te klauteren. Een fraai gezicht:


Nice stond er dus op een bordje. Vrijwel geheel dalen, 90 km lang met de laatste 20 km vals plat/ vlak. Op naar de Middelandse Zee. Bob besloot dat het goed was zo en kroop in de bus. Hij zorgde later voor heerlijke broodjes en navigeerde naar het eindpunt. Wij daalden het eerste stuk door een vrieskist. Wat was het koud langs de sneeuwmuren en toen de zon even wegviel was het echt wel frisjes. In deze afdaling een malloot van een chauffeur die niet alleen ons er niet langsliep, maar zelfs Ron de berm in wilde drukken. Zelf reed ik er iets achter en zag het gebeuren. Even later had ik mijn eigen oorlogen met deze makker en bedacht me dat iemand op de col had gezegd: 'doe rustig, je moet nog trouwen' 

Verhip, dat was waar. Berichtjes met het dolgelukkige thuisfronten vulden de dag verder aan. Er was veel van mij afgevallen, letterlijk. Ik daalde daarom met iets meer marge dan gisteren. In St. Etienne de Tinee, zo'n 1700 meter lager, pauzeerden we en bepaalden we ons einddoel. Nico stelde voor om het strand bij Cagnes suf Met te nemen, dat lag ook vlak bij het vliegveld. Het zou een voortreffelijk voorstel blijken.



De eerste kilometers daarna gingen omhoog. Oeps, dat was wennen. Het waren ook de laatste kilometers die niet op het buitenblad werden genomen. Daarna was het een ziedende afdaling naar Cagnes. Weliswaar met stevig bijtrappen, maar wel met een kleine 40 in het uur gemiddeld. Naarmate we de kust naderen werd de weg drukker en de wind nadrukkelijer. Die stond niet ongunstig, maar op sommige stukken was het werken. Marco onderscheidde zich hier door kilometers lang aan kop te sleuren. Toen we een hele drukke weg vreesden bleek er een heus fietspad te liggen dat ons naar de kust voerde. Alsof je in de Gelderse Vallei fietste.
 
Eenmaal in Cagnes was de bus snel gevonden en was de beste douche de zee zelf. Met wielerkoersen en al de zee in. Gewoon doen en springen. Ik aarzelde: al onze spullen lagen open en bloot en dat was toch weer een remparachute. Even later gebood Nico mij bijna rzee te springen, maar dat was niet nodig. Ik lag er al in en het was heerlijk. Wat een fantastisch einde van een gedenkwaardige rit.


Inmiddels was het thuisfront al aardig op de hoogte. De TCON groep op Whats App maakte overuren en de overgebleven leden leefden aardig mee me ons. Zelf maakte in mijn dochter, een strand, zee en zon liefhebber jaloers met plaatjes van blauwe luchten en palmen. We droogden wat op en toen sloeg de stemming om, zoals Willem achteraf treffend constateerd. Het vertrek was aanstaande, de bus moest worden ingeladen, vliegtuigen gehaald, gekeken hoe we op de luchthaven moesten komen en ondertussen wilden we ook nog een biertje drinken en wat eten.

Zelf was ik kapot en kon ik geen bijdrage leveren aan het inpakken van de bus. Ik denk niet dat iemand het me kwalijk heeft genomen en met het verzorgen van de route kwam er zoveel waardering van de reisgenoten dat er wel wat krediet was. Half slapend at ik mijn burgertje en nam ik als enige water bij het eten in een Hollandse burgertent, waar een biertje heerlijk had gesmaakt natuurlijk. Rotterdammers en Amsterdammers, hoe bizar wil je het hebben?

Willem vloog naar Rotterdam en vertrok eerder. Ik reisde alvast met hem mee en er bleek vier keer per uur een bus te gaan. Binnen 20 minuten waren we er en kon Willem inchecken. Even later volgde de rest en was het vertrek echt nabij. Erwin haalde nog maar een rondje en de flinke glazen waren maar liefst zeven euro het stuk. Het smaakte goed Erwin.

De terugreis ging vlot en mijn hartslag bereikte waarden die op de Bonette niet gehaald werden. Op Schiphol stond Elsje mij op te wachten en het was fijn om elkaar te zien. Een prachtig einde van een geweldige reis.

Tot slot wil ik Remco nogmaals bedanken voor het idee/concept en alle voorbereidingen. Het was erg jammer dat je knie het niet toeliet om mee te gaan. We hebben je, net als alle andere TCON-ers en familie/vrienden mee laten genieten via de WA-pjes, Facebook, Twitter en wat al niet meer.

Het was een geweldige groep. Geen strakke hiërarchie, ontspannen en iedereen pakte zijn/haar rol. Er was ruimte voor afwijking van het programma. De kaders waren helder, de hotels geboekt, de route uitgezet, de vluchten en bus georganiseerd. Verder maakten we het zelf en zijn daar uitstekend in geslaagd. Bob, Erwin, Jeroen, JP, Koos, Marco, Nico, Ron, Theo en Willem: dank voor jullie gezelschap. 

De route in Strava en Garmin Connect


Alpentour 2013: dag IV: just say yes!


 

Een rustdag vandaag. Althans: een dag dat we in Barcelonnette zouden blijven. De plannen waren gisteren al gemaakt en de groep was in tweeën gesplitst.Marco, Ron en ik zouden het rondje rijden. De acht anderen gingen de Cayolle alleen op.Voor mijzelf was er geen spoor van twijfel dat ik dit wilde rijden. Zoals Ron treffend verwoordde: 'morgen zit je op kantoor en wil je zo'n ronde rijden'. En ook hier was weer voor iedereen ruimte om het op zijn manier te doen. De drie 'laatsten der Mohanikanen' om nogmaals met Ron te spreken. Het voelde ook als de Drie Musketiers.


Door de gesprekken met het thuisfront was er van slapen niet veel gekomen. De vermoeidheid begon nu echt toe slaan al zorgde het perfecte weer en de omgeving voor genoeg energie. Ron had de avond tevoren geregeld dat wij drieën om acht uur konden ontbijten. Eerder was niet mogelijk. Toen we aanschoven was er al een groepje Italianen aan het eten. Meer kon men kennelijk niet aan; alles werd per stuk gebracht. Ach: als je dan buiten in 23 graden en blauwe luchten stapt is dat ook niet boeiend. En evengoed zaten we om 9.00 uur al op de fiets; uitgezwaaid door een deel van de groep. Heel relaxed begonnen  we aan de Cayolle.

Een weg die heel mild oploopt en door een indrukwekken mooi parcours voert. Elke keer als ik hier rijd beschouw ik dit toch wel als één van de mooiste cols. Geen wintersportoorden, verstilde dorpjes, een nauw weggetje en vooral overweldigende natuur. Je rijdt 20 km op het gemak en gaat dan wat zwaarder naar de top. In dit stuk reden we wat van elkaar weg, maar het was bijzonder plezierig om met de fietsmaten Marco en Ron mee te kunnen fietsen.

Op de Cayolle een plasje en een jasje en besloten om ergens in de afdaling koffie te nemen en de jasjes uit te doen. We reden dan wel lekker door, maar het was ook volkomen ontspannen. De afdaling was best lastig en ik was blij dat we deze niet als (slot)klim hoefden te doen vandaag. De afslag naar de volgende col rijd je zomaar voorbij, maar er stond ook een groepje Italianen te wachten daar.

Meteen ging het al stevig omhoog en we merkten dat het behoorlijk warm was geworden. Deze col reed ik al in 1992 in de zeikregen en onweer, samen met Jeroen. Dit was andere koek. Het ging lekker en net zoals op de Izoard reed ik op de steile stukken iets weg van de 'poldermannen', die juist op de vlakkere delen vol gas gaven.  Ik kwam hierdoor alleen te zitten en reed vervolgens stevig door. Hier had ik nu die 5.000 km voor getraind. Wat was het heerlijk om te fietsen maar wat was het zwaar op het laatst. Ik was kwijt dat na een flinke afdaling de weg vervolgens loodrecht omhoog zou moeten, omdat het dal ineens ophield.Via winderige haarspelden met stukken van 12-13% ertussen kreeg je het gevoel in de slotkilometer van de Ventoux te zitten.  

Vlak voor de top zag ik mijn mede Musketiers een treedje onder me; dat gaf zoveel moraal. Ze hadden een Italiaan van het begin langs zich zien komen, maar nadat die 200  meter had genomen kwam er niks meer bij. Taaie rakkers die mannen uit Den Haag eo. De laatste kilometer daalde een beetje en wederom waren de statistieken bedrieglijk, want de voorlaatste kilometers waren echt heel pittig.



Na een korte stop op de Champs mochten we dalen. Het was geen genoegen. Supersmal, superslecht wegdek, gevaarlijke rivierbeddinkjes over de weg en slecht lopende bochten. Voortdurend remmen dus en ik dacht regelmatig terug aan die tocht in 1992 toen Jeroen en ik hier op een natte weg met verkleumde handen nauwelijks konden remmen. We waren dus blij dat we halverwege konden stoppen om wat te eten in een chaletje aan de rand van het dal. Marco had honger gekregen en snakte naar een bordje pasta.

Het uitzicht in die hut (zie boven) was fenomenaal, maar de bediening recht evenredig slecht. We besloten op te stappen en in Colmars wat te zoeken.

Ondertussen waren de acht anderen op weg gegaan naar de Cayolle. Het vakantiegevoel van gisteren werd met een dag verlengd. De Cayolle nodigt ook uit voor genieten van de schoonheid en de rust. Ook JP kon weer fietsen, al begon zijn been behoorlijk te trekken. Theo haakte aanvankelijk af, maar kon een tijdje later aansluiten bij de groep. Er was tijd voor foto's en op de Cayolle plantte Erwin zijm Pinarello in de sneeuw


Eenmaal op de top was er weinig animo om de Cayolle af te gaan en vervolgens weer op. Dat was een stevige klim; nota bene de reden dat de Drie Musketiers toch maar met de klok mee waren gaan rijden en ze die niet als laatste hoefden te rijden. Op de terugweg werd aangeland op een terras en uit de verhalen bleek dit één van de hoogtepunten van de reis te zijn geweest. Een moeder van in de 80 die met haar zoon een restaurantje bestierde en één simpel doch heerlijk, authentiek Frans menu serveerde. Alles op zijn gemak en onder een Franse zon.Voor sommigen zelfs een biertje erbij: de boog kan immers niet altijd gespannen zijn.


Terug naar ons tochtje. Ook wij vonden een geschikt fourageadres in het piepkleine doch charmante Colmars. Marco waagde er nog even een kort toeristisch uitstapje, waar Ron en ik genoten van het terras en de vriendelijkheid. We wilden pasta en salade en dat werd op maat voor ons gemaakt. En voor een vriendenprijsje allemaal. Na een goede koffie konden we ons opmaken voor het toetje: de Col d'Allos




 De Allos was lang en mild. Een recht dal, nooit meer dan 4-5% en een verrassend rustige weg. Marco had nog steeds last van zijn hongerklop en gaf aan eigen tempo te willen rijden. Tot zo'n twee km voor de top reden Ron en ik in een perfect tempo omhoog. Voor iemand die weliswaar 10.000 km per jaar fietst, maar voor het eerst echt in het hooggebergte rijdt een geweldige prestatie. Stug doorrijden en vol vertrouwen die cols pakken.Da laatste twee kilometer kwam ik iets voorop en reed ik me even leeg naar de top. Heerlijk, wat had ik een superbenen vandaag.



Na een hergroepering op de Allos begonnen we te dalen. Althans ik begon wat later.Marco deed nog erg rustig aan,  Ron was uit zicht maar op de een of andere manier viel er iets van me af in deze afdaling. Wat er speelde was dat mijn vriendin Elsje (ook vaak de Vrouw des Huizes (VdH) genoemd) mij een tijd geleden ten huwelijk had gevraagd. Dat is natuurlijk geweldig, maar na een keer getrouwd te zijn geweest, met een verdrietige scheiding en later zelfs het overlijden van mijn ex-vrouw voelde ik aardig wat remmingen. Het was alsof die remmingen hier letterlijk wegvielen.

Ik daalde als een valk naar beneden, vloog op Ron [toch geen misselijke daler]  af en remde als het nodig was en stuurde uitsluitend als dat een verstandige keuze bleek. Verder: Go for it. We werden nog even opgehouden door een auto, maar daarna reed Ron achter mij en voelde dat ik ontketend was. In no time waren we beneden; elke bocht werd strak maar 'vast' genomen en op de rechte stukken geen voorbehouden. Als ik zo kan dalen, kan ik ook zo leven.

Eenmaal in het hotel drong dit echt tot mij door en nadat ik zelf van de bijhorende emoties was bekomen belde ik Else op en gaf haar mijn 'jawoord'. Een ontlading die tussen Utrecht en Barcelonnette voelbaar moet zijn geweest. Ik liet Willem per SMS weten dat ik het biertje oversloeg maar graag hierop wilde proosten bij het eten. Willem, al meer dan 25 jaar een van mijn trouwste vrienden [die ook een hele goede band had met mijn ex-vrouw] was deze dagen mijn steun en toeverlaat bij mijn gepieker. Wat was het fijn om elkaar in de armen te vliegen en het geluk van deze beslissing te delen. En hem als getuige te vragen.  Ondertussen had hij uiteraard ook een goede 'plop' geregeld in het restaurant.

We gingen wat later eten, omdat JP behoorlijk last had gekregen van zijn been. Hij had wel gefietst, maar dat was niet goed uitgepakt. Een telefonisch benaderde dokter was weinig behulpzaam, maar uiteindelijk was de Ibuprofen van Marco een uitkomst. Dat staat niet op de dopinglijst, maar JP zou niet meer fietsen helaas.

De reacties van de mannen toen de champagne werd uitgeschonken waren ontzettend leuk. Koos toonde zich een ware voorzitter door snel een speech te bedenken en op warme wijze uit te spreken. Hij gaf daarbij al een doorkijkje naar morgen en het had er alle schijn van dat hij grootse plannen voor de Bonnette had. Ook Willem deed zijn zegje en memoreerde een aantal belangrijke momenten in ons gezamelijk (wieler)leven. Wat was het fijn om dit met tien wielervrienden te delen. Elsje zat thuis in haar eentje, maar was dolblij met het antwoord.

Zo kwam een enerverende en bijzondere dag tot een einde. Morgen alweer de laatste kilometers en weer naar huis.


De route in Strava en Garmin Connect

27 juni 2013

Alpentour 2013: dag III: Eindelijk vakantiegevoel



Na twee lange en ook wel pittige dagen was de derde etappe relatief ontspannen.Een dikke 100 km naar Barcelonnette over twee cols. We gunden onszelf dan ook een uurtje extra om weg te komen. Opmerkelijk hoe snel de logistiek vertrouwd werd. Er werd ontbeten, gesleuteld aan fietsen, de routeprofielen bekeken en vooral ook genoten van het weer. Een kleine 20 graden en zon. Daar wordt ieder mens blij van.



De eerste opgave van de Izoard vanuit het noorden. Meestal wordt deze in de Tour van de andere kant genomen, maar deze kant doet daar niks voor onder. Na een wat rommelig begin (lekke band, uitparkeren van de bus duurde even) mochten we meteen aan de bak. De eerste vijf kilometer liep het aardig op en iedereen zat nog met dikke benen en koude spieren. Theo nam weer plaats achter het stuur van de bus en vulde de voorraden aan. Wat een luxe en ook wat plezierig dat de chauffeursdiensten nul discussies opleverden.


Na het stevige begin volgde een aantal vlakke kilometers. Zo konden we verder warmdraaien. Er ontstond een kopgroep met Ron, Marco, Koos, Erwin en Sjaak. Alles in een heerlijk tempo, maar toen de weg steiler begon te worden kwam ik vooraan te zitten. Dit was wel míjn klim: 9-11% goed doorrijden tussen de haarspelden en in die bochten even bijkomen. Anderen, zoals Marco, Willem en Ron reden juist weer andersom. Het toont aan dat iedereen zijn eigen klimstijl en -voorkeur heeft. Ik kon het goed volhouden al verwachtte ik wel de traditionele jump van Erwin. Die bleef uit en de laatste twee kilometer reed ik als in mijn jonge jaren (15 km/h de col op, dat heb ik lang niet gekund).



Ook nu waren de verschillen niet groot. Het niveau lag hoog want we reden als groep bijna iedereen, die daar ook aan het klimmen was, voorbij. De Izoard is een prachtige col, met een markant herkenningsteken in de vorm van een 'naald' annex obelisk. Bij mijn huwelijk met Hannelore, kreeg ik een schilderij/tekening daarvan en stonden mijn fietsmaten een lied te zingen in een T-shirt daarvam. Was het een voorbode, dat ik nu weer op die plek stond?

De bus was vandaag wat later, maar omdat het zonnetje scheen en JP koffie had gehaald was het wachten geen probleem. We schakelden eigenlijk vanzelf naar de vakantiemodus. In Guillestre zouden we koffie drinken, maar dat werd een ontspannen, lange lunch waarin proefden van het goede leven. Voor we daar waren mochten we eerst de Izoard af. Ik had iedereen gewaarschuwd voor het klimmetje van de Cassé Desserte, maar dat had geen naam. De voorspelling dat bij Arvieux je snelheidsrecords kon halen klopte wel. Ron haalde 84,9 km/h en zelf kwam ik tot 79,9 km/h. Ik daalde daar heerlijk achter Erwin die een geweldige gids was.


In het dal van de schitterende Combe de Queyras stelde ik aan Ron voor om met de anderen die daar stonden (Erwin, Jeroen en Marco) te gaan 'jagen'. Ik ben dol op klimmen, vind dalen geweldig, maar van zo'n perfect draaiend treintje dat tegen de wind in op het valse plat niet onder de 40 km/h komt kan ik ook erg genieten.  De anderen deden het rustig aan en uiteindelijk zaten we toch gewoon weer met zijn allen op het terras van de pizzeria. Hier kwam het vakantiegevoel naar boven; na dik twee dagen flinke inspanning vierden we de teugels.

De Vars was daarna aan de beurt. De profielen waren goed bestudeerd en we wisten dat het zwaartepunt in het begin zou liggen. Nico had besloten deze col in de bus te nemen en stond halverwege met Theo ons aan te moedigen. Dat gaf elke keer zoveel moraal, vooral ook door de stickers die Jeroen erop aangebracht had.
Koos reed meteen lek en wederom hielp Erwin bij het herstel. Ze zouden samen de col nemen. Marco en Ron trapten traditioneel goed door en het duurde even voor ik bij ze kwam. Op het vlakke deel kon ik fijn met ze oprijden en ging het in een fors tempo. De finish was echter een tegenvaller. Weliswaar klopten de gemiddelde percentages (5%) maar de helft 10% en de andere 0% is ook 5% gemiddeld. De mannen haakten op die steile stukken af. Wat ook niet fijn was: de weg liep door een verschrikkelijk skioord en blééf maar stijgen. Achteraf legde Ron uit waarom: zo kan iedereen skieënd naar de liften toe. Makes sense zegt men dan.


Op de Vars waren de verschillen dit keer iets groter. Bob reed hier ineens erg sterk en zat vlak achter Jeroen. Verder een beetje dezelfde volgordes; iedereen reed eigen tempo. We kwamen op de top twee dames (waarvan één met een hele bijzondere fiets) tegen die ook in Genève waren begonnen en die we uit puur respect colaatjes aanboden. Want we weten maar al te goed hoe het is zonder de luxe van een bus. JP stapte in de bus, net als Bob en Nico. Theo mocht weer afdalen en reed daarmee eigenlijk een skivakantie. Alle respect voor Theo, die door zijn naweeën van de griep niet volop mee kon doen, maar fluitend de meeste chauffeurstaken voor zijn rekening nam.

Na het steilste stuk van de afdaling was het nog 20 km naar Barcelonette. Die wilden we als groep volbrengen in een mooi, maar niet al te wild tempo. Wederom kwamen we in een file terecht en we vroegen ons af wat er nu weer gebeurd was. Wel: een ongeluk met een motorrijder. En wel een fataal ongeluk, want de traumahelikopter vloog onverrichterzake weer terug. Sommige motorrijders reden ook als gekken en deze ongelukkige had waarschijnlijk vóór een bocht ingehaald. Het oponthoud duurd een half uur en toen konden we verder. De stemming was bedrukt: zwijgend werd in een straf tempo het laatste stuk afgelegd. een moment van bezinning voor iedereen. En ook het besef dat het heel fijn was dat JP na zijn val gewoon in de bus foto's en filmpjes van ons kon maken.




De aankomst in Barcelonnette deed de stemming weer omslaan. We reden direct op het hotel aan. Een Engelse jongen, nog geen 20 jaar, wees ons de weg. We zouden hier twee nachten blijven en het was even puzzelen over de kamerindeling. Wie snurkt en wie moet uit of juist bij elkaar. We kwamen er gelukkig vlot uit en iedereen was tevreden. De groep ging voor het eten een biertje drinken, maar zelf  nam  ik rust. Er speelde wat thuis en sliep erg slecht (zeg maar bijna niet) daardoor.Daar was ook alle ruimte voor in deze groep die als een organisch geheel functioneerde.

Het eten was matig van kwaliteit, maar het gevraagde bordje pasta kregen we wel. De bediening was nors en niet echt efficiënt. Het drukte de pret niet. Terwijl het thuis plensde van de regen zaten wij maar mooi in de avond in een T-shirt te eten. De plannen voor de dag van morgen werden bijgesteld. De rondje Allos-Champs-Cayolle zou alleen door Marco, Ron en mij worden gereden. En -na bestudering van de profielen- ook nog met de klok mee, dus met de Cayolle aan het begin. De anderen zouden zich wagen aan een 'of-af-op-af' van de Cayolle.


Een telefoontje met het thuisfront deed me erg goed. Ik sloot nog aan bij de groep die op het plein van het plaatsje een biertje dronk. Hier zaten we vaak ook in 1992 en 2002. Dit is een plek om terug te komen. Een ontspannen sfeer, overal cols en schitterende natuur. Zo tankten we nog wat energie voor de volgende dag.

De route in Strava en Garmin Connect

Alpentour dag II: Galibier over en uit je dak


 
De nieuwe dag begon hoopgevend. De zon die boven optrekkende wolken scheen en een frisse, doch aangename temperatuur. Vandaag stond de zwaarste rit op het programma met de voor idereen onbekende Madeleine en de voor een aantal wel bekende Galibier. Van Albertville naar Briançon, over 160 kilometer. Dit zou in de Tour niet misstaan als bergetappe. 

De spullen waren vlot ingeladen en het sturingsmodel van deze groep zonder strakke hiërarchie of strikte taakverdeling werkte prima. Zelfs het oorspronkelijke chauffeurschema werd losgelaten. Theo, die de hele dag had gereden gisteren, zou nu het eerste stuk gaan fietsen en Nico kroop achter het stuur van de bus. Met als eerste taak om de voorraden aan te vullen. Een kwartiertje later dan bedacht gingen we op weg, naar de eerste uitdaging van de dag de Madeleine. We verlieten daarmee het bijzonder gastvrije hotel.
 
De Madeleineis bijzonder lang. Maar liefst 26 kilometer klimmen en veel hoogtemeters omdat er zelfs een kleine afdaling inzit. Niet echt steil, maar toch erg pittig. Gelukkig was het weer ideaal: zon, maar nog wel koel. Theo haakte als gevolg van zijn griepnaweeën al snel af en werd even later opgeveegd door Nico. De rest reed in eigen tempo. Koos vertrok voortvarend en reed de eerste tien kilometer een dikke honderd meter voor me. Achter reed een mooi groepje van Jeroen, Marco, Erwin en Ron. Op het laatst achterhaalde ik Koos en reed ik op de steile stukken op het laatst weg van hem. De verschillen waren niet groot. Ik reed de col in 1.45, waar 1.55 mijn doel was. Strava geeft wel een andere tijd, maar dat komt omdat we na de start op Strava juist een korte pauze hadden gehouden.

De bus was weer een uitkomst. Nico had voor gesmeerde broodjes gezorgd en er was 'all you can drink' cola. Fourageren, recupereren, hergroeperen en acclimatiseren. Want in je natte shirt koel je wel snel af. Ik trok zowel mijn jackje als een warme (Garmin)trui aan. De afdaling was spectaculair en Ron bleek al net zo'n goede daler als zijn zwager Jeroen. Marco en Erwin volgden daar vlak achter en daar kon ik goed bij aansluiten. Elke keer is het dalen weer wennen al gaat het na elke afdaling weer beter leert de ervaring. Het wegdek was op sommige plekken vernieuwd, maar wel ongegeneerd bovenop het oude gekwakt. Dat was best link. Na een kleine stuurfout schoof JP dan ook van de weg af. Een lange, diepe, nare schaafwond op zijn been was het gevolg. Jeroen reed leek, maar kon gelukkig goed bijsturen en veilig zijn Colnago aan de kant zetten. Een afdaling die aantoonde dat het niet zonder gevaar is. In La Chambre maakte we ons op voor het saaie stuk naar de voet van de Télégraphe. Dertig kilometer door het dal van de kolkende rivier de Arc. Smeltwater en de hoosbuien van gisteren zorgden voor specatulaire stroomversnellingen. De Galibier was ook nog maar een dag open, net als de Madeleine. Boven de 2300 met lag en ook nog best veel sneeuw, wat de beklimmingen op grotere hoogte een stuk koeler maakte dan de 20 graden die de luchttemperatuur was.
De lekke band die ik kreeg langs de drukke weg was minder. Met de hulp van Theo, die weer op de fiets was gestapt om af te dalen, en Erwin (ik wil zo'n 5 euro pompje!) konden we binnen vijf minuten al weer verder. Warm was het, nog in het dal; 34 graden en we bleven maar drinken. Een stop aan de voet van de Télégraphe was noodzakelijk. Niet alleen om de bidons te vullen, maar ook voor een wissel. Theo ging weer rijden in de bus en Bob, die het welletjes vond voor vandaag stapte er naast. Nico kroop op de fiets. Zo organiseerde dit alles zichzelf en konden degenen die echt veel wilden fietsen, dat ook gewoon doen. Willem maakte van de gelegenheid gebruik om snel een koffie te scoren. Want de terassen werden niet rijk van ons. 

 
 
De Télégraphe is niet zwaar, maar beslist geen makkie. Voortdurend acht procent, maar omdat je weet dat het maar de opmaat is voor de Galibier, ben ik altijd op mijn hoede hier. Dat gold niet voor Ron, naar eigen zeggen geen klimmer,die stevig doortrok. Aanvankelijk met Marco, maar die nam snel gas terug. Koos, Erwin en ik reden daarachter en reden op reserve. Erwin bedacht dat hij geen macht had en reed daarom maar strak van ons weg. Kan je nagaan wat er gebeurt als hij wél goede benen heeft. Op het laatst achterhaalde ik nog onze 'poldergeit' Ron en plaatste Koos een indrukwekkende jump uit mijn wiel naar de top van de Telégraphe.

In Valloire de algemene hergroepring. En tijd voor droge sokken. Mijn schoenen waren nog steeds nat van gisteren en ik kreeg bijna blaren van die natte sokken. Een verstandige zet. Iedereen zag wel een beetje op tegen de laatste opgave. we waren al een eind op weg en er moesten nog 1200 hm worden genomen. En dat laatste stuk van 9-11% lonkte nu ook niet direct. Desondanks gingen we op weg. De eerste tien kilometers zijn goed te doen. Even een stevig stukje vanuit het dorp en dan kun je redelijk op reserve door. Erwin en later Marco trokken hier door en verdwenen uit zicht.

Na de bocht bij het Plan La Chat begon de finale. Hier kon ik niet versnellen of beter: mijn inspanning verhogen. De benen waren niet goed genoeg. Het was overleven naar de top. Marco kwam wel weer in beeld, maar wist na Erwin mooi als tweede te finishen. Ron en Koos kwamen vlot achter me en ook Jeroen volgde snel. Willem en JP, die ogenschijnlijk geen last had van zijn wond, reden samen op en Nico had het zwaar, maar kwam desondanks goed boven. De pauze bij de tunnel, even verderop was welkom en gaf perspectief: 34 km dalen naar Briançon en dus het hotel/
 
 




Het eerste stuk van de Galibier was moeilijk dalen. Iedereen bibberde en dan reed je ook nog eens door een mega vriesstraat met al die sneeuw. Pas op de Lautaret, waar we hergroepeerden, werd het wat warmer.
De Lautaret is een snelweg naar beneden waar je minutenlang 70 km/h kunt halen. Ik vertrok als eerste hier en kreeg later te horen dat ik als een bezetene naar benden ging. Het zou niet de laatste keer zijn deze trip. Al snel zat Jeroen in mijn wiel, een vertrouwd gevoel omdat we al 25 jaar samen fietsen. Ron en Marco haakten snel aan en toen ging het vol gas naar het eindpunt van de dag. Wat een energie gaf deze afdaling. Na het dak dat de Galibier vandaag was, ging ik hier volledig uit mijn dak. De vorm, die de hele dag al weg was, begon een beetje terug te keren.

In Briançon reden we recht op het hotel af. Het was zonnig, heerlijk weer en we besloten in het hotel te eten. Puf om in de stad te gaan eten had niemand na deze Koninginnerit. 

De route in Strava en Garmin Connect 

26 juni 2013

Alpentour dag I: Hitte, hagel en modderstromen



Het idee kwam vlak voor de kerstvakantie van 2012 uit de koker van Remco. Een vijfdaagse fietstocht van Genève naar Nice. Bus mee, zodat het echt op fietsen aan kon komen. De vluchten heen en terug maakten dat het maar weinig (vakantie)dagen hoefde te kosten. Toen ik via Jeroen hier weet van kreeg aarzelde ik geen moment. Dít wilde ik gaan doen. Net zoals vorig jaar die tocht in de Pyreneeën.

Een half jaar later stonden negen man (Jeroen, Jan-Pieter (JP), Willem, Nico, Bob, Erwin, Marco, Ron en Sjaak) op Schiphol om naar Genève af te reizen. Koos en Theo waren een dag ervoor al vertrokken met de bus; vol met fietsen en bagage. Een min of meer willekeurige groep mannen, met dezelfde passie: fietsen in de bergen. De groep was nog niet eerder volledig geweest, al hadden de meesten al wel heel wat met elkaar gefietst. Een strikte leider was er niet; de coördinatie lag bij Koos, Remco en Jeroen en ik had mezelf over de route ontfermd. Het was daarom extra zuur dat Remco op het laatst moest afhaken vanwege een knieblessure. Ook Theo zat nog in de lappenmand na een griep.

De reis ging vlot en we waren mooi op tijd op het afspreekpunt op de luchthaven van Genève. De ‘Secteur Français’. Die was echter voor de buscrew niet makkelijk te vinden. Na een uurtje vonden we elkaar alsnog en toen ging het snel. Fietsen in elkaar zetten, fourageren, bandjes op spanning dat soort zaken. Het was 30 graden in Genève en benauwd. De voorspellingen wezen ook op onweer in de middag dus wilden we niet te lang wachten met het vertrek.


Net voor we wilden opstappen stond Marijn (een van de Oranje Nassauers) daar. Hij was graag meegegaan, maar de groep was al compleet. Hij werkt in Genève en kon even tussendoor langskomen. Meefietsen vandaag zat er helaas niet in. De eerste kilometers werden afgelegd met een oneindig aantal stoplichten. Die bijna allemaal op rood stonden. En die we maar netjes serieus namen; om op de eerste dag in Zwitserse handboeien te worden afgevoerd is ook weer zowat. Bij Annemasse belandden we in Frankrijk en kwamen we ook over rustiger wegen. Het aftasten van de groep kon beginnen. Hoe lagen de verhoudingen qua sterkte? Wat was ieders rijstijl? Hoe werd er gedaald? Binnen 30 kilometer was dat wel duidelijk.

Na zo’n 50 kilometer begon de weg te stijgen. Een milde aanloop naar de eerste en enige col van de dag: de Aravis. Maar zoals zo vaak: je kunt het zo mild houden als je wilt, maar ook flink gas geven. Na enige tijd ontstond er een mooi groepje dat met 25-26 km/h omhoog (1-3%) vloog. Theo reed de bus en bleef zelfs nog wat achter. In St Jean de Sixt werd er hergegroepeerd en de laatste vooeding en vocht ingeslagen. Wat een heerlijk gevoel zo’n bus die meereed. Inmiddels was het geheel dichtgetrokken en oogde de lucht dreigend. We zouden wel zien wat dat zou brengen.

Welnu: noodweer! We waren nog maar een dikke kilometer onderweg op de Aravis of de hemel loosde hagelstenen zo groot (en hard) als golfballen. Iedereen wist niet hoe snel hij bescherming moest zoeken. Auto’s stonden stil, de weg was in geen tijd volledig bezaaid met hagel en het einde der tijden leek nabij. Dat we niet overdrijven blijkt wel uit de beelden en het filmpje.

 


Echter, nog geen kwartier later was het weer droog en konden we de tocht vervolgen. Erwin en ik gingen volledig loss op deze col. Juist omdat het niet steil en lang was konden we volle bak. Met een hartslag van tegen de 180 bereikten we de top; Erwin uiteraard iets eerder, want die heeft de macht. Achter ons waren de verschillen ook niet groot en hoorden we elkaars verhalen. Het filmpje van JP werd met belangstelling bekeken door de aanwezige Franse toeristen. Het plan om de Col des Saisies ook te rijden ging de kast in: het was al laat en pittig genoeg geweest.

Na een winderige afdaling belandden we in een stevige regenbui. Wat heet: de sluizen gingen open, maar na hagel valt alles wel weer mee. Desondanks even gestopt en extra jasjes aangedaan. We waren nog geen vijf minuten op de fiets, toen we in een file terecht kwamen. Uiteraard rijd je daar met de fiets langs en eenmaal bij het begin aangekomen waren we getuige van een aardverschuiving. Alsof dit dagelijkse routine was gingen de arbeiders tekeer en maakte ze de weg zo goed als het kon weer vrij. Er bleef een flinke stroom staan, maar daar konden we wel doorheen fietsen. Langer wachten wilden we niet:iedereen was nat tot op het bot en stond te rillen. 

Daarom was het heerlijk om weer te kunnen fietsen. Het was vrijwel uitsluitend dalen naar Albertville en in een straf tempo werd de eerste etappeplaats bereikt. Het was wel nog tien kilometer verder, met een flink klimmetje erin. Goed om echt warm te worden. We kwamen nog op het einde in een flinke bui terecht, maar dat was vlak voor het hotel.


Eenmaal aangekomen was de ontvangst fantastisch. Onze natte spullen werden gewassen, er was een tuinslang en sproeier voor de fietsen en er werd later met liefde en zorg een biologische maaltijd bereid voor ons. Dat was allemaal goed uitonderhandeld door Remco en de zus van Koos die als tolk/vertaler het woord had gedaan. We waren ook de enige gasten daar. Het enige wat ontbrak was een goede Wifi verbinding, hetgeen de nodige stress gaf bij deze en gene. Na een korte briefing door Willem en Sjaak, nam een aantal nog een biertje en een aantal ging vroeg in bed. De dag van morgen zou bijzonder zwaar worden, maar gelukkig wel met betere weer in het vooruitzicht. Tevredenheid over deze dag: enerverend, maar wel en route

De route in Strava en Garmin Connect

11 juni 2013

Een heerlijk rondje



Het stond al een hele tijd op de site van TCON: 8 juni Ronde IJsselmeer. Een ultieme test voor de Alpentour over bijna 290 km. Voorwaarde voor zo'n monstertocht is dat je goed weer hebt en niet alleen bent. Aan beide werd voldaan. Het was een zonnige dag, niet al te warm en de wind was Noordoost. En na heel wat berichtenverkeer bleven er vier man over die de tocht zouden rijden: Jeroen, Remco, Rob en ondergetekende. Op het laatst voegde Koos zich bij de rijders die om 6 uur vanaf Jeroen vertrokken, maar hij zou tot de Ketelbrug meerijden.

Ik was zelf al de avond ervoor naar Bussum afgereisd, zodat ik niet nóg vroeger op hoefde te staan. 5.15 was al genoeg. Gelukkig is het zomer en dus al volop licht op dat tijdstip. De anderen waren mooi op tijd en na een snelle bak koffie gingen we ervoor. Het zou een mooie tocht worden.

Voordeel van vroeg vertrekken is dat het stil is op de wegen. Zeker als je door de polder gaat. De weg voor jezelf en dus mooi in waaiertjes rijden. De wind was soms pal tegen en gelukkig had deze nog niet de kracht die het de middag zou hebben. Bij de Ketelbrug (zie foto) hadden we er dik 60 km opzitten en ging Koos alvast terug naar huis. Wij reden langs Urk en de IJsselmeerdijk naar Lemmer. Dit was het zwaarste stuk: pal wind tegen, veel roosters en slecht luisterende schapen. 

Eenmaal in Lemmer ( na dik 90 km) kregen we wind schuin van achter en dát maakte een verschil. We namen het ervan, reden twee aan twee en genoten van de snelheid. In het fraaie Gaasterland werd de eerste (koffie)pauze belegd. Een fietsersterras in Oudemirdum, (zie fot)waar ze desgewenst om 9.45 uur wel een hamburger voor Remco wilden maken. Hij koos uiteindelijk toch maar voor de op dit tijdstip iets gebruikelijker appeltaart.


Na de hervatting nog een stukje met de wind schuin mee, en toen weer een krappe 50 km tot de Afsluitdijk wind (schuin) op de kop. Rob draaide niet meer mee, maar het feit dat hij met slechts 600 km in de benen de uitdaging aanging was al geweldig. Zelf kon ik vrij makkelijk draaien, zo'n 29-30 km/h leverde nog acceptabele hartslagen van rond de 140 op. Ook Jeroen maakte een sterke indruk en Remco leverde ook zijn aflossingen af. Toch fijner dan in je eentje ploeteren.


En daar was ie: de Afsluitdijk. ( foto). Het einde van de tegenwind. Vanaf nu zou het lichter worden. Wat heet: de Dijk zelf raasden we met 42-43km/h af zonder noemenswaardige inspanning te hoeven te leveren. Kijk: dat schiet op en is de reis waard. Kennelijk had een grotere groep, die ook op het terras in Oudemirdum had gezeten, op ons gejaagd. Want bij de openstaande brug zaten ze ineens vlak achter ons. Dat had een best stukje kunnen schelen qua tegenwind in Friesland, maar zo was het ook goed. 

Het stuk naar Medemblik reden Jeroen en Remco met die groep mee; Rob zat er na 200 km al een beetje doorheen en kon de aansluiting niet vinden. Maar mijn wiel kon hij wel houden en dat ging met inmiddels vette Noordenwind ook tegen de 40. In het havensteden namen we een tweede pauze en aten we een prima uitsmijter (zie foto).



Het was daarna nog zo'n 75 km naar Bussum. En de wind bleef maar in de rug. Wat was het een investering in de ochtend. Jammer dat je bij Hoorn een beetje werd opgehouden met stoplichten en drukke fietspaden, maar daar eenmaal voorbij konden we weer lekker doodrijden. Via de diverse Dammen (Edam, Monnickedam, Durgerdam, Amsterdam) en Muiden bereikten we Naarden en Bussum. elf uur onderweg, een rijgemiddelde van 30,8 km/h. En geen van ons vieren zat stuk. 

Met een lekker biertje en wat te snakken sloten we de geslaagde dag af. we zijn klaar voor de Alpen en Rob bevestigde zijn reputatie als man voor het vlakke land. Op één dag je seizoenstotaal met 50% ophogen is een fraaie prestatie.

Details zijn te vinden op Strava