28 juli 2016

P16-dag 4 Luchon, here we come!


En dan is het al weer dag #4 en gaat de tijd ineens snel. De nacht was redelijk te noemen. Bij het ontwaken meteen naar buiten gekeken en er hing een dik wolkendek boven Sazos. Dat beloofde een mistige en natte tocht te worden. Daarom maar even goede France Meteo-app bekeken en die leerde ons dat het in de loop van de dag steeds een beetje beter zou worden. Een bewolkte dag [‘nuageux’] maar steeds droger en warmer. Het pleitte voor een latere start en die kwam er ook om 9.30 uur, waardoor we iets meer de tijd voor ontbijt en ‘vertrekklaar worden’ kregen . Willem besloot tot een begin in de auto. We hadden dan wel in kilometers de kortste etappen: er wachtten vandaag vier cols. En precies die vier cols die een paar dagen later in de Tour de France zouden worden gereden.

Na een fotoshoot voor de Facebookpagina van de Gite La Maisonnée (waar we overigens nooit op terecht zijn gekomen) konden we vertrekken. Eerst een paar kilometer dalen om in Luz St Saveur te komen en dan meteen de Tourmalet op. Het was ideaal fietsweer eigenlijk. Bewolkt, circa 20 graden en in de verte een steeds blauwer wordende lucht. En de eerste zes, zeven kilometer waren ook goed te doen. Pas na Barèges werd het wat steiler. In mijn  beleving stond de ‘oude weg’ aangegeven als Voie Verte Laurent Fignon, maar ‘das war einmal’. De weg liep er nog, maar je moest het echt weten en er werd ook helemaal niets meer aan onderhoud gedaan. Stephan en Jeroen waren te ver weg om ze op de geplande route te wijzen en Frans en Nico zaten er juist weer te ver achter. Willem was me net gepasseerd en had mijn helm meegenomen. Dat was wel een fijne service.

De oude weg liep met continu 8% omhoog en is al met al net iets steiler dan de nieuwe weg. Ik was ook de enige die dit stuk reed, en aan fietsers op de Tourmalet ook geen gebrek. Eenmaal weer bij de huidige route aangekomen zag ik Stephan aankomen. We kwamen precies op hetzelfde moment de bocht door. Wat een timing! Vervolgens reden we een heel stuk samen op. Als er even aangezet moest worden -al dan niet in een haarspeldbocht- en Stephan op de pedalen ging staan reed hij zomaar tien meter weg. Dit vindt zijn oorsprong in de schaatstechniek, waar je in de bochten aanzet en die snelheid op het rechte stuk erna zo lang mogelijk vast houdt. Tsja: Jeroen en Stephan zijn de schaatsers onder ons en dat verklaart dus een hoop. In elk geval reed Stephan in het laatste stuk van me weg.



Vlak voor de top kreeg ik het al te kwaad. Net als drie jaar geleden op de Bonette werd ik overweldigd door het imposante landschap. Het gevoel om daarin te fietsen en al die hoogtemeters te hebben gewonnen is onbeschrijflijk. Het gaf adrenaline voor de laatste kilometer, waar ik gelukkig iedereen voor had gewaarschuwd. Later zei Nico dat hij blij was dat het geen 11% maar 10% was, dat scheelde weer een procentpuntje. In elk geval was het druk genoeg met commerciële fotografen die allemaal een kaartje in je achterzak deden en tegelijk een zetje gaven. Wij hadden onze eigen fotograaf in de persoon van Willem, die de top natuurlijk al had bereikt. Boven brak ik (verder). Alle spanningen en zorgen van de laatste tijd in privé en werk. En de energie en tijd die ik [als perfectionist] in de voorbereiding had gestoken vonden nu hun ontlading. Een mooi moment en de troostende armen van Willem en Stephan waren zeer welkom.




Daarna was het voluit genieten. Wat een col is het toch. Oké, het is top 3-werk (naast Galibier en Mont Ventoux) qua populariteit, maar het is me er dan ook wel eentje. Hoger zouden we ook niet komen deze week. Nadat iedereen er weer was en de plaatjes waren geschoten konden we naar beneden. Even twijfelde ik over een jasje, maar binnen drie minuten was ik daar zeer blij me. We doken de wolken in en het miezerde daardoor. Desondanks gingen we voluit door La Mongie en de lawinetunnels die daarna volgden. Lampjes in de knipperstand en zo strak mogelijk sturen. Jeroen was als meesterdaler al vooruit, maar Frans en ik bleven bij elkaar en we haalden de 82 km/h. Wow, wat was dit kicken, ook al omdat het hele lange rechte stukken waren met goed asfalt.






In Sainte Marie de Campan, een plaatsje met goede herinneringen, verzamelden we en nam Nico het stuur over van Willem. We besloteh het begin van de volgende col alvast te nemen tot het lac de Payolle. Daar zou drie dagen later de Tour finishen. En dat wisten we niet als enigen. Er stond zeker al een paar honderd campers klaar. Hier zou de Tour een dag na die finish weer langskomen als ze ‘onze route’ naar Luchon zouden volgen. De pauze was op een schimmig terras maar we hadden aan koffie en cola wel genoeg. Nico liet de auto staan en zou de Hourquette d’Ancizan, want dat was de tweede col, weer dalen en dan nar Luchon rijden. Deze col was prachtig, maar het was wel zwaar bewolkt wat de vergezichten enigszins beïnvloedde. De col zelf stelde niet echt veel voor.

Wat niet gezegd kon worden van de afdaling, die erg technisch was en uiterste concentratie vergde. En het was zonnig en warm in het dal. Hier besloten we ‘all the way’ te gaan, omdat we niet per sé de Val Louron-Azet hoefden te rijden. Maar iedereen had er zin in. Eerste reden we ruim tien kilometer door een dal en profiteerden we met name van het kopwerk van Frans, die op deze stukken zich graag uitleefde. Het schijnt dat Chris Froome nog een tempobeul zoekt in zijn Sky-trein. Eenmaal op weg naar de Val Louron-Azet vloog Stephan er vandoor en zagen we hem op de top weer terug. Helaas niemand om de foto te maken... Verder het vaste stramien tijdens de beklimmingen. Jeroen op de macht in een gestaag tempo naar boven. Frans had zich ook ontworsteld aan de Aubisque-dip en zijn klimmersbenen teruggevonden. Willem zet zijn koffiemolen aan in het begin en stopt dan bij het bordje van de col. Hij wekt dan ook de indrukt dat het hem geen moiete heeft gekost. Zelf reed ik heerlijk, op reserve, omdat ik nu wél na vier cols Luchon wilde bereiken en de Peyressourde er nog aan zat te komen.




Op de col was het koud en misten we de volgauto. Nico was inmiddels onderweg en zou naar boven komen. Maar dat was weer niet handig omdat Willem sneller dan verwacht boven was. Het was wat warrig allemaal, maar na wat telefoontjes en afstemming zagen we elkaar dan toch aan de voet van de Peyressourde. Deze klim ken ik al best goed en loopt eigenlijk heel makkelijk. Daarom durfde ik het wel aan om ‘een tand groter’ te rijden dan normaal en dat ging best goed. Stephan kwam na een tijdje achter me aan en daarna reden we in een straf tempo naar de top. Ik voelde me fitter dan aan het begin van de dag, dus ik had mijn krachten goed verdeeld. En vanaf de top was het alleen nog maar dalen naar Bagnères de Luchon. Een paar dagen zou Froome hier stunten in de Tour, maar wij reden gewoon volle bak naar beneden op deze relatief makkelijke, maar snelle afdaling. Even later reden we naar ons verblijf in Luchon, waar we twee nachten zouden blijven. Het was immers tijd voor een rustdag.



Het zorgvuldige speurwerk van onze chef hospitality (Willem) betaalde zich uit. Wat een geweldige locatie was dit. Prachtige kamers, hartelijke ontvangst door onze gastheer en –vrouw, vol Brits understatement en dito humor, een welkomstcocktail en een heerlijke maaltijd. Kortom een prima plek om eens even bij te komen van de intensieve vier dagen.  



De vaste rubrieken:
De route in Strava
De animatie via Relive
En het clipje van de dag door Stephan:







Geen opmerkingen :