09 maart 2008

Klaar voor de start


De eerste weekenden van februari bracht ik al op de Gios door. Het mindere weer en het feit dat ik me voor twee keer een tien kilometerloop heb laten strikken heft ervoor gezorgd dat ik de racefiets nog even laat voor wat het is. Zaterdag is de City-Pier-City-loop in Den Haag. Daar loop ik met mijn collega's van de inspectie een bedrijvenloop. Ruim een week later met de ex-collega's, op herhaling in Utrecht, waar het vorige jaar heel aardig ging.

Ik heb ruim 60 kilometer getraind in die vier weken. Voor echte lopers is dat helemaal niks. Een echte hardloper ben ik niet, al heb ik er misschien wel meer aanleg voor dan voor fietsen of voetballen. Althans dat zei de looptrainer bij de voetbalclub ooit tegen me. Tijden van 18.30 op de 5 kilomter zijn nu onhaalbaar voor mij. Maar vandaag liep ik bijna vijftien kilometer door de regen en dat ging prima. in een niet al te hoog tempo weliswaar, maar toch redelijk soepel. Elke keer denk ik dan weer: waarom niet in de herfst en winter zoveel lopen dat ik in het voorjaar een halve, of wie weet zelfs een hele marathon aankan. Na alle blessures van de afgelopen jaren zou het nu weer moeten kunnen. Iets om over na te denken.

Wat ga je lopen? Dat is de vraag. Lopers zijn meer met schema's en tijden bezig dan fietsers. Mijn doel is om de tien kilometer in ongeveer 47 minuten te lopen. Wordt het meer dan 48 dan is het wat jammer, richting de 46 zou een hele mooie tijd zijn. Veel is ook afhankelijk van het weer. Vorig jaar was het in Utrecht warm en stond ik te ver achterin bij de start. En moest daardoor 9,1 km lang mensen kris kras inhalen. Het was warm die dag en ik weet niet of dat nou een voor- of nadeel voor me was. Door de VO2maxtest weet ik dat ik een tijd van 37 minuten theoretisch haalbaar zou moeten zijn. Ik zou de tijden van mijn jeugd weer kunnen lopen. Wel zo aardig om een midlife-crisis voor te zijn.

Carman


Het was het afscheidskado van mijn collega's. De pet was rondgegaan en had een behoorlijk startkapitaal opgeleverd voor een echte GPS-fietscomputer. Na enig zoekwerk werd het de Garmin Edge 305HR. Via internet was ie zo in huis. Dat was het probleem niet. Maar de ' enveloppe met inhoud' waar was die nou gebleven? In de hektiek van het opruimen van alle kaarten, boeken flessen en andere kado's was die even verdwenen. Zou wel weer boven tafel komen en inderdaad: een paar maanden geleden zat in een stapeltje van Elsje's spullen. Erger was dat het apparaat het niet deed. Althans de hartslagmeter deed het niet en als je een HR-versie koopt moet je wel de hartslag weten. Wat volgde was een klein drama. Sjaak wilde deze vervangen hebben voor de Dolomietenmarathon en gooide het apparaat na wat emails goed verpakt door de rode brievenbus. Een week later bleek het goede ding kwijt. 'Nee mijnheer, u moet zoiets via het postkantoor verzenden en nu heeft u geen streepjescode'. Sjaak heeft er veel energie aan besteed tot aan een lang gesprek met de divisiedirecteur van de dealer aan toe. Het leek dat Sjaak, na de verloren enveloppe, voor de tweede keer verlies moest nemen.

Eenmaal in Italië bleek het ding alsnog bij de dealer boven water te zijn gekomen. Helaas niet meer op tijd voor het hoogtepunt van het jaar, maar tijdens de vakantie in de Aveyron werd het apparaat in gebruik genomen. Toen werd het apparaat ook de jongste zoon 'Carman' gedoopt. De Carman ging mee naar het Viaduc de Millau, de Carman werd vergeleken met de TomTom en tijdens wandelingen gaf ie al veel informatie. Het uitlezen op de laptop is behoorlijk simpel; iets dat met de voige computer nauwelijks te doen was. Tijdens de laatste tocht in de Ardennen, bewees ie al zijn diensten, maaar bleek wel dat na 10 uur de batterij letterlijk leef was. Sjaak was desondanks blij met zijn Carman.

Dit seizoen gaat ie veel diensten bewijzen. Ik neem hem nu mee op mijn hardlooptochten en daar heeft hij het moeilijk in de bottlebelt en onder viaducten. Niet echt belangrijk; het blijft een fietscomputer.

17 februari 2008

To the limit


foto: tom

Geboren als ideetje tijdens de seizoensopening twee weken terug: de befaamde VO2max test van Erwin. Er was een heus rooster opgesteld en zo mochten Karim en Sjaak tussen de leden van TC Oranje Nassau door een testje afnemen. ook Irma en Anja kwamen nog langs, maar die resultaten heb ik niet meer gezien. Het idee van de VO2max is om te bepalen hoe goed je lichaam zuurstof kan opnemen. Je gaat zitten op de hometrainer, die gaat elke twee minuten 30 watt zwaarder totdat je een weerstand van 360 watt hebt bereikt. De computer registreert je hartslag en samen met je lichaamsgewicht en leeftijd wordt dan je VO2max berekend en je omslagpunt. Het wordt gerelateerd aan je lichaamsgewicht (ml/kg/min). Hoe hoger de waarde, hoe beter. Het is grotendeels je aanleg, maar door training kan je wel verbeteren. Een waarde van rond de 60 is prima. Sjaak haalde 57, Jeroen kwam uit op 52 en Tom op 53. Karim haalde zelfs 61, mede omdat hij bleef doorgaan en met eenn frequentie van 40 zijn knieën wist te geselen. Erwin's resultaten werden helaas zonder opzet door Jeroen gewist. Dat is lullig voor beiden, want Jeroen zal dit nog lang horen en was er zelf natuurlijk ook ziek van. Sjaak verwacht dat Erwin hoog zal uitkomen; hij is dan wel explosief, maar kan een inspanning ook lang volhouden. Zo bleef hij op de hoge weerstand (360 Watt) maar op een trapfrequentie van ruim 100 zitten, waar Sjaak terugviel naar de 80. Dat kan alleen als je in staat bent om veel vermogen te leveren en zuurstof in te zetten. Ben benieuwd naar de herkansing die Erwin ongetwijfeld zichzelf gunt. Een leuke test, die om een herhaling vraagt. En daarnaast was het vooral gezellig

03 februari 2008

Drie musketiers in besneeuwd carnaval


De straten van Zuid-Limburgse dorpjes als Mechelen, Vijlen, Epen, Scheulder, Margraten, Slenaken en het Voerse dorp Teuven kleurden geel/groen/rood. Een extreem vroege carnaval dit jaar, die zowaar dit weekend een winters tintje kreeg. De hoogste gelegen heuvels in het zuidelijkste puntje van ons langs waren bedekt met een laag sneeuw van zo'n vijf centimeter. Een mooi decor voor de traditionele seizoensouverture van Sjaak en Jeroen, die in februari in Zuid-Limburg wordt gehouden. Vorig jaar werd het een heftige sessie voor Sjaak, die meer dood dan levend de finish haalde. Dit keer duldden we Erwin in ons gezelschap; je moet af en toe eens een gokje wagen. Met de fraaie C4 Grand Picasso van Jeroen vertrokken we op een christelijk tijdstip naar het katholieke zuiden. In de Rozenhof had Jeroen kleed- en douchegelegenheid geregeld; hartstikke mooi natuurlijk en uiteraard werd daar begonnen met koffie en rijstevlaai.

We gingen voor een rit van 80 km, zonder stop. Het idee was eerst oostwaarts en dan via de bekende klimmetjes (Eyserbos, Keutenberg) wel zien hoe het verder zou gaan. De eerste kilometers op de Gios waren voor Sjaak alsof er geen half jaar tussen zat. Meteen weer het goede gevoel, dat met spinnen of hometrainer toch niet benaderd wordt. Naarmate we hoger kwamen lag er steeds meer ijs op de weg. Op het plateau van het Vijlenerbos lag zowaar een pak sneeuw. De afdaling was daardoor echt gevaarlijk en met een kleine 20 km/h gingen we naar beneden. Ook de klimmen daarna naar Gemmenich en Drielandenpunt waren glad. Als het niet zou veranderen zouden we de plannen moeten bijstellen. Maar dat was niet nodig. De zon scheen volop en kon dan wel de wind niet warmer doen aanvoelen, maar ze zorgde er wel voor dat de wegen mooi droog werden. De eerste uitdaging was de Kruisberg en zoals te verwachten was speerde Erwin halverwege uit het wiel van Sjaak. Jeroen zat daar vlak achter; de drie musketiers ontliepen elkaar niet veel. Toch vonden Jeroen en Stefan het wel aardig om Erwin wat op te jutten. De Keutenberg-van-de-andere-kant (De Dode Man)was een leuke Erwin-klim. Voluit er tegenaan; het zou maar even zijn. Moet kunnen Erwin, met jouw explosiviteit. Wij wisten dat die vies lang doorliep, een beetje zoals de Redoute. En het werkte: Erwin verdween rap uit ons bereik, maar we zagen hem wel blokkeren. Toch reed hij de klim verder netjes uit.

Daarna maar weer eens de Cauberg gedaan. Sjaak heeft een hekel aan de aanloop daar naar toe en je komt een beetje in een niemandsland tussen Bemelen en Margraten als je er boven bent. Dat viel erg mee; we vonden een mooie route die inmiddels alleen nog maar koude tegenwind betekende. Na een korte fouragestop bereikten we Banholt en Slenaken en reden we de Loorberg 'groupetto' op. Net als de klim uit Teuven naar het monument, vlak bij het ons vertrouwde Sippenaeken. Terug in Nederland namen we nog een lusje naar de Schweiberg; Sjaak's favoriete heuvel in Limburg. In Epen kwamen we de 'feestende massa' tegen:



Aan ons lijf geen polonaise dus, wannt het oogt allemaal een beetje sneu toch. Gauw terug naar de Rozenhof voor een douche en een heerlijk sateetje met brood. Wat een heerlijke opening was het. We waren aan elkaar gewaagd en de sfeer was perfect. Uiteindelijk stond er 83 km op de teller; dit jaar dus de Garmin 305, die al goede diensten bewees vandaag. De statistieken werden uitgewisseld en zo bleken Erwin en Sjaak ongeveer dezelfde hartslag te hebben. Een gemiddelde van net geen 22 km/h was best aardig gegeven de condities van vandaag en de harstlag van Sjaak was gemiddeld 136 geweest (174 piek). Een top van 60 km/h, nog net even in de laatste afdaling naar Epen behaald. Mooie cijfers van een geslaagde dag.

21 januari 2008

Hoezo verkennen?


Een jaartje of twintig geleden, hield Sjaak voorafgaand aan beklimmingen en/of zware tochten 'briefings'. Kaart op een tafel of autodak; de profielen en beschrijvingen uit de Berggids voor fietsers van Bart Aardema in de hand. En dan maar proberen in te schatten hoe zwaar het zou worden en je in te prenten waar de knelpunten zaten. Later gingen we uit balorigheid in de Vogezen de route verkennen per auto ('beter dan hangen in het hotel van Marc'). Dat werd later een serieus onderdeel van de vakantie; sterker nog sommigen geloofden dat de beklimming via een voorbereiding vanuit de auto werd overwonnen. Profielen en indexen werden online bestudeerd. Goed voorbereid was alles.

Maar nu dan. In het YouTube tijdperk staan ze gwoon als filmpjes. Beklimming en afdaling. In een raceauto met 200 km/h of versneld op de fiets. Het filmpje dat hierboven 'embedded' staat afgebeeld geeft de afdaling naar Bédoin weer. Ik schat op driedubbele snelheid. Soit. Straks heeft geen enkele bocht geheimen meer voor me.

19 januari 2008

Het seizoen gaat beginnen

Het derde weekend van het jaar; het wordt weer eens tijd om aan de fiets te denken. Nu is Sjaak al een paar maanden goed bezig met spinnen en hometrainer, maar het echte werk is op de weg.

Nu is het vorig jaar goed bevallen om een doel te hebben. Bij deze: de Ventoux binnen de 1.45 vanaf Bédoin. Dat is pittig, maar als je weet dat mijn record op 1.32.58 staat (uit 1994, OK) niet onhaalbaar. In juli gaat het gebeuren, Sjaak en de VdH gaan dan een weekje naar de Provence. Over twee weken de ouverture in Limburg; de Ventoux zal dan nog heel ver zijn.

12 augustus 2007

Eind goed, al goed


Zaterdag jl een alternatieve Luik-Bastenaken-Luik gefietst met Nico, Jeroen, Erwin, Peter (vd S dit keer) en Sjaak. Het was een mooie mix van nog eens flink fietsen (bijna 150 km en 2300 hm) en rustig en ontspannen op terrassen met mooie serveersters het seizoen afsluiten (zie foto). Sjaak ruimt de Gios voorlopig weer op. Het ging heerlijk en ik kon zelfs mee met Erwin en Jeroen. Op je hoogtepunt stoppen heet dat.

Geen LBL van Le Champion dit keer. De voorinschrijving was al vol en we hadden geen zin in de pseudo-snelweg die de start/finish aan de rand van Luik is. Voordeel was dat een tempootje lager kon en we 'pas' om 6.30 bij Nico verzamelden. Na de traditionele perfecte koffie reden we gevieren (Peter was al in het Zuiden bij zij ouders) naar Spa. Binnen twee uur: Jeroen weet waar de flitsers staan en als die Galaxy eenmaal op gang is gaat het prima. Een tweede bak koffie met appeltaart (zonder nog een meter gefietst te hebben, wat zou Tom daarvan gevonden hebben)werd gevolgd door een -nog onverwacht- weerzien met Peter. Hij had niet veel gefietst want de eigen zaak en Luce vergen veel tijd. Op karakter en basisconditie ging het toch heel aardig. Nico reed sterk en kon goed mee met de cracks Erwin en Jeroen. Sjaak was weliswaar brak en moe van een slechte nacht, maar die hadden we allen gehad. We volgden de route van de Waalse Pijl van een paar maanden geleden. Sjaak had niet alleen een route uitgezet, maar ook in weten te laten in de Garmin Edge 305 HR. Een feest voor meten-is-weten-Sjaak en Peter merkte fijntjes op dat Sjaak er verlekkerd naar keek op een manier die deed vermoeden dat er andere beelden op getoverd werden. Aardig was dat Sjaak ook de route uit zijn hoofd wel wist. Na een fiks begin met de Redoute en de Chambralles waren de pakweg 80 km daarop relatief vlak/licht golvend. Een stop met salade Niçoise en soep in Erézée deed Sjaak bijzonder goed. Daarna zat hij sinds jaren niet zo goed meer op de fiets en de brakheid was weg. Of was het het dalende tempo in de groep. Steeds vaker werd er gestopt voor een reparatie, de achterliggers laten bijkomen of een bezinning op de route. Peter had plannen die betekenden dat hij de route niet af kon maken en dus namen we in Trois Points (ik doe geen moeite meer: punten en bruggen zijn in het Nederlands wel verschillend) afscheid en reden we met zijn vieren verder. Erwin en Jeroen trokken ons tien km lang door het licht oplopende dal van Salm naar Grand Halleux. En daar begon de heuvelzone. Eerst de vervelendeMont le Soie. Een index van niks (onder de 50 punten) maar irritant lang en slopend. De goede benen van Sjaak kwamen wel hier voor het eerst aan bod. Erwin jutte me op toen Jeroen op een steiler stukje moest lossen: 'hij is los hoor; rijd door'. Dat was lang geleden inderdaad. Op het vlakker wordende einde zoefde Jeroen mij trouwens weer voorbij. Nico kreeg het wat zwaarder nu, maar reed lekker zijn eigen tempo. Op de Côte de Lignieuville beleefde Sjaak een primeur: Erwin kon/wilde? het gaatje dat Jeroen liet vallen niet dichtrijden en kwam zowaar weer eens als eerste boven. Kon ik mooi foto's maken, net als een paar maanden geleden:

Jeroen en Erwin op de Côte de Lignieuville

Een mooi tweeluik van Nico; helaas is de fotopositie niet helemaal gelijk, maar het verschil in cadans en flair is duidelijk. Wat een Maratona en tarining al niet doet voor een mens!


Nico op de Côte de Lignieuville mei 2007

Nico op de Côte de Lignieuville augustus 2007


Daarna werd het almaar lamlendinger. Erwin reed lek. Wel wielen van 25 gram en een veelvoud daarvan aan euro's, maar geen fatsoenlijk binnenbandje en vulpatroon. Gelukkig heeft Erwin vrienden die dat voor hem regelen. Hij staat in het krijt, dat wel en hij zal nog veel op kop moeten sleuren om dát goed te maken. In Stavelot bleek het al zo laat dat we de Stockeu en Wanne maar lieten schieten. Die hoogtepunten werden vervangen door de serveerster. Type Sylvie Meijs. Niet Sjaak's type, maar onmiskenbaar een mooie vrouw wiens aandacht het meest bij Jeroen lag. We konden er mee leven. Na een dik uur, waarin het helemaal niet erg was dat de soep veel te laat kwam (het stuk kwam speciaal haar excuses maken dat de bestelling niet goed was doorgekomen)maakte we ons op voor de favoriete cols van Nico. De Haute Levée en Le Rosier. Jeroen overwon een krampaanvanl op de Haute Levée en legde Sjaak en Erwin op de Rosier een moordend tempo op. Sjaak brak net niet, kon op zijn tandvlees bijblijven en zo fietsen we dan op de allerlaatste kilometers van dit seizoen eindelijk schouder aan schouder. Erwin bekeek het met een minimale hartslag van 140 van een afstandje en kon de gezonde competitie en rivaliteit niet meteen plaatsen, maar voor Sjaak waren het mooie slotkilometers. Een gierende afdaling naar Spa restte nog. In Spa aten we (bijzonder slecht met een trage bediening), SMS-ten we Peter Fortuin helemaal gek, praatten we na over de hoogtepunten van de dag, verloor Erwin nog even zijn portefeuille, maar vond deze gelukkig toch. Rond middernacht waren we terug in Zeist en was het al met al een fraaie dag geworden.

10 juli 2007

De Dolomietenmarathon 2007 in hoofdstukken



Mijn verslag van de Dolomietenmarathon is opgeknipt in een aantal blogjes. Dit blogje kan je gebruiken als leeswijzer. Alle linkjes openen in een nieuw venster, dus dit blijft staan. Veel plezier ermee.
De heenreis en aankomst
Eerste 'lus': Sella-rondje
Tweede 'lus'Valparola - Giau - Falzarego
Rust- en balansdag
De Maratona zelf
De analyse van de tijden van de groep
Nico, Stefan en Jeroen in 2006 en 2007 (volgt nog)

06 juli 2007

Meten is weten na de meet



Het fijne van de Maratona is dat er onderweg op maar liefst vijf punten wordt geklokt. Op de Gardena, de finish/doorkomst, de Campolongo (tweede passage), bij het begin van de Giau, op de Giau en uiteraard bij de start en finish. Vorig jaar kon Sjaak daardoor een analyse maken van de (tussen)tijden en die Jeroen als verjaardagskado aanbieden. Zijn cijfers waren namelijk voortreffelijk.

Dit jaar is anders. We waren met elf man, waarvan er acht de volledige Maratona reden. Peter P was ziek geworden, Peter F ook (maar dan van de bergen en reed daarom de Sellaronde)en Rob had geen lekkere dag en reed de 106 km. Die acht man zijn prachtig te vergelijken. En meten is weten dus Sjaak is eens lekker gaan pielen. Piel lekker mee (en klik op de tabel voor een vergroting):

tussen- en eindtijden van de tien rijders

Wat we allemaal wisten: Jeroen en Erwin zijn vrijwel de gehel rit bij elkaar gebleven. Erwin moest even wachten soms, maar ze ontliepen elkaar nauwelijks. Peter B heeft ze op de hielen gezeten en Sjaak zat er niet ver achter, zonder in de buurt te komen overigens. Opvallend is dat Sjaak in het laatste deel niet veel tijd meer op de toppers verloor; het harde bewijs dat de goede training/voorbereiding zijn vruchten afwierp. Kees zat in de eerste lus dicht bij Sjaak maar moest daarna het gat toch groter laten worden. Jaap liep gestaag in op Kees; een colletje erbij en ze waren hand in hand binnengekomen. Nico en Tom deden haasje over. Fietsten niet samen op, maar bleven in de buurt van elkaar. Uiteindelijk gaf de routine en ervaring van Nico wellicht de doorslag. Rob zat goed op schema om lekker mee te doen en weet dat hij in pricipe de bergen goed aankan. Peter F was na 3.39.40 uit zijn lijden verlost en mag zich gaan toeleggen op dijken en polders. Grappig om te zien waar de anderen waren op het moment dat jij ergens een meetpunt pakte. Zo waren Jeroen en Erwin al op de Campolongo II toen Tom en Nico de Gardena bedwongen. Zo krijg je een beetje gevoel voor verhouding en afstand.

trajectijden tussen de meetpunten in (klik op het plaatje voor een vergroting)

Als je de tijden tussen de trajecten bekijkt is er hetzelfde beeld. Jeroen en Erwin zijn meestal het snelste. Opvallend is dat het lange stuk zonder klim tussen Campolongo II en de voet van de Giau Stefan, Peter B en ook Jaap sneller zijn. En de tijd van Kees op de Giau is overduidelijk: die was daar niet meer in balans.

Laat een en ander op je inwerken. In een ander blogje vergelijk ik nog de tijden van Jeroen, Nico en Stefan van 2006 met die van dit jaar.

01 juli 2007

Zo was het bedoeld


Alle voorbereidingen en plezier van de afgelopen dagen ten spijt; vandaag was het echte doel van de mini-vakantie. De Maratona. Na een verrassend goed nachtje stonden mijn kamergenoten en ik op. Half 5, daar verklaren ze je voor gek mee, maar eenmaal op is het vroege opstaan ook wel weer prettig. Je hebt een hele lange dag voor de boeg. Bij het ontbijt bleken de zenuwen sommigen in bedwang te hebben. Tom speurde nerveus naar zijn pasta en eieren bij het ontbijt. We hoopten ruim naar de WC te kunnen hetgeen slechts een enkeling gegeven was. Jeroen was volgens Kees even 'niet in balans' toen hij zijn bidons vergeten bleek te hebben. Maar rond kwart voor 6 reden we ons gepoetst rijwielpark naar La Vila. Kijk, en daar hebben ze nu over nagedacht. En route vanwege de luttele drie kilometer die hotel Miramonti van de start ligt en de organisatie over de indeling van de startvakken en de aanrijroutes daar naar toe. Zoveel beter dan het gedrang bij de uitreiking van de startnummers zoals Tom al beschreef.

De start is eigenlijk een van de hoogtepunten van de Maratona. De sfeer is super relaxed, je zwaait eens naar de camera in de helikopter, doet een plas, scant je omgeving en taxeert je kledingkeuze. De 12 graden deed Sjaak beslissen om geen armstukken aan te doen en wel een jackje voor de afdalingen. Echt spijt had ik er niet van maar armstukken alleen had wel volstaan. Om kwart over zes de start van de kanjers en slechts twee minuten later mochten wij al de Afrikaanse trommelaars passeren. Even volgde ik Jeroen en Erwin maar die verdwenen snel uit zicht. Samen met Peter B en Kees vormde ik de tweede groep. De Campolongo I was natuurlijk een eitje. De afdaling fantastisch want je dook in een wolkendek en in Arabba was het dan ook steenkoud. Sjaak bedacht zich ook dat zijn banden wat zacht voelden. Inderdaad kon er nog 2 bar bij. In de klim naar de Pordoi achterhaalde ik eerst Kees en daarna Peter B. We besloten om als het uitkwam samen te rijden en tot aan de start van de Sella lukte dat. Toen vond Peter B een snellere collega, maar bovendien één van de vrouwelijke kunne. Daar kon Sjaak niet tegenop.

Het ging wel lekker met Sjaak. Rustig, hartslag niet boven de 150 en de woorden van Jeroen kwamen uit die eerder de week voorspelde dat 'je met dezelfde snelheid een hartslag op 20 per minuut lager zou zitten zondag'. Elke afdaling ging nog in het jackje en zelfs de Gardena hield ik het aan. Ik zag dat ik sneller ging dan vorig jaar. Toen passeerde ik de Gardena in 2.54 dacht ik en nu in 2.39. Het bleek nog meer te zijn want toen ging de Gardena in ruim 3 uur. Ruim 20 minuten voor op vorig jaar: dat ging de goede kant uit zeker omdat ik dit jaar geen 30 km nodig had om al lummelend te dralen over de vraag of ik de 138 ging rijden. Natuurlijk ging ik ervoor. Geen uitgebreide sanitaire stop op de Campolongo II maar een nerveuze bevoorrading en toen vól de afdaling in. Op het valse plat zette ik mijn volle 85 kg in en vloog ik iedereen voorbij. Die klimmertjes en snelle dalers in de bochten kunnen niet doordenderen. Sjaak wel. Dat vond een grote Italiaan wel fijn, dus kroop in mijn hol. Toen ik hem wat kop liet doen viel ie stil en wel erg letterlijk. Een etenstasje uitpakken met 40 km/h deed hem vallen en Sjaak er overheen. Wonder boven wonder had ik niks en de Gios ook niet. Zou je zo maar een sleutelbeen kunnen breken, had ik mijn engeltje er dit keer bij.

De eerste schrik deelde ik met een aardige Duitse vrouw die me even later gedag zwei omdat ik harder ging en zijn niet mijn wiel wilde houden. Dit keer ook een korte stop op de Santa Lucia waar de bevoorrading tegenviel, maar de gelletjes, bidons en bananen aan de beurt waren. Wat rekken en strekken voor de Giau -ik begon het toch te voelen- en daar was ie weer. Nu had ik 30x28 als pijnstiller, maar die wilde ik nog even bewaren. Niet dus; binnen de kilometer had ik 'm gestoken. Ik reed neutraal; werd ingehaald maar haalde zelf evenveel in. Door de uitgekiende verzetten kon ik de hele Giau goed blijven rijden. Dat nam niet weg dat ik 'm na zes km wel zat was en toen nog een kleine vier te gaan had. Dat was vooral mentaal zwaar, maar dat ik er nu 1.05h over deed was een forse meevaller. Een paar dagen hiervoor reed ik er evenlang over maar ging toen veel meer stuk. Ondertussen hadden de SMSjes van Peter F me bereikt. Hij was er godzijdank vanaf na de Sellaronde. Om 10 uur weer binnen, hij kon zo zijn bed weer in. Peter P was ziek afgehaakt helaas en je kunt maar beter niet met Jeroen op een kamer liggen bij een cyclo. Sjaak in 2004 (gebroken ketting); Jan Struik in 2006 (val) en Peter in 2007 (ziek) deelden met hem een kamer en reden nimmer de cyclo uit. Verder waren er geen berichten uit de koers. Was ook geen tijd voor want we moesten verder. Op de Giau belde ik jubelend naar huis, want het was nog net ochtend.

De afdaling lachte me toe: wat nou nét autovrij? Ik had dit keer alle tijd en vond een fijn daaltreintje dat behoedzaam doch gestaag de langzamere goden voorbijzoefde. Ik wist dat het nog dik twee uur zou duren maar dat ik dan een flink stuk sneller zou zijn dan vorig jaar. En ging mede daardoor beter rijden. Op de Falzarego reed ik op reserve, maar ging ik -nu zonder gangmaker Jeroen, maar met de verse voorkennis van een paar dagen geleden- in de laatste kilometer nog tientallen rijders voorbij die ik eerder had gezien. Ik besloot tot een luxe stop bij de bevoorrading en een onnodige sessie met het aantrekken van het jackje. Het zal een paar minuten hebben gescheeld maar wat zou het. Zonder een vorm van kramp en nog lekker fit daalde ik de Valparola. Het was de rustigste afdaling en ik haalde hier ook mijn record van de afgelopen dagen (76 km/h) op een stuk waar dat heel goed kon. De laatste kilometers naar de finish besloot ik tot het uiterste te gaan. Dus op het grote mes het valse plat gedaan. Niemand kon me volgen, dat gaf een ouderwets gevoel van macht en tevredenheid. Nog helemaal hyper passeerde ik om en nabij de 7.18 de finish en ontwaarde daar Jeroen, Erwin, Peter B en Rob (die de 106 had genomen). Peter F was alweer -fris gedouched- teruggekeerd en onthaalde ons enthousiast. De drie mannen voor me hadden elkaar niet veel ontlopen en dat was knap van Peter B. Jeroen evenaarde zijn tijd van vorig jaar en Erwin weet dat ook hij nog wel sneller kan. Daarna was het even wachten maar na ruim een uur kwamen successievelijk Kees, de zeer sterk rijdende Jaap, Nico en Tom binnen. Iedereen was tevreden over zijn tocht en had zijn bier, patat en andere vette hap wel verdiend.

Zo was het bedoeld voor dit jaar. Heerlijk gereden, overgehouden op het eind, maar wel een maximaal resultaat. Op een goede manier, gedreven doch ontspannen hier naar toegewerkt en als het dan zo loopt is dat prima. Het weer werkte ook optimaal mee: alleen staat er nog wel een helmriempje op mijn gezicht gefreesd.