26 juli 2009

Een onverwacht kado I

Vakantie 2009. Ergens in de zuidelijke Quercy, zuid Frankrijk. Op 100 km van Toulouse. Racefiets is mee. Tijdens een gesprekje met de buren bij het vakantiehuis laat Sjaak vallen dat hij gek is op de bergen en zó de 200 km rijdt met de auto om in de Pyreneeën te fietsen. Nou, waarom doe je dat dan niet zegt de VdH. Van mij heb je de zegen. Dat hoef je geen twee keer tegen Sjaak te zeggen. Direct de voorbereidingen gestart en de volgende dag was het zover.

Nu is het zo dat Sjaak iets met de Pyreneeën heeft. In 1983 was ik nog net 16 jaar en zat ik zoals vaker naar de Tour te kijken. De 10e etappe van Pau naar Bagnères-de-Luchon veranderde mijn wielerbeleving. Na die etappe wist ik dat ik zou gaan fietsen, in de bergen en ooit zou ik zélf van Pau naar Luchon fietsen. De etappe over de Aubisque, Tourmalet, Aspin en Peyressourde (de grote vier Pyreneeëncols) werd een klassieker. De Tour was zonder Hinault gestart en in het jaar ervoor waren Zoetemelk (2e), van de Velde (3e) en Winnen (4e) achter hem geëindigd. Dat moest wel een nieuwe zege na die van Joop in 1980 opleveren. Peter Winnen was naar de Raleighploeg van Peter Post overgestapt dus dat zou moeten lukken. Zeker met twee klimtijdritten in het parcours.

In de aanloop naar de eerste bergetappe was Winnen al een paar keer in de problemen gekomen. Kelly stond in het geel, maar die was nog vooral een sprinter toen. De Colombianen waren nieuw en waren al op grote achterstand gereden. Ze zouden de Tour doen ontploffen. Hun eigen kopman Florès was daar een van de slachtoffers van. Na een zinderende etappe bleken de nieuwe helden Delgado, Simon, Millar en Fignon te heten. De Nederlanders stonden op grote achterstand. In de Alpen maakte Winnen veel goed, en bleek debutant Fignon uiteindelijk te sterk en won deze de Tour. Maar de etappe naar Luchon is voor mij het icoon uit de Tour van 1983. De afdaling van Delgado naar Luchon, waar hij met zijn neus op het stuur ligt is een bekend beeld geworden. De demarrage van Millar op de Peyressourde waarmee hij zijn vluchtmakker Jímenez van zich afschudt is in mijn beleving een geweldige versnelling gebleven. Ooit zou ik daar rijden beloofde ik mijzelf. Het onderstaande flmpje -toepasselijk in het Spaans, want het gebeurt allemaal op de grens met Spanje, geeft een mooie samenvatting van die etappe.



In 1991 ging ik met mijn fietsgroepje naar de Pyreneeën. We fietsen toen de Tourmalet van beide kanten (legendarisch moment toen op de klim vanuit St Marie de Campan vriend J. op aangeven van vriend L. op het buitenblad bleek te klimmen). ook de Aubisque vanuit het oosten gedaan maar toen mistte het enorm en was er eigenlijk niks aan. De Aspin en Peyressourde bleven nog op het lijstje staan. In 2004 was ik weer in de Pyreneeën maar waren we oostelijker. Het kwam er dus niet van om deze cols te gaan fietsen maar we kwamen wel in de buurt van Luchon. Ik weet nog wel van die tocht dat ik op de col de Portet d'Aspet helemaal voor gaas ging (hongerklop, kramp, uitputting), precies op het stuk waar in 1995 Fabio Cassertelli -in de afdaling- letterlijk stierf. Later die vakantie hersteld ik me goed en kon ik -ondanks een open blaar op mijn zitvlak- goed omhoog. Maar Pau - Luchon en alles wat daar tussen lag kwam niet in bereik.

Op 19 juli 2009 was de kans. Weliswaar niet voor het hele stuk, maar de Peyressourde en Aspin moesten wel te nemen zijn. Een tochtje met de auto van 230 naar Luchon;; bijna drie uur rijden. Ik had het er voor over. Rond 11 uur was ik daar en parkeerde de C8 bij het station. Daar begon mijn tocht.

later meer in deel II

Geen opmerkingen :