12 september 2009

Ride like an eagle


Een immense arend, omcirkeld door collega-roofvogels, in een ruig, verlaten berglandschap op bijna 2000 meter hoogte. Waarbij je het gevoel hebt zelf als een arend uit te zien over de diepe dalen onder je. En dat letterlijk om de hoek van het afzichtelijke skioord Alpe d'Huez. Het was het hoogtepunt van de dag en toonde de schoonheid van de Alpen weer eens aan. Daarna was het weliswaar gedaan met de rust, maar dezeindruk nam niemand ons af op de tweede dag van onze mini-vakantie.

De ochtend was onrustig. De Friezen uit het hotel gingen voor de Marmotte en dat gaf veel onrust, vooral bij de begeleidende dames die zich veel zorgen maakten over de bananen die manlief al dan niet bij zich had. Als je om 6.45 staat te gillen onder de geopende ramen weet je dat de rest van het het hotel óók wakker is. In elk geval hoefden we nog niet op de fiets. Willem en Nico besloten om niet aan te sluiten bij deze bus, maar nog een dagje training te houden. Rustig aan; slechts één col en geen autoritje vooraf. Dús werd het de Col de Sarenne, Alpe d'Huez van de oostkant en van bovenaf. Een weg die er al jaren ligt, maar we nog nooit fietsten. Na een riant ontbijt in onze eigen vleugel waren we er klaar voor.

Al direct op het begin van de Lautaret-klim (die we tot het stuwmeer zouden volgen) was duidelijk dat Jeroen zijn benen weer terug had. In een fijn tempo fietsten we naar de splitsing naar zowel Les Deux Alpes als -even verder- de Sarenne. We genoten nog even van het stuwmeer en daarna was het werken geblazen. De eerste kilometer was het tot aan 17% klimmen. Daar trok mijn achterwiel meteen al scheef, iets dat me vaker zou overkomen. Na een wat rustiger deel draaide de weg van het dal weg en begon deze zich een weg te banen langs de bergwand. Het percentage bedroeg permanent boven de acht, maar soms ook wel elf tot twaalf. Jeroen moest ik laten gaan na een wielrechtzetsessie en die bleef tot vierkm onder de top voor me rijden. De col was totaal onzichtbaar en uiteindelijk bleek dat deze lag op een plek waarvan ik dacht dat deze onmogelijk kon zijn. Zó hoog en ver? Je verkijkt je in de bergen. De laatste kilometers reden Jeroen en ik samen en we genoten intens van deze prachtige col. En wat een rust, zeker in acht genomen dat we naar Alpe d'Huez reden.



Op de col een tijdje gewacht op Willem en even later Nico. Die gaven Sjaak meteen weer de schuld dat de col twee kilometer langer was dan gezegd, maar ja, dan moet je maar de briefing op de computer niet aan je voorbij laten gaan. Er was geen gelegenheid voor koffie op de col; afgezien van Tsjechisch stel dat ging wandelen/kamperen was er niet veel te beleven en voor de réfuge was het seizoen voorbij. Dus gedaald en later weer wat geklommen naar het beruchte ski-oord. Onderweg het Arendmoment en het besef hoe fraai deze ochtenrit was. Het contrast even later was behoorlijk groot maar het was ook wel weer aardig om op de officiële finishlijn aan te komen. Snel een foto en even stevig gedaald. Jeroen hield ik niet bij, maar verder alle anderen -en het waren er heel wat- eruit gedaald. Gewoon om aan te tonen dat je bergfietsers hebt en Alpe d'Huezfietsers. Die niet verder kijken dan deze klim en daar hun hoogtepunt van maken. En net als wij in le Bourg d'Oisansn op een terras een salade bestellen. Uiteindelijk ben je toch niet veel anders dan de doorsnee toerist.

Nico en Willem lieten het -eenmal bij het hotel gekomen- er bij. Spullen kopen in Bourg en zich mentaal voorbereiden op de grote dag van morgen. Jeroen en ik gingen het dal verder volgen en op weg naar La Bérarde. Een dorpje aan den einder, midden in de bergen en letterlijk het einde van de bewoonde wereld. Een klim van 22 km en 800 hm. Een makkie dus, op papier. Nou, niet echt. Er zitten twee delen in van een paar kilometer met steile passages. Daar moet je vol aan de bak. Tussendoor en aan het einde is het vlak dan wel licht omhoog, maar daar had je weer last van de wind. Het weer betrok al licht verontrustend en echt relaxed was het dus niet. Jeroen kon de zware stukken makkelijker aan en wachtte me op het laatste deel weer op. Er kwam maar geen eind aan de weg en waar ik een grote parkeerplaats als eind had gedacht was er een heus dorpje. Veel auto's met kanoërs die op de snelstromende rivier de uitdaging aangingen.




Een vriendelijke vrouw op het terras die ons een extra koekje gaf toe we vertelden dat we in Le Bon Accueil zaten. Zo kan het dus ook. De weg terug was natuurlijk een makkie; alleen het punt waar onlangs iemand was verongelukt was erg oppassen. Je komt met dik 70 km/h op een bocht aan die echt niet lekker ligt/loopt en dan knal je inderdaad tegen de berg op. We hadden het al voorzien en dus liep het goed af.

Bij het hotel een fijne terugkeer. Gesink deed het goed in de Vuelta; er was een bordje pasta met een biertje en onze meiden hadden hun eerste wedstrijd in de hoofdklasse tegen het sterke De Meer MB1 gewonnen. Een prima combinatie dus. Voor het eten nog de statistieken verwerkt van de dag en een goed maal genuttigd. Geen preek van Leon dit keer over wat wel en niet te doen bij de Marmotte. Nico en Willem waren er klaar voor; Jeroen en ik dede laat het licht uit (dat wil zeggen: Jeroen viel in slaap en Sjaak maakte het blogje van de dag ervoor).

Het liedje van de dag is gezien de titel niet lastig:

1 opmerking :

elma zei

Van fietsen heb ik geen verstand, maar dit klinkt als een mooie dag. Over hardlopen lees ik momenteel een echt lees-of-ik-schiet boek en dacht dat het misschien ook wat voor jou zou zijn. Zie http://barefootted.com/2009/03/born-to-run-by-christopher-mcdougall.html
Al lees je alleen maar hoofdstuk 25(maar de rest is ook zO goed!)