19 september 2011

Over Perty op weg naar de Ventoux


Het was 1989. Mijn broer Doesbrand en ik fietsen ons een dikke week wezenloos in de Vercors en de Alpen. We studeerden nog, hadden de tijd aan ons en hadden nog geen kinderen. We maakten een een uitstapje naar de Mont Ventoux die we 'op-af-op-af' reden. Een lichtste verzet van 42x26, nog geen wielershirt en geen benul van hartslag(meters). Net 23 jaar was ik, op de helft van mijn leven tot nu. Het duurde 22 jaar alvorens mijn broer en ik weer samen een paar dagen in de bergen gingen fietsen. Een dik boek vol gebeurtenissen en ervaringen schreven we vol; elk voor zich en samen. Al die tijd wisten we dat we samen weer zouden rijden, als goede broers. Llicht spelend met rivaliteit, maar onvoorwaardelijk loyaal aan elkaar. Het was hard werken om de plannen, gemaakt in het voorjaar, ook daadwerkelijk uit te voeren, maar de afgelopen vijf dagen kwam het er dan van. Veel getraind hadden we niet; zelf stond ik op een goede 1500 km en de laatste weken een flink aantal hometrainersessies op de sportscool, waarin ik het Ventouxgevoel probeerde te simuleren.

In twee dagen heen gereden; een avondje naar Metz en de volgende dag naar het hotel dat net onder de col de Propiac lag. Schitterend uitzicht op de Ventoux en een onvoorstelbaar prachtige nazomer met blauwe luchten, aangename temperaturen en zalige provencaalse geuren. En vroeg genoeg aan voor een eerste tochtje van 55 km en 750 hm. We waren helemaal weer terug in het vakantiegevoel. De eerste grote tocht was over de onbekende, maar niet minder fraaie col de Perty. Via lange slingers die een milde 6% stijging verzorgden bereikten we de top op 1360 meter met een magistraal uitzicht over de Alpen van de Hoge Provence (zie foto). Het ging bijzonder makkelijk, ik reed nog op de stress en adrealine die ik van huis had meegenomen. De ervaring leert dat na een paar dagen dit afneemt en daarmee ook de hartslag een slag of vijftien lager komt te liggen.

Na nog een tussencolletje (St Jean, 1158 m), waarin Doesbrand even de beentjes testte aan het begin, probeerden we in Sederon wat te eten maar dat viel niet mee (restaurant was er klaar mee, winkels dicht). Dan maar op de repen, gelletjes en de vetreserves naar huis. Een goede training van 120 km en 1750 hm. De volgende dag een stapje zwaarder. De Ventoux van de makkelijke kant, dus uit Sault. Eerst een licht stijgende aanloop door de vallei van de Toulourenc. Daarna een mild klimmetje naar Sault, waar we niet de enige fietsers waren. Wie de Ventoux wil fietsen maakt hier de grootste kans. De eerste 5 km klimt het nauwelijks, dan 10 km redelijk en de laatste 5 km is weer van weinig betekenis. Je bereikt Chalet Reynard op je gemak. Daar hebben we gepauzeerd en heel ontspannen de laatste kilometers naar de top van de Ventoux gereden. Waar het een gekkenhuis was; de zoveelste liefdagheidstocht tegen ernstige ziektes, en het gebruikelijke autotoeristenverkeer. Gelukkig konden we snel dalen. Ergens staat in mijn statistieken dat ik 89,6 km/h heb gehaald, maar de 84 km uur klopt zeker. Goed dat het thuisfront dat niet heeft gezien, maar het is eigenlijk één van de meest gemakkelijke afdalingen die er zijn. Kortom: drie dagen fietsen ter voorbereiding van het echte doel: de Ventoux van beide kanten. Daarover later meer

1 opmerking :

Willem van Dalen zei

Mooi geschreven, en zo voelbaar kort na mijn eigen Ventoux trip.
Willem