04 september 2016

P16 dag 8, etappe 7:Sournia - Begur: een schitterend en slopende slotrit

De laatste etappe. In het begin van de lange fietsweek gaat de tijd nog langzaam, maar eenmaal in het ritme vliegt de tijd voorbij. Duidelijk was dat het een hele warme dag zou worden. Om half acht ontbeten we en toen was het al behoorlijk aangenaam. Ook hier was het ontbijt weer prima verzorgd, al werkte de toaster niet helemaal goed en stond de zaal even blauw.

Met een strakke vertrekroutine konden we om half negen al vertrekken. We hadden een lange rit voor de boeg en een beetje extra tijd kon geen kwaad. Willem besloot rustig te beginnen, na twee lange en zware dagen. De eerste kilometers gingen door het glooiende, rotsachtige land rond Sournia. Eerst dalen, dan klimmen naar een colletje. Rustige en goed onderhouden wegen, Een ideale omgeving om in het voorjaar conditie op te doen. We troffen Willem op het eerste colletje en daarna een ziedende afdaling over zeer breed, vers, glinsterend asfalt zonder markering. Het leek wel zwart ijs en onwillekeurig reden we daardoor wat voorzichtiger.

Na Ille-sur-Tet, kwamen we op een vlakker parcours en lieten we een paar klimmetjes liggen, die wel in het routeboek stonden. Terecht had Nico aangegeven dat het al een zware dag zou worden en iedereen kon zich hier goed in vinden. Vervolgens kwam er een groep van zo'n tien renners ons achterop maar ook weer niet zo hard dat we niet konden aanhaken. Het tempo liep op naar 40 km/h en zo schoot het wel op. In Thuir kwamen we op een markt terecht en moesten we stapvoets verder. Tsja, daar houdt de routeplanner zich niet mee bezig.



Uiteindelijk belandden we in Maurellas-las-Illias en met wat heen en weer bellen wisten we Willem naar een heerlijk, schaduwrijk terras te dirigeren. Hier begon het voor mij spannendste deel van de hele route. We zouden de col Manrell nemen en met name het laatste deel daarvan was onzeker. Zou de weg ophouden en/of nog berijdbaar zijn. En dan vooral voor de auto. Het alternatief was via een drukke Route-Nationale en dan was het ook nog eens zaterdag met veel vakantieverkeer.


De eerste kilometers gingen relatief rustig omhoog. Dat kon niet van ons gezegd worden. Het tempo lag er flink op en omdat dit de laatste klim van de vakantie was gingen ook bij mij alle remmen los. Ik had er een beetje spijt van dat ik mijn helm in de auto had laten liggen want we reden hier met 20-25 km/h omhoog. Bij Stephan hoorde ik de piepjes, een teken dat zijn hartslag boven de 160 kwam. Hij moest er dus ook voor werken. Enfin, in Las Illias schoot de weg omhoog. Hier betaalden de vele uurtjes Street View en parcousverkenning zich uit. We reden kris kras door het dorpje, maar borden of markeringen ontbraken. Het ging heel lekker, ook op de supersteile stukken, maar toch besloten we te wachten. Hier kon je echt verdwalen.



Jeroen en Frans volgden snel, maar Nico zat een stuk achter ons. We reden door en zagen bij een wederom onduidelijke splitsing Willem staan. De weg rechtdoor liep dood, dat wist ik wel, maar scherp naar links werd het behoorlijk 'dirt road'. Na een snelle cola wilde ik door, ik hoopte echt dat we hier overheen zouden komen en was benieuwd naar wat er nog zou volgen. Even leek het weer goed te worden, met een strook betonplaten, maar daarna volgde een passage van zo'n 500m met stenen, kuilen en gaten. Volgens Frans, die me was gevolgd kon het wel met de auto. Jeroen had al iets meer twijfels. Fietsend ging het best en eenmaal op de col kwamen bij een parkeerplaats en een monument ter nagedachtenis van de vluchtelingen uit het Franco-tijdperk die hier de grens ober gesmokkeld werden. Asiel is van alle tijden.

Jeroen reed vrijwel meteen terug om de auto te loodsen. Ik liep er achteraan en na enige tijd kwam ik Willem fietsend tegen en zaten Jeroen en Nico in de auto met hun fietsen op het rek. De stuurmanskunst van Jeroen bewees zijn waarde en ongeschonden bereikten we allemaal de col. Daar aten we uitgebreid van oa de Taboulé. Een ontdekking van Frans, wat ideaal fietsvoer bleek te zijn. Voedzaam, licht verteerbaar en een fris alternatief voor al die zoete zooi die we naar binnen sloegen.  Zelf was ik opgelucht maar ook zeer tevreden met deze route. Wat een slotklim voor deze geweldige reis.


De afdaling was al direct in Spanje en wat je dan ziet: een brede, strakke weg. De temperatuur was tot boven de 35 graden opgelopen en bidons raakten nu snel leeg. We misten een afslag, waardoor we een kilometer of tien over de N-II moesten, maar dat viel eigenlijk heel erg mee qua drukte. Wel werden we begeleid door een politieauto. We mochten niet naast elkaar rijden kennelijk, maar er was ook geen enkele aandrang om dat te doen.

Eenmaal van de grote weg af, kwamen we in Noord-Catalunya en werd het parcours saai voor sommigen. Zelf kon ik hier wel van genieten. De machtige Pyreneeën lagen letterlijk achter ons en nu was het vrijwel vlakke parcours een mooie voorbode voor de terugkeer naar ons eigen vlakke land. Wel was het hier tegen de 40 graden en in een dorpje gingen we met fiets en al in een fontein en vulden we bidons bij. Nico was in de auto gestapt en zou naar het hotel rijden. En dan op de fiets naar Toroella de Montgrí stappen, zodat we het laatste stuk gezamenlijk zouden rijden.





Het tempo zat er goed in. Na een krappe 1000km en al die hoogtemeters in de benen was de conditie natuurlijk prima. Maar de hitte en de lange afstand van vandaag (ca 165km) maakte toch ook het een lastig slotstuk. Er was nog een lekke band bij Jeroen, één van de weinigen van deze vakantie trouwens. Uiteindelijk bereikten we Toroella en na wat bellen en appen kwam Nico ons tegemoet. In een café zagen we Chris Froome spectaculair dalen naar Luchon, in de etappe die dezelfde cols bestreek als onze vierde etappe. Leuk om te zien.

Het laatste stuk naar Begur was niet echt fijn. Razend autoverkeer, veel caravans, drukte en stank. Eenmaal bij de kust aanbeland was dat snel vergeten. De geur van pijnbomen, een strakblauwe zee en steile weggetjes die als een doolhof elkaar opvolgden maakten het alsnog een spectaculair slot. Het was even zoeken naar het hotel, maar eenmaal daar aanbeland, reden we meteen door naar het strand. Daar was het tijd voor een duik-in-wielerkleding in de zee. We hadden het gehaald! Niet dat ik daaraan had getwijfeld, maar ineens kwamen alle mooie momenten van de afgelopen week voorbij.





Op een terras het traditionele biertje (0,5 liter) en dat hakte er meteen al flink in. Daarna inchecken en daar bleek het hotel weliswaar fraai te zijn, maar niet op ons te wachten. Men sprak geen Engels, fietsen moesten driehoog op de kamer, men was onduidelijk over het ontbijttijdstip en het was vooral afstandelijk. Waar was was de warmte van de gite in Sazos (terwijl het daar het koudste moment van de reis was). De Britse gastvrijheid van Victoria en Geoff? Het vakantiegevoel van Sournia? De vredigheid en rust van Larrau? Dat waren toch wel onze toplocaties, uitgezocht door Willem en Jeroen.


Geen reden om ons humeur te laten verpesten, zeker omdat we nog een passende afsluiting hadden. In Palaou-Sator aten we in restaurant Mas-Pou, op zo'n vijftien kilometer afstand. Nico reed ons daarheen en voor het eerst zaten we met zijn zessen in de Toyota. Nico en Jeroen kenden dit restaurant en het was inderdaad een heerlijke afsluiting. Lekker hapjes vooraf en een uitgebreid dessert voor Stephan en mij. Goede wijn, leuke, super georganiseerd bediening een mooi terras e goed gezelschap. Dan hoeft er niet zoveel meer te gebeuren.


Daarmee kwam een einde aan de gezamenlijke reis. Die begon op de luchthaven van Bilbao en via de Baskische kust ons over een schitterend, afwisselend en uitdagend parcours naar die andere kust voerde. Een groep die goed bij elkaar paste en iedereen zijn inbreng had. Stephan heeft dat mooi samengevat in het filmpje. Voor mij was het een jarenlange wens om dit zo te rijden en het was een geweldige ervaring. Jeroen, Frans, Nico, Willem en Stephan: bedankt voor de prachtige week.



De route van de dag
Het filmpje van de dag:
















1 opmerking :

Doesbrand zei

april 2017... ik herlees je blogjes over P16. Wat was het toch een fijne week.