27 juli 2016

P16-dag 3 Pittig tweeluik met een verfrissend slot


De derde dag alweer. Ik had bedacht dat ik in de auto zou gaan beginnen. Natuurlijk wil je eigenlijk alles fietsen, maar iedereen levert zo zijn bijdrage. En na een matige nacht vond ik het eigenlijk helemaal geen punt om rustig te beginnen.



Het ontbijt was uitstekend verzorgd, zij het dat je wel moest opletten als je zelf je sinaasappelsap perste. De tijd dat je op een stukje baguette, een croissant en een grote mok café-au-lait de dag moest doorkomen ligt ver achter ons. Na wat inpakperikelen kon het kwintet gaan rijden en volgde ik even later. De instructies van Willem waren helder: je start geen auto, maar je zet een systeem aan.


Wat zijn dan zoal je taken als 'ploegleider', zoals we het noemen. Je doet vooral boodschappen. Er gingen wel 30-40 blikjes per dag er doorheen, dus die voorraad moest aangevuld. Daarnaast de onvermijdelijke bananen, maar ook TUC-koekjes, noten, gedroogde abrikozen en natuurlijk verse croissants en chocolatines. Al met al ben je dan even bezig, maar het geeft ook wel vakantiegevoel om op een maandagochtend door een Intermarché te struinen.

Aangezien het best vlot ging besloot ik niet naar de afgesproken pauzeplaats (Laruns) te rijden maar de route van de mannen te volgen. Vlak voor het nietige dorpje Escot, dat vooral een functie heeft als begin van de Marie-Blanque, kwam ik de witte shirts tegen. Die waren eigenlijk wel blij met de onverwachte stop. De voorraden werden aangesproken, zodat de Marie-Blanque met vertrouwen tegemoet gezien kon worden. Jeroen had inmiddels een mogelijke verklaring voor het gepiep van mijn remmen gevonden. Tijdens de heenreis was de 'metaalreiniger' die ik had meegenomen om mijn fiets te poetsen, opengegaan/ Daardoor was de velg vies geworden. Ik had sowieso al wasbenzine meegenomen om die te reinigen. Typisch een rustdagklusje.

Enfin: de Marie-Blanque. Ik had deze graag gefietst, want in 2012 ging ik hier best wel stuk. Hoe zou het met deze vorm gaan? Er kwamen gelukkig nog genoeg kansen. Met de auto was het laatste stuk al pittig (4 km boven de 10%). Toch viel het wel mee voor de fietsers. Ze kwamen niet lang na elkaar binnen en er werd niet geklaagd over de percentages. Intussen deelden we links en rechts wat voer en drinken uit aan medefietsers die niet de luxe van een volgwagen hadden.






De afdaling gaf al een typische Pyreneeën-uitdaging. Hoe ga je om met het vee dat bezit neemt van de cols. Koeien waren het dit keer, maar we zouden nog een hele kinderboerderij tegenkomen. Honden, schapen, geiten, paarden. Je moet je dan echt een weg banen, want ze maken niet zomaar plaats. Het heeft zijn charme: in de Alpen zul je dit niet zo snel aantreffen.

In Laruns elkaar weer ontmoet en Frans bood aan om te gaan rijden. Nico had een ander plan, wat later nog een paar zou worden herhaald. We lieten de auto in Laruns staan en hij zou na de klim terugrijden op de fiets en dan verder met de auto gaan. Een beetje 'best-of-both-worlds' dus. De temperatuur was wel opgelopen tot boven de 30 graden. Op het heetst van de dag de Aubisque op dus.

De eerste zes kilometers van de Aubisque lopen heel relaxed. Jeroen en Stephan gingen vlot van start en ook Frans had er zin in. Ik moest nog op gang komen en wist dat het nog pittig zou worden. In 2012 reed ik deze col al twee keer, zij het een keer in de regen/mist en dat is een heel andere beleving. Er werd flink aan de weg gewerkt en dat betekende plakkend asfalt, steentjes aan je banden en 'routes alternée' [wat Stephan dwong om af te stappen]. In het stuk naar Gourette [wintersportplaats] is het voortdurend steil. Frans was inmiddels al een flink stuk achter en ik haalde hier Jeroen in.





De laatste kilometers na Gourette, maak je via twee lange slingers richting de col. Stephan, die de hele reis zeer sterk reed, was weliswaar nog in het zicht, maar ik kon en wilde het gat niet dichtrijden. Het ging al heel goed, zonder overdreven diep te gaan, goed de col opgereden. En dan die uit- en vergezichten. Jeroen kwam al snel en daarna was het een hele tijd wachten op Frans die het hier heel zwaar had. Willem en Nico volgden daarna en na de vaste fotosessies konden we verder. Nico, de held,  haalde de auto op en wij togen naar de Soulor. Een klimmetje van twee kilometer in de afdaling. Vanuit het noorden is de Soulor een echte col en ook een zeer fraaie beklimming, Rijd je van west naar oost, of andersom dan is het meer een tussenstop op de Aubisque.




Eenmaal in het dal was het broeierig heet. De lucht werd al snel donkerder en dat het zou gaan onweren stond wel vast. Vraag was alleen: wanneer? Nu had Willem het zwaar op het valse plat en ik besloot bij mijn 'roommate' te rijden. Nadat de eerste druppels waren gevallen zagen we Stephan, Frans en Jeroen bij een tankstation staan. Schuilen voor het noodweer dat inmiddels was losgebarsten. Niet de meest idyllische omgeving, maar zeer functioneel. Stephan had contact gehad met het hotel en gezegd dat we later zouden komen én we daar zouden eten. Goed geregeld!


Een klein half uurtje later konden we weer door. Met Nico had ik een zeer kort contact; hij was over de col gereden, maar daarna midden in een kudde gekomen. Het zou nog wel even duren voor hij Sazos zou bereiken. Want dat was ons doel voor vandaag. Nog een paar kilometer, waarvan de laatste drie klimmend. Het was het begin van de weg naar Luz Ardiden, een bekende naam uit de Tour. Het was eigenlijk wel lekker om te rijden nu. Fris, veel zuurstof in de lucht en géén piepende remmen meer. Zelf had ik het niet erg gevonden om naar Luz Ardiden door te rijden, maar het hotel lonkte. En het bleef nog rommelen dus echt veilig is dan zo'n tocht naar boven niet.

Het hotel was een 'gîte d'etappe' die vooral op wandelaars was ingericht. De GR10 loopt hier langs, dat is de wandelvariant van onze P16. Het oogde allemaal was kneuterig, maar de gastvrijheid en hartelijkheid was enorm. En we hadden een ruime kamer, waardoor ik in het stapelbed even een soort van 'kamer alleen' had. Net als bij Nico, was mijn nachtrust zeer matig. De gebruikelijke onrust op vakantie, als je alles nog aan het loslaten bent. Helaas hinderde het me wel om er volop van te genieten. Dat lukte Frans wel, die zeer regelmatig liet blijken het erg naar zijn zin te hebben. En terecht: want we hadden het gewoon erg goed voor elkaar.



Tijdens het traditionele biertje-na-aankomst kreeg ik weer contact met Nico, die na zijn avonturen op de Aubisque/Soulor verder kon en op weg was naar Sazos. In dit dorpje, met zeer smalle straatjes, was het even zoeken, maar ik ving hem op bij het begin. De vaag is wel wat vermoeiender is: met de groep fietsen, of een pittige autorit. Enfin: we waren er nu allemaal en aten daar een simpel-doch-eenvoudig maal. Helemaal passend bij de entourage. Intussen bleef het regenen en zou het onduidelijk worden wat het weer zou doen op de eerste Koninginnerit van deze P16, Dat waren zorgen voor morgen.

De vaste rubrieken:
Etappe van de dag op Strava (Stephan)
Animatie (zonder eerste deel)
Clipje van de dag, gemaakt door Stephan:






2 opmerkingen :

Anoniem zei

Komt allemaal weer terug door je mooie verslagen Stefan. Kleine correctie: op de Aubisque werd ik voorbij gereden door Willem, toen ik in de "1988" tunnel moest stoppen omdat het niet ging.

Frans

Sjaak zei

Tsja, dan ben je feitenkeizer en ben je deze informatie al weer vergeten. Dank voor de aanvulling. En de reactie: altijd leuk om te lezen wat je lezers ervan vinden.