29 mei 2012
Riesencola, motoren en nieuwe heuvels
In de aanloop naar de Pyreneeën was het tijd voor een stevige tocht. Ardennerstijl, ergens tussen de 120 en 140 km met dik 2000 hm. Met de groeiende vorm in de benen moest dat er toch wel inzitten. En omdat ik wel eens wat anders wilde was dit keer het Sauerland het doel. Nog nooit was ik er maar het is zowaar een heus wintersportgebied. Dus daar moet ook goed te fietsen zijn. Gelukkig was Jeroen direct bereid om mee te gaan, al was het lastig om snel een datum te vinden. Het werd Eerste Pinksterdag. Al snel sloot Doesbrand zich aan en daarbij bleef het ook. Een mooi overzichtelijk groepje dus.
We verzamelden op de carpoolplaats van Bussum. Weinig pittoresk doch efficiënt. We laadden de C8 vol en gelukkig wilde Doesbrand wel rijden. Hoewel zij elkaar al lang niet gezien hadden was er volop gespreksstof. Met beiden heb ik heel veel samengefietst en duizenden kilometers in de auto gezeten. Maar in 1988 beleefden we gedrieën een mooie ervaring toen we na 'De Fietsvakantie'in vijf dagen vanaf Alpe d'Huez naar huis fietsten. Dat was toen, 24 jaar later fietsen we nog steeds en lag het Sauerland aan onze voeten na een krappe drie uur rijden. Iets verder dan de Ardennen en ik was benieuwd of dit de moeite waard zou zijn.
We vertrokken uit Ramsbeck, een plaatsje dicht bij de snelweg waar een GPS route vandaan vertrok. Die had ik in de Carman geladen, althans dat dacht ik. Niet dus, maar mijn monnikenwerk van de dag ervoor waarbij ik de route helemaal uitgewerkt had kwam goed van pas. Een nieuwe gebied waar ik de heuvels niet kende en voor mijn gevoel bijna op de tast onze weg moest vinden. In de Ardennen ken ik de wegen wel uit mijn hoofd inmiddels. Dat makte het ietwat spannend en leuk en dat begon al meteen bij de eerste kruising.
Na wat zoeken kwamen we dan op de route en wat opviel was de kuddes motoren die graag over de brede en doorgaans goed geasfalteerde wegen wilden toeren. Het gaat niet samen. Gelukkig reden we ook over rustiger weggetjes en na wat draaien en keren en wat serieuzer klimmetje mochten we dan voor het eerst pauzeren.
Koffie uit een Bravilor, apfelstrudel en Riesencola was ons deel. Voor de mannen waren de klassieke Mazda's (of was het een ander merk) voldoende gespreksstof. Ik vermaakte me wel. Na een half uurtje taaiden we weer af en na wat zoeken in het idyllische Winterberg vonden we de route weer, al raakte we even de beschrijving ervan kwijt (gelukkig weer teruggevonden). Een steil stuk dat opliep tot 18% hakte er behoorlijk in maar even verderop kregen we beloning in de vorm van een stuk van 3 km, 9%-10% omlaag. Richting de 80 km/h ondanks de tegenwind. Wel raakten we weer van de route, maar ook hier kwam dat vanzelf weer goed. Het Sauerland oogt iets anders dan de Ardennen, ligt ook iets hoger (800m) maar de hoogteverschillen zijn hetzelfde Wegen zijn beter en de Pinksterdrukte is hopelijk niet maatgevend voor het verkeer. Een aardig fietsgebied dat voldoende ontdekkingsmogelijkheden in zich heeft.
Wat minder was: mijn blokerende freewheel van de Ardennen was weer terug. En dat terwijl ik mijn fiets voor een behoorlijk bedrag had laten opknappen. Balen, ik dacht dat ik dat achter me had gelaten en het is ook nog gevaarlijk in de afdalingen. Zeer vermoeiend in elk geval om voortdurend te trappen als je snel naar beneden rijdt. Gelukkig bleven verdere ongelukken uit. Verder kwamen in zo'n stuk rond de 80-90 km wat op zo'n langere tocht altijd even lastig is. De vermoeidheid treedt op, je hebt honger, en moet nog een flink stuk. Een soort niemandsland op de toch, te ver van de start en nog te lang naar de finish. En als dan in de beoogde pauzeplaats geen horeca (open) is valt het best tegen. Uiteindelijk belandden we in Brilon waar we een mooi gerecht bestelden; noedels met knoflook en garnalen (in die volgorde ook)
We liet het ons goed smaken en de 20 km naar de auto was eigenlijk een beetje uitfietsen. Een drukke weg ook, maar er zat niks anders op. Relatief fris bereikten we de C8 en drie uur later stonden we weer op de carpoolplaats. Een geslaagde dag waarop de verschillen gering waren en we een mooi fietsteam vormden. Nu goed door blijven trainen en de Pyreneeënvorm is aanstaande.
De statistieken van de route zijn hier te vinden
14 mei 2012
Anyway the wind blows
Het is merkwaardig.We rijden duizenden kilometers om te gaan fietsen waar het superzwaar en langzaam gaat. De bergen dus. En dat terwijl we om de hoek ook iets hebben waardoor je heel hard moet werken om een fatsoenlijke snelheid te halen. Wat is het toch dat ik wind haat en naar de bergen snak. Het dalen, de snelheid en de 'macht'? Met flinke wind in de rug kun je ook 40-50 km/h halen. Het uitzicht? Ja, in de bergen is het uitzicht vaak fenomenaal, maar wat dacht je van een meanderende rivier of een gladgestreken IJsselmeer? Is het de gewenning? Zouden de berggeiten ook duizenden kilometers rijden om hier te genieten van een beukende wind op de kop die je doet schuilen in waaiers en snakken naar een wijziging van koers. En zouden zij letterlijk opzien tegen al die keren bergop fietsen?
Misschien is het wel het verraderlijke van de wind. Als je de wind op de heenweg tegen hebt zul je zien dat ie altijd draait. Of gaat liggen. Of tóch stiekem 'mee' bleek te zijn geweest en je gewoon slechte benen hebt. Wind is geen betrouwbare partner. En toch: vals plat heet niet voor niets vals. En wat dacht je van het 'bos' op de Ventoux. Dik 10% stijging terwijl je denkt dat je een een Veluws bospaadje voor je ziet. Kortom: de bergen zijn ook niet wat het lijken te zijn.
Er rest me niets dan te berusten in mijn lot. En de wind als vriend te omarmen. Die me weerstand geeft om sterker te worden. En te bedenken dat het pakweg de rechte stukken tussen de 48 haarspelden van de Stelvio zijn. En als ik daar dan later daadwerkelijk fiets zal ik verlangen naar een verkoelende bries waar ik niet voluit hoef te gaan om niet stil te vallen.
15 april 2012
Fijn weerzien met de heuvels
Dit weekend heerlijk naar de Ardennen geweest en twee goede tochten gereden. Op vrijdag aangekomen en de middag ruim 2,5 uur gereden. Ging heel soepel; ik merk dat ik ruim 3 kg kwijt ben. Enige vervelende was dat mijn achterwiel blokkeerde met een krassend geluid als ik mijn benen stilhield. Daardoor heel voorzichtig gedaald. De klim naar de Haussire wilde ik iets anders rijden maar ik kon in La Roche de weg niet vinden. Op het kaartje is te zien dat ik er langs ben gereden. Zie: Rondje Dochamps - Haussire
De volgende dag een grotere ronde. Via de Ancienne Barrière naar de Wanne gereden waar Else ook naar toe was gekomen. Heerlijk weer, graad of acht, zonnetje, beetje wind tegen. De Ancienne Barrière reed ik in het beging rustig (HF 150) en op het laatst wat meer voluit. 15.11 was mijn tijd, record is 13.40 (2009) maar toen ging ik met meewind volle bak. Na de lange pauze bij de Wanne (waar ik tegelijk met Else aankwam, wat een timing) terug en meteen in een regen/hagelbui. Binnen een kilometer was ik al doorweekt. Ik besloot op de bezemwagen te wachten (wat een luxe) ook al omdat ik niet zeker was over mijn achterwiel. We bleken midden in een wielerkoers (LBL voor beloften) te zitten dus het duurde even voor we verder konden. Warm werd ik niet meer. Pas in het hotel kon ik droge kleren aandoen en na een half uurtje vervolgde ik de tocht met een rondje van 46 km extra. Met de 63 km van de ochtend toch nog een mooi aantal. Na Durbuy begon het weer te hozen maar dat was nu niet zo erg met inmiddels vier laagjes kleding aan. Koud, nat, het hoort bij de Ardennen in april. Over een paar weken/maanden maar weer eens terugkeren met beter weer en een langere tocht. De details: Rondje Wanne - Rendeux - Durbuy
19 maart 2012
Beproefd concept
Het is een beproefd concept. Aan het begin van het seizoen een dagje Limburg. Bijpraten, lekker stukje fietsen, beetje eten, plannen maken en weten wat je nog moet doen daarvoor. Ooit begonnen in 2003 toen Jeroen en ik onze fietsen kochten en nu een (bijna) jaarlijkse traditie, waar zich elk jaar weer anderen bij voegden. Gisteren waren dat Nico, Erwin en Theo. Na wat geregeld door Jeroen was de logistiek weer uitgekiend: verzamelen op de carpoolplaats in Houten en daar van drie auto's twee gemaakt. Onderweg praatten Jeroen, Nico en ik weer helemaal bij en weet ik alles van het meten van de druk op viaducten. Precies wat je wilt: bijpraten met je vrienden die je zomaar een jaar niet kunt zien en waar je meteen weer de draad mee oppikt.
Sinds een paar jaar is de Rozenhof ons uitvalspunt. Halverwege de Camerigerberg, maar wat belangrijker is: de vlaai is er goed en we kunnen na afloop gewoon douchen op de camping. De eigenaar was meer om een praatje verlegen dan wij, maar dat deed niets af aan de gastvrijheid die goed in orde is. Het enige wat achterbleef was de temperatuur. Theo had gerekend op 20 graden en zon, maar het was zwaarbewolkt en een schamele acht graden. Gelukkig was het droog.
Dit keer was de route iets anders. Meestal gaan we direct naar het Drielandenpunt, maar dit keer reden we de andere kant op. Binnen vier kilometer had Erwin de eerste lekke band te pakken, maar binnen vijf minuten reden we weer. De Schweiberg was een mooie eerste klim, waarop de benen direct getest konden worden. De Eyserbosweg was de tweede echte klim en daarin maakte Erwin weer indruk door vol weg te te sprinten op het steilste stuk. Dat was overigens niet om indruk op mij te maken. Daarna een nieuw stuk voor mij via Ubachsberg, maar ik vond het nogal saai. Wel lekkere kilometers om goed door te rijden met af en toe een lichte helling.
De Keutenberg was de derde uitdaging. Ach die kom je altijd wel op en voor dat je het weet ben je de 22% voorbij. Op naar de Cauberg. Ik vind het een vervelende klim, maar dit jaar wordt wel het WK erop beslist. De verschillen waren klein; Nico had een grootse vorm en Theo gaat op karakter door. Zelf kon ik goed mee met Erwin en Jeroen, iets wat wel eens anders is geweest tijdens zo'n openingstocht. De kilometers vlogen voorbij. Via Margraten, Mheer, Noorbeek en Slenaken kwamen we in Teuven. En daar de ons zp vertrouwde klim naar het Monument, richting Sippenaeken. Daar ging ik zelf even 100% en het was maar goed dat ik geen meter had (accu niet geladen van de Carman).
Unaniem besloten we nog een lus van 20 km te maken via het Drielandenpunt (zie foto) en via de rustige klim van het Vijlenerbos terug te keren. Ware het niet dat Jeroen besloot nog even een klein stukje af te snijden waardoor we allemaal alsnog even vol door moesten en ikzelf met moeite de kramp kon vermijden. Gelukkig redden we het allemaal en kwamen we na ca 85 goede kilometers weer bij de Rozenhof. Douchen, wat eten, wat drinken en de voetbaluitslagen volgen. Wat dan nieuw is, is dat we allemáál naar onze smartphones grijpen en op die manier de buitenwereld binnen halen dan wel laten meegenieten van onze ervaringen.
Daarna naar huis; Nico en ik reden samen en waren beiden behoorlijk moe. Want dat is dan wel het enige smetje op het concept: wij vinden om acht uur op een carpoolplaats staan op een kille zondagmorgen best wel vroeg. We hebben/hadden het er graag voor over. Het seizoen is nu écht begonnen.
Voor de fans, de verslagen van 2009, 2008 en 2007
De route:
11 maart 2012
We zijn weer op weg
De afgelopen weken is mijn sportbeleving naadloos verschoven van lopen naar fietsen. Vandaag had ik de 10km op de CPC kunnen lopen, maar het lopen ging de laatste weken al niet meer zo goed. En het was natuurlijk prachtig fietsweer vanochtend. Dus een rondje van 70km met de Amerongse Berg als scherprechter. Het ging best goed. Mede door de tocht van vorige week (zie kaartje).
Na ruim een jaar fietste ik weer met mijn oude fietsmaten. Nico, Willem, Jeroen zijn de vaste waarden van de afgelopen 20 jaar. De laatste periode horen daar ook Peter en Erwin bij. En altijd komen er weer anderen mee, waar je direct een fietsklik mee hebt. Zeker als een andere Peter gelijk goedkeurend je Gios bekijkt en roemt als een 'mooi klassiek frame'. De tocht ging vanuit Driebergen en liep via Wijk bij Duurstede naar Vreeswijk. Het was best uitkijken met en in voorbijrazende pelotonnetjes, zeker als tegemoetkomende auto's gewoon 80 blijven rijden op de smalle weggetjes.
In Vreeswijk de traditionele pauze met koffie en appeltaart en daarna een lus langs Jaarsveld en IJsselstein. Bij Utrecht aangekomen haakte ik af en reed de rest door naar Driebergen; ik was daar op de fiets al heengegaan en maakte het rondje dus anders af. Veel mensen half gesproken, maar het was leuk ze weer te zien. Het zal niet de laatste keer zijn dit seizoen, dat weet ik wel.
23 januari 2012
Goed, Beter, Best zwaar
Na de kerstloop in Barendrecht hadden Bart en ik de smaak te pakken. Wat zou het volgende doel zijn? De Florijnloop in Woudenberg zat te dicht op het weekje (wandelen op) La Palma. Twee weken later was en in Best een halve marathon, die je voor 1/3, 2/3 of helemaal kon lopen. Tweederde halve marathon is gewoon éénderde hele marathon: dik 14km dus. Mooie afstand; niet te lang maar wel de moeite van de reis waard. Goed, Beter, Bestloop heette het; niet bijster origineel overigens. Intussen had ik aan de trainingscijfers van Bart gezien dat die verdraaid makkelijk een hoog tempo kon aanhouden. De rollen zouden wel eens omgedraaid kunnen zijn.
Het weer hield niet over. Wat heet: regen, enorme windvlagen, een laffe, nietszeggende zes, zeven graden Celsius. Niet echt fijne condities. En de organisatie was hier toch iets minder handig dan in Barendrecht. Waar waren de kleedkamers? De start en finish niet op de fraaie atletiekbaan, maar er buiten. Zo'n baan geeft net even iets meer cachet. Soit: tientallen vrijwilligers hielden het parcours vrij en stonden met bekertjes water en ook voor heb was het verre van fijn weer.
Er waren startvakken om kilometertijden gemaakt. Wij stonden in het vak 4.30-4.59/km. En terecht, want dat zouden we inderdaad gaan lopen. De eerste honderden meters haalden we nog mensen in die zichzelf toch te hoog hadden ingeschat en daarna lag het allemaal mooi en dicht bij elkaar. De eerste km's gingen voortvarend: 4.30/km. Bart riep wel dat dit te hard was, maar liep vervolgens wel lekker door. Na een kilometer of drie, vier moest ik hem laten gaan. Ik wist dat ik mezelf volledig zou opblazen als ik geen gas terug nam. Daardoor kwam ik op het stuk met wind tegen wel alleen te lopen. Kilometertijden gingen richting de 4.50 en het werd werken. De laatste twee kilometer was de wind in de rug en dat was wel even fijn. Wind is minder een factor dan bij fietsen, maar het maakt wel uit. De eerste 7 km gingen in 32.51, dat ging best goed.
In de tweede ronde kwam er een groepje achterop lopen. Ik merkte dat ik al best moe begon te worden. Maar op de tanden bijten en blijven volgen. Dat was wel zo prettig op het stuk met wind tegen. Totdat ik merkte dat bij kilometer 12 het tempo wel heel erg gezakt was (4.57). Dat was aanleiding voor een lichte demarrage. Gelukkig deed mijn hartslagfunctie het niet, ik denk dat ik tien minuten lang tegen de 180 slagen heb gelopen. Bart was inmiddels uit zicht. Na de mat van de 14 km was het nog 200 meter naar de finish. Een sprintje en binnen. Minder tevreden dan in Barendrecht, maar wel een stuk harder gelopen,zeker als je rekening hield met de omstandigheden. Ineens stond Bart achter me, die had de finish pas gezien toen ik op het 14km-punt voorbij kwam. Officieel was hij een seconde langzamer, in de werkelijkheid anderhalve minuut. Klasse hoor, de beer is los.
Daarna meteen naar huis. Het weer was er niet naar om eens fijn te blijven hangen. Maar de tevredenheid was groot. En nu maar weer gaan fietsen. Als het tenminste niet gaat kwakkelen in de komende weken.
24 december 2011
Eindelijk weer een 'loopje'
Het was al weer even geleden dat ik een 'loopje' deed. Sowieso was de laatste twee jaar het hardlopen wat op de achtergrond geraakt en had ik wedstrijdjes/prestatieloopjes waar ik me zelfs al voor had ingeschreven aan mij voorbij laten gaan. Daar zijn goede redenen voor; gelukkig staat het er nu beter voor. Dus nadat ik in oktober weer de loopschoenen wat vaker aantrok werd het tijd om een doelt te bepalen. De 10 EM (Engelse Mijl) was me goed bevallen; net lang genoeg voor een duurlooptempo en niet te lang om helemaal stuk te gaan zoals op een halve marathon.
Ondertussen wasik erachter gekomen dat Bart, die van school en voetbalclub ken, ook hardliep en zo'n beetje hetzelfde tempo heeft. Hij had ook wel zin in ene wedstrijdje. Had ie nog nooit gedaan, maar leek hem wel wat. Ik voorspelde hem dat hij hij dan harder zou gaan dan hij voor mogelijk hield. Het werd Barendrecht, bij CAVEnergie, zondag 18 december. Niet geheel onlogisch de Kerstloop. Het is het soort wedstrijdjes waar in van houd. Niet druk, een gemoedelijke sfeer, goed georganiseerd en die acht euro inschrijfgeld volledig waard omdat je weet dat het volledig in de clubkas belandt van zo'n vereniging. De heenreis was gezellig, al keuvelend/bijpratend waren we ruim op tijd en konden we ons gemak sfeer proeven, inlopen en wat rekken strekken. De loop zelf ging prima. We startten redelijk achteraan op de atletiekbaan en tijdens het eerste volle rondje daar was het laveren om vooruit te komen. Nu weet ik weer waarom ik graag wat verder naar voren start. De eerste km gin in 4.58 en de volgende in 4.40. Gelijk al een fikse hartslag, maar de benen waren goed. Het idee was om alle kilometers net onder de 5.00/km te lopen en tegen het eind te versnellen. Dan kwam je op een tijd van onder de 1.20. Nog een stuk van mijn PR van 1.13.01, maar ik was nu eenmaal minder getraind. Dat lukte heel goed: alles ging tot 8 km in 4/45-4.50/km (5 km tijd 24.20), maar daarna kreeg je een viaduct en kroop het naar de 5.00/km. Bart liep voortdurend op een kleine 100 meter achter me, eigen tempo en het zag er goed uit.
Na km 10 (in ca 48.50)kreeg je een stuk wind tegen en dat was werken. Daarna kwam ik in een mooie cadans. Hartslag 175 maar nog steeds niet tot het gaatje. Op een dijkje kon ik een stuk van 2 km nog iets versnellen en de laatste 2 km was het spoorviaduct nog een lastig bultje. Wat hielp was dat ik degene voor me, waar de afstand telkens 150 m was, ineens bijhaalde en via een eindsprint achter me kon laten. Ik kwam binnen op 1.17.50 met een nettotijd van 1.17.30 oid. Prima gedaan dus. Even later kwam Bart aanrennen: Een prima debuut; 1.19.30. Daar kan nog wel wat vanaf; hij kwam nogal fris over de meet. Tevreden keerden we naar huis en won Feyenoord ook nog eens van FC Twente met 3-2. Voor de liefhebbers, de statistieken:
Ondertussen wasik erachter gekomen dat Bart, die van school en voetbalclub ken, ook hardliep en zo'n beetje hetzelfde tempo heeft. Hij had ook wel zin in ene wedstrijdje. Had ie nog nooit gedaan, maar leek hem wel wat. Ik voorspelde hem dat hij hij dan harder zou gaan dan hij voor mogelijk hield. Het werd Barendrecht, bij CAVEnergie, zondag 18 december. Niet geheel onlogisch de Kerstloop. Het is het soort wedstrijdjes waar in van houd. Niet druk, een gemoedelijke sfeer, goed georganiseerd en die acht euro inschrijfgeld volledig waard omdat je weet dat het volledig in de clubkas belandt van zo'n vereniging. De heenreis was gezellig, al keuvelend/bijpratend waren we ruim op tijd en konden we ons gemak sfeer proeven, inlopen en wat rekken strekken. De loop zelf ging prima. We startten redelijk achteraan op de atletiekbaan en tijdens het eerste volle rondje daar was het laveren om vooruit te komen. Nu weet ik weer waarom ik graag wat verder naar voren start. De eerste km gin in 4.58 en de volgende in 4.40. Gelijk al een fikse hartslag, maar de benen waren goed. Het idee was om alle kilometers net onder de 5.00/km te lopen en tegen het eind te versnellen. Dan kwam je op een tijd van onder de 1.20. Nog een stuk van mijn PR van 1.13.01, maar ik was nu eenmaal minder getraind. Dat lukte heel goed: alles ging tot 8 km in 4/45-4.50/km (5 km tijd 24.20), maar daarna kreeg je een viaduct en kroop het naar de 5.00/km. Bart liep voortdurend op een kleine 100 meter achter me, eigen tempo en het zag er goed uit.
Na km 10 (in ca 48.50)kreeg je een stuk wind tegen en dat was werken. Daarna kwam ik in een mooie cadans. Hartslag 175 maar nog steeds niet tot het gaatje. Op een dijkje kon ik een stuk van 2 km nog iets versnellen en de laatste 2 km was het spoorviaduct nog een lastig bultje. Wat hielp was dat ik degene voor me, waar de afstand telkens 150 m was, ineens bijhaalde en via een eindsprint achter me kon laten. Ik kwam binnen op 1.17.50 met een nettotijd van 1.17.30 oid. Prima gedaan dus. Even later kwam Bart aanrennen: Een prima debuut; 1.19.30. Daar kan nog wel wat vanaf; hij kwam nogal fris over de meet. Tevreden keerden we naar huis en won Feyenoord ook nog eens van FC Twente met 3-2. Voor de liefhebbers, de statistieken:
25 september 2011
De verschillende kanten van de Ventoux
Drie sterren geeft de Michelkaart aan de Mont Ventoux. De Reis Waard. Voor geen één berg is dat zo waar als voor deze. Ook wij gingen dit jaar weer overstag. Bijna 1200 km heen en ook weer terug om naar die 1900 meter hoogte te klimmen. En we waren echt niet de enigen; op een gemiddelde zaterdagmiddag in september was het aardig druk. De magie van de Ventoux is al zo vaak beschreven, daar waag ik me niet meer aan. Voor mijn broer en mij had de Ventoux dit jaar ook een extra betekenis. Een symbool voor grote uitdagingen die je aan wilt gaan en die veel van je vergen en waar je gaandeweg de rit maar ziet hoe het gaat.
We besloten na ons wederom riante ontbijt (niet echt, maar het uitzicht en het fijne terras van het hotel vergoedt veel) met de auto naar Malaucène te gaan. Dat zou ons na de beklimmingen een slotrit van 20 km besparen. Diezelfde 20 km infietsen moesten we nu wel missen. Tamelijk vers dus de 'andere' kant aangegaan. Het was even pruttelen; koffie, sanitaire stop, bidons, GPS-signaal opvangen, maar klokslag 10.00 uur was het zover. We reden weg. De eerste twee kilometer nog samen, maar als snel haakte mijn broer af. In een heerlijk tempo, hartslag rond de 150 de eerste tien kilometer gereden. Die zijn eigenlijk gewoon een 'normale' col. Regelmatig schoof ik tergend langzaam langs andere fietsers, op deze snelheden vlieg je niet echt langs je medefietsers. Het gaf gelegenheid tot een een kort gesprekje, een vriendelijke groet en ook een gevoel van kameraadschap: wij rijden allemaal hier op deze berg. Na de eerste tien kilometer is het wel gedaan met de pret. Gelukkig staat het langs de kant: de stijgingspercentages voor de komende kilometer. Elf, twaalf, tien, elf. Dit zijn de zwaarste kilometers hier en zijn ook de kilometers van het fameuze daalstuk waar je moeiteloos de 80 km/h haalt.
Ik kwam het goed door; op mijn lichtste verzet en nog soepel draaiend. Bij Mont Serein, het Chalet Reynard van deze kant, even een kort stuk om op adem te komen en dan de laatste ruk naar de top. Het was wel kil geworden; even druppelde het zelfs en het was niet warmer dan vijftien graden. In de laatste kilometer kon ik nog opschakelen en versnellen. De 1.55 was een tijd waar ik uitstekend mee kon leven, beter dan met de gekte en kermis op de top. Ik besloot een klein stukje terug te dalen en daar op mijn broer te wachten. Die kwam na een kwartier en had eveneens heerlijk gereden, niet te gek, maar toch ruim twee uur op groot vermogen.
Het was fris, ondanks de zon die regelmatig doorkwam, en we besloten snel te gaan dalen. Ook hier weer hoge snelheden, vooral het Bos is echt gevaarlijk, met soms slecht liggende bochten en dwaze motoren en automobilisten die de 'ideale lijn' kiezen. Gelukkig was het rond de velden van Bédoin provençaals warm geworden. De tussenstop in Bédoin werd dus een aangename aangelegenheid, met salade en pasta op een goed terras. En ruim de tijd genomen om bij te komen en krachten op te doen voor de laatste krachtproef van vandaag en voor mij ook het wielerseizoen.
Over de terugweg: dit was echt een weg terug. Zelf merkte ik dat de fietsvaardigheden er wel waren om door te knallen, maar het hoofd er echt anders over dacht. Als een echte toerist tot St Estève en in het bos al snel van de fiets om even bij te komen. Al die keren dat ik hier reed en wilde afstappen, en het niet deed. Vandaag dus wel. Een kilometer of vier verderop nog een keer en bij Chalet Reynard besloot ik op mijn broer te wachten en hem te fourageren met verse blikjes cola. Intussen fietste in in een soort jojo achtervolging op een stel landgenoten die er net zo relaxed in stonden. Langzaam maar zeker trok de hemel boven de Ventoux dicht: dat zou nog een kille zaak gaan worden. De laatste zes kilometer waren voor mijn broer de gelegenheid om eens helemaal volle bak te gaan en het uiterste te vragen van zichzelf. Ik bleef in de modus van het bos en door de riante pauze had ik voldoende krachten om ontspannen naar de top te gaan. Verschillende kanten van dezelfde top dus. Het was bijzonder onaangenaam op de top dus ik ritste mijn shirt dicht, liet het fotowerk en terugblikwerk voor wat het was en daalde voor mijn broer uit naar ons vertrekpunt. Heerlijke afdaling toch, zeker met zo weinig verkeer en een goed gevoel over deze dag.
Eenmaal veilig in Malaucène was er ruimte voor emoties en bespiegelingen. De Ventoux als metafoor voor onze intensieve levens. En de intense tevredenheid dit samen gedaan te hebben, terwijl er wel driehonderd redenen waren om niet te gaan. De gegevens van de dag.
We besloten na ons wederom riante ontbijt (niet echt, maar het uitzicht en het fijne terras van het hotel vergoedt veel) met de auto naar Malaucène te gaan. Dat zou ons na de beklimmingen een slotrit van 20 km besparen. Diezelfde 20 km infietsen moesten we nu wel missen. Tamelijk vers dus de 'andere' kant aangegaan. Het was even pruttelen; koffie, sanitaire stop, bidons, GPS-signaal opvangen, maar klokslag 10.00 uur was het zover. We reden weg. De eerste twee kilometer nog samen, maar als snel haakte mijn broer af. In een heerlijk tempo, hartslag rond de 150 de eerste tien kilometer gereden. Die zijn eigenlijk gewoon een 'normale' col. Regelmatig schoof ik tergend langzaam langs andere fietsers, op deze snelheden vlieg je niet echt langs je medefietsers. Het gaf gelegenheid tot een een kort gesprekje, een vriendelijke groet en ook een gevoel van kameraadschap: wij rijden allemaal hier op deze berg. Na de eerste tien kilometer is het wel gedaan met de pret. Gelukkig staat het langs de kant: de stijgingspercentages voor de komende kilometer. Elf, twaalf, tien, elf. Dit zijn de zwaarste kilometers hier en zijn ook de kilometers van het fameuze daalstuk waar je moeiteloos de 80 km/h haalt.
Ik kwam het goed door; op mijn lichtste verzet en nog soepel draaiend. Bij Mont Serein, het Chalet Reynard van deze kant, even een kort stuk om op adem te komen en dan de laatste ruk naar de top. Het was wel kil geworden; even druppelde het zelfs en het was niet warmer dan vijftien graden. In de laatste kilometer kon ik nog opschakelen en versnellen. De 1.55 was een tijd waar ik uitstekend mee kon leven, beter dan met de gekte en kermis op de top. Ik besloot een klein stukje terug te dalen en daar op mijn broer te wachten. Die kwam na een kwartier en had eveneens heerlijk gereden, niet te gek, maar toch ruim twee uur op groot vermogen.
Het was fris, ondanks de zon die regelmatig doorkwam, en we besloten snel te gaan dalen. Ook hier weer hoge snelheden, vooral het Bos is echt gevaarlijk, met soms slecht liggende bochten en dwaze motoren en automobilisten die de 'ideale lijn' kiezen. Gelukkig was het rond de velden van Bédoin provençaals warm geworden. De tussenstop in Bédoin werd dus een aangename aangelegenheid, met salade en pasta op een goed terras. En ruim de tijd genomen om bij te komen en krachten op te doen voor de laatste krachtproef van vandaag en voor mij ook het wielerseizoen.
Over de terugweg: dit was echt een weg terug. Zelf merkte ik dat de fietsvaardigheden er wel waren om door te knallen, maar het hoofd er echt anders over dacht. Als een echte toerist tot St Estève en in het bos al snel van de fiets om even bij te komen. Al die keren dat ik hier reed en wilde afstappen, en het niet deed. Vandaag dus wel. Een kilometer of vier verderop nog een keer en bij Chalet Reynard besloot ik op mijn broer te wachten en hem te fourageren met verse blikjes cola. Intussen fietste in in een soort jojo achtervolging op een stel landgenoten die er net zo relaxed in stonden. Langzaam maar zeker trok de hemel boven de Ventoux dicht: dat zou nog een kille zaak gaan worden. De laatste zes kilometer waren voor mijn broer de gelegenheid om eens helemaal volle bak te gaan en het uiterste te vragen van zichzelf. Ik bleef in de modus van het bos en door de riante pauze had ik voldoende krachten om ontspannen naar de top te gaan. Verschillende kanten van dezelfde top dus. Het was bijzonder onaangenaam op de top dus ik ritste mijn shirt dicht, liet het fotowerk en terugblikwerk voor wat het was en daalde voor mijn broer uit naar ons vertrekpunt. Heerlijke afdaling toch, zeker met zo weinig verkeer en een goed gevoel over deze dag.
Eenmaal veilig in Malaucène was er ruimte voor emoties en bespiegelingen. De Ventoux als metafoor voor onze intensieve levens. En de intense tevredenheid dit samen gedaan te hebben, terwijl er wel driehonderd redenen waren om niet te gaan. De gegevens van de dag.
19 september 2011
Over Perty op weg naar de Ventoux

Het was 1989. Mijn broer Doesbrand en ik fietsen ons een dikke week wezenloos in de Vercors en de Alpen. We studeerden nog, hadden de tijd aan ons en hadden nog geen kinderen. We maakten een een uitstapje naar de Mont Ventoux die we 'op-af-op-af' reden. Een lichtste verzet van 42x26, nog geen wielershirt en geen benul van hartslag(meters). Net 23 jaar was ik, op de helft van mijn leven tot nu. Het duurde 22 jaar alvorens mijn broer en ik weer samen een paar dagen in de bergen gingen fietsen. Een dik boek vol gebeurtenissen en ervaringen schreven we vol; elk voor zich en samen. Al die tijd wisten we dat we samen weer zouden rijden, als goede broers. Llicht spelend met rivaliteit, maar onvoorwaardelijk loyaal aan elkaar. Het was hard werken om de plannen, gemaakt in het voorjaar, ook daadwerkelijk uit te voeren, maar de afgelopen vijf dagen kwam het er dan van. Veel getraind hadden we niet; zelf stond ik op een goede 1500 km en de laatste weken een flink aantal hometrainersessies op de sportscool, waarin ik het Ventouxgevoel probeerde te simuleren.
In twee dagen heen gereden; een avondje naar Metz en de volgende dag naar het hotel dat net onder de col de Propiac lag. Schitterend uitzicht op de Ventoux en een onvoorstelbaar prachtige nazomer met blauwe luchten, aangename temperaturen en zalige provencaalse geuren. En vroeg genoeg aan voor een eerste tochtje van 55 km en 750 hm. We waren helemaal weer terug in het vakantiegevoel. De eerste grote tocht was over de onbekende, maar niet minder fraaie col de Perty. Via lange slingers die een milde 6% stijging verzorgden bereikten we de top op 1360 meter met een magistraal uitzicht over de Alpen van de Hoge Provence (zie foto). Het ging bijzonder makkelijk, ik reed nog op de stress en adrealine die ik van huis had meegenomen. De ervaring leert dat na een paar dagen dit afneemt en daarmee ook de hartslag een slag of vijftien lager komt te liggen.
Na nog een tussencolletje (St Jean, 1158 m), waarin Doesbrand even de beentjes testte aan het begin, probeerden we in Sederon wat te eten maar dat viel niet mee (restaurant was er klaar mee, winkels dicht). Dan maar op de repen, gelletjes en de vetreserves naar huis. Een goede training van 120 km en 1750 hm. De volgende dag een stapje zwaarder. De Ventoux van de makkelijke kant, dus uit Sault. Eerst een licht stijgende aanloop door de vallei van de Toulourenc. Daarna een mild klimmetje naar Sault, waar we niet de enige fietsers waren. Wie de Ventoux wil fietsen maakt hier de grootste kans. De eerste 5 km klimt het nauwelijks, dan 10 km redelijk en de laatste 5 km is weer van weinig betekenis. Je bereikt Chalet Reynard op je gemak. Daar hebben we gepauzeerd en heel ontspannen de laatste kilometers naar de top van de Ventoux gereden. Waar het een gekkenhuis was; de zoveelste liefdagheidstocht tegen ernstige ziektes, en het gebruikelijke autotoeristenverkeer. Gelukkig konden we snel dalen. Ergens staat in mijn statistieken dat ik 89,6 km/h heb gehaald, maar de 84 km uur klopt zeker. Goed dat het thuisfront dat niet heeft gezien, maar het is eigenlijk één van de meest gemakkelijke afdalingen die er zijn. Kortom: drie dagen fietsen ter voorbereiding van het echte doel: de Ventoux van beide kanten. Daarover later meer
23 februari 2011
Mont Ventouxervaring in Salland

Na weer een flinke periode van rust voor de Gios -en mijzelf- is het wielerseizoen weer begonnen. Dat was nodig. Eerst werd ik in september geveld door een nekhernia en de daaruit volgende gedwongen sportpauze deed de kilo's eraan vliegen. Tweemaal per week spinnen en regelmatig fitness hielpen maar matig, zeker gezien de feestdagen en de stressvolle omstandigheden thuis. Daarom was het fijn dat ik in januari weer kon gaan hardlopen. Goed om het hoofd leeg te maken en ook goed voor de conditie. En sinds een paar weken dus weer de fiets. En dat is toch de ultieme vorm van sport.
Het eerste rondje was op een mooie zondagmiddag. Eergisteren wilde ik naar ons vakantieadres fietsen (120 km), maar een staffe oostenwind tegen bij nul graden deed me dat plan doen wijzigen. De laatste 30 km dan wel gefietst, met een ommetje 'Holterberg'. Het ging heerlijk, even wennen aan de kou, maar eenmaal daar doorheen genoot ik met volle teugen. Na het eerste stulpje, waar in de Heuvelrug ik niet eens hoef te schakelen, peddelde ik rustig door. En ineens ging de weg weer omhoog. Onverwacht en steil. De Carman gaf tien procent aan. Tien procent! Net zo steil als de Ventoux!. In Nederland boven de rivieren. Daar maken ze gelijk dan weer rare waarschuwingsborden voor (zie foto). Ik liep volledig vast op mijn verzet en moest zwaar terug. Volmaakt tevreden kwam ik boven. Het fiets- en klimgevoel was weer helemaal aanwezig op de Grote Koningsbelt
Rustig fietste ik naar het huisje en de dag erop maakte ik nog een fraai rondje in de buurt. Niet meer dan 40 km, daarvoor was het te koud (nog steeds rond de nu graden). Een goed begin
Abonneren op:
Posts
(
Atom
)