25 juli 2017

Op weg naar EE17 - de voorbereiding


Dertig jaar geleden fietsen mijn broer Frans en ik samen in de Vogezen. Het was het begin van een lange reeks gezamenlijke ervaringen op de racefiets. Het jaar erop (1988) werd -in de Moeder aller Fietsvakanties- de Fietsgroep gevormd waarin met mannen als Willem, Nico en Jeroen een stevig fundament staat. Telkens haakte wel iemand aan. En weer af.

Alpen, Dolomieten, Pyreneeën, Ardennen, Vogezen, Heuvelrug en Polderland werden regelmatig aangedaan. Met de P16 van vorig jaar als één van de hoogtepunten, waarvan door mij uitgebreid verslag werd gedaan op dit blog. En het riep meteen een vraag op: what's next?

Nu is er van alles te bedenken en we zijn nog bij lange na niet uitgefietst, maar na de P16 was het tijd voor een minder intensief plan. Frans en ik wilden wel eens de 400km-op-één-dag-grens slechten. Na een paar keer rondje IJsselmeer (300km) was het daar wel eens tijd voor, temeer omdat we na die lange tocht nog relatief fris aan de meet kwamen. Tegelijk wilde ik een oude uitspraak/halve belofte waarmaken, die ik ruim 25 jaar geleden deed.

Als net werkende stelde ik -om tegenwicht te bieden aan degenen die het Hoge Noorden zo ver van Utrecht vonden- dat Nederland echt niet heel groot is. 'Als ik me druk maak, fiets ik in één dag van Noord naar Zuid, of andersom'. Nooit deed ik het. Maar met het doel van >400km was een combinatie mogelijk.

Frans was direct ervoor 'in'. De P16-groep zag het om diverse redenen niet zitten. We probeerden lang een nieuwe groep te krijgen omdat een dergelijke afstand wel lang is om met zijn tweeën te doen. En de logistieke puzzel was er ook één. Hoe rijd je, waar overnacht je, is er een volgwagen, wat doe je met je spullen? En tegelijk is dat voor mij weer een uitdaging. Het zó uitdenken en regelen dat je het op zo'n dag voor elkaar krijgt.

Het plan werd 'Eijsden - Eemshaven', afgekort tot #EE17. Bij Eijsden ligt het plaatsje Mesch en dat is het zuidelijkste punt van het land. Een veel noordelijker dan de Eemshaven kun je niet komen. Geen pittoreske finish, maar des te aansprekender. We wilden dit sowieso gaan doen, al had ik wel mijn twijfels of ik het aan zou kunnen. De vraag was vooral: met wie?

Begin mei wilden we knopen doorhakken. Ik had inmiddels al solo twee verkenningstochten gereden waaronder op Hemelvaartsdag een rit van Roodeschool naar huis, voor mij de langste solotocht ooit (280 km). Die gaven me het vertrouwen dat ik het aan zou kunnen. Helaas werd ik daarna ziek; een gluiperige griep die me twee weken belabberd deed voelen. Wég conditie en al hoestend en proestend hoopte ik maar op betere tijden. Inmiddels waren de hotels al geboekt en besloten we om van Zuid naar Noord te rijden, los van hoe de wind zou staan.

Frans had inmiddels uit zijn Haarlemse groep Gijs zo gek gekregen om mee te gaan. En dat betekende ook gelijk een 'erop en erover' in logistieke zin. Zijn neef Koen zou de door hem geregelde volgwagen bemannen en Gijs' fietsmaat Ton sloot ook aan. Twee mensen die ik niet kende, laat staan dat ik met ze gefietst had, maar we gingen er gewoon voor. En via de appjes leek het wel goed te komen: de voorbereidingen waren aan zijn kant serieus.

Een week voor de grote dag ging ik nog even MTB-en. De conditie kwam langzaam maar zeker terug en door die lange tochten was er al wel een basis gelegd.En toen ging in in een onbewaakt ogenblik onderuit. Een gekneusde rib. Pijnlijk en hinderlijk bij het ademhalen. Slecht slapen en de moraal vloog weg. Gelukkig kon mijn manueel therapeut voor verlichting zorgen en hij achtte deelname verantwoord. Een laatste testrit midden in de week gaf de bevestiging dat ik 'goed genoeg' was.

Inmiddels had Frans een groep uit Twente enthousiast gekregen: zij zouden vanaf Zutphen met ons naar de Eemshaven rijden. Een extra windscherm voor de tweede 200 km. Eén keer 200 km is al een beste afstand voor op één dag, een dubbeling daarvan was echt grensverleggend. Intensief appverkeer alsmede een heus draaiboek met een snelste en langzamer tijdschema zorgden voor de broodnodige voorpret en motivatie.

Vrijdag 23 juni was het zover: Frans en ik reisden per trein naar Maastricht en reden 'in burger' [dwz in gewone kleding] naar Mesch. Daar kwamen Gijs, Ton en Koen met de auto naar toe.



We hadden losse kamers geboekt, maar we kregen een appartement met keuken. Frans had de puf voor een uitgebreide pastamaaltijd en onder een heerlijke zon konden we moed en energie opbouwen. We maakten nader kennis en meteen was er die fietsers-klik. Wat je ook doet of waar je vandaan komt: je deelt dezelfde passie en het uitdagende idee om in één dag het land te doorkruisen.

Kortom: we waren er klaar voor. Tegen 22.00 uur lag iedereen in bed en kon ik de boel afsluiten.



Geen opmerkingen :