03 december 2012

Weg op de snelweg


Een unieke kans. Dat was het Unique Selling Point van de Westrandwegrun en ze hadden gelijk. Hoe vaak kun je nu op een snelweg lopen. En een gloednieuwe dan nog wel. De Westrandweg verbindt de A5/A9 met de A10 en beslaat tien kilometer en loopt bij Sloterdijk gedurende drie kilometer over een viaduct dat boven de gewone weg loopt.

Op 24 november was het zover. Er werden een tien km-wedstrijd, een 'funrun' over eveneens tien km en halve marathon gehouden. Alleen die laatste zou een flink stuk richting de A5/A9 beslaan en die werd het dus. Misschien was een halve marathon iets te vroeg voor me in het seizoen en ik had er ook niet specifiek op getraind. Maar kilometers en uren had ik genoeg gemaakt en daarbij ben ik ook nog steeds blessurevrij. Dus: gewoon doen. Twee uur voor de inschrijftermijn verstreeek meldde ik me aan.

Op de dag zelf was het koud, mistig en grauw. Een graad of zes, zeven. Ik besloot niet 'in het kort te gaan' al had dat achteraf wel gekund. Het vertrek was strak geregeld: vier startvakken die op het laatst ineen schoven. Zelf stond ik met een prognose van 1.40.00 in het tweede startvak en even later bleek dat er maar dertig mensen vóór me stonden. Een laatste sanitaire stop en wég waren we.

Zoals altijd in een loop begon ik snel. Positie kiezen, je laten opjutten, de adrealine zijn werk laten doen. Het doel was kilometers in ca 4.45/4.50 te lopen en dan de laatste vijf kilometer te kijken wat er nog in het vat zat. Een tijd van rond de 1.40 was dan haalbaar. De eerst km's gingen vervolgens in 4.21 en 4.25 en ik liep zó makkelijk. Met een grote lus kwamen we na ruim twee kilometer  op de nieuwe snelweg en tekende het veld zich snel af. Wat een ruimte om te lopen. De 'halve' was met ruim 1500 lopers ook niet zo populair als de beide tien kilometer lopen. Een tempo van rond de 4.30/km en een hartslag van ca 155: dit ging heerlijk. Ik kon zelfs nog een praatje maken met een vrouw die precies mijn tempo liep. Even later haakte ze af, maar ik kom zelden aan praatjes maken toe tijdens een wedstrijdloop.

Na het meest oostelijke keerpunt was het acht kilometer zuidwestwaarts 'immer gerade aus'. Normaal gesproken heb je dan hier wind tegen, maar nu was de wind oostelijk. Aan de andere kant zagen we de koplopers en het was motiverend om te zien dat ik helemaal niet zo heel ver achter in het veld lag. Na het westelijke keerpunt, zo rond de vijftien kilometer mocht ik van mezelf wat versnellen. Dat betekende dat de hartslag nu boven de 170 kwam en het tempo gehandhaafd bleef. Het enige verschil was dat ik nu steeds meer mensen begon in te halen. Ik zag dat ik op het tien EM-punt een snelle tijd had (1.12.48; een PR) en het ging nog steeds erg goed. Tot drie kilometer van het einde.

De oostenwind was aangewakkerd, het bleek ineens te regenen en eenmaal van de snelweg terug naar de finish was het ook behoorlijk donker. Oeps, misschien toch iets te veel gegeven in de kilometers ervoor. Ach, het ging best en die laatste kilometers moesten toch wel lukken. Mooi dat de cijfers het gevoel bevestigen; de laatste twee kilometers gingen in 4.47/4.48 en dat was het tempo waarmee ik had willen beginnen. De rest was allemaal sneller gegaan. Dat ik een vet PR van 1.36.30 was daarmee even logisch als verbazend. De harde en lange trainingen hadden dus effect gehad. Zeker omdat ik na tien minuten weer aardig hersteld was. Dat zou je trouwens niet zeggen op basis van deze weinig flatteuze finishfoto:



Jammer was dat de kleedruimtes, geïmproviseerd in een tent, te krap waren. Verder was de organisatie prima. Al die honderden vrijwilligers die het verkeer regelen, drankjes aangeven, medailles omhangen: hulde! Euforisch belde ik naar het thuisfront en zeer tevreden reisde ik met de trein weer naar huis. Daar aangekomen dan het heerlijk moment om de statistieken van de dag te lezen. 
 




Geen opmerkingen :