26 juni 2010

Phoenix voor gaas op de Alpe


Na een bescheiden begin, qua samenstelling, niet qua parcours, groeide de groep snel aan. Na onze belevenissen op de Luitel kwamen al snel tijdens het eten Jeroen, Karim en Theo aan. Nog net op tijd voor het voetbal (Nederland - Kameroen, 2-1). Nog later zouden Jan-Pieter, Koos, Remco (de organisator) en Erwin aankomen en was ons tiental compleet.

Het ontbijt hier in het chalet was voortreffelijk en verre van 'Frans'. Zoals alles hier eigenlijk gewoon goed is. Gastvrij, maar ongedwongen. Alles is netjes verzorgd, maar je hoeft niet in je goede pak rond te lopen. Een plek om te onthaasten, maar zoals Pascal gisteren zei: 'dat doe je niet direct in de eerste twee dagen'.

Het duurde even voordat we wegkonden, maar dat hoort ook bij zo'n grotere groep. De bijna 20 km naar Bourg d'Oisans werd groepsgewijs afgelegd. Daarna reden we de misschien wel meest beroemde klim op. Ik heb er een (vooral) haat (en een klein beetje) liefde-verhouding mee. Een snelweg omhoog, visioenen van te dikke, dronken mannen die met wielrenners meelopen en een aankomst in wat de exponent is van het wintersportvandalisme van de toeristenindustrie. Maar goed: in 1988 won ik ooit de Pedaalemmerrace ernaar toe en als finish van de Marmotte is het wel een serieus einde. De statistieken zijn ook indrukwekkend. In krap 14 km van 720 naar 1850 meter, waarbij de laatste twee tot drie kilometers eigenlijk niks meer voorstellen. Vooral het begin is pittig, stukken tot 15% en loodrechte stukken tussen de brede bochten.

Al erg snel werd duidelijk dat ik gisteren te diep was gegaan en dat de conditie, mentaal en fysiek er gewoon niet is, these days. Niet gek, gezien de gebeurtenissen van de laatste maanden, maar goed. En dan ook nog een opspelende knie, na een valpartij enkele weken terug. Dus liet ik het groepje Jeroen, Koos, Remco maar lekker gaan en reed ik in mijn eigen tempo de eerste drie kilometer. Erwin kwam nog van achter opzetten en liet ik lekker gaan. Achter me zat Willem en die reed ook rustig aan. Het zou nog lang genoeg duren.

Huez, op 5 km van de top is een mijlpaal. Daarna is het niet ver meer en zie je de Alpe liggen. Voor mij was het echter een breekpunt. Ondanks een ingenomen 'gelletje' vloeiden de krachten uit mijn benen. De kilometers daarvoor voelde ik de tank leegraken. Kramp in de bovenbenen, steken in de linkerknie en bovenal: 'geen moraal'. Een beetje fietser weet wat dat betekent. Je wil het liefste stoppen en rechtsomkeert maken. Waarom wil je dit? Wat moet dat zondag worden? Sjaak: 'het is gebeurd met je'. Existentiële vragen rondom één van je favoriete bezigheden dus. Achtereenvolgens passeerden Willem en Nico mij, toen ik even stopte. Masseren had geen zin, gewoon rustig doorgaan en hopen op een wonder.

Nico had ik snel in het vizier en langzaam reed ik naar hem toe. De anderen vóór mij moesten al zo'n beetje binnen zijn. Willem vlinderde ver voor mij. Achter me was het nog leeg, dat dan wel. En ineens kwam ik bij de laatste 'echte' bocht dicht op Nico. Hij ging buitenom, ik binnendoor en alsof er ineens een kraantje werd opengezet keerde de krachten terug. Wonderlijk, dat na bijna 25 jaar fietsen, je nog hierdoor verrast kunt worden. Sjaak werd even Phoenix. Dat laatste stuk ging dus heerlijk en voor het eerst fietste ik de officiële klim. Daar stonden de anderen (Jeroen, Koos, Erwin, Remco) al. Mij nettotijd was 1.23, daar komen nog twee minuten bij voor het stoppen. Dus 1.25 is de tijd die staat op de Alpe. Fijn: dat kan alleen maar beter worden en verder is het niet van belang. Redelijk snel kwamen de anderen; niet voor iedereen was de plek waar de klim eindigde even duidelijk en in dat grote dorp kun je dan nog best even zoeken.



Nico en ik gingen terug via Villard-Reculas en genoten van het uitzicht op de klim die we zojuist hadden gedaan (zie foto). De anderen reden de Col de Sarenne en daalden via het stuwmeer en de N91 terug naar de slotklim. Wij namen nog een pastabuffet in Allemont en waren blij dat we daar niet zaten. Niet vanwege de eigenaresse, maar vanwege het publiek. Zijn wij nou ook zo erg? Vast wel.
De slotklim ging al een stuk beter, maar het blijft pittig. Het terras was wederom een welkome vervolgstap. Daarna een paar op bed gerust en op de diverse noodzakelijke lichaamsdelen zalfjes gesmeerd. Fijne ontspanning dat fietsen.

Een paar uur later kwamen de anderen binnen, die hadden een hele gevaarlijke afdaling van de Sarenne meegemaakt. Dat wordt oppassen komende zondag. Als ik dat al haal; in deze vorm is die grote tocht misschien wel te veel gevraagd. Al zag het leven na een middagrust en een heerlijk viergangendiner er al weer veel beter uit.

De route:

Geen opmerkingen :