26 mei 2007

Toujours la Lesse


Thanville ligt aan de rand van de Famenne. Dat is een smalle strook van een kilometer of vijtien, twintig breed die van het noordoosten (Marche) naar het zuidwesten (Beauraing) loopt. Het is een geologisch andere streek; veel vlakker dan de noordelijk ervan gelegen Condroz en de zuidelijker gelegen Ardennen. Door de Famenne stroomt de Lesse: een van de bekenste Belgische riviertjes vanwege de Grotten van Han die door de Lesse zijn gevormd. En vanwege het kanotoerisme: op de Lesse kun je op nog geen drie uur rijden echt lol maken. Horden Nederlanders reizen naar Houyet af om daar het laatste deel, benedenstrooms en tevens het makkelijkste- te varen. Sjaak deed vandaag een Tour de Lesse. Eerst Beauraing ingedenderd en vervolgens een stukje de grote weg naar Dinant. Afgeslagen richting Houyet, met een heerlijke afdaling van vier kilometer. Sommige wegen liggen er nu zo prachtig bij en dit was er weer één. Na Houyet, waar geen kanoër te bekennen was gelukkig, weer uit het Lessedal geklommen en vervolgens over het enorm hoge viaduct in de buurt van Custinne (met een fenomenaal uitzicht over dezelfde Famenne) richting Chevetogne. Daar niet het klooster bezocht maar zuidwaarts, deels over dezelfde weg van gisteren. In Halma niet rechtsaf naar huis maar nog een lusje via Daverdisse. Dit stuk van de Ardennen is prachtig mooi: dorpjes als Porcheresse, Our, Redu (bekend van de vele boekenwinkels) en Lesse liggen schilderachtig in nauwe dalen. De wegen zijn hier steil en lopen door geurige naaldbossen. Als je ergens kunt onthaasten is het hier wel. Voor Daverdisse bereikte ik weer het Lessedal en aangezien ik het restaurant Moulin de Daverdisse te sjiek/ontoegankelijk vond besloot ik de laatste krappe dertig kilometer er maar in één keer aan vast te plakken. Dat ging wel ten koste van mijn gemiddelde dat op dat moment tegen de 28 km/h lag. De klim uit het Lessedal mocht er zijn en ik moest naar 30 x 19 terugschakelen om een beetje cadans te hebben. De harstlagmeter had ik voor het eerst sinds ruim een jaar weer om en die wees 168 als maximum uit. Via een -schier eindeloze- omweg langs Haut-Fays bereikte ik de N40: de grote weg van Bouillon naar Beauraing waar de afslag naar Thanville aan ligt. Het slotklimmetje rustig gereden: het was wel goed zo. In drie dagen, binnen een tijdsbestek van 48 uur 280 km gereden en naar schatting 4500 hoogtemeters overwonnen. Een prima driedaagse training, die het volgende kaartje heeft opgeleverd: