23 september 2018

V18 dag 2 Mist, mist en nog een beetje zon.


Je weet het van tevoren: naar de Vogezen gaan betekent een grote kans op bewolking, regen of mist. drie zaken die heel dicht bij elkaar liggen. Dus bij het ontbijt stelde ik de verwachten al bij: we zouden vandaag een natte dag krijgen, gezien de laaghangende bewolking om ons heen. Wanhopig werden optimistischer weerapps gezocht en die vind je dan altijd. Maar de stelregel is: de situatie ter plekke geldt, of het nou de route of het weer betreft.

Hoe dan ook: na een riant ontbijt zaten we snel op de fiets. Geen briefing, zoals gebruikelijk en dat was achteraf gezien nog een verbeterpuntje. Frans was zo attent om mijn binnenband te vervangen (in twee instanties, maar wel een fijne service). Via het dal naar Munster om op gang te komen en de eerste col te nemen. Dat was de Collet de Ligne, maar ook wel de Hohrodberg genoemd. En dan weet je weer waarom je hier wilt fietsen. Een fijne klim, niet te steil, niet te lang, maar wel het gevoel dat je in de bergen aan het fietsen bent. 

De snelle starters deden wat we van ze konden verwachten. Zelf reed ik in een strak gelijkmatig tempo omhoog. Er zou nog meer komen deze dag. Op de top, waar allerlei monumenten en plaquettes aan WO I deden terugdenken, was het frisjes. Jasjes en lichten aan dus in de afdaling, die door de mist rustig werd genomen. In Orbey konden we ze weer uitdoen. De tweede klim van de dag was naar de befaamde Route des Crêtes. Een bergkam van Vogezentoppen waar een doorgaande weg overheen loopt. Als je er eenmaal op bent blijf je tussen de 1000 en de 1200 meter hoogte. De weg is nergens echt vlak, dus rustig peddelen is niet aan de orde. 


De klim naar de Calvaire had al snel een steil stuk, waar ik Frans tegenkwam. Guilad reed voor me, maar een paar kilometer verderop kwam ie ineens van achter me vandaan en ga me een goed beldoeld duwtje op mijn kont. Ik reageerde nogal heftig, maar op zo'n klim ben ik in enige mate in trance en ik schrok me werkelijk te pletter. Hij had foto's gemaakt van het Lac Blanc (zie foto boven) en dacht dat ik hem wel had gezien. Enfin: we kwamen vrijwel gelijk aan en al snel gevolgd door Frans. Het was een troosteloos geheel daar op de Calvaire. Alles was dicht en er was geen zicht. 



Hendrik en Bart namen gas terug op deze klim, met Eric kort erachter. Zo konden we snel door naar de Col de la Schlucht, waar wél koffie was. Eric en ik deden het rustig aan. de anderen fietsten er lustig op los. Op de Schlucht was het zicht niet meer dan tien meter. Koud was het niet echt. In het zelfbedieningsrestaurant stond geen soep op het menu. Maar wel de Tarte Flambéé (Flammkuchen) en Steak Hachée met friet. Guilad keek het met verbazing aan: dat we dat allemaal wegkregen. En gaf aan dat zoiets hem alle energie uit zijn lijf zou halen. Een terechte opmerking, want je lijf moet dan ook daar nog eens mee aan de bak. Het was echter ook vakantie en we hadden trek.




De volgende klim was de Col de Bramont, maar die stelde niet zoveel voor. Hendrik reed over een steen in de afdaling en dat betekende twee lekke banden. Guilad had een 'zingend' voorwiel en Bart's velg was dermate ingesleten dat hij deze niet meer vertrouwde en de afdalingen daardoor tricky werden. Dus best nog wat materiaalissues. Uiteindelijk kwamen we gezond en wel bij het begin van de milde, doch eindeloze klim naar Le Markstein. Die reed ieder op zijn eigen tempo. Afgezien van een steiler stukje op twee kilometer van de top was dit er één voor het buitenblad als je echt los wilde gaan.


Op de top wat discussie over de route/briefings. Niet over de route zelf want die werden met groot enthousiasme ontvangen. De informatiebehoefte en met name het gewenste detailniveau daarin zeg maar verschilde zeg maar van persoon tot persoon. Daar maakten we de avond erop goede afspraken over en daarna was iedereen geïnformeerd en tevreden.


Op weg naar de afdaling van de Platzerwassel (een rete-steil geval) moesten we nog een beetje klimmen. Ik voelde al een beetje kramp in de bovenbenen komen. En dat illustreerde dat ik nog niet echt lekker aan het fietsen was. Mijn hartslag bleef laag, terwijl ik best moe was en mijn benen voelde. Het is wel eens beter gegaan. Maar als dan ineens de zon gaat schijnen ziet de wereld er ineens weer anders uit.

Samen met Frans als toetje de Gaschney op. Niks bijzonders qua klim maar inmiddels wel eentje waar we 'een tijd', liefst een PR willen zetten. Even dacht ik dat het doel van 32.00 erin zat, maar halverwege kreeg ik totale inzinking. Zelfs een paar keer gedacht om af te stappen, zo kapot zat ik Van Frans was geen spoor te bekennen; die was al een komeet vertrokken en reed zijn eigen race. Strava liet hem in de steek, maar een PR zat er voor hem geloof ik niet in, Mijn tijd van 40-nogwat viel me niet eens tegen. De afdaling heerlijk in zijn wiel (aangedreven door 53x11) gezeten en gemak gehad van zijn verkenning van de bochten.


Eenmaal terug waren Hendrik en Guilad al aan het eten begonnen. Net zoals de krampen bij mij. 'Veel drinken' zei Eric en dat advies heb ik ter harte genomen. Ik denk dat ik al met wel twee lier vocht heb ingenomen en dan vooral water! De koude linzensalade met zoete aardappel, haloumi, brood en kaas, waren wederom voortreffelijk. Zo hoef je echt niet naar een restaurant. En na het eten maakten we een uitgebreid plan voor de dag erna.

Het oorspronkelijke plan van onze eigen Trois Ballons, met start/finish op Le Markstein ,was een lange ronde (166km) en best een eind uit de richting. Met ook nog een uitstapje naar de Planche des Belle Filles, ook nog een stevige uitdaging. Het leek me bij nader inzien geen goed plan. als er dan iets gebeurt ben je letterlijk ver van huis. En de gemiddelde conditie van de groep vroeg om een iets milder plan. Dat werd meteen omarmd en we namen dit in detail door. Dat leverde dit profiel op.


Zo kon iedereen gerust gaan slapen, wat dan ook vrijwel meteen gebeurde bij mijn reisgenoten.  


Geen opmerkingen :