En dan is het al weer dag #4 en gaat de tijd ineens
snel. De nacht was redelijk te noemen. Bij het ontwaken meteen naar
buiten gekeken en er hing een dik wolkendek boven Sazos. Dat beloofde
een mistige en natte tocht te worden. Daarom maar
even goede France Meteo-app bekeken en die leerde ons dat het in de
loop van de dag steeds een beetje beter zou worden. Een bewolkte dag
[‘nuageux’] maar steeds droger en warmer. Het pleitte voor een latere
start en die kwam er ook om 9.30 uur, waardoor we
iets meer de tijd voor ontbijt en ‘vertrekklaar worden’ kregen . Willem
besloot tot een begin in de auto. We hadden dan wel in kilometers de
kortste etappen: er wachtten vandaag vier cols. En precies die vier cols
die een paar dagen later in de Tour de France
zouden worden gereden.
Na een fotoshoot voor de Facebookpagina van de Gite La Maisonnée (waar we overigens nooit op terecht zijn gekomen) konden
we vertrekken. Eerst een paar kilometer dalen om in Luz St Saveur te
komen en dan meteen de Tourmalet op. Het was
ideaal fietsweer eigenlijk. Bewolkt, circa 20 graden en in de verte een
steeds blauwer wordende lucht. En de eerste zes, zeven kilometer waren
ook goed te doen. Pas na Barèges werd het wat steiler. In mijn beleving
stond de ‘oude weg’ aangegeven als Voie
Verte Laurent Fignon, maar ‘das war einmal’. De weg liep er nog, maar
je moest het echt weten en er werd ook helemaal niets meer aan onderhoud
gedaan. Stephan en Jeroen waren te ver weg om ze op de geplande route
te wijzen en Frans en Nico zaten er juist weer
te ver achter. Willem was me net gepasseerd en had mijn helm
meegenomen. Dat was wel een fijne service.
De oude weg liep met continu 8% omhoog en is al met
al net iets steiler dan de nieuwe weg. Ik was ook de enige die dit stuk
reed, en aan fietsers op de Tourmalet ook geen gebrek. Eenmaal weer bij
de huidige route aangekomen zag ik Stephan
aankomen. We kwamen precies op hetzelfde moment de bocht door. Wat een
timing! Vervolgens reden we een heel stuk samen op. Als er even aangezet
moest worden -al dan niet in een haarspeldbocht- en Stephan op de
pedalen ging staan reed hij zomaar tien meter
weg. Dit vindt zijn oorsprong in de schaatstechniek, waar je in de
bochten aanzet en die snelheid op het rechte stuk erna zo lang mogelijk
vast houdt. Tsja: Jeroen en Stephan zijn de schaatsers onder ons en dat
verklaart dus een hoop. In elk geval reed Stephan
in het laatste stuk van me weg.
Vlak voor de top kreeg ik het al te kwaad. Net als
drie jaar geleden op de Bonette werd ik overweldigd door het imposante
landschap. Het gevoel om daarin te fietsen en al die hoogtemeters te
hebben gewonnen is onbeschrijflijk. Het gaf adrenaline
voor de laatste kilometer, waar ik gelukkig iedereen voor had
gewaarschuwd. Later zei Nico dat hij blij was dat het geen 11% maar 10%
was, dat scheelde weer een procentpuntje. In elk geval was het druk
genoeg met commerciële fotografen die allemaal een kaartje
in je achterzak deden en tegelijk een zetje gaven. Wij hadden onze
eigen fotograaf in de persoon van Willem, die de top natuurlijk al had
bereikt. Boven brak ik (verder). Alle spanningen en zorgen van de
laatste tijd in privé en werk. En de energie en tijd
die ik [als perfectionist] in de voorbereiding had gestoken vonden nu
hun ontlading. Een mooi moment en de troostende armen van Willem en
Stephan waren zeer welkom.
Daarna was het voluit genieten. Wat een col is het
toch. Oké, het is top 3-werk (naast Galibier en Mont Ventoux) qua
populariteit, maar het is me er dan ook wel eentje. Hoger zouden we ook
niet komen deze week. Nadat iedereen er weer was
en de plaatjes waren geschoten konden we naar beneden. Even twijfelde
ik over een jasje, maar binnen drie minuten was ik daar zeer blij me. We
doken de wolken in en het miezerde daardoor. Desondanks gingen we
voluit door La Mongie en de lawinetunnels die daarna
volgden. Lampjes in de knipperstand en zo strak mogelijk sturen. Jeroen
was als meesterdaler al vooruit, maar Frans en ik bleven bij elkaar en
we haalden de 82 km/h. Wow, wat was dit kicken, ook al omdat het hele
lange rechte stukken waren met goed asfalt.
In Sainte Marie de Campan, een plaatsje met goede
herinneringen, verzamelden we en nam Nico het stuur over van Willem. We
besloteh het begin van de volgende col alvast te nemen tot het lac de
Payolle. Daar zou drie dagen later de Tour finishen.
En dat wisten we niet als enigen. Er stond zeker al een paar honderd
campers klaar. Hier zou de Tour een dag na die finish weer langskomen
als ze ‘onze route’ naar Luchon zouden volgen. De pauze was op een
schimmig terras maar we hadden aan koffie en cola
wel genoeg. Nico liet de auto staan en zou de Hourquette d’Ancizan,
want dat was de tweede col, weer dalen en dan nar Luchon rijden. Deze
col was prachtig, maar het was wel zwaar bewolkt wat de vergezichten
enigszins beïnvloedde. De col zelf stelde niet echt
veel voor.
Wat niet gezegd kon worden van de afdaling, die erg
technisch was en uiterste concentratie vergde. En het was zonnig en
warm in het dal. Hier besloten we ‘all the way’ te gaan, omdat we niet
per sé de Val Louron-Azet hoefden te rijden.
Maar iedereen had er zin in. Eerste reden we ruim tien kilometer door
een dal en profiteerden we met name van het kopwerk van Frans, die op
deze stukken zich graag uitleefde. Het schijnt dat Chris Froome nog een
tempobeul zoekt in zijn Sky-trein. Eenmaal op
weg naar de Val Louron-Azet vloog Stephan er vandoor en zagen we hem op
de top weer terug. Helaas niemand om de foto te maken... Verder het
vaste stramien tijdens de beklimmingen. Jeroen op de macht in een
gestaag tempo naar boven. Frans had zich ook ontworsteld
aan de Aubisque-dip en zijn klimmersbenen teruggevonden. Willem zet
zijn koffiemolen aan in het begin en stopt dan bij het bordje van de
col. Hij wekt dan ook de indrukt dat het hem geen moiete heeft gekost.
Zelf reed ik heerlijk, op reserve, omdat ik nu wél
na vier cols Luchon wilde bereiken en de Peyressourde er nog aan zat te
komen.
Op de col was het koud en misten we de volgauto.
Nico was inmiddels onderweg en zou naar boven komen. Maar dat was weer
niet handig omdat Willem sneller dan verwacht boven was. Het was wat
warrig allemaal, maar na wat telefoontjes en afstemming
zagen we elkaar dan toch aan de voet van de Peyressourde. Deze klim ken
ik al best goed en loopt eigenlijk heel makkelijk. Daarom durfde ik het
wel aan om ‘een tand groter’ te rijden dan normaal en dat ging best
goed. Stephan kwam na een tijdje achter me aan
en daarna reden we in een straf tempo naar de top. Ik voelde me fitter
dan aan het begin van de dag, dus ik had mijn krachten goed verdeeld. En
vanaf de top was het alleen nog maar dalen naar Bagnères de Luchon. Een
paar dagen zou Froome hier stunten in de
Tour, maar wij reden gewoon volle bak naar beneden op deze relatief
makkelijke, maar snelle afdaling. Even later reden we naar ons verblijf
in Luchon, waar we twee nachten zouden blijven. Het was immers tijd voor
een rustdag.
Het zorgvuldige speurwerk van onze chef hospitality
(Willem) betaalde zich uit. Wat een geweldige locatie was dit.
Prachtige kamers, hartelijke ontvangst door onze gastheer en
–vrouw, vol Brits understatement en dito humor, een welkomstcocktail en een heerlijke maaltijd. Kortom een prima plek
om eens even bij te komen van de intensieve vier dagen.
De vaste rubrieken:
De route in Strava
De animatie via Relive
En het clipje van de dag door Stephan:
Geen opmerkingen :
Een reactie posten